5 L, I siale karwenningen to bouwen, mar de Gemeente fynt it under de „stand" fan Ljouwert se to bouwen, dan bigryp ik der wier neat mear fan. En dan freegje ik my öf: Moatte wy üs stanpunt nou net ris wizigje en yn 'e nije wiken (it moat hwat ütsocht wurde, se kinne miskien net oaral stean) dit soarte fan wen- ningen bouwe neist it al neamde forskaet fan wen- ningen yn frije-sektor-bou, bungalows, wenninkjes foar minsken op jierren sünder fordjipping ensfh. Mear typen huzen bouwe is der sein en dêr bin ik it folslein mei iens; der moat nou hwat oars komme as it bou- „soadtsje" dat wy oant nou ta ütfierd hawwe, om it hwat denigrearjend to sizzen, mar sa slim mien ik it fansels net. Mevr. Visser-van den Bos: Na het vele, wat ik in de afdelingsvergadering heb gezegd over de volkshuis vesting en dan speciaal over de huisvesting van de minder draagkrachtigen, zal ik nu natuuxiijk nog slechts enkele punten aanstippen, waarvoor ik de be langstelling van de gehele Raad vraag. Het probleem van de huisvesting van de minder draagkrachtigen klemt des te meer, nu de woningen, die thans worden gebouwd, steeds duurder worden. Doordat harmonisatie van de huren van woningblokken, die in de laatste jaren zijn gebouwd en die alleen maar duurder zijn, doordat ze later zijn gebouwd, niet mogelijk is gebleken, zitten we nog steeds met woningen, die tientallen guldens duurder zijn dan andere, even aantrekkelijke woningen. Dit levert grote moeilijkheden bij de doorstroming. Wanneer mensen, die al in een vrij duur huis wonen, toch bereid zijn f50,—, f60,— of desnoods f 100,— meer te betalen, maar dan in ongesubsidieerde huizen in de vrije sector terecht komen, die niet aantrekkelijker zijn, dan vervalt voor hen de reden tot doorstroming. Dit is een uiterst moeilijk probleem, waarmee we nu al jaren lang bezig zijn en we hebben nog steeds de steen der wijzen niet gevonden. Vooral t.a.v. de huis vesting van gezinnen met een minder groot inkomen, die werkelijk zijn aangewezen op de goedkope wonin gen, vragen we ons natuurlijk af, wat we eraan kun nen doen. De enige instantie, waarop we nu nog kun nen terugvallen, is het Bureau Huisvesting, dat de huizen van de Gemeente beheert en op het ogenblik nog toezicht houdt op het toewijzingsbeleid van de wo ningbouwverenigingen, doordat het de woonvergunnin gen moet afgeven. Ik maak me echter bezorgd, wan neer ik lees, dat ook de Woonruimtewet binnen afzien- bax-e tijd zal worden opgeheven. Ik zie nog niet, op welke wijze dan voor deze mensen een betaalbare wo ning kan worden veilig gesteld. Ik weet wel, dat er gesprekken worden gevoerd met de woningbouwver enigingen om te komen tot een soort federatief beleid. Ik hoop, dat men zal kunnen komen tot het maken van afspraken over het toewijzen van woningen aan die groepen, waarvoor de woningwetwoningen tenslotte zijn gebouwd. Ik zou graag van de Wethouder verne men, hoe hij zich e.e.a. voorstelt, wanneer de Woon ruimtewet in deze stad komt te vervallen. Ik meen te weten, dat daai'voor een of andere wettelijke termijn bestaat, wanneer eenmaal tot huurliberalisatie is over gegaan. Ik heb trouwens het idee, dat het voorstel van het vorige jaar tot het nemen van een proef met deel- liberalisatie nog niet zo gek was. Dan hadden we een bepaalde groep woningen veilig kunnen stellen. Ik zal echter niet langer stilstaan bij iets, dat het vorig jaar door de Raad is afgewezen, aangezien het geen nut zou hebben. Ik vertrouw natuurlijk op een rechtvaar dig toewijzingsbeleid door het Bureau Huisvesting. Ik heb ook geen enkele reden om daarop niet te vertrou wen. Met de woningbouwverenigingen heb ik het wel eens wat moeilijker. Zij moeten natuurlijk ervoor zor gen, dat zij met de huuropbrengsten uitkomen. Ik zou zo mogelijk graag van de Wethouder willen vernemen of er m.b.t. de woningwetwoningen van de woningbouw verenigingen veel problemen zijn wat betreft de huur achterstand, of er dan een beroep wordt gedaan op de Algemene Bijstandswet en wat daarvan dan de gevol gen zijn. Wordt de bewoners dan b.v. aangeraden door te stromen naar een veel goedkopere woning en geeft dat dan misschien weer allerlei familieproblemen T.a.v. de doorstroming heb ik er al eerder voor gepleit iets meer te doen dan alleen maar een passief door- stromingsbeleid te voeren. Onder een passief doorstro- mingsbeleid versta ik een beleid, waarbij men wacht, totdat de mensen zelf om een ander huis komen vra gen en waarbij men op grond van hun inkomen (ho pelijk geverifieerd d.m.v. een briefje van de werkgever cf een belastingbiljet) kan komen tot een rechtvaar diger toewijzing. Ik zou echter wel willen, dat we iets verder gingen en dat de Gemeente zelf een soort ac quisitie ging voeren onder die mensen, die misschien voor doorstroming in aanmerking zouden komen. Zo heb ik meegemaakt, dat op een avond van vrouwen verenigingen de heer Van der Wal een uiteenzetting gaf over wonen in Leeuwarden, waarbij hij een aantal tekeningen aan de dames liet zien. Helaas hadden we er toen niet zoveel tijd meer voor. Een dergelijk idee verdient m.i. nadere uitwerking. Op avonden van vrou wenorganisaties zou men propaganda kunnen maken voor de mooie woningen, die we in Leeuwarden gaan bouwen, door het tonen van tekeningen en van foto's van modelwoningen, opdat degenen, die niet zo ge makkelijk een tekening lezen, zich toch enigszins kun nen voorstellen, hoe een soortgelijke woning in een be paalde buurt er uit komt te zien. Bovendien zouden daax-bij berekeningen moeten worden gegeven, opdat de mensen kunnen zien, dat de afstand tussen de mo menteel betaalde huur en de huur van die flats niet zo groot is als wel eens lijkt. Zo denkt men er dikwijls niet aan, dat centrale verwarming lang niet zo duur is als het apart verwarmen van verschillende kamers in een gewoon huis. Voorts zijn er dan nog kleinere plus punten, zoals het wegvallen van de glasverzekering of de voorziening van het schoonhouden aan de buiten kant. Misschien zijn er in deze tijd echt nog wel men sen te vinden, die ervan kunnen worden overtuigd, dat doorstroming in hun eigen belang is. Ik hoop dan ook, dat we ertoe kunnen komen de daarvoor geschikte mensen aan te trekken of te kiezen uit onze ambtena ren om die mensen te bezoeken, die waarschijnlijk in een te goedkoop huis wonen. Ik heb gelezen, dat er misschien wel een mogelijkheid zou bestaan tot harmonisatie van de huren, maar dan zou de Gemeente een woningkartotheek moeten aanleg gen. Dan zou men een soort puntensysteem kunnen hanteren om de verschillende woningen met elkaar te vergelijken en de huren aan de hand daarvan vast te stellen. Ik zou graag willen vernemen of men zich in deze Gemeente wel eens heeft verdiept in de vraag of het mogelijk zou zijn de huren van gelijksoortige wo ningblokken, die kwalitatief niet zoveel van elkaar ver schillen, maar qua huurprijs wel, gelijk te trekken. Natuurlijk hoop ik, dat er optimaal gebruik zal wor den gemaakt van de nieuwe premies, die te krijgen zijn voor krotopruiming en doorstroming. Ik veronderstel, dat de ambtenaar, die wordt belast met het bezoeken van de daarvoor in aanmerking komende personen, zou kunnen worden betaald uit de gelden, die men kan krij gen voor de doorstroming. Zo niet, dan hoor ik dat nog wel. Voorts zou ik haast willen zeggen: Laten we het nu eens durven een aantal woningen te bouwen in een buurt, waar nu al zoveel grond in handen van de Ge meente is. Men zal mij misschien tegenwerpen, dat er geen bestemmingsplannen zijn, maar ik meen wel begrepen te hebben, dat er zo hier en daar wel eens iets verschijnen kan. Ik denk hierbij b.v. aan het misschien niet zo fraaie gebouw, dat gekomen is op de plaats van „Amicitia". Dat had met een bestem mingsplan ook niets van doen, maar kwam te staan op de grond, die de mensen in eigendom hadden en waarvoor een bouwvergunning werd afgegeven. Zo is er misschien ook wel een mogelijkheid in Werkmanslust, waar de Gemeente al heel wat straten (ik dacht ook aan de Klanderijstraten, maar dat weet de Wethouder on getwijfeld beter dan ik) helemaal in handen heeft. Als die huizen werden afgebroken, zou men daar mis schien woningen kunnen zetten. Naar ik meen, heeft de heer Heidinga het vorige jaar nog een verzoek ge daan daarvoor een deelplannetje te maken. In dat geval mag men er bouwen en heeft men aan alle voor schriften voldaan. In die buurten zou men dan b.v. de door de heer Miedema bedoelde keuzewoningen kun nen bouwen, die, geloof ik, minder kostbaar behoeven te zijn dan de woningen, die onder architectuur af zonderlijk worden gebouwd. Voorts zou ik graag worden ingelicht over de vraag of hier ter stede een onderzoek is ingesteld naar de woonwensen van die mensen, die móéten worden ver plaatst. T.b.v. het rapport van de Nationale Woning raad, dat ik met veel belangstelling heb bestudeerd, zijn die woonwensen inderdaad onderzocht. M.i. zou dit een basis kunnen zijn voor een verder onderzoek in deze stad. Ook in andere wijken zou men kunnen informeren naar de woonwensen, opdat we er nu ein delijk eens achter komen of het percentage mensexx, dat liever in laagbouw dan in flats woont, nu werke lijk zo groot is. Zo ja, dat zou ik ook graag willen weten of de bouwkosten van laagbouw nu zoveel ho ger zijn dan van hoogbouw. Voorts heb ik een van de afdelingsvergaderingen iets gezegd, wat blijkbaar niet helemaal duidelijk is geweest. Ik zou hebben gezegd, dat ik bezwaar heb tegen het toewijzen van flats aan vrijgezellen. Indien ik het al zo heb gezegd, dan heb ik het toch niet als een absolute uitspraak bedoeld. Ik heb geïnformeerd naar flats met 3 slaapkamers. Het was mij bekend, dat verscheidene van deze flats werden bewoond door één man of vrouw, die dan weer ging onderverhuren, omdat hij/zij die ruimte niet no dig heeft of de huurprijs te hoog is. Daarom heb ik gevraagd of de toewijzing aan deze personen geschiedt, omdat men geen gezinnen voor die flats kan krijgen en, zo ja, of dat komt, doordat de huur van die flats voor gezinnen onbetaalbaar is. Alleen in dit laatste geval betreurde ik het, dat die flats aan vrijgezellen werden toegewezen. Overigens vind ik het heel van zelfsprekend, dat vrijgezellen (maar dan spreek ik niet over jongelui van 20, 21 jaar, want daai'voor is de woningvoorraad nog niet groot genoeg) evengoed recht hebben op een zelfstandige wooneenheid. Dat heb ik geen ogenblik willen aanvechten. Wanneer er echter 5 aanvragen komen en wij hebben maar 3 huizen ter beschikking, dan moeten wij prioriteiten stellen en dan zal toch niemand willen stellen, dat een gezin, dat in wonend is of dat in een krot woont, niet vóór een vrij gezel moet gaan. De heer De Vries: Als ik goed ben ingelicht, ligt er nog steeds een aan de Raad gericht adres van een aantal mensen uit de Bijenhofstraat en omgeving, die het vorige jaar hebben gevraagd, wat de plannen met Wei'kmanslust zijn. Zij zouden het bijzonder apprecië ren, wanneer daar bejaardenwoningen zouden worden gebouwd, dicht tegen het dienstencentrum aan, zodat ze optimaal en langdurig zouden kunnen profiteren van de diensten, die dit centrum kan bieden. Toen ik onlangs een van deze adressanten ontmoette, vroeg hij mij of de plannen nu al haast gereed waren. Ik ant woordde hem, dat dat nu eenmaal niet zo maar een, twee, dr-ie gaat en dat hij nog even geduld zou moeten hebben. Daarop pakte hij me bij mijn kraag en zei: „Zeun, je moet ex-om denken, wij künnen niet wachten, want wij zitten al in de overuren." Ik geloof, dat hij daax-mee de hele zaak goed typeerde: Bejaarden kunnen niet wachten! Voorzieningen voor be jaar den woningen kunnen daarom ook niet wachten. Het naar voren bx-engen van enkele suggesties had ik eigenlijk willen laten rusten tot de behandeling van hoofdstuk IX, maar de heer Miedema heeft mij min of meer in de ring gehaald door het probleem van de be jaardenwoningen hier aan te snijden. Ik dacht, dat het wel bekend was, dat in Leeuwarden tientallen bejaarde echtparen huizen bewonen, waarvan zij slechts de be gane grond gebruiken en dat anderen, die toevallig een bovenhuis bewonen, nooit meer beneden komen, omdat ze fysiek niet meer in staat zijn de trappen te beklimmen. Wanneer we een overzicht hadden van het aantal bejaarde echtparen, die in een dergelijke situa tie verkeren, dan zou ons misschien wel de bange vraag beklemmen, hoe we hier mee aan moeten. Ik geloof, dat de heer Miedema de spijker op de kop heeft geslagen, dat er juist in deze sector vermoedelijk goede mogelijkheden voor doorstroming zitten. Vooruitlopen de op de behandeling van hoofdstuk IX, zou ik dan ook nu reeds het volgende naar voren willen brengen. M.i. hebben wij als gemeenschap de mogelijkheid in handen deze bejaarde mensen, die niet kunnen wachten en die in een acute verzorgingsbehoefte verkeren, snel te helpen. Wanneer we willen, zou het, dacht ik, mo gelijk zijn een van die hoge torens, die we achter Bil- gaard bouwen, volledig te bestemmen voor de huisves ting van bejaardexx. Daarin zouden enkele voorzieningen kunnen worden getroffen, waarover ik straks nog het een en ander wil zeggen. In ieder geval kunnen we daar op die manier 90 100 echtparen huisvesten, terwijl de woningen, die zij verlaten, weer beschikbaar kunnen worden gesteld voor anderen, die dringend behoefte hebben aan passende woonruimte. Zo kunnen we twee categorieën inwoners van dienst zijn. Natuurlijk zal dit financiële consequenties hebben, maar dat zal ik straks bij de behandeling van hoofdstuk IX graag aan de orde stellen. De heer De Jong (weth.): De heer Miedema vindt, dat het College nogal geporteerd is voor bejaarden flats en vraagt zich af of het niet beter zou zijn om b.v. in Aldlan-oost of in het Lekkumerend enkele hon derden eengezinswoningen voor bejaarden te laten bou wen met daarbij ook keuzewoningen. M.b.t. het plan „Lekkumerend" hebben we daarover in het College een uitgebreide discussie gevoerd. Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen, dat Lekkumerend-oost kwalita tief wat beter moet worden om zodoende Lekkumerend- west wat op te trekken. Ook de beide woningbouwver enigingen, die in Lekkumerend-west hebben gebouwd, koesteren zeer uitdrukkelijk die wens. Dan moet men daar echter geen keuzewoningen gaan bouwen. Keuze woningen in een passende vorm in het verlengde van de bouwstroom mochten in 4 bouwlagen worden ge bouwd, maar dan zonder lift. (De hear Miedema: Kin ek wol op 'e groun.) Ja, maar het gaat erom, waaraan we nu juist behoefte hebben. Het is gebleken, dat de eengezinswoningen in Bilgaard een bijzonder goed door- stroxningsobject vormen. De mensen gaan daar graag heen, aangezien dan een eigen home op de begane grond hebben. Op grond van die ervaring zijn wij tot de conclusie gekomen, dat wij er Lekkumerend geen dienst mee bewijzen daar keuzewoningen te bouwen, die van mindere kwaliteit zijn dan de woningen, die wij daar graag zouden willen bouwen. Wij bewijzen Lekkumerend een dienst met het bouwen van eengezins woningen van goede kwaliteit voor de doorstroming. Bovendien hebben we die eengezinswoningen ook wel nodig voor bepaalde gezinnen met schoolgaande kin deren, die niet zo gemakkelijk in een flat passen. Men is zo langzamerhand tot de conclusie gekomen, dat flats niet voor alle mensen geschikt zijn. Ze zijn wel geschikt voor vrijgezellen en bejaarden. Voor bejaar den zijn flats m.n. aantrekkelijk, omdat zij dan geen trappen hoeven te lopen dank zij de liften en omdat ze daar centrale verwarming hebben. Een voorbeeld daarvan vormen wel de flats aan het Vrijheidsplein. We hebben die flats destijds bestemd voor jonge ge zinnen, maar thans komt er een stroom van aanvra gen van de kant van bejaarden, zodra daar een flatje vrij komt. Gezien deze ervaring, lijkt het mij dan ook juist ook de flatbouw een functie in de bejaardenhuis vesting te laten vervullen. Inderdaad zijn de flats in Bilgaard, waarop de heer De Vries reeds doelde, bij zonder geschikt voor bejaarden, ook in het huurniveau. De huur van een flat aan het Vrijheidsplein is ruim f 130,per maand all in, die van de flats in Bilgaard (in De Kei, naar ik meen) f140,per maand. Dat verschil is dus niet zo groot, terwijl de inrichting en de kwaliteit van de flats in Bilgaard nog beter is. De moeilijkheid is echter, dat tal van bejaarden er tegen op zien die woningen te betrekken, omdat ze zover bui ten het centrum liggen, en dan zien ze er dikwijls van af. Het spreekt wel haast vanzelf, dat de woningbouw verenigingen deze woningen, die zij toch wel graag bezet willen hebben, dan toewijzen aan vrijgezellen. De doorstroming hoeft dus bepaald niet op gang te worden gebracht d.m.v. keuzewoningen, dat kan ook best ge schieden d.m.v. bejaardenflats, mits deze maar worden gericht op de behoefte. Bovendien krijgen we voor be jaardenflats, die speciaal voor dat doel worden ge bouwd, f 250,per jaar per flat aan extra bijdrage. Ook uit stedebouwkundige overwegingen zou ik in Ald- lan-oost geen keuzewoningen willen plannen, uit door stromingsoverwegingen wel een goede kwaliteit een gezinswoningen, die bijzonder worden gewaardeerd. Dat wil niet zeggen, dat we nergens keuzewoningen willen hebben. Ze moeten echter stedebouwkundig in de om geving passen. Zo zullen in 1970 21 keuzewoningen worden gebouwd aan de Vuurdoornstraat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 28