2 3 wijze deze zo belangrijke dag hebben herdacht en ik zou vanaf deze plaats ik ben ervan overtuigd ook de tolk van de Rand te zijn het Bevrijdingscomité, een ploeg mensen uit onze stad, die bijzonder veel werk heeft verzet, dank willen zeggen voor de grote inspan ning, die zij zich hebben getroost, opdat wij dit met elkander zouden kunnen beleven. Ik meende, dat ik enkele woorden aan deze zo be langrijke gebeurtenis in onze raadsvergadering moest wijden. Verder zou ik ook nog van deze gelegenheid gebruik willen maken en daarbij ga ik even over yn üs lanstael om de hear Boomgaardt hertlik lok to winskjen en ik bin derfan oertsjüge, dat ik dan ek de tolk bin fan de hiele Ried mei syn 25-jierrich ju- biléum, dat hy as direkteur fan it „Friesch Dagblad" de öfroune wike fierd hat. Nochris: hertlik lokwinske, mynhear Boomgaardt, en noch folie jierren yn'e béste sounens. Punt 1. De notulen van de vergadering van 13 januari 1970 worden onveranderd vastgesteld. M.b.t. de notulen van de vergadering van 14 januari 1970 zou ik een tweetal correcties willen voorstellen. Op de eerste pagina moet onder de namen van de aanwezigen worden geschrapt de naam van Mr. T. J. Kingma; in plaats van diens naam moet gelezen wor den: „de heer P. P. de Jong, Gemeentesecretaris". Op pagina 6 staat in de 21e regel van onderen in de eerste kolom: „sportveld in het westen". Dat moet zijn: „sportveld in Lekkum". De notulen van de vergadering van 14 januari wor den, met inachtneming van de door de Voorzitter ge noemde correcties, onveranderd vastgesteld. Punt 2. De heer P. P. de Jong (secr.)Bericht van verhin dering is binnengekomen van de raadsleden de heren P. J. Engels, M. Tjerkstra en G. de Vries, terwijl de heer H. L. M. Stek heeft laten weten iets later ter vergadering te zullen verschijnen. Rondgezonden mededelingen. Sub A. De berichten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub B. De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen. Sub C. De verzoeken worden in handen gesteld van B. en W. om preadvies. Sub D. De mededelingen worden voor kennisgeving aange nomen. Sub E. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub F. Het verzoek wordt in handen van B. en W. gesteld om preadvies. Sub G. De hear Boomgaardt: By oare gelegenheden seine B. en W. by dit soarte fan stikken: Wy hawwe sa en sa tocht en skreaun, mar dat stiet hjir net by. Hjir stiet allinnich: Dit heart nei üs miening fia de „Ver eniging van Nederlandse Gemeenten" by hegere yn- stansjes oanhingich makke to wurden. En der wurdt ütsteld dit stik foar kundskip oan to nimmen. Soe it net sin hawwe, dat it Kolleezje tasei en in moun- linge tasizzing is my genóch dit punt to praet bringe to sillen by de „Vereniging van Nederlandse Ge meenten" It is miskien in formaliteit en it is bést mooglik, dat oaren it dogge, maar üt dizze stikken krijt men dochs wol de yndruk, dat it bilangryk ge nóch is om der ris oer to praten. De Voorzitter: Ik zou me wel kunnen voorstellen dat wij en het is de laatste tijd ook wel gewoonte behalve deze brief voor kennisgeving aan te nemen, het daaraan voorafgaande ook ter kennis brengen van de briefschrijver, in dit geval het gemeentebestuur van Purmerend. En dan ligt het op de weg van dat ge meentebestuur het bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ter sprake te brengen. Kunt U met deze gang van zaken instemmen? De heer Boomgaardt knikt instemmend. De Voorzitter: Akkoord; dan zullen we aan Uw wens voldoen. Sub H. Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub 1. Het verzoek wordt voor kennisgeving aangenomen. Punten 3 t.e.m. 6 (bijlagen nos. 115, 119, 120 en 127), Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 7 (bijlage no. 116). De heer SchönfeldIn de raadsbrief wordt voor het perceel tuingrond over het tijdvak van 30 januari 1969 tot 30 januari 1970 een huurprijs van f 1000,voorge steld, welke echter vanaf 30 januari 1970 f 2000,per jaar zal gaan bedragen. Hoewel de tuingrond het afgelopen jaar nog bij de heer Haven in gebruik is geweest, terwijl het al ge meentelijk eigendom was, zal ik toch graag vernemen waarom de huurprijs met 100 pet. moet worden ver hoogd. Ik heb de indruk, dat hier te sterk is gelet op het feit, dat de heer Haven hier nog een gevestigd bedrijf heeft, moeilijk elders iets kan vinden en graag zo lang mogelijk wil doorgaan met zijn broodwinning De toe te passen huurverhoging is m.i. dan ook on redelijk. De heer Tiekstra (weth.)De huurprijs van f2.000,— zijn we overeengekomen met de heer Haven. Alleen de redenering van de heer Schönfeld zet de zaak op de kop hebben wij voor de eerste periode f 1.000, aangehouden, omdat de heer Haven toen nog in de situatie verkeerde, dat hij niet wist, of hij het bedrijf ter plaatse kon continueren of zou gaan verplaatsen. De overeengekomen huurprijs van f 2.000,voor 50% wordt in rekening gebracht voor het eerste jaar. Dat is de inhoud van de complete overeenkomst met de heer Haven. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 8 (bijlage no. 117) De heer Hogendijk: B. en W. hebben geen bezwaar dit stuk grond te verhuren aan de Coöp. Inkoopvereni- ging. Ik kan mij echter voorstellen, dat de bewoners van de Van Loonstraat er wel wat bezwaar tegen zullen kunnen inbrengen. Het is geen fraai gezicht die em ballage daar buiten te zien staan. Nu stelt het College voor nog een extra stuk grond te verhuren aan deze Inkoopvereniging, waardoor de aanblik nog minder fraai wordt. Ik zou mij kunnen indenken, dat B. en W. aan deze Inkoopvereniging vroegen op dit stuk grond een behoorlijke loods te zetten, al behoeft het niet zo'n pracht-exemplaar te zijn. Als het daar maar een een voudig, doch goed geheel wordt. Kan deze voorwaarde niet opgenomen worden in de overeenkomst? De heer Tiekstra (weth.): Deze bepaling nu nog op te nemen in de overeenkomst lijkt mij, gezien de over eenstemming die bereikt is, wat moeilijk. Ik wil de heer Hogendijk wel nadrukkelijk toezeggen we ken nen de situatie daar wel ongeveer dat aan de wijze waarop de zaak door de Coöp. Inkoopvereniging zal worden verzorgd, door ons zeer bijzondere aandacht zal worden geschonken. Meer kan ik op het ogenblik echt niet zeggen. De Voorzitter: Kan de heer Hogendijk daar genoe gen mee nemen De heer Hogendijk: Nee, mijnheer de Voorzitter. Dat lijkt me toch niet goed. Ik zou dan liever op dit moment tegen stemmen en een nieuwe overeenkomst zien. De heer Hogendijk en verschillende andere raads leden verlangen stemming. Het voorstel van B. en W. wordt verworpen met 16 tegen 15 stemmen. Tegen stemden mevr. Visser-van den Bos en de heren Bouma, Hogendijk, Janssen, King ma, Klomp, Van der Laan, De Leeuw, Mr. Lijzen, Ree hoorn, Rijpstra, Spoelstra, P. van der Veen, Vellenga, Venema en Van der Wal. (De heren Faber en Stek waren tijdens de stemming niet aanwezig.) Punt 9 (bijlage no. 132). De heer Visser: Dit voorstel komt ons redelijk voor, zodat wij er ons wel mee kunnen verenigen. Als wij echter de financiële gevolgen ervan overwegen, dan schrikt het wel enigszins af en ik weet niet, of het College op dit moment een optelsom zou kunnen maken van de exploitatielasten van een nieuw te stichten eigen gebouw Daarmee komen we zeer zeker ook duur uit. Waar wij prijs op stellen, is wat ongeveer aan het eind van de raadsbrief het College zegt: „Wij stellen ons voor nog nader overleg te plegen over het recht van koop door de Gemeente." Dit punt is voor ons aanleiding B. en W. in overweging te geven dit in het kader van de onderhandelingen i.z. de huurovereen komst met de bouwer te bespreken. Wij als fracties zijn van mening, dat hier nog perspectieven zijn, om dat o.i. bij de groei van de stad ook de behoefte aan dienstruimten verder zal toenemen en wij zien hier een gunstige gelegenheid daar gebruik van te maken. Graag zouden wij het standpunt van het College hier over vernemen. De heer Schönfeld: In de raadsbrief staat vermeld, dat de bouw van een eigen kantoorgebouw voor de Schooladviesdienst waarschijnlijk op grote financiële moeilijkheden zal stuiten, welke zich niet voordoen bij de huui van een aantal etages van het kantoorflat gebouw aan de Tesselschadestraat, omdat zowel de bouw als de financiering door een derde geschiedt. De G.S.D. zal in het te creëren kantoorflat eveneens kun nen worden gehuisvest, hetgeen ik een nuttige zaak I vind. In de raadsbrief lees ik verder, dat de Gemeente alleen heeft zorg te dragen voor de betaling van de jaarlijkse exploitatielasten van het door haar te huren gedeelte van het gebouw. Hoe hoog deze lasten wor den geschat, kan ik in de raadsbrief niet terugvinden. De huur is gebaseerd op een bruto rendement van 10/2 pet. voor de eigenaar en zal over de eerste vijf bouw lagen f 677.988,per jaar bedragen. Ik zal graag van het College vernemen, hoe hoog de jaarlijkse exploitatielasten zullen zijn, alsmede of er een mogelijkheid is, dat de Gemeente zowel voor deze jaarlijkse exploitatielasten als voor de huur ook nog een tegemoetkoming van het Rijk kan ontvangen. Ik ben het helemaal met het College eens, dat een nieuwe huisvesting voor de G.S.D. een dwingende eis is, waarbij ik ook nog denk aan een aanzienlijke effi- ciency-verbetering, hetgeen in geld uitgedrukt welis waar toch op een fictief bedrag zal uitkomen, doch in ieder geval resulteert in een lager onkostenbedrag dan is genoemd. Het zou interessant zijn, om het efficiency-onder- zoek, dat bij deze tak van dienst gehouden zal worden, in twee fasen te doen plaats vinden, n.l. het eerste in de oude en het tweede in de nieuwe situatie, teneinde ook eens een beeld te krijgen van het kostenbesparende dement van de verbeterde huisvesting van deze dienst. Het kan voor de andere diensten n.l. een leidraad vor men. Mevr. Veder-Smit: Ik behoef nauwelijks te her dalen, dat ik blij ben, dat het College definitief is af gestapt van het vorige voorstel, dat minder gelukkige dementen bevatte en ik geloof, dat dit voorstel om kantoorruimte te huren aan de Tesselschadestraat twee voordelen heeft: 1. dat het op vrij korte termijn ter beschikking komt, wat, gezien de dringende behoefte die aan dit gebouw bestaat, een vervulling is, en 2. dat men aan de financieringsmoeilijkheden ont komt. Ik geloof, dat de plaats ook zeer wel aanvaardbaar is. Ik vraag me alleen af, of de parkeerruimte er om heen voldoende zal zijn. Ik geloof, dat de inrichting zeker op de begane grond goed aangepast kan worden aan doel en manier van werken van de Gem. Soc. Dienst. Ik heb een paar vragen: 1. over het feit, dat het College voorstelt, ook de Schoolartsendienst in dit gebouw te vestigen, ervan uitgaande, dat deze dienst niet moet blijven in het ge bouw van de F.B.T.O. Waarom heeft men niet gekozen de combinatie met de Gem. Gezondheidsdienst, die ook denkbaar is? 2. Van welke prognose, van welke omvang van deze dienst is men uitgegaan? Twee verdiepingen lijken mij n.l. een heel grote ruimte. 3. Op welke behoefte-raming, wat de aantallen per sonen betreft van de G.S.D., is men afgegaan In het vorige plan was men, meen ik, uitgegaan van 85 amb tenaren. Ik meen te weten, dat de optimale grootte, zoals die nu geschat wordt, 122 zou zijn en dat men dan nog rekent op een reserve, zodat men op 150 zou komen. Is in deze getallen al een eventueel resultaat van het efficiency-onderzoek begrepen? Is dat onder zoek al geëindigd en kan daar iets over gezegd wor den Ik kan me voorstellen, dat dat van invloed is op de omvang van de dienst. Dan neem ik aan, dat, wat de kantoor-oppervlakte betreft, gewerkt is volgens de rijksnormen, die er zijn voor de oppervlakte per wer ker in die ruimte. Dan heb ik nog een enkele vraag over de uitwerking van het contract: Staat al vast, wie zich gaat belasten met de exploitatie van het gebouw? Zal de bouwer dat zelf doen of wordt dat misschien een stichting? En zal het ook mogelijk zijn bij het contract te zorgen voor een bepaling, dat de Gemeente kan onderverhuren? Ik kan me n.l. voorstellen, dat men rekent op een bepaal de bezetting, deze ruimte alvast wil hebben, maar die nog tijdelijk ten dele aan anderen wil verhuren. Je schrikt natuurlijk erg van de huurprijs. Ik ben echter niet voldoende bij machte om te zeggen, dat die zo- en zoveel minder zou moeten zijn en daarom moet ik erop afgaan, dat het College zo hard als nodig was heeft onderhandeld. De heer Van der Laan: Het voorstel van het College tot het verwerven van een goede huisvesting door de G.S.D. heeft ook uiteraard de instemming van mijn fractie. We vragen ons even af, of nu inderdaad afge stapt wordt van de plannen tot het zelf bouwen van een kantoorpand. Overigens is het wellicht mogelijk t.z.t. in dit pand meerdere diensten te huisvesten en daardoor te komen tot een stadskantoor, zoals bijv. in de gemeente Beverwijk. Ook wij zijn van mening, dat het recht van koop een bijzonder belangrijke factor zal zijn in de onderhandeling over dit geheel. De huur prijs al meer aangeroerd is, naar het ook ons voorkomt, aan de hoge kant. In de raadsbrief staan de bronnen van informatie in het algemeen buiten Leeuwarden niet vermeld. Het Financieel Dagblad van 6 maart publiceert een aantal huurcijfers en daarbij zien we voor Rotterdam f 100,tot f 165,voor Apel doorn f 60,tot f 120,en voor Leeuwarden f 80, tot f 110,per m2. De in de raadsbrief vermelde huur prijs komt ons daarom wat hoog voor. Nu staat ook in de raadsbrief, dat in het plan rekening is gehouden met specifieke eisen, die door de te huisvesten diensten gevraagd worden. Wellicht vindt dit dan zijn weerslag in de huurprijs. Is in de specifieke eisen misschien ook begrepen de parkeerruimte voor auto's? Dat staat op de tekening n.l. niet zo duidelijk aangegeven. Verder rijst de vraag, of er rekening is gehouden met een voorziening voor de lichamelijk gehandicapte bezoe kers, een voorziening die een duidelijk aspect vormt van onze huidige samenleving. Mogelijk behoort ook deze tot de specifieke eisen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 2