8
P
lans brak voor ,,Tafeltje-dek-je", want wij staan er
net zo sympathiek tegenover als zij. Wanneer de men
sen van deze organisatie bij mij komen, zal ik ze zeer
vriendelijk ontvangen. Ze zijn al eens bij mij geweest
i.v.m. het transportprobleem en toen heb ik ook al
getracht ze te helpen. We hebben veel respect voor
deze dames, die tot nog toe zonder hulp van de Ge
meente deze vorm van hulpverlening hebben weten te
organiseren. Dat is zeker een felicitatie waard.
Voorts kan ik mevr. Visser antwoorden, dat het Cen
traal Orgaan sterk is vertegenwoordigd in de Com
missie Opbouwwerk. (Mevr. Visser-van den Hos: Ik
vroeg me af, waarom die visie nu nog niet wordt ont
wikkeld i.p.v. op een tijdstip, waarop de zaken reeds
vrij vaste vormen hebben aangenomen.) Zoals ik al
heb gezegd, hebben we reeds enkele malen vergaderd.
Er staat bij dit werk nog heel wat op stapel en de ge
leerden zijn het er nog niet helemaal over eens, welke
kant het nu eigenijk op moet. Zoals ik al heb gezegd,
zullen we deze kwestie stap voor stap volgen en ik
geloof, dat we dit gezamenlijk moeten bespreken in de
Commissie Opbouwwerk en ook in andere commissies,
die t.z.t. ongetwijfeld zullen ontstaan. We zullen echter
wel zeer voorzichtig moeten zijn met het instellen van
allerlei commissies op dit terrein om overlapping te
voorkomen. Dit is voor mij geen dooddoener, omdat ik
er niets van wil weten, maar het is mij nog niet alle
maal duidelijk.
We zullen nog eens onderzoeken of er nu werkelijk
zo'n behoefte bestaat aan een sociaal raadsman. De
Afd. Voorlichting geeft reeds voorlichting in het alge
meen en de heer Gooijenga geeft speciaal voorlichting
aan bejaarden. Als er een bejaarde komt, wil hij meest
al ook graag direct worden geholpen. Het kan wel
eens voorkomen, dat men niet precies weet, waar men
moet zijn, en met het oog daarop zouden we eens
moeten zien of we een centraal punt kunnen creëren.
(De heer Venema: Dat is nu juist mijn bedoeling. Een
dergelijke functionaris hoeft niet ergens in een apart
hokje te zitten, maar iedere burger moet weten, dat
hij bij hem terecht kan.) De moeilijkheid is echter, dat,
wanneer de Gemeente zo'n centraal punt instelt, alle
instanties mee willen doen. E.e.a. zal dus met die in
stanties moeten worden besproken. In ieder geval heeft
deze kwestie onze aandacht. Het bureau Voorlichting
van de heer Kuipers is ook nog lang niet genoeg be
kend. Iedereen kan zich tot hem wenden en de heer
Gooijenga zit er vlak naast. (De Voorzitter: We moe
ten hierbij ook met beide benen op de grond blijven
staan. De Afdeling Voorlichting zal nog wat worden
uitgebreid en wordt in toenemende mate door de bur
gerij bezocht. Misschien moeten we aan deze Afdeling
via de pers nog wat meer publiciteit geven. Boven
dien zijn onze bodes ook uitstekend op de hoogte en
weten ze heel goed, naar welke afdelingen ze de men
sen moeten verwijzen. Als de mensen over een bepaald
probleem komen praten, is het natuurlijk wel van be
lang, dat ze daarvoor niet in 5 of 6 verschillende ge
bouwen behoeven te zijn. Er moet een bepaalde per
soon zijn, die de mensen duidelijk kan voorlichten.
Daar streven we dus naar.)
Voor het nieuwe gemeentelijk tehuis voor bejaarden
is gekozen voor hoogbouw om meer ruimte te krijgen
in het gebouw (de kamers kunnen groter worden en
de gangen breder), maar voornamelijk ook voor het
uitzicht. Er komt nu een serre bij, waar de bejaarden
gezellig kunnen zitten uitkijken. Wanneer de maquette
hier komt, ziet U dat allemaal wel. (De Voorzitter: Dat
punt komt binnenkort in de Raad.)
De heer Schönfeld heeft gezegd, dat hij het liefst
zou zien, dat de bejaardenwoningen in de binnenstad
werden gebouwd. Zo denken de bejaarden er in het
algemeen ook over, want die willen graag in de bin
nenstad zitten. Het is echter de vraag of dat altijd
wel kan. Dat hangt o.a. af van de bestemmingsplannen.
Dat behoort echter niet tot mijn portefeuille. Ik meen
te hebben gelezen, dat de heer Rijpma het er nog niet
zo erg mee eens was, dat er bejaardenwoningen zou
den worden gebouwd aan de Willem Sprengerstraat.
Ik deel die mening niet. Ik denk ook niet, dat de heer
Rijpma dat op deze manier heeft bedoeld, doch dat hij
e.e.a. meer in groter verband heeft gezien. Inderdaad
bestaat er wel een dergelijk plan. Het realiseren van
dat plan kan echter betekenen, dat er i.v.m. het door
trekken van een weg een aantal bejaardenwoningen
moet worden geamoveerd. Zover zijn we echter nog
niet en laten we de mensen nu maar niet ongerust
maken. Invalidenwoningen zijn er in Leeuwarden nog
erg weinig en over het algemeen zijn die in de bouw
nog niet meegenomen. Dit punt heeft zeker onze aan
dacht en het College dringt er voortdurend op aan om
bij de bouwplannen, die er worden gemaakt, ook flats
of benedenwoningen in te richten voor invalide be
jaarden.
N.a.v. de vraag van de heer Kingma of we wel eens
zijn wezen kijken in .Avondrust" zou ik erop willen
wijzen, dat het toezicht op de bejaardenoorden niet bij
de Gemeente berust, maar bij de Provincie. Zr. Koldijk
is door de Provincie aangesteld om dit toezicht uit te
oefenen. Zr. Koldijk is indertijd ook in de Haniasteeg
geweest en dat tehuis is toen afgekeurd. Hoe het met
„Avondrust" staat, weet ik niet.
De heer Heidinga is verontrust en vraagt zich af of
het nu wel goed komt met de bouw van het bejaarden
tehuis aan de Borniastraat. Nu, ik hoop van wel, want
anders is er veel werk voor niets gedaan. Ik ben er
van uitgegaan, dat de bouw van dat tehuis geen en
kele moeilijkheid zal opleveren.
De Voorzitter: De heer Bouma heeft opgegeven, dat
hij in de plenaire zitting nog graag wil terugkomen op
punt 2. Nietwaar, mijnheer Bouma?
De heer Bouma: Ik heb in ieder geval punt 2 ge
claimd en daarnaast heb ik het voorbehoud gemaakt,
dat we ook op de andere punten mogen terugkomen.
De reden, die ik daarvoor aanvoerde, vond de Voor
zitter een zeer slechte reden. Ik wil dan nu gewoon
formeel op grond van de regels, bedoeld in Art. 51,
punt 4, laatste alinea, claimen om terug te mogen ko
men op de punten 2 t.e.m. 10. (De Voorzitter: We hoe
ven het nu ook niet zó scherp te stellen. We hebben
spelregels afgesproken en we doen een poging om een
bepaalde procedure te volgen. Ik zou U willen advi
seren, dat Uw fractievoorzitter werkelijk belangrijke
punten inbouwt in de algemene beschouwingen. Iedere
fractie heeft dat recht altijd. Ik zou het bijzonder op
prijs stellen, wanneer de heer Bouma deze kwestie in
die richting met zijn fractievoorzitter zou willen be
spreken.) Die oplossing vind ik erg prettig.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou graag in de ple
naire zitting nog een samenvattend betoog willen hou
den over de huisvesting en speciaal het opname-
beleid van de bejaarden, die op het ogenblik daar
dringend aan toe zijn. Daartoe kan ik dan nu eerst de
gegevens bestuderen, die ik hier heb gekregen, en die,
welke ik voornemens ben te verzamelen bij de woning
bouwverenigingen, die zich blijkbaar op het ogenblik
inzetten om dit urgente probleem aan te pakken. Dit
zal dus speciaal de punten 5, 8, 9 en 10 betreffen, dus
alle punten, die er aanleiding toe geven om samenvat
tend met elkaar nog even te spreken over de vraag of
we op het ogenblik nu werkelijk doen, wat we kunnen
doen m.b.t. de opname van bejaarden.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor het
houden van een koffiepauze.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Volgno. 560.
De heer Heetla weth.Op de hier gestelde vraag
zou ik willen antwoorden, dat we in de toekomst in
derdaad een grotere behoefte aan kinderbewaarplaat
sen verwachten. Het verdient aanbeveling er rekening
mee te houden, dat deze bewaarplaatsen niet alleen in
de wijken aanwezig zullen moeten zijn, maar dat ook
sommige bedrijven, die veel gehuwde vrouwen in dienst
hebben, zelf crèches voor de kinderen van hun werk
neemsters zullen moeten inrichten. In het kader van
het welzijns- en het opbouwwerk zal er aandacht aan
worden besteed of de bevolking aan deze crèches be
hoefte heeft en of zij daar zelf ook iets voor over heeft.
Bij het stichten van een nieuw wijkcentrum of iets
dergelijks wordt hiernaar in de regel door de Com
missie voor het Opbouwwerk of door de opbouwwerker
van de betreffende wijk wel gevraagd.
Volgno. 564.
De heer Heetla (weth.)Het antwoord op deze vraag
is nogal eenvoudig. Het gaat hier nl. om de kos
ten voor psychiatrische verpleging voor 1970. Dat die
kosten nu minder dan 10 pet. bedragen van de kosten
in 1968 komt, doordat verreweg de meeste psychiatri
sche patiënten nu vallen onder de A.W.B.Z. De ver-
pleegkosten worden dus niet meer door de Gemeente
betaald. Aan deze patiënten wordt nu, zo nodig, alleen
nog bijstand verleend in de vorm van zakgeld, kleed
geld en bijkomende kosten.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou gaarne willen ver
nemen of het niet mogelijk is om binnen afzienbare
tijd te komen tot het stichten van een dorpshuis te
Wirdum. Mocht dit vooralsnog niet mogelijk zijn, dan
zou ik de vraag willen stellen of niet op een andere
manier aan de wensen van de inwoners van Wirdum
en niet alleen van Wirdum, maar van alle dorpen
om Leeuwarden heen tegemoet kan worden geko
men, zodat ze op geschiktere tijdstippen van en naar
Leeuwarden kunnen reizen en meer gebruik kunnen
maken van alle culturele voorzieningen, die onze stad
heeft te bieden. De busverbindingen zijn niet best, zodat
de mensen, nadat ze 's avonds een bezoek aan schouw
burg of bioscoop hebben gebracht, nauwelijks nog naar
huis terug kunnen. Om in dit opzicht de mensen te
gemoet te komen is toch ook wel een maatschappelijke
zorg, waarvoor ik van ganser harte zou willen pleiten.
Voorts is het mij niet helemaal duidelijk, hoe het toch
komt, dat men in het Bilgaard niet is kunnen komen
tot het stichten van een wijkcentrum, waar ook kan
worden gekerkt. De verschillende kerkelijke gemeenten
hadden dan niet zelf kerkgebouwen hoeven te stichten.
De heer Schönfeld: M.b.t. het dorpshuis in Wirdum
zou ik me gaarne willen aansluiten bij het door mevr.
Visser gestelde. Ik dacht echter, dat over de busverbin
dingen in Afd. IV reeds was gesproken. (De Voorzitter:
Inderdaad. Die kwestie zou ik dan ook graag als af
gehandeld beschouwen, mevr. Visser.)
Mevr. Veder-Smit: In aansluiting op het door mevr.
Visser gevraagde zou ik willen vragen of het wijk
centrum in Bilgaard, dat door de kerken was gepland,
nu definitief van de baan is, dan wel of er een moge
lijkheid is om daar naar analogie van wat in 't Nijlan
gebeurt iets tot stand te brengen.
De heer Heetla (weth.): M.b.t. het dorpshuis in
Wirdum zou ik willen opmerken, dat de voor dat doel
geschikt geachte boerderij nog moet worden aange
kocht. Daar is het wachten op. Deze zaak heeft zeker
wel de aandacht van het College. (De Voorzitter: Als
het lukt om die boerderij te kopen, zouden we vrij snel
tot een oplossing kunnen komen. Over die aankoop
worden op het ogenblik onderhandelingen gevoerd en
we hopen binnenkort met een daartoe strekkend voor
stel in de Raad te kunnen komen.)
De kwestie van het wijkcentrum in het Bilgaard ligt
zeer moeilijk. Er bestaan verschillende subsidieregelin
gen voor dergelijke gebouwen. De moeilijkheden be
ginnen, wanneer niet vast omschreven staat, wat er
in die gebouwen zal gaan gebeuren. Als in een derge
lijk gebouw wordt gekerkt en wijkwerk wordt ver
richt, dan vallen die activiteiten onder 2 subsidierege
lingen. Die twee subsidieregelingen had men ineen
willen passen en dat is niet gelukt. De schuld van het
feit, dat de subsidiëring geen doorgang heeft gevonden,
ligt niet bij het Gemeentebestuur, maar in Den Haag.
(Mevr. Visser-van den Bos: Moet ik dan aannemen,
dat nog nergens in het land een combinatie van die
2 subsidieregelingen tot stand is gekomen?) De heer
Swart van het G.M. heeft me ongeveer 14 dagen ge
leden gezegd, dat hij meende, dat zoiets tot stand was
gekomen in Groningen. Hij zou daarover nog inlich
tingen inwinnen. Ik wil nog eens nadrukkelijk stellen,
dat het plan, zoals men dat in het Bilgaard had, abso
luut niet is gestrand op gebrek aan medewerking van de
kant van de Gemeente. (De Voorzitter: Zeker niet.
Ik heb ook in een wijkblaadje gelezen, dat het mis
lukken van dit plan het gevolg zou zijn van gebrek
aan medewerking van de kant van het Gemeentebe-
stuur. Ik vind het jammer, dat men een dergelijk be
richt plaatst, want daar is geen sprake van. Er is
overleg gepleegd met de Gemeente en op zichzelf wa
ren we in alle opzichten bereid om mee te werken.)
Inderdaad is het mogelijk om in het Bilgaard iets
tot stand te brengen naar analogie van 't Nijlan. Ik
geloof ook, dat het Opbouwwerk een aanvrage daartoe
in behandeling heeft. (De Voorzitter: Inderdaad. Men
is daar bezig. Er is net iets over binnen gekomen.) Men
meende, dat men voor alle activiteiten, die in het wijk
centrum in Bilgaard zouden worden ontwikkeld, af
zonderlijke subsidies zou kunnen ontvangen. Dat bleek
echter niet mogelijk. (Mevr. Veder-Smit: Als er 2
subsidieregelingen zijn, dan kan ik me nauwelijks voor
stellen, dat je niet onder een van die 2 zou vallen.)
De Voorzitter: Ja, maar dat was niet het probleem.
Men kon wel krachtens een van beide regelingen sub
sidie ontvangen voor één object, maar het subsidie was
dan zo laag, dat het gehele project niet kon worden
gerealiseerd. We zijn echter attent op deze kwestie en
U kunt er verzekerd van zijn, dat we de nodige mede
werking zullen verlenen, wanneer zich in de toekomst
de mogelijkheid voordoet om dit wijkcentrum alsnog te
realiseren.
De heer Heetla (weth.)Het is misschien nog in
teressant om te weten, dat er in 't Aldlan al een com
missie in het leven is geroepen, waarin mensen zitting
hebben van allerlei gezindten (R.K., Gereformeerd, Hu
manistisch Verbond enz.). Die groep is al bij
me geweest om te praten over de plannen om in
't Aldlan tot een wijkcentrum te komen. Ik heb
hen verwezen naar het Centraal Orgaan, waarmee
ze reeds contact hadden gehad, evenals met de
G.S.D. Deze commissie is nu al bezig te inven
tariseren, wat daar komt. Zoals ik ook aan
deze commissie heb gezegd, geloof ik, dat men in
dergelijke objecten klein moet beginnen en moet trach
ten om b.v. met de daar bouwende aannemer tot za
ken te komen, zodat de bouwkeet daar blijft staan. Dan
heeft men een begin en kan men later zien, hoe men
verder moet.
Hoofdstuk X.
Algemeen.
De heer Heetla (weth.)Er zijn bij het College een
aantal verzoeken binnen gekomen om te bevorderen,
dat toestemming wordt verleend tot het houden van
een wekelijkse koopavond op vrijdag. Naar aan
leiding hiervan is van de K.v.K. een positief bericht
binnengekomen, zulks in tegenstelling tot een schrijven
van de centrumwinkeliers en een mededeling van de
vakorganisaties van de werknemers in deze onderne
mingen. Er zal thans nog overleg moeten plaats vin
den, voordat het College zijn standpunt nader kan be
palen.
De hear Klomp: Ik soe graech witte wolle, fan hwa
dy forsiken binnenkommen binne. En hat it Kolleezje
advys frege oan de Keamer fan Keaphannel
De heer Weide: Mijnheer de Voorzitter, wanneer ik
Uw nieuwjaarsrede goed heb beluisterd, heeft U daar
in aangekondigd, dat U alle partijen zou horen, al
vorens tot een definitief voorstel aan de Raad te ko
men. Wordt bij deze partijen ook de Commissie van
de Centrumwinkeliers in dit advies betrokken?
De heer Heetla (weth.): N.a.v. de vraag van de
heer Klomp kan ik U mededelen, dat advies is ge
vraagd aan de K.v.K. De verzoeken zijn binnen ge
komen van een 7- of 8-tal winkeliers van het winkel
centrum 't Nijlan. (De hear Klomp: Binne der net for
siken fan mear organisaesjes binnen kommen? It is
wol fan bilang dit efkes to witten foar in oardiels-
foarming.) (De Voorzitter: Zoals we behoren te doen
bij deze zaken, vragen we advies aan de K.v.K. Dat
advies is binnengekomen en is in de kranten gepubli
ceerd. Dit is niet op ons verzoek gedaan, doch de
K.v.K. heeft dit zelf gepubliceerd. Daartoe is de Ka
mer natuurlijk bevoegd, want die vergadert in het