2
3
het mogelijk is nu reeds te zeggen, in welke geest het
College dit adres denkt te behandelen.
De Voorzitter: U wilde dezelfde vraag stellen, mevr.
Visser? Dat had ik al gedacht. (Gelach)
De heer De Jong (weth.)Inderdaad behoort de op
lossing van deze kwestie tot de competentie van B.
en W. We hebben inmiddels een brief ontvangen van
de heer Hamersma, een van de twee adressanten,
waarin deze schrijft, dat hij zijn adres intrekt. Verder
is er een schrijven binnengekomen van de heer Zon
dervan, die schuin tegenover deze kraam woont. Hij
schrijft, dat hij geen hinder van deze kraam heeft en
dat de eigenaar ervan, de heer Bergsma, altijd bijzon
der veel zorg draagt voor de netheid van de omgeving
van deze kraam. Hij is dan ook van mening, dat deze
kraam daar best kan blijven staan. Verder is er een
adres binnengekomen van de heer Jonker, wonende op
de Wielenpölle, waarin hij een dringend beroep op B.
en W. doet die kraam daar niet te laten verwijderen,
omdat deze kraam voor de Wielenpölle een bijzon
der nuttige functie vervult. Deze zaak is ook in de
verkeerscommissie besproken en deze commissie is van
mening, dat het instellen van een parkeerverbod voor
beide zijden van de Tijnjedijk helemaal niet nodig is
en ook nadelige consequenties zou hebben voor Fabers
Haardenfabriek. Het instellen van een dergelijk verbod
wordt dan ook sterk ontraden. Daarbij komt nog, dat
het hier eigenlijk om een aflopende zaak gaat. De
Raad heeft reeds een krediet verleend voor de recon
structie van deze hoek, welk krediet op grond van fi
nancieringsmoeilijkheden nog niet is goedgekeurd door
G.S. Zodra deze goedkeuring afkomt, wordt deze hele
zaak herzien. In verband daarmee zijn we dan ook
met de heer Bergsma geen langdurig contract aange
gaan. Hij staat daar ter bede, n.l. van maand tot
maand. We zijn dan ook voornemens, dit contract op
dezelfde wijze te handhaven, totdat deze reconstructie
kan worden verwezenlijkt.
De Voorzitter: Dus, mijnheer Reehoorn, U weet, in
welke geest het College dc adressanten denkt te ant
woorden. (De heer Heidinga: Ik zou er nog wel graag
iets over willen zeggen.) Natuurlijk wil ik hierover de
discussie wel voortzetten. Wethouder De Jong heeft
echter uitvoerig uiteengezet, hoe de situatie ligt en U
weet dus ook, in welke geest het College deze zaak zal
afhandelen. Uit deze uiteenzetting blijkt ook wel, dat
er geen moeilijkheden zijn. Ik vraag me dan ook af,
welke discussie we nu nog over deze zaak zouden moe
ten ontketenen. Daarom heb ik het met het verzoek
van de heer Heidinga ook wat moeilijk.
De heer Heidinga: Ik geloof, mijnheer de Voorzit
ter, dat U al langer praat dan ik misschien zou heb-
wat er komt.) Een raadslid heeft het recht om in
ben gedaan. (De Voorzitter: Ja, maar je weet nooit,
tweede instantie te spreken. Dat is duidelijk vastgelegd
in het Reglement van Orde. (De Voorzitter: Ja, maar
daarin is ook vastgelegd, waarover.) Krijg ik het woord
van U of niet? (De Voorzitter: Ja, U mag natuurlijk
wel even wat zeggen. Maar ik zou niet kwaad worden.
Dat is nooit verstandig.) De Wethouder heeft mede
gedeeld, dat een van de adressanten zich heeft terug
getrokken. Men heeft deze adressant echter ermee ge
dreigd, dat er bij hem een steen door de ruiten zou
worden gegooid. Dat werpt een heel ander licht op
deze zaak. Ik persoonlijk ben van mening, dat het niet
nodig was geweest de omwonenden deze overlast
aan te doen, omdat er ruimte genoeg is. Ik zou het
dan ook op prijs stellen, dat men deze zaak met wat
meer zorgvuldigheid tegenover de burger bekeek. Wan
neer we dat niet met elkaar kunnen opbrengen, zijn
we niet op de goede weg.
De heer Schönfeld: Op grond van de Hinderwet is
het gebruikelijk, wanneer op een bepaalde plaats een
patatkraam of iets dergelijks zal worden geplaatst, de
omwonenden daarvan op de hoogte te stellen. Ik zou
graag van de Wethouder willen vernemen of dat in
dit geval ook is gebeurd.
De heer De Jong (weth.): Ik heb er weinig behoef
te aan hierop nog nader in te gaan. Van wat de heer
Heidinga hier te berde brengt is ons niets bekend. Ik
weet alleen, dat we een brief gekregen hebben, waar
in staat, dat het eerder ingezonden schrijven wordt
ingetrokken. Bovendien speelt deze kwestie niet pas
sinds de laatste 14 dagen, maar reeds jaren. Gelet op
het feit, dat het hier een zaak betreft, die misschien in
de loop van dit jaar afloopt en aangezien we het idee
hebben, dat juist deze kraam een bijzonder nuttige
functie vervult voor een belangrijk deel van de stad,
dat toch al verstoken is van winkels e.d., geloof ik,
dat we de daar wonende bevolking zeker niet van
dienst zouden zijn, indien we gevolg zouden geven aan
dit adres.
De Voorzitter: Ik stel er prijs op namens het Col
lege te verklaren, dat we in deze zaal niet de indruk
willen laten bestaan, dat het College aan dit soort
zaken niet voldoende aandacht zou besteden. Ik zou
de heer Heidinga willen zeggen, dat we bij voortdu
ring ons uiterste best doen om m.n. aan dit soort pro
blemen, waarvan we weten, hoe kwetsbaar ze soms
liggen, alle aandacht te schenken.
Besloten wordt dit adres ter afdoening in handen te
stellen van B. en W.
Punt 2 (bijlage no. 35).
De heer Heidinga: Ik zou graag een opmerking
willen maken n.a.v. aankoop no. 11, pand Groninger
straatweg 251. Dit pand is eigendom van een weduwe.
De Gemeente heeft deze weduwe twee jaar lang aan
het lijntje gehouden met een te laag bod. Op de pu
blieke markt kon de eigenaresse n.l. f 40.700,voor
dit pand krijgen, terwijl de Gemeente niet meer wilde
bieden dan f 38.000,Wanneer belangstellende kopers
bij de Gemeente gingen informeren, welke plannen er
bestonden m.b.t. de omgeving van het onderhavige
pand, kregen zij te horen, dat de Gemeente dit pand
moest hebben en dat het moest worden afgebroken.
De eigenaresse heeft echter voet bij stuk gehouden,
net zolang totdat de Gemeente bereid was f 40.700,
te betalen. Ik ben van mening, dat dergelijke praktij
ken ver beneden de standing van de Gemeente zijn.
De heer Tïekstra (weth.): Dit pand is gelegen in
het gebied, waarvoor het bestemmingsplan „Lekkumer-
end" is vastgesteld. In dat plan was een amovering
voorzien i.v.m. de verkeerssituatie ter plaatse. Betrok
kenen hebben destijds een Kroonprocedure aangespan
nen, waarop begin 1969 door de Kroon een beslissing
is genomen. Toen stond dus vast, dat dit pand moest
verdwijnen. Op dat ogenblik zijn de onderhandelingen
over de verwerving van deze panden opnieuw begon
nen, wat tot dit resultaat heeft geleid.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 3 (bijlage no. 46).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 4 (bijlage no. 49).
De heer Wiersma: Graag zou ik willen weten, waar
voor we deze grond kopen.
De heer Tiekstra (weth.)Deze grond werd ons nu
aangeboden en in het kader van de in voorbereiding
zijnde bestemmingsregeling Snakkerburen-Lekkum is
het wel wenselijk, dat we deze grond in eigendom
krijgen.
De heer Wiersma: Misschien kan de Wethouder
dan ook nog even zeggen, binnen welk tijdsbestek daar
naar zijn mening iets zal worden gerealiseerd.
De heer Tiekstra (weth.): Ik onthoud mij van voor
spellingen in die richting.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 5, 6, 7 en 8 (bijlagen nos. 41, 54, 36 en 55).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 9 (bijlage no. 48).
De heer Wiersma: Op de ter inzage gelegde teke
ning heb ik gezien, op welk stuk grond gelegenheid zal
woiden geboden een drietal kernbungalows te plaat
sen. Uit de raadsbrief heb ik begrepen, dat het ook
mogelijk zou zijn geweest daar etagewoningen in 3
bouwlagen te bouwen. Gaarne zou ik vernemen, waar
om men tot het besluit is gekomen daar nu drie kern
bungalows neer te zetten i.p.v. die etagewoningen.
De heer Heidinga: Ik had hetzelfde willen vragen
als de heer Wiersma.
De hear Miedema: Stel, dat wy genóch bungalow
terreinen hiene; hie it Kolleezje dan ek mei dit ütstel
kommen? Dat woe ik graech witte.
De heer Tiekstra (weth.): Dat voor de bebouwing
van dit terrein thans dit voorstel wordt gedaan, vloeit
voort uit de omstandigheid, dat er tot op heden geen
belangstelling is geweest voor de bouw van het flatje
op delze plaats. Tussentijds is er ook nog sprake
van geweest daar een kerk te bouwen, maar ook dat
plan is niet doorgegaan. Daardoor bleef het terreintje
voor het thans voorgestelde doel beschikbaar, voor
welk doel het zich o.i. heel goed leent.
Ofsjoen fan de fraech, oft wy genóch bungalowter
reinen hawwe dat wit men nea en fan de fraech,
oft dit nou krekt bungalows binne (dêroer kin men for-
skillend tinke), is it altyd oantreklik, dat dizze groun
biskikber is foar in goede situearring fan trije bunga
lows fan dit soart; finansieel makket it foar de Ge
meente gjin sprüt forskil.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik vind het buitenge
woon jammer dit terrein, waarop woningen kunnen
worden gebouwd voor een grote groep mensen, beschik
baar te stellen voor de bouw van drie bungalows. Het
feit, dat tot nog toe niemand heeft verzocht daar etage
woningen te mogen bouwen, houdt nog niet in, dat er
zich niet alsnog een gegadigde zal aanmelden. Wan
neer we dit terrein beschikbaar stellen voor de bouw
van drie bungalows, zullen we, wanneer een particu
liere bouwer mocht verzoeken om grond voor de bouw
van etagewoningen, waarschijnlijk moeten zeggen, dat
we daarvoor geen grond hebben. Ik zal dan ook beslist
tegen dit voorstel stemmen.
De heer Tiekstra (weth.)Uit de hele historie blijkt
wel, dat er geen belangstelling voor de bouw van
etagewoningen op dit terrein bestaat. (Mevr. Visser
van den Bos: Nog niet!) We zijn nu in staat om aan
dit terreintje deze bestemming te geven en ik dacht,
dat de Raad zich daarmee ook wel kon verenigen. Het
maakt financieel niets uit. De redenering van mevr.
Visser is mij dan ook niet duidelijk.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W. met de aantekening, dat mevr. Visser
van den Bos geacht wil worden te hebben tegen ge
stemd.
Punten 10, 11, 12 en 13 (bijlagen nos. 31, 47, 25 en 34).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 14 (bijlage no. 30).
De heer Kingma: De beoefenaren van de watersport
doen er al jaren heel verstandig aan een heel eind van
de westelijke oever van de Greuns vandaan te blijven,
omdat zij anders groot risico lopen, dat hun jachtje of
bootje lek stoot. Daarom zou ik graag vernemen, wan
neer men met het aanbrengen van deze beschoeiing
kan beginnen. Ik vind dit zeer dringend.
De heer Tiekstra (weth.)Met dit werk wordt be
gonnen, zodra de nodige financieringsmiddelen be
schikbaar zijn gesteld en G.S. hun goedkeuring aan het
uit dit voorstel voortvloeiende raadsbesluit hebben ge
hecht. Het moment, waarop dit zal gebeuren, is on
voorspelbaar.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 15, 16, 17, 18 en 19 (bijlagen nos. 43, 29, 42
39 en 59).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 56).
De heer Visser: Gaarne zou ik vernemen of in de
kostenspecificatie, die als bijlage bij dit voorstel is ge
voegd, rekening is gehouden met de wijziging van de
verordening op de heffing van de straat- en riool
belasting.
Uit dit voorstel heb ik begrepen, dat het College de
afrekening over het 5-jarige tijdvak 19631967 eigen
lijk wil verdisconteren in het kostenbedrag, beschik
baar te stellen aan de Prot. Chr. school voor schippers
kinderen. Ik ben van mening, dat dit i.v.m. de herzie
ning van de Lager-onderwijswet, die in 1964 heeft plaats
gevonden, pertinent onjuist is en ik zou graag van het
College vernemen, op welk artikel deze procedure
steunt.
De heer Ten Brug (weth.)Het bedrag per leerling
en de verrekening zijn gebaseerd op de bedragen, die
in de begroting 1970 voor het openbaar onderwijs zijn
uitgetrokken. Ik geloof, dat de kosten van de rioolbe
lasting daarin nog niet zijn verdisconteerd. Het gaat
hier om een voorschot en de afrekening komt dus later
nog. We kunnen bij de vaststelling van dit bedrag niet
uitgaan van andere bedragen, dan die, welke in de
begroting voor 1970 zijn opgenomen.
De Prot.-Chr. school voor schipperskinderen heeft
nog achterstallige bedragen van de Gemeente te goed
over het 5-jarige tijdvak van 1963 t.e.m. 1967 als ge
volg van de in die periode t.b.v. de gemeentelijke
school voor schipperskinderen gedane hogere uitgaven.
Na deze verrekening, welke binnen enkele maanden zal
plaats vinden, kunnen we beter beoordelen, in hoeverre
de door de Prot.-Chr. school voor schipperskinderen
ingediende begroting voor 1970 aanvaardbaar is. Aan
gezien de anders geldende maatstaf van de kosten van
de openbare school voor schipperskinderen in dit geval
niet kan worden toegepast, willen we afwachten, hoe
de cijfers van m.n. de rekening over 1967 uitvallen om
aan de hand daarvan de begroting voor 1970 van dit
schoolbestuur te kunnen beoordelen. We hebben daar
voor op het ogenblik geen enkele maatstaf.
De heer Visser: Ik ben van mening, dat de riool
belasting in dit kostenbedrag moet worden verwerkt.
Deze kosten zijn exact bekend, aangezien de desbetref
fende verordening met terugwerkende kracht op 1
januari 1969 in werking is getreden. Het feit, dat de
afrekening nu eerst komt bij de verrekening over het
5-jarige tijdvak, betekent voor de schoolvereniging,
waarbij ik ben betrokken, een rentelast van f 125,
Uit de formulering van dit voorstel blijkt m.i. dui
delijk, dat het de bedoeling is het kostenbedrag afhan
kelijk te stellen van de begrotingscijfers en van de af
rekening met dit schoolbestuur over het hier bedoelde
5-jarige tijdvak. Ik vind dat onjuist en heb daarom ge
vraagd mij het wetsartikel te noemen, waarop dit
steunt. Ik vind dit ook onjuist vanwege het feit, dat
er geen rekening is gehouden met de kostenstijging
van 1969 op 1970, die ik toch in elk geval op 5% zou
willen stellen. Daarom zou ik het volgende amende
ment op dit voorstel willen indienen:
„De Raad van de gemeente Leeuwarden, in verga
dering bijeen op 16 februari 1970, besluit het bedrag
van f 206,als bedoeld in voorstel no. 1834 a onder
II, bijlage no. 56, te bepalen op f216,
Dit voorstel is mede-ondertekend door de heer
Klomp.
De heer Ten Brug (weth.)Ik heb alleen gezegd,
dat we geen andere maatstaf hebben dan de cijfers,
die in de ontwerp-begroting 1970 zijn opgenomen. Dat
zijn de bedragen, die we krachtens de Lager-onderwijs
wet vergoeden aan de bijzondere scholen. Of die ver
hoogde straatbelasting daar in zit, weet ik op dit mo
ment niet. Mocht dat niet het geval zijn, dan komt er