tflD
A2!
wel dezelfde is gebleven. Dit betekent niet, dat deze
sporthal coüte que coüte voorrang heeft bij andere
sporthallen. De heer Heidinga weet ook wel, dat ik,
wanneer ik kans zie een sporthal te realiseren, de eer
ste de beste neem. Op het ogenblik is dat nog steeds
de hal in Bilgaard, juist wegens de grote behoefte aan
accommodatie voor lichamelijke opvoeding t.b.v. de
scholen in dat gebied.
De zwemverenigingen hebben vijf maal per week
's avonds gedurende 2% uur de beschikking over het
zwembad. Bovendien geloof ik, dat men, aangezien het
hier een zeer kleine groep gebruikers betreft, bepaald
de belangen van de werknemers heeft te doen preva
leren. Vervroeging van de openstelling betekent n.l.
niet, dat er slechts één man vroeger aanwezig hoeft
te zijn. Dan overschat de heer Kingma de zorgvuldig
heid van de gebruikers. Ik blijf dan ook van mening,
dat binnen een verantwoord en maximaal werktijden
schema van het personeel het betreffende verzoek niet
reëel is.
De heer Tjerkstra: De Wethouder vraagt erom,
dat we op de kwestie van het sportveld in Lekkum
terugkomen. In de eerste plaats met zijn opmerking, dat
we moeten oppassen ons niet de kritiek op de hals te
halen, dat we gelegenheidsplanologie zouden bedrijven.
Dat is mij al eens eerder gebeurd zij het dan niet
n.a.v. deze kwestie. Haar toen kon ik er niet op reage
ren en dat wil ik nu wel doen. In de tweede plaats
wordt nu de rijksweg aangehaald. E.e.a. bevredigt
mij zo weinig, dat ik na drie jaar toch eindelijk wel
eens wil weten, hoe deze zaak nu eigenlijk in elkaar
zit. Ik zou dus graag in de plenaire zitting op dit punt
terugkomen, met de motivering, dat ik tijdens de af
delingvergadering onvoldoende inzicht in deze kwestie
heb gekregen.
De heer Kingma: Ik veronderstelde, dat vraag 9
maar een heel klein puntje zou zijn, maar die zaak
schijnt heel moeilijk te liggen. Ik zou dit punt dus
graag in de plenaire zitting opnieuw aan de orde wil
len stellen met als motivering, dat het antwoord van
de Wethouder mij niet bevredigt en m.i. ook niet ge
heel juist is. (De heer Tiekstra (weth.): Dan moet U
zeggen, op welk stuk van zaken dit antwoord onjuist
zou zijn.) Een groot deel van de jonge mensen, die hier
aan de top van de zwemsport staan, zijn scholieren.
D.w.z., dat zij 's avonds hun werk te maken hebben en
dat zij dus 's morgens vroeg moeten trainen. Nu is mij
bij nadere informatie gezegd, dat het trainen in de
schoolslag mogelijk zou zijn, maar dat het trainen in
de andere wedstrijdslagen minder goed mogelijk zou
zijn, wanneer men niet beschikt over een vrije baan.
Vandaar, dat ik dit punt graag weer aan de orde zou
willen stellen. (De heer Tiekstra (weth.): De heer
Kingma realiseert zich toch wel, dat van de zijde van
de verenigingen, waartoe deze zwemmers behoren, ons
nog geen enkel verzoek van deze strekking heeft be
reikt. Dus die zien de noodzaakZij zullen het
zeer op prijs stellen. (De Voorzitter: Herhaling van
deze discussie lijkt mij niet nuttig en ik zou dan ook
graag de definitieve motivering van de heer Kingma
vernemen.) Ik wens hierop terug te komen om dan te
trachten mijn verzoek nog beter te motiveren.
De hear Miedema: It is my op dit momint net düd-
lik hoe't de situaesje fan de sintrale sporthal krekt
wurdt en de Wethalder hat sein: „Der is in maquette
fan."
De Voorzitter: Dit punt volgt natuurlijk de nor
male procedure. Het komt eerst in de Commissie Ruim
telijke Ordening en dan in de Raad. Daarom lijkt het
mij niet erg zinvol er op dit moment dieper op in te
gaan.
De hear Miedema: As wy foar de bigreating dy ma
quette sjen kinne yn dizze Ried en as wy sizze, dat is
foar üs net om oan to nimmen, dan kin it Kolleezje
nei in oar plak sykje.
De Voorzitter: Nee, deze kwestie kan onmogelijk
nog vóór de begrotingszitting in de Raad worden ge
bracht. Daarom vind ik het op zichzelf wat vreemd
om nu tijdens de begrotingszitting al over deze kwestie
te willen discussiëren. Aangezien deze zaak uiteraard
de normale procedure volgt, krijgt U straks alle kans
om kritiek te leveren.
De hear Miedema: De prosedure dy't aensen
folge wurdt is dus, dy't Jo foarstelle en dy't normael is.
Dan is der in hiele bulte oan dien. En ik tocht nou't
de Wethalder dus seit: „De maquette is er", dat it in
lytse muoite wie, om dy op 'e lêskeamer to setten,
dan kinne wy üs der op oriëntearje. En ik bliuw der
by, dat as ik dy maquette sjoen haw, dan wol ik it
rjocht hawwe om der op werom to kommen.
De Voorzitter: Ja, dat hebt U natuurlijk altijd. Nu,
dan moet de centrale sporthal er maar weer op. Wat
is Uw motivering?
De hear Miedema: Ik wol dus graech dat dy ma
quette by de stikken komt, dy't yn'e lêskeamer lizze.
De Voorzitter: Uw motivering is dus, dat U de
plaats nader wenst te bezien in de plenaire zitting. Of
dat kan, weet ik niet. Dat wordt niet toegezegd. De
maquette is nog niet eens in de Commissie Ruimtelijke
Ordening geweest. Het spijt me, als ik wat vervelend
ben, maar deze kwestie is nog niet rijp voor behande
ling in de plenaire zitting. Ik begrijp Uw vraag dan
eigenlijk ook niet precies.
De hear Miedema: Ik bigryp it biswier net dat
der oan is.
De Voorzitter: Nu, de centrale sporthal wordt dus
weer aan de orde gesteld in de plenaire zitting. De
motivering is de mogelijkheid van het maken van op
merkingen over de aangegeven plaats.
De heer Heidinga: Ik zou graag een vraag van
orde willen stellen. Er wordt telkens zo op die moti
vering gehamerd, maar het is toch het recht van een
raadslid om iets in de openbare begrotingszitting te
willen behandelen, zonder dat hij een motivering daar
voor geeft. U mag natuurlijk vragen naar het hoe en
waarom, maar U dringt er m.i. te veel op aan. Ik zie
geen enkel artikel in het Reglement van Orde, waarin
zou staan, dat een raadslid niet het recht heeft een
bepaalde kwestie in de begrotingszitting te behandelen.
(De Voorzitter: Ja, maar laat dat raadslid dan zeg
gen: „Ik wil dat zonder meer." De enige reden, waar
om ik die motivering van U vraag, is, dat de andere
raadsleden, die niet bij deze afdelingsvergaderingen
aanwezig zijn, in het verslag kunnen lezen, waarom een
bepaalde kwestie in de begrotingszitting weer aan de
orde wordt gesteld. Indien echter een raadslid cru
gezegd het vertikt een motivering te geven, dan
wordt dat in het verslag opgenomen. Ik vraag dus al
leen een motivering voor de duidelijkheid van het ver
slag.)
Voorts zou ik naar voren willen brengen, dat het
karakter van het gebruik van het sportveld in Wir-
dum nogal wat is veranderd door de aanleg van het
nieuwe sportveld. Dit sportveld past minder goed in de
dorpsgemeenschap dan vroeger het geval was. Zou
daar op de een of andere manier ook een mouw aan te
passen zijn? Ik denk, dat de heer Tjerkstra t.z.t. in
Lekkum dezelfde ervaring zal opdoen, dat zo'n nieuw
sportveld niet goed past in de dorpsverhoudingen. Ik
zou graag de gelegenheid krijgen om nog eens te pra
ten over de vraag of wij daaraan iets kunnen doen.
De heer Wiersma: Ik zou mij graag aansluiten bij
het door de heer Heidinga gestelde t.a.v. de dorpssport
velden. Vroeger had men in zo'n dorpsgemeenschap een
trapveldje, dat nu echter volgebracht is met grond. Nu
worden in Wirdum de bepalingen t.a.v. het gebruik van
sportvelden nogal stringent toegepast. Natuurlijk moe
ten er regels zijn, die ook moeten worden nagevolgd.
Ik dacht echter, dat men met het oog op de dorpsge
meenschap wel enige clementie zou kunnen hebben en
dat er met deze mensen wel een of andere regeling zou
kunnen worden gevonden, dat zij buiten de openingsuren
op enigerlei wijze van deze terreinen gebruik kunnen
maken.
Voorts zou ik nog iets willen vragen n.a.v. de sport
hal in het Bilgaard. Destijds heeft de Raad een plan
aangenomen, dat de sporthal, die was gepland in de
Larixstraat, zou worden verschoven naar het Bilgaard.
Een van de motiveringen was toen, dacht ik, dat deze
sporthal daar in het Bilgaard wat betreft de financie
ring vrij snel zou kunnen worden gerealiseerd. Ik zou
graag vernemen, hoe het nu met deze zaak staat en
wanneer het tijdstip zo ongeveer daar is, dat deze sport
hal kan worden geopend.
De heer Tiekstra (weth.)De situatie m.b.t. het
sportveld in Wirdum is een conflictsituatie, die ont
staat, wanneer er een sportveld wordt aangelegd en
op grond daarvan de georganiseerde sportbeoefening
tot ontwikkeling komt. Nu speelt de ene sportvereni
ging in Wirdum in de zaterdagcompetitie van de K.N.
V.B., de andere neemt deel aan de competitie van de
Nederlandse Korfbalbond. Deze verenigingen en dat
geldt m.n. voor de K.N.V.B.-verenigingen zijn on
derworpen aan de eisen, die de bond stelt aan de goed
te keuren accommodatie. Het gebruik van het sport
veld in Wirdum zit momenteel echt op de grens van
het maximaal toelaatbare. Indien wij de ongeorgani
seerde sportbeoefening daar ook nog zouden toelaten,
dan zouden die terreinen voor wedstrijdgebruik wel
eens kunnen worden afgekeurd. Inmiddels ben ik wel
doende te trachten een geïmproviseerde oplossing te
vinden voor de ongeorganiseerde sportbeoefenaren. Ik
dacht, dat dat wel mogelijk zou zijn. Hoewel Lekkum
vermoedelijk wel niet zal gaan voetballen, zullen we
ook daar t.z.t. wel moeten zoeken naar een terrein,
dat voor algemeen gebruik beschikbaar is.
Indertijd hadden wij de hoop, dat de sporthal voor het
Bilgaard op de subsidiëringslijst voor 1969 zou worden
geplaatst, maar dat is niet gelukt. Als ik het goed
heb, hebben we nu het bericht binnen, dat hij staat op
de lijst van toekenningen voor 1970. Ik kan niet meer
zeggen dan dat ik hoop, dat de uitvoering van deze
sporthal spoedig ter hand kan worden genomen. We
hebben indertijd die hal juist naar het Bilgaard ver
plaatst, omdat uit het oogpunt van exploitatie de si
tuatie aldaar veel gunstiger was door de behoeften van
de scholen. In het oosten van de stad hebben we zo
danige accommodaties voor de lichamelijke opvoeding
aan de scholen, dat we nauwelijks uren voor onderwijs
instellingen in een sporthal in het oosten konden in
brengen.
De hear Klomp: It is miskien forstannich om dochs
noch efkes op it Wurdumer sportfjild yn 'e plenaire
sitting werom te kommen en dan as it mooglik is mei
in foarstel to kommen sadat dan faeks de problemen,
dy't der binne, opfongen wurde kinne yn it ramt fan
'e mooglikheden dy't der binne. Mar hoe en hwat, dat
kin ik nou net sizze. Dus ik soe wol de gelegenheit
iepen halde wolle. Der binne foarstellen dien yn Wur-
dum en miskien is 't mooglik, dat wy meiinoar in
mooglikheit sykje om it hwat better to krijen. Dat soe
ris mei de fraksjes oerlein wurde kinne.
De Voorzitter: Wij hebben deze kwestie een paar
weken geleden in Wirdum uitvoerig besproken met
„Dorpsbelang". Er is afgesproken, dat de Wethouder
nader contact zal opnemen met de directeur voor Sport
en Recreatie en met „Dorpsbelang" om naar een op
lossing te zoeken. (De hear Klomp: Dat stiet my ek
foar eagen, dus dêr gean ik graech mei akkoart.) Als
later mocht blijken, dat dat onvoldoende is, heeft Uw
Raad altijd het recht om dan op deze kwestie terug te
komen. Kunt U daarmee instemmen? (De hear Klomp:
Ja, hiel graech seis.)
In de plenaire zitting zuilen dus de vragen 5, 7 en 9
van de Dienst voor Sport en Recreatie opnieuw aan
de orde worden gesteld.
Algemene Dienst.
Hoofdstuk II.
De Voorzitter: Ik verzoek U even blz. 4 van het
Verslag van de Commissie van Rapporteurs op te zoe
ken, waar onder volgno. 60 een vraag is gesteld, die,
zoals ik reeds heb gezegd, bij Afd. II behoort te wor
den behandeld.
Volgno. 60.
De heer Tiekstra (weth.): Het verschil in beide be
dragen beloopt rond f 115.000,Dat verschil is als
volgt samengesteld:
huur perceel St. Jacobsstraat 25 f 13.100,—
huur perceel Kleine Hoogstraat 1 f 4.850,
kapitaalslasten, onderhoud etc. van de
voormalige Buma-Bibliotheek f 62.780,
kapitaalslasten verbouwing Secretarie f 35.000,
Totaal f 115.730,—
M.b.t. de percelen St. Jacobsstraat en de Kleine Hoog
straat moet ik nog opmerken, dat deze (uit mijn hoofd
gezegd), zijn ondergebracht bij het Woningbedrijf of
het Grondbedrijf. De Algemene Dienst betaalt daarvoor
huur.
Hoofdstuk V.
Algemeen.
De heer Tiekstra (weth.)Op dit ogenblik zijn er
slechts zeer individueel bouwterreinen beschikbaar voor
individuele particuliere bouwers. Voor zover ons aan
vragen bereiken, die met behulp van individuele ter-
reintjes kunnen worden gerealiseerd, streven wij ernaar
de aanvragers zoveel mogelijk te gerieven. Dat moet
dan ook wel eens gebeuren met toepassing van art. 20
van de Wederopbouwwet. Wij streven er ook naar in
nieuwe bestemmingsplannen voor deze bouw nog weer
ruimte te vinden. Verder is het de Raad bekend, dat
het bestemmingsplan Goutum is vastgesteld, nu nog
ter visie ligt en straks ter goedkeurong naar G.S. gaat.
Ook in dat plan is ruimte voor deze doeleinden aan
wezig. Ook voor het College is het niet altijd even
prettig, dat het individuele bouwers niet altijd geschik
te terreinen kan aanbieden. Overigens moet men van
de omvang van dit individuele bouwen ook niet een al
te grote voorstelling hebben.
De heer Heidinga: Ik zit nu aanstonds 12 jaar in
de Raad en ben tot de conclusie gekomen, dat deze
Wethouder het nooit zal leren. Hij debiteert hier weer
hetzelfde, n.l., dat wij niet al te veel moeten verwach
ten van de particulirre bouwers, terwijl deze mensen
in deze 12 jaar nooit de gelegenheid gekregen hebben
om te bouwen. Dat men wel wat mag verwachten van
particuliere bouwers, tonen zij rondom de stad. De
Voorzitter heeft gisteravond gezegd, dat we een stads
gewest zouden moeten hebben, omdat Hardegarijp,
Stiens enz. zich zo ontwikkelen, nu daar zo wordt ge
bouwd. Maar dit is het paard achter de wagen span
nen. Dat is het gevolg van het beleid van deze Raad
en van dit College.
De heer Tiekstra (weth.)Er dreigt een groot mis
verstand. Ik heb gesproken over individuele particuliere
bouwers. Er is in Leeuwarden natuurlijk wel particulier
gebouwd misschien niet in grote omvang, maar de
heer Heidinga weet best, dat er een vrij groot project
voor particuliere bouw in ontwikkeling is. Maar dat
betreft niet de categorie, die in de onderhavige vragen
wordt bedoeld. In deze vragen gaat het om mensen,
die een terreintje zoeken, waarop zij voor zichzelf een
woning kunnen bouwen of laten bouwen. Ik moet toe
geven, dat wij voor deze laatste categorie mensen vaak
te weinig terreintjes beschikbaar hebben. Ik moet daar
echter meteen bij zeggen, dat deze groep naar verhou
ding niet groot is. In het algemeen is men aangewezen
ook in de door de heer Heidinga genoemde streken
-op bouw door particuliere ondernemers, van wie
men dan een woning koopt. Maar dat is heel iets an
ders. Wie nu in Leeuwarden een particuliere woning
wil kopen, gebouwd door een particuliere bouwonder
nemer, kan hier zeker terecht. Wie wil huren van een
institutionele belegger, kan ook in Leeuwarden terecht.
Ik weet echter niet, hoe lang op het ogenblik de wacht
lijsten daarbij zijn. Degenen, die straks willen kopen
in Aldlan-west, kunnen ook in Leeuwarden terecht. Dat
misverstand moet uit de weg worden geruimd. Er wordt
mij hier ten onrechte een verwijt gemaakt.
Mevr. Veder-Smit: Wij mogen toch wel in de ple
naire zitting in zijn algemeenheid nog eens discussiëren