6
7
se akseptearje moatte. Wol fyn ik it spitich en bi.
sünder spitich dat it sa rint. En no,u komt de
fraech: „Hwat dogge wy?" It Kolieezje seit: „Wy
hawwe forplichtingen oan Intervam." En nou haw ik
de folgjende gedachte: „Wy noegje fiif oannimmers üt,
hweründer Intervam." En as de leechste ynskriuwer it
wurk krijt, dan is de forplichting ek yn sekere sin
honorearre. Ik wit lykwols net, hoe posityf dy tasiz-
zingen west hawwe, mar persoanlik soe ik, as de saek
op de troch my suggerearre wize oplost wurdt, mei-
gean kinne. Mar it is dus mooglik, dat ik troch it
antwurd fan it Kolieezje aensen siz: „Hoe spitich wy
it ek fine en hoe mis wy de bislissing achtsje, wy sille
it troch it Kolieezje fierde oerliz honorearje moatte."
Mevr. Visser-van den Bos: Natuurlijk ben ook ik
bijzonder blij met dit voorstel.
Wat de indeling van de wooneenheden betreft, zou
ik willen opmerken, dat de wijze, waarop de keuken
en het toilet zijn geprojecteerd, mij minder juist voor
komt, aangezien de bewoners daardoor een hele om
wandeling moeten maken. De heer Spoelstra heeft
vanmiddag in de leeszaal al de suggestie gedaan om
het helemaal opzij geprojecteerde gangetje aan te bren
gen tussen de keuken en het toilet en om dan een deur
aan te brengen naar de kamer. M.b.t. de geprojecteer
de flexibele wand zou ik wel eens willen weten of er
bejaardentehuizen zijn, waar dit op deze wijze in de
praktijk wordt gebracht en of daar door de bejaarden
werkelijk met plezier gebruik van deze wand wordt
gemaakt. Wanneer men deze wand helemaal dicht
schuift, heeft deze kleine ruimte geen raam meer en
krijgt men een alkoofidee. Ik geloof, dat die wand daar
helemaal niet gewenst is, maar natuurlijk wil ik hier
over graag de mening van de deskundigen horen. Wan
neer men ook die kastwand daar weg zou halen en
die kasten dus niet midden in de kamer zou plaatsen,
kreeg men een mooie grote ruimte. Veel bejaarden
hebben thuis kasten, waarvan zij node afstand doen
en die zij graag willen meenemen, wanneer zij naar
een bejaardencentrum gaan. Dat zou mogelijk worden,
wanneer men deze kastenwand daar weghaalde. Vindt
men toch (dat kan de ervaring hebben geleerd 1, dat
er kasten moeten zijn, dan zou men die kasten waar
schijnlijk beter kunnen plaatsen tegen de muur aan de
kant van de deur naar het balkon. Ik hoop ook, dat
men de wastafel in de woonruimte kan laten vervallen.
Wanneer er een deur komt naar de toiletruimte, kan
de wastafel in die ruimte worden aangebracht en kan
men daarvan op een veel gemakkelijker manier ge
bruik maken. Of een douche geschikt is voor bejaar
den, weet ik niet. Ook hierover zullen de beheerders
van moderne bejaardentehuizen veel meer kunnen zeg
gen dan ik, maar ik stel me voor, dat in een toilet
ruimte voor bejaarden een bidet een bijzonder dank
baar voorwerp zou zijn.
Het verheugt me bijzonder, dat er thans enig leven
in de brouwerij komt wat betreft het beschikbaarstel
len van een voorbereidingskrediet voor de bouw van
een Gemeentelijk Verzorgingstehuis nabij de Bornia-
straat. Hoe eerder tot realisering wordt overgegaan,
hoe beter.
Met genoegen las ik de raadsbrief, totdat ik op blz.
2, uitgerekend op de elfde regel van boven (hoe be
staat het!) met verbazing vernam, dat de Gemeente
enkele jaren geleden aan Intervam de toezegging heeft
gedaan, dat zij de in Bilgaard, in de Duif en in de
Fennen geprojecteerde flats zou bouwen, en dat het in
verband met de voortgang van de woningbouw en met
het oog op de contingentsvoordelen gewenst was deze
woningen te laten bouwen door de N.V. Noordelijke
Bouwelementenindustrie te Kootstertille. Volgens de
raadsbrief is, in overeenstemming met het advies van
de Commissie Openbare Werken, vorig jaar aan In
tervam geschreven een compensatie te zoeken, waar
bij de Gemeente zich bereid verklaarde te bevorderen
dat de bouw van het verzorgingstehuis onderhands
aan Intervam zou worden opgedragen, waarbij werd
gesteld dat voor een onderhandse aanbesteding een be
slissing nodig is van de Gemeenteraad. Het laatste
vind ik een logische zaak, doch het feit dat aan Inter
vam is beloofd om de bouw van het verzorgingstehuis
aan hen op te dragen, had m.i. destijds al niet zonder
toestemming van de Raad mogen worden gedaan. In
ieder geval kunnen we ook nu nog besluiten, waarbij
gedane beloften buiten de Raad om dan maar voor
eigen rekening genomen moeten worden.
We horen wel eens de kreet, dat alles wat van verre
komt beter is. Ik heb de indruk, dat gevallen als deze
hierop wel eens van toepassing zouden kunnen zijn,
althans gedeeltelijk. Voor het overige heb ik de indruk,
dat er meer onderlinge afspraken met de N.V. Inter
vam lopen, die via dochterondernemingen, zoals Kooi
en Wildeboer, ook weer werken kan laten uitvoeren,
waardoor althans voor de buitenwereld wordt verdoe
zeld dat er steeds eenzelfde ondernemer aan het werk
is. Bovendien kan de Gemeente met het maken van
afspraken verplichtingen geschapen hebben, verplich
tingen waar de Raad misschien niets voor voelt, al
thans ik niet! Waarom zijn en worden er nooit eens
Leeuwarder aannemers ingeschakeld? Destijds is de
bouw van een contingent woningen aan de Leeuwarder
aannemers toegezegd, waarbij de Gemeente achteraf de
voorkeur gaf aan de N.V. Knoop en Giezen te Gronin
gen, omdat deze reeds enige projecten ter plaatse had
gebouwd en daardoor haar werkzaamheden kon con
tinueren. Met de Leeuwarder aannemers zijn echter
toen nimmer afspraken gemaakt. Mensen uit onze
eigen burgerij, die het net zo goed kunnen als een an
der, laten we in de kou staan!
Met recht vraagt de Nederlandse Aannemers- en
Patroonsbond voor de Bouwbedrijven zich dan ook af,
waarom Intervam boven de Leeuwarder aannemers
een prioriteit geniet. Ik zal hierover graag straks iets
meer vernemen. Bovendien vraag ik me af, of het wel
verstandig is om steeds werken onderhands aan te be
steden. Iedere mogelijkheid voor een bedrijf dat een
werk goedkoper wil en kan uitvoeren, wordt hiermee
volledig uitgesloten.
Ik kan dan ook in zoverre met dit voorstel meegaan,
dat ik akkoord ga met de plaats, die m.i. zeer juist
gekozen is, maar ik kan me beslist niet verenigen met
het feit dat de bouw onderhands wordt aanbesteed aan
de N.V. Intervam, op grond van een gedane toezegging.
M.i. valt deze toezegging volledig buiten de verant
woordelijkheid van de Raad. Het wordt hoog tijd, dat
de Leeuwarder aannemers ook eens kansen worden ge
boden.
De hear BooingaardtIs it ünderhanske oanbisteeg-
jen inkeld in kwestje fan Intervam, of soe it Kolieezje
fiele foar in ünderhanske oanbisteging oan hwa dan ek
mar, dy't fan to foaren oanwiisd is? Ik haw dizze fra-
gen: Lient dit projekt him goed foar iepenbiere oan
bisteging? Lient it him better foar in oanbisteging op
ütnoeging? Of is dit projekt as sadanich yn 'e eagen
fan B. en W. oantreklik om ien dêr apart foar üt to
noegjen
De heer Kingma: Het verheugt ons, dat er op
korte termijn kan worden begonnen met de bouw van
een nieuw bejaardentehuis. We achten de daarvoor ge
kozen plaats wel gunstig. Ook ons heeft het enigszins
verbaasd, dat er zo weinig tweepersoons-kamers zijn
geprojecteerd. Graag zou ik vernemen of dit is gebeurd
op grond van in de praktijk opgedane ervaringen
Verder zou ik graag horen, wanneer er ongeveer met
de bouw van dit bejaardentehuis zal kunnen worden
begonnen.
Aan die brief van de aannemers til ik echt niet
zo zwaar. Ik zou ook liever zien, dat dit bouwwerk aan
enkele aannemers op uitnodiging werd aanbesteed,
maar het maakt mij niets uit of dat nu Friese dan
wel Hollandse aannemers zijn. Bovendien, wat zijn te
genwoordig Hollandse aannemersbedrijven en wat
Friese? Zo af en toe gaat er eens een Fries bedrijf
over in handen van de Amsterdamse Ballastmaatschap-
pij of een andere grote onderneming. Het gaat mij er
om, hoe onze Leeuwarder werknemers het best aan
hun trekken komen. De bouw van dit bejaardentehuis
lijkt mij echt geen werk voor een paar kleine aanne-
mertjes hier ter plaatse.
De heer Ten Brug (weth.): De wordingsgeschiede
nis van dit verzorgingstehuis tot op dit moment is vrij
lang. Enerzijds kan men dit betreuren, maar anderzijds
heeft dit ook zijn voordelen gehad. Aanvankelijk werd
er gedacht aan een normaal bejaardentehuis. De ont
wikkeling op het terrein van de bejaardenzorg gedu
rende de laatste jaren heeft echter wel aangetoond,
dat er m.n. grote behoefte bestaat aan een tehuis voor
bejaarden, die maximale verzorging behoeven. Het Col
lege stelt de Raad thans eigenlijk voor om over
de bouw van een dergelijk verzorgingstehuis een be
slissing te nemen.
Ik ben het met de heer De Vries eens, dat men i.v.m.
dit verzorgingstehuis in het vervolg niet meer moet
spreken van „de nieuwe Haniasteeg". Deze naam is
een paar maal in de krant gebruikt, maar ik neem aan,
dat dit alleen is gebeurd om de lezers goed duidelijk
te maken, dat het hier gaat om een verzorgingstehuis
ter vervanging van het verzorgingstehuis in de Hania
steeg.
De heer De Vries is er terecht van uitgegaan, dat
dit schetsplan nog op vele punten zal moeten worden
bijgeschaafd en dat dit plan ook nog wel met derden-
deskundigen zal moeten worden bekeken. Ik denk hier
bij aan de provinciale instanties en ook aan de provin
ciale vertegenwoordigers van rijksinstanties. Het is
ook de bedoeling, dat de verdere uitwerking van dit
plan geschiedt met medewerking van de commissie, die
ook de bouw van het ziekenhuis en het verpleegtehuis
begeleidt.
De afmetingen van het hier beschikbare terrein zijn
inderdaad mede bepalend geweest voor het feit, dat dit
gebouw in hoogbouw is geprojecteerd. Er zijn ook an
dere ontwerpen geweest, maar uiteindelijk zijn we tot
de conclusie gekomen, dat dit verzorgingstehuis hier
alleen in hoogbouw kan worden opgetrokken. Toen de
keuze op hoogbouw was gevallen, is de hoogte aange
houden van het zusterhuis van het complex ziekenhuis
verpleeghuis. Men kwam daarbij tot een aantal van
165 bedden. Er is dus niet vanuit gegaan, dat er een
tehuis voor 165 bedden moest komen en dat er dus in
een bepaald aantal lagen moest worden gebouwd.
Bij het projecteren van de aantallen tweepersoons
kamers en eenpersoonskamers is men uitgegaan van de
verhouding, die tot nu toe bij de bouw van bejaarden
tehuizen wordt aangehouden. Ook in de commissie, die
de bouw van het ziekenhuis en het verpleeghuis be
geleidt, heeft men zich reeds afgevraagd of er niet te
weinig tweepersoonskamers zijn geprojecteerd. Dit is
mede aanleiding geweest om de architect op te dra
gen in dit plan de flexibiliteit aan te brengen, waar
over in de stukken wordt gesproken. U hebt ook in
het grondplan gezien, dat de tweepersoonskamers een
verdubbeling van de eenpersoonskamers zijn. De af
scheiding tussen het dagverblijf, als ik het zo mag zeg
gen, en de slaapkamer is voor een groot deel de muur,
die anders de tussenmuur is tussen twee eenpersoons
kamers. Bij die afscheiding ontbreekt maar ongeveer
1/3 van die muur. Op de plaats van dat ontbrekende
gedeelte zouden dan bij een aantal andere kamers ver
plaatsbare wanden moeten worden gebouwd. Door weg
neming van die wanden zou men daar dan tweeper-
soonskamers kunnen verkrijgen. Naar men mij heeft
meegedeeld, zijn er verplaatsbare wanden, die wat de
geluidsisolatie betreft niet onderdoen voor normale ste
nen muren. Het omvormen van twee eenpersoonska
mers tot een tweepersoonskamer vormt dus niet zo'n
groot probleem.
Op de vraag van mevr. Veder, waarom de slaap
kamer niet wordt afgesloten, kan ik antwoorden, dat
de architect is uitgegaan van de situatie zit-slaapka-
mer in de normale bejaardentehuizen. De kamers in
dit bejaardentehuis moeten echter aanmerkelijk ruimer
zijn dan die in een normaal bejaardentehuis, omdat veel
van deze bejaarden gebruik zullen moeten maken van
een rolstoel. In verband hiermee kon er in deze woon
eenheden ook ruimte worden gevonden voor een slaap-
nis, van de woonkamer af te scheiden d.m.v. een schuif
wand. Of die schuifwand ook door de bejaarden zal
worden gebruikt, zal moeten worden afgewacht. De
bedoeling van deze schuifwand is, dat deze bejaarden
m.n. overdag de zaak zo kunnen inrichten, dat zij zich
in een normale huiskamer bevinden. Het bed is eigen
lijk geplaatst als een ziekenhuisbed. Men kan er aan
beide kanten bij. Er komt in dit tehuis geen zieken
afdeling en de mensen zullen op hun kamer worden
verzorgd. Daarom is het ook zo belangrijk, dat de
wastafel vlak naast het hoofdeinde van het bed is ge
situeerd. Dit soort opmerkingen en meerdere opmer
kingen, die vanavond over dit bouwplan zijn gemaakt,
zullen echter in de commissie en met de architect wor
den besproken.
Ik dacht, dat het toch wel bezwaarlijk zou zijn het
gangetje op de door mevr. Visser bedoelde wijze te
projecteren. Men heeft dan het toilet vlak naast de
slaapkamer en ik weet niet of dat nu wel zo gunstig
is. Dat is echter een zaak, die kan worden bekeken.
De kastenwand is juist op de in dit schetsplan aan
gegeven wijze geprojecteerd om de slaapnis overdag
a.h.w. te kunnen afsluiten. Ik betwijfel ook of het wel
aanbeveling zou verdienen de bejaarden hun eigen
kasten naar dit verzorgingstehuis te laten meenemen.
Het gebruik van deze kamers eist n.l. ruimte en ik
dacht dan ook, dat er wel wat op moest worden toe
gezien, dat deze kamers niet worden volgestouwd met
meubels. Men zou dan n.l. volkomen voorbij schieten
aan het doel, met het oog waarop deze kamers zo
ruim zijn geprojecteerd.
Dit tehuis zal niet in de woningwetsector kunnen
worden gebouwd, omdat de maten, die we hier han
teren, te hoog liggen. We menen deze maten echter,
gezien het doel van dit verzorgingstehuis, te moeten
hanteren en de enige mogelijkheid zal dus zijn dit te
huis in de vrije sector te bouwen. Bovendien zou het,
wanneer dit tehuis in de woningwetsector kon worden
gebouwd, ook nog de vraag zijn of we daarvoor wel
voldoende bouwvolume zouden hebben.
Inderdaad hebben G.S. ons vergunning gegeven om
de Haniasteeg open te houden tot 1 januari 1970. De
Haniasteeg is ook thans nog open en ik ben er van
overtuigd, dat het bij G.S. niet op bezwaren zal stui
ten, dat dat gebouw open blijft, totdat het hier be
doelde verzorgingstehuis is gerealiseerd. De datum van
1 januari 1970 werd ook gesteld om de Gemeente te
dwingen haast te maken met haar plannen voor een
nieuw verzorgingstehuis. De Haniasteeg is verouderd,
maar is geen tehuis, met betrekking waartoe het on
verantwoord zou zijn er nog langer in te verblijven.
Op een opmerking van mevr. Visser zou ik willen
antwoorden, dat de eerste bewoners van dit verzor
gingstehuis inderdaad misschien niet zo'n verschrikke
lijk grote behoefte aan een douche zullen hebben. De
douche verschijnt echter steeds meer in de gewone wo
ningen en dit verzorgingstehuis zal toch zeker mini
maal 30 of 40 jaar dienst doen. Een volgende generatie
zou den ook zeker kritiek hebben, wanneer er in dit
verzorgingstehuis geen douches werden aangebracht.
Deze opmerking van mevr. Visser zal echter ook aan
de orde worden gesteld, wanneer we samen met di
verse provinciale en rijksinstanties dit plan bekijken.
Ik heb goede hoop, dat we dit jaar nog met de bouw
van dit verzorgingstehuis kunnen beginnen, wanneer
daarvoor de nodige financieringsmiddelen beschikbaar
komen. Er is wel reden om aan te nemen, dat we de
toekomst in dit opzicht niet al te duister behoeven in
te zien, omdat G.S. bij hun planning van de bouw van
bejaardentehuizen in de eerste tijd m.n. ook rekening
hebben gehouden met de bouw van het hier bedoelde
verzorgingstehuis en dit tehuis bovendien dient ter ver
vanging van een tehuis, dat door G.S. is afgekeurd.
Men hange mij echter niet aan deze uitspraak op.
De Voorzitter schorst hierna de vergadering voor
het houden van een koffiepauze.
De Voorzitter heropent de vergadering.
De heer De Jong (weth.): Op 29 mei 1964 werd door
de Raad besloten 1196 woningen in het Lekkumerend
te doen bouwen door Intervam. Daaraan is toen ge
koppeld het bouwen van 800 woningen voor Immofund
in de Duif en de Fennen. Deze twee projecten werden,
wat het bouwen betreft, als een onlosmakelijke zaak
gezien, omdat men m.b.t. de 1196 woningen moeilijk
heden had met de curveprijs. Intervam is er toen bij
de prijsealculatie van uitgegaan, dat zij ook deze 800
woningen zou bouwen. Naderhand zijn wel de 1196 wo
ningen in het Lekkumerend gebouwd, maar niet de
800 woningen in de Duif en de Fennen, omdat Immo
fund het af liet weten. Het College stond toen voor
het probleem, wat er moest worden gedaan m.b.t. het
bebouwen van het Bilgaard. De Leeuwarder aannemers