6 7 se akseptearje moatte. Wol fyn ik it spitich en bi. sünder spitich dat it sa rint. En no,u komt de fraech: „Hwat dogge wy?" It Kolieezje seit: „Wy hawwe forplichtingen oan Intervam." En nou haw ik de folgjende gedachte: „Wy noegje fiif oannimmers üt, hweründer Intervam." En as de leechste ynskriuwer it wurk krijt, dan is de forplichting ek yn sekere sin honorearre. Ik wit lykwols net, hoe posityf dy tasiz- zingen west hawwe, mar persoanlik soe ik, as de saek op de troch my suggerearre wize oplost wurdt, mei- gean kinne. Mar it is dus mooglik, dat ik troch it antwurd fan it Kolieezje aensen siz: „Hoe spitich wy it ek fine en hoe mis wy de bislissing achtsje, wy sille it troch it Kolieezje fierde oerliz honorearje moatte." Mevr. Visser-van den Bos: Natuurlijk ben ook ik bijzonder blij met dit voorstel. Wat de indeling van de wooneenheden betreft, zou ik willen opmerken, dat de wijze, waarop de keuken en het toilet zijn geprojecteerd, mij minder juist voor komt, aangezien de bewoners daardoor een hele om wandeling moeten maken. De heer Spoelstra heeft vanmiddag in de leeszaal al de suggestie gedaan om het helemaal opzij geprojecteerde gangetje aan te bren gen tussen de keuken en het toilet en om dan een deur aan te brengen naar de kamer. M.b.t. de geprojecteer de flexibele wand zou ik wel eens willen weten of er bejaardentehuizen zijn, waar dit op deze wijze in de praktijk wordt gebracht en of daar door de bejaarden werkelijk met plezier gebruik van deze wand wordt gemaakt. Wanneer men deze wand helemaal dicht schuift, heeft deze kleine ruimte geen raam meer en krijgt men een alkoofidee. Ik geloof, dat die wand daar helemaal niet gewenst is, maar natuurlijk wil ik hier over graag de mening van de deskundigen horen. Wan neer men ook die kastwand daar weg zou halen en die kasten dus niet midden in de kamer zou plaatsen, kreeg men een mooie grote ruimte. Veel bejaarden hebben thuis kasten, waarvan zij node afstand doen en die zij graag willen meenemen, wanneer zij naar een bejaardencentrum gaan. Dat zou mogelijk worden, wanneer men deze kastenwand daar weghaalde. Vindt men toch (dat kan de ervaring hebben geleerd 1, dat er kasten moeten zijn, dan zou men die kasten waar schijnlijk beter kunnen plaatsen tegen de muur aan de kant van de deur naar het balkon. Ik hoop ook, dat men de wastafel in de woonruimte kan laten vervallen. Wanneer er een deur komt naar de toiletruimte, kan de wastafel in die ruimte worden aangebracht en kan men daarvan op een veel gemakkelijker manier ge bruik maken. Of een douche geschikt is voor bejaar den, weet ik niet. Ook hierover zullen de beheerders van moderne bejaardentehuizen veel meer kunnen zeg gen dan ik, maar ik stel me voor, dat in een toilet ruimte voor bejaarden een bidet een bijzonder dank baar voorwerp zou zijn. Het verheugt me bijzonder, dat er thans enig leven in de brouwerij komt wat betreft het beschikbaarstel len van een voorbereidingskrediet voor de bouw van een Gemeentelijk Verzorgingstehuis nabij de Bornia- straat. Hoe eerder tot realisering wordt overgegaan, hoe beter. Met genoegen las ik de raadsbrief, totdat ik op blz. 2, uitgerekend op de elfde regel van boven (hoe be staat het!) met verbazing vernam, dat de Gemeente enkele jaren geleden aan Intervam de toezegging heeft gedaan, dat zij de in Bilgaard, in de Duif en in de Fennen geprojecteerde flats zou bouwen, en dat het in verband met de voortgang van de woningbouw en met het oog op de contingentsvoordelen gewenst was deze woningen te laten bouwen door de N.V. Noordelijke Bouwelementenindustrie te Kootstertille. Volgens de raadsbrief is, in overeenstemming met het advies van de Commissie Openbare Werken, vorig jaar aan In tervam geschreven een compensatie te zoeken, waar bij de Gemeente zich bereid verklaarde te bevorderen dat de bouw van het verzorgingstehuis onderhands aan Intervam zou worden opgedragen, waarbij werd gesteld dat voor een onderhandse aanbesteding een be slissing nodig is van de Gemeenteraad. Het laatste vind ik een logische zaak, doch het feit dat aan Inter vam is beloofd om de bouw van het verzorgingstehuis aan hen op te dragen, had m.i. destijds al niet zonder toestemming van de Raad mogen worden gedaan. In ieder geval kunnen we ook nu nog besluiten, waarbij gedane beloften buiten de Raad om dan maar voor eigen rekening genomen moeten worden. We horen wel eens de kreet, dat alles wat van verre komt beter is. Ik heb de indruk, dat gevallen als deze hierop wel eens van toepassing zouden kunnen zijn, althans gedeeltelijk. Voor het overige heb ik de indruk, dat er meer onderlinge afspraken met de N.V. Inter vam lopen, die via dochterondernemingen, zoals Kooi en Wildeboer, ook weer werken kan laten uitvoeren, waardoor althans voor de buitenwereld wordt verdoe zeld dat er steeds eenzelfde ondernemer aan het werk is. Bovendien kan de Gemeente met het maken van afspraken verplichtingen geschapen hebben, verplich tingen waar de Raad misschien niets voor voelt, al thans ik niet! Waarom zijn en worden er nooit eens Leeuwarder aannemers ingeschakeld? Destijds is de bouw van een contingent woningen aan de Leeuwarder aannemers toegezegd, waarbij de Gemeente achteraf de voorkeur gaf aan de N.V. Knoop en Giezen te Gronin gen, omdat deze reeds enige projecten ter plaatse had gebouwd en daardoor haar werkzaamheden kon con tinueren. Met de Leeuwarder aannemers zijn echter toen nimmer afspraken gemaakt. Mensen uit onze eigen burgerij, die het net zo goed kunnen als een an der, laten we in de kou staan! Met recht vraagt de Nederlandse Aannemers- en Patroonsbond voor de Bouwbedrijven zich dan ook af, waarom Intervam boven de Leeuwarder aannemers een prioriteit geniet. Ik zal hierover graag straks iets meer vernemen. Bovendien vraag ik me af, of het wel verstandig is om steeds werken onderhands aan te be steden. Iedere mogelijkheid voor een bedrijf dat een werk goedkoper wil en kan uitvoeren, wordt hiermee volledig uitgesloten. Ik kan dan ook in zoverre met dit voorstel meegaan, dat ik akkoord ga met de plaats, die m.i. zeer juist gekozen is, maar ik kan me beslist niet verenigen met het feit dat de bouw onderhands wordt aanbesteed aan de N.V. Intervam, op grond van een gedane toezegging. M.i. valt deze toezegging volledig buiten de verant woordelijkheid van de Raad. Het wordt hoog tijd, dat de Leeuwarder aannemers ook eens kansen worden ge boden. De hear BooingaardtIs it ünderhanske oanbisteeg- jen inkeld in kwestje fan Intervam, of soe it Kolieezje fiele foar in ünderhanske oanbisteging oan hwa dan ek mar, dy't fan to foaren oanwiisd is? Ik haw dizze fra- gen: Lient dit projekt him goed foar iepenbiere oan bisteging? Lient it him better foar in oanbisteging op ütnoeging? Of is dit projekt as sadanich yn 'e eagen fan B. en W. oantreklik om ien dêr apart foar üt to noegjen De heer Kingma: Het verheugt ons, dat er op korte termijn kan worden begonnen met de bouw van een nieuw bejaardentehuis. We achten de daarvoor ge kozen plaats wel gunstig. Ook ons heeft het enigszins verbaasd, dat er zo weinig tweepersoons-kamers zijn geprojecteerd. Graag zou ik vernemen of dit is gebeurd op grond van in de praktijk opgedane ervaringen Verder zou ik graag horen, wanneer er ongeveer met de bouw van dit bejaardentehuis zal kunnen worden begonnen. Aan die brief van de aannemers til ik echt niet zo zwaar. Ik zou ook liever zien, dat dit bouwwerk aan enkele aannemers op uitnodiging werd aanbesteed, maar het maakt mij niets uit of dat nu Friese dan wel Hollandse aannemers zijn. Bovendien, wat zijn te genwoordig Hollandse aannemersbedrijven en wat Friese? Zo af en toe gaat er eens een Fries bedrijf over in handen van de Amsterdamse Ballastmaatschap- pij of een andere grote onderneming. Het gaat mij er om, hoe onze Leeuwarder werknemers het best aan hun trekken komen. De bouw van dit bejaardentehuis lijkt mij echt geen werk voor een paar kleine aanne- mertjes hier ter plaatse. De heer Ten Brug (weth.): De wordingsgeschiede nis van dit verzorgingstehuis tot op dit moment is vrij lang. Enerzijds kan men dit betreuren, maar anderzijds heeft dit ook zijn voordelen gehad. Aanvankelijk werd er gedacht aan een normaal bejaardentehuis. De ont wikkeling op het terrein van de bejaardenzorg gedu rende de laatste jaren heeft echter wel aangetoond, dat er m.n. grote behoefte bestaat aan een tehuis voor bejaarden, die maximale verzorging behoeven. Het Col lege stelt de Raad thans eigenlijk voor om over de bouw van een dergelijk verzorgingstehuis een be slissing te nemen. Ik ben het met de heer De Vries eens, dat men i.v.m. dit verzorgingstehuis in het vervolg niet meer moet spreken van „de nieuwe Haniasteeg". Deze naam is een paar maal in de krant gebruikt, maar ik neem aan, dat dit alleen is gebeurd om de lezers goed duidelijk te maken, dat het hier gaat om een verzorgingstehuis ter vervanging van het verzorgingstehuis in de Hania steeg. De heer De Vries is er terecht van uitgegaan, dat dit schetsplan nog op vele punten zal moeten worden bijgeschaafd en dat dit plan ook nog wel met derden- deskundigen zal moeten worden bekeken. Ik denk hier bij aan de provinciale instanties en ook aan de provin ciale vertegenwoordigers van rijksinstanties. Het is ook de bedoeling, dat de verdere uitwerking van dit plan geschiedt met medewerking van de commissie, die ook de bouw van het ziekenhuis en het verpleegtehuis begeleidt. De afmetingen van het hier beschikbare terrein zijn inderdaad mede bepalend geweest voor het feit, dat dit gebouw in hoogbouw is geprojecteerd. Er zijn ook an dere ontwerpen geweest, maar uiteindelijk zijn we tot de conclusie gekomen, dat dit verzorgingstehuis hier alleen in hoogbouw kan worden opgetrokken. Toen de keuze op hoogbouw was gevallen, is de hoogte aange houden van het zusterhuis van het complex ziekenhuis verpleeghuis. Men kwam daarbij tot een aantal van 165 bedden. Er is dus niet vanuit gegaan, dat er een tehuis voor 165 bedden moest komen en dat er dus in een bepaald aantal lagen moest worden gebouwd. Bij het projecteren van de aantallen tweepersoons kamers en eenpersoonskamers is men uitgegaan van de verhouding, die tot nu toe bij de bouw van bejaarden tehuizen wordt aangehouden. Ook in de commissie, die de bouw van het ziekenhuis en het verpleeghuis be geleidt, heeft men zich reeds afgevraagd of er niet te weinig tweepersoonskamers zijn geprojecteerd. Dit is mede aanleiding geweest om de architect op te dra gen in dit plan de flexibiliteit aan te brengen, waar over in de stukken wordt gesproken. U hebt ook in het grondplan gezien, dat de tweepersoonskamers een verdubbeling van de eenpersoonskamers zijn. De af scheiding tussen het dagverblijf, als ik het zo mag zeg gen, en de slaapkamer is voor een groot deel de muur, die anders de tussenmuur is tussen twee eenpersoons kamers. Bij die afscheiding ontbreekt maar ongeveer 1/3 van die muur. Op de plaats van dat ontbrekende gedeelte zouden dan bij een aantal andere kamers ver plaatsbare wanden moeten worden gebouwd. Door weg neming van die wanden zou men daar dan tweeper- soonskamers kunnen verkrijgen. Naar men mij heeft meegedeeld, zijn er verplaatsbare wanden, die wat de geluidsisolatie betreft niet onderdoen voor normale ste nen muren. Het omvormen van twee eenpersoonska mers tot een tweepersoonskamer vormt dus niet zo'n groot probleem. Op de vraag van mevr. Veder, waarom de slaap kamer niet wordt afgesloten, kan ik antwoorden, dat de architect is uitgegaan van de situatie zit-slaapka- mer in de normale bejaardentehuizen. De kamers in dit bejaardentehuis moeten echter aanmerkelijk ruimer zijn dan die in een normaal bejaardentehuis, omdat veel van deze bejaarden gebruik zullen moeten maken van een rolstoel. In verband hiermee kon er in deze woon eenheden ook ruimte worden gevonden voor een slaap- nis, van de woonkamer af te scheiden d.m.v. een schuif wand. Of die schuifwand ook door de bejaarden zal worden gebruikt, zal moeten worden afgewacht. De bedoeling van deze schuifwand is, dat deze bejaarden m.n. overdag de zaak zo kunnen inrichten, dat zij zich in een normale huiskamer bevinden. Het bed is eigen lijk geplaatst als een ziekenhuisbed. Men kan er aan beide kanten bij. Er komt in dit tehuis geen zieken afdeling en de mensen zullen op hun kamer worden verzorgd. Daarom is het ook zo belangrijk, dat de wastafel vlak naast het hoofdeinde van het bed is ge situeerd. Dit soort opmerkingen en meerdere opmer kingen, die vanavond over dit bouwplan zijn gemaakt, zullen echter in de commissie en met de architect wor den besproken. Ik dacht, dat het toch wel bezwaarlijk zou zijn het gangetje op de door mevr. Visser bedoelde wijze te projecteren. Men heeft dan het toilet vlak naast de slaapkamer en ik weet niet of dat nu wel zo gunstig is. Dat is echter een zaak, die kan worden bekeken. De kastenwand is juist op de in dit schetsplan aan gegeven wijze geprojecteerd om de slaapnis overdag a.h.w. te kunnen afsluiten. Ik betwijfel ook of het wel aanbeveling zou verdienen de bejaarden hun eigen kasten naar dit verzorgingstehuis te laten meenemen. Het gebruik van deze kamers eist n.l. ruimte en ik dacht dan ook, dat er wel wat op moest worden toe gezien, dat deze kamers niet worden volgestouwd met meubels. Men zou dan n.l. volkomen voorbij schieten aan het doel, met het oog waarop deze kamers zo ruim zijn geprojecteerd. Dit tehuis zal niet in de woningwetsector kunnen worden gebouwd, omdat de maten, die we hier han teren, te hoog liggen. We menen deze maten echter, gezien het doel van dit verzorgingstehuis, te moeten hanteren en de enige mogelijkheid zal dus zijn dit te huis in de vrije sector te bouwen. Bovendien zou het, wanneer dit tehuis in de woningwetsector kon worden gebouwd, ook nog de vraag zijn of we daarvoor wel voldoende bouwvolume zouden hebben. Inderdaad hebben G.S. ons vergunning gegeven om de Haniasteeg open te houden tot 1 januari 1970. De Haniasteeg is ook thans nog open en ik ben er van overtuigd, dat het bij G.S. niet op bezwaren zal stui ten, dat dat gebouw open blijft, totdat het hier be doelde verzorgingstehuis is gerealiseerd. De datum van 1 januari 1970 werd ook gesteld om de Gemeente te dwingen haast te maken met haar plannen voor een nieuw verzorgingstehuis. De Haniasteeg is verouderd, maar is geen tehuis, met betrekking waartoe het on verantwoord zou zijn er nog langer in te verblijven. Op een opmerking van mevr. Visser zou ik willen antwoorden, dat de eerste bewoners van dit verzor gingstehuis inderdaad misschien niet zo'n verschrikke lijk grote behoefte aan een douche zullen hebben. De douche verschijnt echter steeds meer in de gewone wo ningen en dit verzorgingstehuis zal toch zeker mini maal 30 of 40 jaar dienst doen. Een volgende generatie zou den ook zeker kritiek hebben, wanneer er in dit verzorgingstehuis geen douches werden aangebracht. Deze opmerking van mevr. Visser zal echter ook aan de orde worden gesteld, wanneer we samen met di verse provinciale en rijksinstanties dit plan bekijken. Ik heb goede hoop, dat we dit jaar nog met de bouw van dit verzorgingstehuis kunnen beginnen, wanneer daarvoor de nodige financieringsmiddelen beschikbaar komen. Er is wel reden om aan te nemen, dat we de toekomst in dit opzicht niet al te duister behoeven in te zien, omdat G.S. bij hun planning van de bouw van bejaardentehuizen in de eerste tijd m.n. ook rekening hebben gehouden met de bouw van het hier bedoelde verzorgingstehuis en dit tehuis bovendien dient ter ver vanging van een tehuis, dat door G.S. is afgekeurd. Men hange mij echter niet aan deze uitspraak op. De Voorzitter schorst hierna de vergadering voor het houden van een koffiepauze. De Voorzitter heropent de vergadering. De heer De Jong (weth.): Op 29 mei 1964 werd door de Raad besloten 1196 woningen in het Lekkumerend te doen bouwen door Intervam. Daaraan is toen ge koppeld het bouwen van 800 woningen voor Immofund in de Duif en de Fennen. Deze twee projecten werden, wat het bouwen betreft, als een onlosmakelijke zaak gezien, omdat men m.b.t. de 1196 woningen moeilijk heden had met de curveprijs. Intervam is er toen bij de prijsealculatie van uitgegaan, dat zij ook deze 800 woningen zou bouwen. Naderhand zijn wel de 1196 wo ningen in het Lekkumerend gebouwd, maar niet de 800 woningen in de Duif en de Fennen, omdat Immo fund het af liet weten. Het College stond toen voor het probleem, wat er moest worden gedaan m.b.t. het bebouwen van het Bilgaard. De Leeuwarder aannemers

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 4