RAADSVERGADERING sma." Ik wit net krekt, hoe't it moat, mar ik krij it idé, dat de realisearring fan it sportterrein öfhinget fan de transaksje mei mefrou Brandsma. En dan soe ik hast in bytsje bang wurde, dat it wer jierren duor- ret en dat der oer fjouwer jier wer in oersjoch jown wurde kin. Is it yndied wier, dat dy transaksjes oan inoar fêst sitte? Dat bigryp ik üt it antwurd fan de Wethalder en dan woe ik wol witte, oft der net in oare oplossing is. De hear Tiekstra (weth.): Dizze transaksjes sitte net oaninoar fêst. It is wol sa, dat de saek makliker wurdt, hwannear't wy ek biskikke kinne oer de groun fan 'e pleats fan de widdou Brandsma. Mear haw ik net sein. Dêrom is de hear Tjerkstra ek mei it üt- stel kommen: Regelje it nou earst planologysk. Hwant dan komme wy yn in prosedure mei de eigener en de pachter fan de groun. Soene wy it nou allinne mar pachtfrij meitsje, dan soe dat in prosedure wêze, dy't efkes tiid freget, alteast meiwurking freget op min- like basis. Hwannear't wy kompinsaesje fan groun biede kinne, dan wurdt it stikken makliker. Mear haw ik der net mei bidoeld. Ik haw allinne tocht oan de meast maklike oplossing. De motie van de heren Tjerkstra en Engels wordt met algemene stemmen (21) aangenomen. (Mevr. M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren J. ten Brug (weth.), T. K. Hogendijk, K. J. de Jong (weth.), Mr. D. Lijzen en Mr. B. P. van der Veen had den inmiddels de vergadering verlaten.) De heer Kingma: I.v.m. de training van de top zwemmers, of althans de beste zwemmers uit onze stad, heb ik in de afdelingsvergadering gevraagd of het mogelijk zou zijn voor deze jongelui in het ko mende seizoen het zwembad 't Nijlan 's morgens een half uur eerder te openen. Dan zouden deze jongelui, die over het algemeen tot de schoolgaande jeugd be horen en niet op elk moment van de dag kunnen trai nen, hun baantjes kunnen trekken, zonder daarbij te worden gehinderd door de „recreatiezwemmers". Uit de eerste hand heb ik vernomen, hoewel het misschien wat vreemd klinkt, dat er bij slecht weer 's morgens om 7 uur meer jongens en meisjes komen trainen dan bij goed weer, aangezien dan de „recreatiezwemmers" thuis blijven. Wanneer we dus een goede zomer krij gen en daar hopen we natuurlijk op zou de ochtendtraining voor deze jongelui erbij inschieten. Daar komt nog bij, dat dit jaar de Nederlandse zwem- kampioenschappen in Leeuwarden zullen worden ge houden. Het leek mij toch wel prettig, dat onze Leeu warder zwemsters en zwemmers daarbij een goed fi guur sloegen. Mijn vraag is dan ook of deze jongens en meisjes tot de Ned. Zwemkampioenschappen niet in de gelegenheid zouden kunnen worden gesteld om van 6.307.00 uur in 't Nijlan te trainen. De heer De Vries: Ik zou graag willen vernemen of dit verzoek van de heer Kingma om het zwembad 's morgens een half uur eerder voor training beschik baar te stellen wordt ondersteund door derden dan wel of een dergelijk verzoek is ingediend m.n. door de zwemvereniging Orca. Tevens zou ik graag willen we ten of er in geval van een vervroegde openstelling van het bad ook een gediplomeerd trainer aanwezig zal zijn. De heer Tiekstra (weth.): Tot op heden heeft de Dienst voor Sport en Recreatie nog niet een verzoek, als bedoeld door de heer De Vries, ontvangen, on danks het feit, dat een van de personeelsleden van genoemde dienst met de bevoegdheid voor zwemonder wijs van het College toestemming heeft gekregen om op te treden als trainer voor Orca. Daar komt nog bij, dat deze vervroegde openstelling zeker wanneer zij 5, 6 of 7 dagen per week zou worden ingevoerd een aanmerkelijke belasting zou betekenen in het arbeidsrooster van het personeel, terwijl dit personeel toch al zeer onregelmatige diensten heeft. Dit klemt te meer, omdat we binnenkort in onze Gemeente over zullen gaan tot een verdergaande arbeidstijdverkor ting. De Directeur voor de Dienst voor Sport en Re creatie heeft dan ook overwegende bezwaren tegen een vervroegde openstelling van het zwembad. De heer Kingma: Ik heb deze kwestie besproken met de heer Blankestijn, voorzitter van het Orea- bestuur. Het bleek, dat het Orca-bestuur hiervoor ze ker wel belangstelling had. De moeilijkheid is echter, dat men bij gebrek aan ervaring van tevoren niet kan zeggen, hoeveel jongens en meisjes op die training zul len komen. Daarom wilde ik eerst vragen of het mo gelijk zou zijn om, indien de belangstelling van de zwemmers van de zwemclubs voldoende is (en daarbij denk ik aan 10 a 15 jongelui), het zwembad vervroegd open te stellen. Zo ja, dan zouden de zwemverenigingen e.e.a. met de jongens en meisjes kunnen bespreken. De heer Tiekstra (weth.): M.i. verzuimt de heer Kingma onderscheid te maken. De zwemverenigingen Orca en L.Z.C. '29 hebben voor 's avonds al een aantal vaste trainingsuren gecontracteerd. Indien zij meer trainingsuren wensen en dan 's morgens vóór 7 uur, dan moeten zij een verzoek daartoe indienen. De heer Kingma vraagt echter een vervroegde openstelling van het zwembad vóór 7 uur. Dat is een heel andere vraag. Ondanks de zeer frequente contacten tussen de direc tie van de Dienst voor Sport en Recreatie en de zwem verenigingen is er nog geen aanvrage voor meer trai ningsuren ingediend. De heer Engels: Ik mag toch aannemen, dat de Wethouder, indien een dergelijk verzoek zou worden ingediend, dat verzoek zeer serieus zal bekijken en het, indien hij ook maar enige mogelijkheid tot inwil liging ziet, niet zal afwijzen. De Voorzitter: Ik begrijp eigenlijk niet, waarom de heer Kingma het bestuur van de zwemvereniging niet adviseert om met de Directeur van de Dienst voor Sport en Recreatie te gaan praten. Alle problemen m.b.t. maatregelen, waaraan werkelijk behoefte blijkt te bestaan, worden natuurlijk serieus bekeken. Het lijkt mij echter niet zinnig, dat wij thans een principe uitspraak doen en dat daarna het bestuur van de zwemvereniging een enquête gaat houden en met de Wethouder of de Directeur van de Dienst voor Sport en Recreatie gaat praten. De begroting van de Dienst voor Sport en Recreatie wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. Begroting van de Dienst voor Sociale Werkvoorziening. Deze wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. Begroting van de Sociale Dienst. Deze wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter schorst hierna om 17.40 uur de ver gadering tot 19.30 uur. van dinsdag 24 februari 1970, 's avonds 19.30 uur. (Voortzetting van de middagvergadering). Aanwezig 36 leden: de dames mr. E. Veder-Smit en M. M. Th. Visser-van den Bos, alsmede de heren Ir. B. C. van Balen Walter, R. Boomgaardt, S. Bouma, J. ten Brug (weth.), P. J. Engels, F. van Esveld, P. Faber, J. Heetia (weth.), O. Heidinga, T. K. Hogendijk, J. F. Janssen, K. J. de Jong (weth.), B. Kingma, A. Klomp, G. van der Laan, W. S. P. P. de Leeuw, mr. D. Lijzen, W. Miedema, J. P. Reehoorn, Ir. C. L. Rijpma, H. W. Rijpstra, J. A. Schönfeld, H. L. M. Stek, J. Tiekstra (weth.), M. Tjerkstra, mr. B. P. van der Veen, P. van der Veen, J. T. Vellenga, J. Venema, L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal, K. Weide en J. Wiersma. Afwezig: de heer K. Spoelstra. Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer P. P. de Jong. Begroting van de Energiebedrijven. De heer Kingma: Wij achten het niet juist, dat dank zij de exploitatie van de Energiebedrijven een bedrag van ca 1,1 miljoen naar de gemeentedienst toe vloeit. Wij menen, dat de winst beperkt dient te blijven tot een noodzakelijke bedrijfsreserve om de nodige uitbreiding, verbetering en vernieuwing tijdig tot stand te kunnen brengen. Wij zijn dus niet tegen enige winst, maar wel tegen overmatige winst. Dat hier overmatige winst is geboekt, achten wij aange toond. Het thans toegepaste systeem werkt als een belasting zonder enige progressie. Het enige goede systeem voor de gezondmaking van de gemeentefinan- ciën is o.i. het systeem waarbij de centrale overheid voldoende middelen verstrekt. Wij zijn ook niet voor het heffen van gemeentelijke belastingen, maar wel voor centraal en progressief geheven belastingen. De heer Van Balen Walter: In principe ben ik het met de heer Kingma eens. Hoewel ik dus zijn redene ring gedeeltelijk kan onderschrijven, zie ik toch geen bezwaar in het maken van winst door de Energiebe drijven, zolang er sprake is van beperkte bedragen, aangezien toch praktisch elke burger gas en elektri citeit moet gebruiken. Ik heb me destijds in de Ener giecommissie aanvankelijk verzet tegen het aanzien lijk opvoeren van deze bedragen voor een speciaal doel. Uiteindelijk ben ik daarmee toch akkoord ge gaan, gezien het bijzonder sympathieke doel. Het zal echter toch wel gevaarlijk zijn, wanneer we hiermee ongelimiteerd zouden doorgaan. We zullen ons er dus steeds rekenschap van moeten geven, dat deze be dragen beperkt moeten blijven. De hear Boomgaardt: Ik tocht, dat de measte po- htike partijen, dy't yn dizze Ried fortsjintwurdige bin ne, yn har program hawwe, dat de nutsbidriuwen net de funksje krije moatte in forkapte bilêsting to heffen fan de boargerij. Dan hantearret men noarmen, dy't net reéel binne en alle progressy misse. Mar taeste wy dit gefal oan, dan binne der wol folie mear dingen yn Ljouwert, dy't wy oantaeste kinne. De Kommisje, dy't foar de Ried de bigreatingen kontrolearret en dêr de Ried oer advisearret, hat hjir de léste kear ek noch m wndweidige diskusje oer hawn, hwer't de Wethalder fan Finünsjes ek by wie. En dan ek noch dit: Foar hwat de Ried en it Kolleezje oan oerliz en sa dogge en foar hwat de gemeentlike tsjinsten foar de nuts bidriuwen dogge, soe in hiel bidrach trochbirekkene wurde kinne. By in aide noarm is noch wol hjir en uer hwat trochbirekkene, mar dat soe men dan ek elts jier oanpasse moatte. Dêrom leau ik, dat Jo al by faktoaren fan trochbirekkenjen, in situaesje, dy't histoarysk groeid is (dizze 1 miljoen omslach oer de ynwenners is in sinterse negoasje) düdlik yn de bi greatingen fordiskontearje moatte. Wol soe ik de mie- ning fan de hearen Kingma en Van Balen Walter ünderskriuwe kinne, dat men yn prinsipe op dit ter rein foarsichtich wêze moat. Ik leau, dat wy it dêr allegearre oer iens wêze kinne. De hear Kingma seit iykwols in bytsje to maklik: De Ryksoerheit moat alle ütkearingen mar oan de Gemeente dwaen. Mar as de oerheit dat net docht en der is in politike of histoa- ryske situaesje grocid, dat de Provinsje en de Ge meente ek har eigen heffingen hawwe, dan kin men sa mar net mei in breed gebeart sizze: Dit moat mar net mear, dêr moat it Ryk mar foar soargje. Ik leau, dat wy üs yn dat opsicht oan de wetten, de gebrüken en de situaesje sa't dy groeid is, oanpasse moatte. Dêr moatte wy by it praten oer dit punt rek ken mei halde. Dus hwat my oangiet, ik haw der gjin biswier tsjin, dat wy hjirmei trochgeane. De heer De Jong (weth.): Een enkele opmerking over de grootte van de winsten van de Energiebedrij ven, waartegen de bezwaren van de heer Kingma zich richten. De winst op het Gasbedrijf bedraagt f 1.128.000,Daarvan gaat 6 ton naar de Gemeente en f 528.000,naar de reserve. De winst van het Electriciteitsbedrijf bedraagt f 757.000,waarvan f 395.000,naar de Gemeente gaat en f 362.000, naar de reserve. In totaal gaat er dus f 995.000,naar de Gemeente. Dit bedrag zou ik willen relateren aan de omzetgegevens, dan weten we ook, hoeveeel dit uit maakt in het kader van de stroom- en gasprijzen die wij vragen. We hebben een gasomzet van f 10.551.000,f 600.000,winst is dus bijna 6%. Het Electriciteitsbedrijf heeft en omzet van f 11.937^000, Een winst van f395.000,is dus ruim 3%. Omge rekend zou dat, uitgaande van een gasprijs van 7 cent (particulier verbruik incl. centr. verw.), ongeveer 0,4 cent per m3 gas uitmaken. Bij het elektriciteitsverbruik zou dat, uitgaande van een tarief van 7 cent voor particulier verbruik, ingeveer 0,2 cent per kwh uit maken. Dan komen we dus nog niet eens in de buurt van die door de heer Boomgaardt genoemde 1 cent per eenheid. T.a.v. het gas gaan wij in S.R.O.G.-ver- band (het landelijk verband van samenwerkingsorganen op dit gebied) uit van eenzelfde inkoop- en eenzelfde verkooptarief, behalve dan dat het Noorden van het land bij de inkoop 5% korting krijgt. Nu maakt de ene Gemeente winst bij dit eenheidstarief, de andere ech ter lijdt er verlies op. Rotterdam b.v. heeft jaarlijks een flink verlies. Dat Leeuwarden winst maakt, heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats zijn wij op een vroeg tijdstip (1959—'60) met de ombouw begon nen. Toen waren de lonen nog laag. In de tweede plaats hoefden wij bij de invoering van het goedkopere Slochteren-gas (1963) niet meer om te bouwen zoals vele andere Gemeenten, zodat de toename van het ver bruik direct goed op gang kon worden gebracht. Ten derde heeft de verkoop zich sindsdien bijzonder gun stig ontwikkeld. Nu stelt de heer kingma wel, dat we eigenlijk geen winst zouden mogen maken op de open bare nutsbedrijven en ik neem aan, dat hij hierbij niet alleen doelt op de Energiebedrijven maar dan zou ik er wel op willen wijzen, dat bij de Dienst voor de Reiniging en Brandweer de afdeling Reiniging al leen al een tekort oplevert van f2.755.475,—, dat niet wordt gedekt door de bewoners. (De Brandweer heeft een tekort van f949.990,—.) Het lijkt ons dan ook toe, dat we die kwestie van het maken van winst op de Energiebedrijven uit praktische overwegingen nu ook weer niet moeten overtrekken. We kunnen deze win sten goed gebruiken voor de Algemene Dienst. Die Algemene Dienst moet ook weer zorgen voor het dek ken van de tekorten bij de Reinigingsdienst, een bedrijf ten algemene nutte. Trouwens, het Rijk maakt ook behoorlijke winsten op het gas en gebruikt die in zijn eigen middelen. Waarom zou de Gemeente dat dan niet mogen doen, vooral wanneer daarvoor een be paalde motivering kan worden gegeven De heer Kingma: Het door de heer De Jong ge noemde bedrag van 0,4 cent per m3 zegt mij niet zo veel. Men kan eigenlijk pas goed beoordelen wat 0,4 cent betekent, wanneer men een overzicht heeft van o.a. het verbruik. T.a.v. de vergelijking met de Reini gingsdienst zou ik willen opmerken, dat ik, naar ik meen, van Weth. De Jong heb gehoord, dat bij die

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 26