V I?!* dienst het dekkingspercentage 60 moest zijn. Ik dacht, dat we daaraan voldeden en het lijkt me al te gek dat percentage op 100 te stellen, wanneer men in Den Haag 60 voldoende vindt. Overigens heb ik niet gesteld er be zwaar tegen te hebben, dat op een dienstverlenend be drijf geld wordt bijgelegd. Dat doen we, dacht ik, wel bij meer dienstverlenende bedrijven in onze Gemeente. De heer De Jong (weth.): Ik heb de heer Kingma de relatie met de omzet juist gegeven om hem duide lijk te maken, wat e.e.a. per eenheid betekent. De logica van zijn opmerking, dat hem dit niet zoveel zegt, ontgaat mij dan ook geheel. (De heer Kingma: Ik zou willen weten, wat het gezinsverbruik was.) Het maakt nogal verschil of het om een groot of om een klein gezin gaat. Een veel objectievere basis van vergelij king en van oordeelvelling is juist de eenheidsprijs per m3 of per kwh. Het ene gezin kan met veel minder toe dan het andere, terwijl de bedrijven weer aanzien lijk meer verbruiken. Wat de Gemeentereiniging betreft, maakt niet Den Haag uit, dat we voor een dekking van 60% moeten zorgen, dat doen wij zelf aan de hand van de norm, die we regelmatig hebben gehan teerd. Er zijn zeker wel gemeenten, die bij de Reini gingsdienst een dekking van 100% hebben. Wanneer nu de heer Kingma wel aanvaardt, dat het ene bedrijf verlies lijdt, maar niet, dat het andere bedrijf winst maakt, dan vind ik dat een onlogische redenering, die ik niet kan begrijpen. Dan zouden m.i. alle dienstver lenende bedrijven, die ten algemene nutte werken, self supporting moeten zijn. Die winst, waarover het hier gaat, kunnen we ook niet eens missen, aangezien de Algemene Dienst de grote tekorten van de andere be drijven moet dekken. Ik bin it mei de hear Boomgaardt iens, dat just dy tarekkening ek in argumint is. Dat hawwe wy yndied lésten bisprutsen. De bitrutsen sifers soene noch wol- ris hiel oars wurde kinne en as wy dat witte, krije wy wol hwat in oar byld. Ik tocht, dat it dan dochs wol in akseptabele saek is, al binne der yndied wol bi- swieren tsjin oan to fieren. De begroting van de Energiebedrijven wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. GEMEENTEBEGROTING. Hoofdstuk III Openbare Orde. Volgnos. 106 en 108. De Voorzitter: N.a.v. deze volgnummers was de heer Rijpstra niet geheel tevreden met de behandeling in de afdelingsvergadering. Is dat nog steeds zo, mijn heer Rijpstra? De heer Rijpstra: In bijlage nr. 61 (blz. 2) staat, dat ik deze volgnummers nader aan de orde wens te stellen. Dat is echter niet helemaal juist. In de af delingsvergadering heb ik gezegd, dat ik de mogelijk heid wil open houden om er eventueel op terug te komen. (De Voorzitter: En die behoefte hebt U nu niet meer?) Misschien wel, maar ik kan het niet be oordelen, omdat ik met smart heb zitten wachten op het voorlopige verslag, dat we nooit hebben ontvangen. Ik heb slechts een stenciltje met een paar punten ont vangen, maar geen verslag. Zodoende weet ik ook alleen maar bij herinnering, wat de Voorzitter heeft geantwoord op mijn opmerkingen, maar ik heb het niet op schrift. Het is voor mij dan ook onmogelijk er op dit moment op terug te komen. (De Voorzitter: Dat verslag komt nog wel, maar het was helaas nog niet klaar.) Mevr. Visser-van den Bos: Over dat bewuste ver slag zou ik graag iets willen vragen. (De Voorzitter: Dus een punt van orde?) Ja. Ook ik was verrast, dat we slechts een opsomming kregen toegestuurd van de punten, die vandaag aan de orde zouden komen. In het Reglement van Orde staat onder art. 51, no. 11, dat van het verhandelde in de vergaderingen van de afdelingen samenvattende verslagen zouden worden vastgesteld enz. Voorts staat in art. 52: „Eerst nadat de leden kennis hebben kunnen nemen van de in art. 51, lid 11, bedoelde verslagen van de vergaderingen van de afdelingen, geschiedt de behandeling en wordt beslist omtrent de in art. 49 bedoelde ontwerp-begro- tingen." Daarom had ik eerst het gevoel, dat ik be paalde stukken niet had gekregen, want ook ik had verwacht, dat we een samenvattend verslag van het besprokene zouden krijgen. De Voorzitter: Ik ben enigszins verbaasd over dit punt van orde. Er is op een gegeven moment in de Raad bij nader inzien afgesproken, dat er in afwijking van het Reglement van Orde volledige verslagen zou den worden gemaakt. Wij waren n.l. tot de conclusie gekomen, dat de raadsleden later stellig zouden wil len kunnen naslaan, wat zij in de afdelingsvergadering hebben gezegd en wat het College daarop heeft ge antwoord. Ik heb er toen op gewezen, dat het beslist onmogelijk zou zijn die verslagen vóór de begrotings zitting klaar te hebben. Een en ander kan voor U, mevrouw Visser, dus ook geen verrassing zijn. Im mers, in elke afdelingsvergadering is onder opgave van de motivering duidelijk vastgesteld, welke punten er in de plenaire zitting opnieuw aan de orde zouden wor den gesteld. Die punten zouden worden opgenomen in een samenvattend verslag, dat zou worden rondgezon den. Ik geef zonder meer toe, dat het hier eigenlijk niet om een samenvattend verslag gaat. Het opschrift luidt ook: „Samenvatting van de punten, welke tijdens de plenaire zitting van de Raad over de begroting 1970 aan de orde zullen worden gesteld." Mevr. Visser-van den Bos: Het zou waarschijnlijk interessant zijn om na te gaan, hoeveel leden van de Raad inderdaad dachten, dat ze niets anders zouden krijgen dan een puntenlijstje. Ik zou het bijzonder jam mer vinden deze vergadering hiervoor nu op te hou den, maar ik geloof wel, dat we daarover nog eens moeten praten. (De Voorzitter: Ja, maar dan graag het volgende jaar, mevr. Visser. Het is nl. geen ver rassing, ook niet voor U. In de afdelingen is in alle duidelijkheid gesteld, dat we met deze samenvatting zouden komen, wat m.i. ook een bijzonder praktische werkwijze is.) Onder „samenvatting" had ik verstaan „samenvatting van het besprokene", maar niet een op somming van de punten. Hoofdstuk V Volkshuisvesting. Algemeen. Vraag 1. Mevr. Veder-Smit: De discussie, die ik, zoals ook in de samenvatting staat, wenste over het beschik baar stellen van terreinen voor particuliere woning bouw, toef ik niet meer in te leiden met de algemene opmerking over de ontwikkeling van bestemmings plannen. Prominente leden van de Raad hebben daar bij de algemene beschouwingen al zoveel over gezegd, dat ik nu heel kort kan zijn. Ik zou nog eens willen wijzen op de wenselijkheid van particuliere woning bouw, waarbij ik niet alleen denk aan de premiebouw, maar ook vooral aan de ongesubsidieerde bouw. Het lijkt mij goed voor die groepen enkele terreinen in een bepaalde categorie ter beschikking te hebben. Wel iswaar hebben wij nogal wat service-flats gebouwd, staan er in Bilgaard en Lekkumerend nogal wat pre miebouwplannen op stapel en is daar in die sector nogal wat gebouwd, maar ik dacht, dat zo langzamer hand behoefte is ontstaan aan een categorie woningen, waarvoor de wensen zijn: iets grotere terreinen, wat meer verscheidenheid, wat minder stringente voor schriften en wat meer mogelijkheden voor de architect. Ik denk hierbij niet alleen aan bungalows, maar ook aan huizen van 2 of 3 onder één dak (en dan liefst een schuin dak) en aan huizen van wat grotere afmetin gen. Wat Weth. De Jong heeft gezegd en wat wij in de krant hebben kunnen lezen (20 februari), was mij uit het hart gegrepen. „Gevarieerd bouwen is de enige mogelijkheid. Het bevordert de doorstroming en voor komt de vlucht naar de omliggende gemeenten." Ik zou dus graag vernemen of er op betrekkelijk korte termijn mogelijkheden voor de bouw van dit type wo ningen zouden kunnen komen. De plannen voor Gou- tum vind ik heel aantrekkelijk, maar zij betreffen slechts een van de dorpen, terwijl de aantallen wonin gen niet bijzonder groot zijn. Dat er in Aldlan-west een mogelijkheid tot particuliere bouw komt, valt toe re te juichen. Daarbij gaat het echter om een zeer speciaal type met een enigszins experimenteel karakter. Daar komt dus een grote hoeveelheid van datzelfde type woningen met platte daken. Naar het plan voor het Westeinde zijn wij allen na tuurlijk benieuwd. Als ik het goed heb begrepen, wordt dat een geheel nieuw plan. Ik zou willen vragen of dat nieuwe plan tijdig in de Commissie Ruimtelijke Ordening kan worden gebracht, zodat we daar niet weer voor een voldongen feit komen te staan. De heer Tiekstra (weth.): De mogelijkheden voor het bouwen in bestemmingsplannen door particulieren bestaan meestal in rijenbouw, blokjes van 1, 2 of 3 woningen of bungalows op de daarvoor bestemde ter reinen. Zo zijn er in Bilgaard de bungalowterreinen aan de Tylkedam. Voorts bouwt het bouwbedrijf Fries land in Bilgaard een aantal particuliere woningen in rijen op een terein, dat dit bedrijf heeft overgenomen van De Nieuwe Erven en dat vermoedelijk door een plaatselijke institutionele belegger weer van dit bedrijf zal worden overgenomen. Dan zijn er in Lekkum, in de Goudenregenstraat en in het plan „Bijenhof" enkele woningen gebouwd. Ik zou er echter wel op willen wij zen, dat er in de stedebouwkundige opzet, waaraan wij ons moeten houden, geen grote ruimte is voor indivi duele bouwers. Ik dacht ook, dat momenteel het aantal mensen, dat zelf een terrein zoekt, een architect een opdracht geeft en een aannemer vraagt te bouwen, niet verschrikkelijk groot was. Goutum en Wirdum bieden voor deze categorie wel mogelijkheden. In Ald lan-west is al wel individueel gebouwd (bungalowter rein Rapenburg en Wirdumervaart), maar in de nu nog volgende uitbreiding van Aldlan-west zullen geen mogelijkheden meer zijn voor individuele bouwers. Par ticulieren kunnen daar, natuurlijk wanneer zij belang stelling hebben, wel terecht. Een heel andere vraag is of wij in volgende bestemmingsplannen en daarbij kan, dacht ik, Aldlan-oost ook meespelen, aangezien daar goed gesitueerde terreinen zullen komen ruim te voor individuele bouwers moeten scheppen. Ik heb er alle begrip voor, dat mevr. Veder vraagt of cr in d®„pór^^sip;,|tuimtelijk® ppd^ningtijdig met fe jpfltwerpeji^yanhet. pi^.^.^^stpindleV^k.an worden ró^tgr^gol^obggijipi'vbor- het fc dat cdit1-;:bestenr,riring^.lir)3:;4o4.7W5!rdep gereali- ^sJgjtap^n3l^^o,fe»es|tep lijlvhp^hjKgp (fif.-tf,I?Ja??MKlaipeiwe! r ihWWte #e}}ig fflv-.nsnoaisq 9brt9moM gnijligmnsn ni ïoovmnb ob nsv -[i'Ui nsrf aprn 9ih .nablsn 9b fin blnclod nobiow rxsnnurl irf'SFno&gffe bgPirfeÖlda^ib d§b Wêöioilfiier onderschrijft, dat er voor de door mij bedoel^v/bouw MV'rij rgBinWsftP^WcguPert ^rrdl)^, vftQrv/inj a^n- o^aU^ss^iep,gegp Mt °#%F rïg?0 categorie ffoS IfcSfWWasiVftift* n feiuywans „xfiuwt ïti. oare Wethalder --- M ««he b%i^g"-ay"fS st:üfepi!W5»'s®r»y m timé moutte, m«B9aeffSftoao®at«fi'r. fynt.-'Eils da»- fëfeü'ïfk wttót afe WhUi3ideK:<£an'!Rohitlike:.rGaTctefing,j'.as.' By :tteb parti- kutrere[!w9nmngbauj'praljti,"jnnoh/;t©d fwblertfêstgsiti óanit WBkhtófl, ö&fcïdafciiiungatowbosiifwê® aeeclEiu datuhöefcht twa jgg^EijejigorfJjipB&gEt!^ fjftGpn^eeptp./iggctf.pBi ffi:pla}< derf oar, dan moat it net yn it g:unstichste gefal de léste jierren wie, to hear- ren krijt: Der is noch ién hoekje. Hwant, sille wy de partikuliere wenningbou goed fan 'e groun helpe, dan moatte wy dochs minstens kar üt 1015 perselen, fan forskiilende greatte en fan forskillende prizen, jaen kinne. Pas dan wurdt der oan de partikuliere wen ningbou yn Ljouwert hwat dien en dan kin it ek wêze, dat de oare helte fan it Kolleezje, dy't de trek nei de doarpen tsjin gean wol, syn sin krijt. De hear Tiekstra (weth.): Ik leau net, dat ik de hear Miedema ienige oanlieding jown haw to tinken, dat ik allinne oer bungalows praet haw. (De hear Miedema: En de Wurdumerfeart dan?) Ik haw de Wurdumerfeart neamd, mar dér giet it net om bun galows, mar om op harsels steande wenningen. Yn Rapenburg giet it wol om bungalows. Yn it bistim- mingsplan Goutum binne bungalowterreinen, mar ek terreinen foar huzen mei fordjippings en dér kinne ek blokken fan twa huzen ünder ien kap komme. As de hear Miedema foründerstelt, dat dizze Wethalder ef- teroer „hingjen" giet, as de oare Wethalder foaroer „hingje" wol, is dat in forkearde konklüzje. De hear Miedema: Der is oer forskillende fan dizze punten fan 'e middei ek al in pear wurden sein, mar ik tocht: Ik kom joun wol oan bod. Dêrom haw ik noen in pear puntsjes biwarre. Ik kom hiel tieht yn 'e buert fan dat iene punt, dat troch de hear Schönrela steld is. Hy hat fan e middei pleite foar wenningen foar minsken op jierren, in nuske sunder tordjippmg mei in tüntsje. Der is fan 'e kant fan it Kolleezje nochal hwat tsjin agearre, yn earste ynstansje omdat men miende, dat dat yn 'e binnenstêd moast en doe sei it Kolleezje üteiniiks: r an dy wenningen sil wol hwat komme kinne yn 'e buert fan Huzum, dér binne wol inkele plakjes hwer't dat mooglik is; men kin dan gebrük meitsje fan it tohüs foar minsken op jierren en fan it tsjmstensin- trum dér. Ik haw hjir ek oer praet yn 'e öfdielings- gearkomste en doe krige ik de yndruk, dat Weth. De Jong tige porteaj;re wiefoar flats foar minsken op jierrem. üjoen yn.eit ramt ufan, 'e trochstreaming, dy't wy no®ynLjquwert moai op gong'krije,aalhoewol wy meijejfieatot-reden, wgzepoit J kinnorth;ubietterdpi cbirj fit der daaiO«Etsjüge,bdfetriwybynoblt£k®ik;.wyk,7 byrgc ^ti tan-east;, ui: Eekkumeredn -udus nét.nWefpmansiustï of ijinnonstédji,: inkele hündonten/gewoanje Iwenninkjes foar opmaken op; jiarrenl Ijotawè -jiipattfi.i- Dêrmci Soefi o, iwy de/.trQclastreanfnng'ibifDardorj&'fari'aldefeiimnskeivPy'.t yn itbgffcat akivhüSi WBhja.o glycinen lyH /invl Lai -iwenhe hawwsodnidfyób/wyb déBnekbnetvyg krije. Mar -hjia vfoile WQl'Kfci. in getyflik: huske yn >in:krtappe- wyk. Délf: wdfie hja iük noch twolniniipearr.sinteri foar i bitelje.:,qoorf dl r DêuAsjinoer kruje Jo. ittanin Ms fan foar ede-, oar loch misktfiaj may:nocii iytp.goede xSteafa> frjjpwlajrioejEongt de heefóhste Fhier; jhoécnt op to;, bcingetu: MJ- tinkt, dat dat f,oar,.flecbifolking:'fafi::l4ouwertj;opeüfl£ro(ilistreamings- jhsüiesbiin jau»ettg6r-iynftaedrrha.v,iw0ekaes,! Enjsfoodogge djénêAöerfcipnjagkenadêiinfikkncwto indeugd. möi. Bef)ju dy'to trpchstraame.kjVvollf!, hawwer dat al lang füanP d iieNoutsOQch eat fiör ,def>SQarch<.fQar .de aldore .minskc. Deiiihat .ini'tiiid; west,:datr.mea:faun, dat mihsken boppe Mee 65.7jier.[.neii in.etphüsvmdaste», Mar ;der 'ise'it.üen tih Rftr dtprggng realïief J5kke iwraM dn cjaaerg seih BjUd': •ftli^ivgi^angHafejit.Mn^p jineefeipin ek.eflêmn -§m. ik dfl? tm*i yftoïwn&pjkea yaB&feffomate -rpji.ttfiiwenninkjp fpnr minskenoóp jierren to bouwen, .«esf^aBptj.jgHnj.fJatft, Ddt iialdt mi yn. dat 4er gjin plak;wêpi SOB foar ia fiatcfoar .di^e- minste®; l4er Ï4ïïnf!ekcwol jgupn dy't dér yn wolle. Mar ik lean, óe,cO%re -^:-atogea:ry,.;on»,t -noq; ta.net oa® ïm ferok- jfo noJsnngrdqo'ini/rl ob tem |)s fsb ,n9g noiferteV itkïïk/inoBHSÏJ^n 4«r ii% vkwgt A&- ^dichrramnfiêrmei. byit.:rKoU,oezje;.;;g®..-i"?3» kpmmen, jpftSatk M(oj fier fifyPri^bWejjripjBtqn -bütengow9gntf)frjpmfleI.^gek, .dat wy ynj.fg^^fnoeptft.-kjpHwert noen nfa,,^ moed opiuingv kind- hawwe karwetming.-n to bouwen. Ik leau, dat dit in wenniagtype is, dat, hwat wengenot en hbbensdür oaijgiot, net ünder hoocht to dwaen foar der m hiertaslach der in hiertaslach fan f250,— yn it jiep foar jown jpfyicdi^ soja-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 27