18
\Q3!
Volgno. 214.
De heer Xiekstra (weth.)Het antwoord staat er
achter.
Volgno. 218.
De heer Tiekstra (weth.): Op 30 januari 1970 vindt
de aanbesteding plaats; daaraan vooraf gaat een voor
lichtingsbijeenkomst
Volgno. 230.
De heer Tiekstra (weth.)Ik heb mij afgevraagd
of dit een kwestie is, die in deze afdeling aan de orde
moet komen. Voor zover ik me herinner zijn de begra
fenisrechten vorig jaar ongeveer verdrievoudigd. (De
Voorzitter: Deze zaak is inderdaad vorig jaar in de
Raad geweest. U bent dus van oordeel, dat de begrafe
nisrechten hier niet behandeld dienen te worden?) Dat
dacht ik, ja. Op zichzelf genomen heeft de vraagsteller
gelijk. Het zou inderdaad wijs zijn om opnieuw het ni
veau van de rechten onder ogen te zien. Ik heb even
wel enige vrees, dat men, door het zo snel achter elkaar
en telkens weer te doen, toch wat aversie oproept. (De
Voorzitter: Het is primair een zaak van Openbare
Werken en het hoort hier dus wel thuis.) Ik ben het in
principe wel met de vraagsteller eens.
De Voorzitter: Ik wil dan wel onderstrepen, dat ik
bereid ben om deze kwestie in het College aan de orde
te stellen. Als de afdeling daar genoegen mee wil nemen,
wordt de Raad daar straks vanzelf mee geconfronteerd
wanneer het College met een voorstel komt. Dan kan
de Raad zeggen, of de verhoging te gering of te sterk
is. Als U daar genoegen mee wilt nemen, dan zullen wij
zorgen dat dit aan de orde komt.
Hoofdstuk VIII, par. 7.
Volgno. 540.
De heer Tiekstra (weth.): De tarieven voor een lig
plaats in de jachthaven regarderen het bestuur van de
Stichting „De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven". Voor
zover mij bekend is, exploiteert deze stichting de jacht
haven op rendabele basis. Het gaat om het autonome
beleid van het bestuur van deze stichting. Het is geen
gemeentelijke stichting. De huur, die de stichting be
taalt aan de Gemeente, is in de loop van het vorige
jaar al een keer aangepast, als ik mij niet vergis.
Volgno. 542.
De heer Tiekstra (weth.): Dat ik bij de beantwoor
ding van deze vragen enige documentatie hanteer zal
wel duidelijk zijn. Ik zou willen beginnen met te zeggen,
dat de uitgaven van de Sportclub Cambuur, wanneer
we die van 19661967 op 100 stellen, voor de begro
ting 19691970 op 114 staan. Daarbij moet de Raad in
aanmerking nemen, dat er inmiddels een post is opge
nomen van f 40.000,— voor reserveringen. De aanwe
zige raadsleden zullen zich dat herinneren. Een paar
jaar geleden heeft de Raad op voorstel van, naar ik
meen, de heren Engels en Stek, tot het uittrekken van
een post ter reservering besloten. In de verhoudings-
cijfers 100 en 114 ligt een uitgavenstijging besloten van
f 403.119,naar f 461.800,op welke laatste bedrag
de f 40.000,voor reserveringen in mindering zou moe
ten worden gebracht, wil je vergelijkbare cijfers hebben.
De netto-opbrengsten, waaraan ik nu enige aandacht
zal besteden en wederom die van 19661967 op 100
stellende zijn t.a.v. de begrotingsbedragen 19691970
gedaald tot 92. Dat betekent, het bruto-exploitatietekort
19661967 weer op 100 stellende, dat we voor 1969
1970 daarmee op 134 uitkomen, waartegenover staat,
dat er wel wat meer eigen ontvangsten zijn geweest.
Het percentage van de gemeentelijke subsidie, uitge
drukt in percenten van de uitgaven, geeft als resultaat
t.o.v. 19661967 42 pet.; 19671968 40 pet.; 1968—1969
48 pet. en op de begroting 19691970 tenslotte komen
we tot 46 pet. Ik wil er nog aan toevoegen, dat het
geraamde tekort voor 19681969 f168.000,bedroeg;
het werkelijke tekort beloopt f207.700,—.
Het verschil tussen het werkelijke tekort 19681969
en het geraamde tekort 19691970 bedraagt f 7.300,
Ik hoop, dat ik daarmee zo volledig mogelijk ben ge
weest. Ik wil nog even meedelen, omdat het in vraag
2 gaat over de toegangsprijs, dat de volgende toegangs
prijzen worden berekend: kinderen tot 15 jaar f0,75;
voor militairen en bejaarden f 2,voor een staanplaats
f 3,voor de onoverdekte tribune f 4,voor de over
dekte tribune f 5,Dit zijn de toegangsprijzen voor
wedstrijden van het A-elftal.
Voor de wedstrijden van het B-elftal gelden de vol
gende cijfers: voor kinderen, militairen en bejaarden
f 0,50 en de overige categorieën f 1,25, met dien ver
stande, dat voor de overdekte tribune een toeslag moet
worden betaald van f 0,50. Ik zou verder over de toe
gangsprijzen nog willen melden, dat niet verwacht mag
worden, dat door verlaging van de toegangsprijzen
de bezoekersaantallen zo snel zouden stijgen, dat daar
door een hoger totaal aan ontvangsten op de exploi
tatierekening zouden worden verkregen. Het is nu een
maal een duidelijk feit, dat de belangstelling voor voet
balwedstrijden recht evenredig is met de aantrekke
lijkheid van het spel, mede gegeven de plaats van het
elftal op de ranglijst in de competitie.
Ik neem aan, dat ik na deze toelichting opmerking
no. 3 wel kan voorbijgaan.
Wat de in vraag 4 ter sprake gebrachte grotere in
spraak van de Gemeente betreft zou ik willen zeggen,
dat het n.m.m. niet juist zou zijn als de Gemeente zich
al te sterk identificeerde met de faits et gestes van
deze organisatie. De Gemeente moet niet mede de ver
antwoordelijkheid, die het bestuur van de Sportclub
Cambuur heeft, dragen. Dat is geen gebruikelijke gang
van zaken t.a.v. gesubsidieerde organisaties. Er is ove
rigens wel enig contact met de Sportclub Cambuur in
deze zin, dat de vergaderingen van het bestuur wor
den bijgewoond door een gemeentelijke waarnemer. Dat
gebeurt ook regelmatig, behoudens als betrokkene we
gens ziekte verhinderd is.
De vraagsteller is in zijn laatste zinsnede in lijn
rechte tegenstelling met zijn voorgangers. De een wil
de toegangsprijzen verlagen om meer bezoek te trek
ken. Vraagsteller zou de prijzen juist willen verhogen.
Men moet niet verwachten, dat dit middel tot verho
ging van de ontvangsten zou leiden.
Wij zijn op de hoogte van het in de 5e vraag bedoel
de samenwerken van vier Brabantse gemeenten. Helaas,
waren de bijeenkomsten gepland op data, waarop de
Wethouder van Financiën noch ik beschikbaar konden
zijn. Wij hebben ons echter met de organiserende ge
meentebesturen verstaan; men zal ons een verslag van
het gesprokene toezenden en wij hebben te berde ge
bracht, dat wij het op prijs zouden stellen in het verder
overleg mee te doen.
De in vraag 6 bedoelde nieuw geplande ijsbaan aan
de Aldlansdyk is een A.C.W.-project. Met de uitvoering
moet dus worden gewacht, totdat de situatie op de
arbeidsmarkt aanleiding geeft om aanvullende werken
uit te geven.
De uitbreiding van het sportcomplex „De Magere
Weide" heb ik al eerder ter sprake gebracht. Het is
uit dit antwoord wel duidelijk geworden, dat dit object
veel urgenter is dan de uitvoering van de ijsbaan Tjal-
linga. Men kan daar nog altijd zeer goed schaatsen.
Wie de publicaties heeft gelezen m.b.t. het bezoek bij
de wedstrijden op de polderbaan dit seizoen is er, dacht
ik, zeker van, dat dit een penibele zaak is. Naar mijn
oordeel moeten dit soort wedstrijden worden gehouden
op de daarvoor geschikte accommodatie in Heerenveen.
De in vraag 8 bedoelde moeilijkheden bij de ijsbaan
Swichumerdyk zijn mij tot nu toe niet bekend. (Stem:
Die zaak is al opgelost.) Des te beter. Ik neem aan,
dat daar een oplossing is gevonden zonder gemeente
lijke tussenkomst.
Ik kan nu doorgaan naar de vraag no. 9 over de
realisering van een wielerbaan. In het ontwerp-bestem-
mingsplan Kalverdijkje en ook in het ontwerp-ontwikke-
lingsplan Kalverdijkje is een wielercircuit opgenomen.
Over een wielerbaan wordt geen overleg meer gepleegd.
De promotors van een wielerbaan hebben zich, na al
een hele tijd geleden met mij over deze zaak te hebben
gesproken, niet meer laten zien. Ook daar is het ge
loof dus blijkbaar tanende.
Het in het leven roepen van een fondsje voor het hou
den van belangrijke sportevenementen, vraag 10 heeft
daar betrekking op, is op het moment in studie.
Het is inderdaad juist, dat de directeur van de
Dienst voor Sport en Recreatie in samenwerking met
het bestuur van de Leeuwarder Sportraad bezig is aan
het opstellen van een nieuwe sportnota. Daarin zal ech
ter niet meer alleen maar een inventarisatie worden
gegeven van wat er aan accommodatie is; men zal
ook nagaan wat er in de toekomst beschikbaar zal moe
ten zijn. Ook beleidsaspecten van de sportbeoefening en
de gemeentelijke verantwoordelijkheid daarvoor zullen
stellig mede de aandacht krijgen.
Ik geloof, dat ik hiermee deze twee bladzijden vragen
wel heb beantwoord.
De heer Heidinga: De vragen over de Sportclub
Cambuur bevestigen, wat er destijds uit mijn fractie
naar voren is gebracht, o.m. door de heer Reehoorn en
mij. Wij hebben verwacht, dat dit in de subsidieregeling
was ingebouwd; dat het mogelijk was dat dit zou ge
beuren heeft iedereen tevoren kunnen weten; we heb
ben het als zodanig ook met elkaar aanvaard. Dat
houdt niet in, dat de Raad vandaag niet ten volle de
vrijheid zou hebben om er nu weer tegenin te gaan,
maar ik ben toch bang, dat sommige van de raads
leden dit toch niet hebben doorzien. (De Voorzitter:
Dat komt wel meer voor!) Ik heb in de courant gele
zen, dat G.V.A.V. en de voetbalvereniging „Veendam"
allebei gesubsidieerd worden door de Provinciale Staten
van Groningen. Ik vraag mij af of de provincie Fries
land niet evenzeer bereid zou zijn t.a.v. Cambuur in de
bres te springen. Daardoor zouden onze eigen financiën
wat ontlast kunnen worden. Ziet het College daar mo
gelijkheden in en maakt het College daar werk van?
Dat ik die vragen stel, houdt overigens niet meteen in,
dat ik voor toekenning van zo'n subsidie zou zijn, maar
dat is niet aan de orde.
Ik vind de vijfde vraag bijzonder onduidelijk gefor
muleerd. Het zou kunnen zijn, dat ik te dom ben om
het te begrijpen. Ik weet niet, wat die vier Brabantse
gemeenten willen en het College heeft er zich nog geen
mening over gevormd, heb ik van de Wethouder gehoord.
Wat betekent de volgende zin precies: „Pleit de finan
ciële ontwikkeling in het betaalde voetbal niet voor een
gedurfde aanpak?" Verder lees ik: „Nu de waardering
van het amateurisme in Leeuwarden, doch ook elders,
discriminele vormen begint aan te nemen". Wat be
doelt men hier eigenlijk mee Ik begrijp er niets van.
(De Voorzitter: Dan moet U even om U heen kijken,
want ik weet niet wie die vraag heeft gesteld. Ik neem
aan, dat „discriminele" vervangen zal moeten worden
door „discriminerende".)
De heer Weide: Ik heb er toch wel behoefte aan om
een kleine opmerking te maken t.a.v. het betaalde voet
bal. Wij zijn evenals de fractie van de heer Heidinga,
in het verleden ook kritisch geweest, zij het dat wij an
ders hebben gestemd. De hele zaak rondom Cambuur
bevredigt mij toch niet helemaal, temeer omdat wij
via de pers talloze mededelingen doorkrijgen van ont
slagen en interne ruzies, er lopen blijkbaar spelers weg,
terwijl allerlei contracten verbroken worden, hetgeen
tot gevolg heeft dat de club schadeloosstellingen moet
uitbetalen. Ik ben bang bewijzen kan ik het niet,
want de cijfers, die ons zijn voorgelegd geven het niet
exact weer dat al deze moeilijkheden veel geld kos
ten. Daarom bepleit ik, om dat gedurfde woord maar
weer eens te gebruiken, meer „inspraak" in het be
stuursbeleid. Ik doe dat met alle achting voor de ge
meentelijke waarnemer. Wat ik beoog is meer inspraak
m.b.t. het aankoopbeleid, het bestuursbeleid t.a.v. trai
ner en manager enz. Allerlei wilde verhalen doen de
ronde. Het is een hoogst onbevredigende zaak. Ik ge
loof dan ook, dat de Gemeente hier wat nauwer bij
betrokken moet worden. Ik geef toe, dat de club de
laatste tijd niet zo goed voetbalt en dan moet ik erbij
zeggen, dat je als het niet goed gaat, je het ook beslist
niet meer goed kunt doen. Ik ben er heilig van over
tuigd, dat dit gedoe ons veel geld kost en daarom is
het tijd, dat de Gemeente meer inspraak in deze zaak
krijgt.
De heer Schönfeld: T.a.v. Cambuur kan ik mij vol
ledig aansluiten bij de woorden van de heer Weide.
M.b.t. vraag 6 nog één vraag: de Wethouder he^ft
geantwoord, dat de nieuwe ijsbaan aan de Aldlansdyk
een project is, dat zal worden uitgevoerd in het kader
van de aanvullende werken. Dat zal pas worden uit
gevoerd, dacht de Wethouder, op een tijdstip dat aan
aanvullend werk behoefte bestaat. Ik zou graag ver
nemen van de Wethouder of hij enig idee heeft wan
neer er aan de realisering van de desbetreffende plan
nen kan worden begonnen.
De heer Tjerkstra: Ik neem aan, dat met „discrimi
nele vormen", zoals die in vraag 5 te berde gebracht
zijn, bedoeld wordt „discriminerende vormen". Daar
wordt de zaak iets duidelijker van, al is het misschien
niet helemaal duidelijk geworden daardoor. (De Voor
zitter: Dat was mijn conclusie ook, toen ik de heer
Heidinga interrumpeerde.)
De hear Klomp: Ik haw fraech 5 net steld, mar ik
leau al, dat ik de bidoeling van dizze fraech wit. Der
binne fjouwer klubs yn Braban, dy't subsidiearre wur-
de troch de gemeenten. Dy gemeenten hawwe gewoan
tsjin dy klubs sein: „Jimme moatte mar ris byinoar
stappe en Jimme moatte ta in oerienstimming komme,
hwant op 'e manear sa't it nou giet kin it net troch
gean mei üs subsydzjes; Jimme moatte mar ris bisykje
om ta in oerienstimming to kommen en oars lüke wy
üs subsydzje yn of wy jowe in ófrinnend subsydzje."
De heer Tiekstra (weth.)Beginnend met de vra
gen over Cambuur, zou ik n.a.v, de vraag van de heer
Heidinga willen zeggen, dat er op het ogenblik tussen
de Sportclub Cambuur en de Sportclub Heerenveen
overleg wordt gepleegd over het aanvragen van een
provinciaal subsidie.
Vraag 5 is inderdaad niet zo heel erg duidelijk ge
formuleerd. Wat ik wel weet, is, dat er momenteel een
heel duidelijke beweging is in het ganse betaalde voet
bal om categorisch de transfersommen af te schaffen.
Dat zal natuurlijk geleidelijk moeten gebeuren. Het is
niet een zaak die alleen in Nederland speelt; ook in
Frankrijk heeft men ermee te maken. Daar is men druk
bezig om te trachten sanering te bereiken langs de
weg van afschaffing van het transfersysteem. Naar
mijn overtuiging zal de zaak van het betaalde voetbal
daar alleen maar mee gediend zijn. Aan de andere kant
is het dan niet meteen zo, dat de exploitatie goedkoper
zou worden. De spelers zullen een hogere salariëring
moeten krijgen en daarmee worden de financiële con
sequenties dus naar dat terrein verplaatst.
Ik weet overigens niet, wat de inhoud is van het
initiatief van de vier Brabantse gemeenten; ik neem
aan, dat dit er stellig een rol in zai spelen. Wij zien
dan ook belangstellend uit naar het verslag van de
vergadering. In het verleden is er wel een zeker over
leg geweest omtrent een fusie tussen „Heerenveen" en
„Cambuur". Toen was de situatie zo, dat Cambuur aan
de top van zijn divisie speelde en Heerenveen in de put
zat. Toen was er overeenstemming tussen de besturen
van de verenigingen, maar het bleek geen haalbare
kaart te zijn in de ledenvergadering van Sportclub Hee
renveen. Ik heb de overtuiging dat fusie in het toen
malige gemeentebestuur van Heerenveen toch eigenlijk
ook geen haalbare kaart was. Dan wordt het natuurlijk
wel wat moeilijker. (De heer Venema: Cambuur speelt
natuurlijk wel een klasje hoger dan Heerenveen.) Ja,
dat is mij wel allemaal bekend, maar toen was de si
tuatie anders dan vandaag. Toen bungelde Heerenveen
onderaan de ranglijst van de tweede divisie en Cam
buur stond aan de top van de eerste divisie.
De heer Schönfeld vraagt t.a.v. de ijsbaan Tjallinga
een uitspraak van mij, die hij niet krijgt. Ik weet het
eenvoudig niet. Het is gewoon een kwestie van de stand
op de arbeidsmarkt. Zodra de arbeidsmarkt behoefte
heeft aan projecten van deze aard, kan het zijn, dat
er hals over kop projecten uit de grond gestampt moe
ten worden. Zolang dat niet het geval is, blijft het werk
liggen. Overigens houden wij bij de A.C.W. de vinger
aan de pols.
De heren Klomp en Weide hebben beiden gepleit
voor meer inspraak op de gang van zaken bij Cambuur.
De Gemeente moet zich naar mijn oordeel niet teveel