De heer Kingma: Het huren van dit kantoorflat zal wel een noodzaak zijn, mede gezien de noodzaak van een betere huisvesting van de Gem. Soc. Dienst. De huurprijs vinden we toch wel aan de hoge kant. Mis schien is daar nog iets aan te doen, want er zijn nog geen beslissingen genomen, meen ik. Het zal er echter wel van moeten komen, dat we tot deze huur overgaan. Het recht van koop lijkt ook ons het is al meer gezegd een zeer belangrijk punt. Als ik het goed begrepen heb, zal dat recht van koop moeten gelden voor het gehele flat. Ik had gedacht, dat we in de toekomst wel uitbreiding van kantoorruimte nodig hebben, ook voor andere diensten, en dat dit gebouw op den duur zeker wel in zijn geheel door de Gemeente zou kunnen worden bezet. En als dit een gemakkelijker manier is om aan de nodige ruimten te komen dan door zelfbouw, dan moeten we het zeker niet laten. De heer Wiersma: Ik kan me alleszins verenigen met dit voorstel. Van het bedrag van f 129,83 per m2 ben ik beslist niet geschrokken. Als we zien, welke huren vandaag-de-dag moeten worden opgebracht voor dit soort ruimten, kunnen we dit bedrag alleszins re delijk noemen. En dat staat ook wel in de raadsbrief vermeld. Maar wel zou ik even het volgende willen vragen: Is deze prijs per m2 een all in-prijs? D.w.z., dat alle kosten voor verwarming, schoonmaken e.d. daarbij zijn inbegrepen. Of zullen die nog een extra post gaan be tekenen voor degene, die deze ruimte huurt, in deze de gemeentelijke overheid? Verder de volgende vraag. Ik dacht, dat oorspron kelijk het plan was geweest dit gebouw geen 9, maar 13 etages te geven. Is er bij de fundering misschien rekening mee gehouden, dat er nog vier bouwlagen op gebracht kunnen worden? Ik neem aan, dat een der gelijk gebouw in Leeuwarden zeer beslist zijn functie zal gaan vervullen, zeker als de gemeentelijke overheid er gebruik van gaat maken. Ik juich dit toe. Ik dacht, dat een lokale spreiding van de diensten bijzonder goed zal werken. Misschien een voorbeeld voor de landsrege ring. Mogelijk kan men daar ook eens gaat bekijken wat naar andere plaatsen in ons land kan worden af gestoten. De hear Miedema: Hjir wurdt in hierpriis neamd en ek de datum fan oplevering: midden 1972. Is dit in priis, dy't yn 1972 jildt, of sit der noch in mooglikheit fan trochbirekkening fan leanrounten etc. etc. yn, sa- dat der noch fan alles by komt? Hwant dat soe in great forskil meitsje en de mooglikheit om nou alles fêst to lizzen, ütslute. De heer Heetla (weth.): De heer Visser vond ik aan mijn kant en die dank ik voor zijn medewerking. Hij heeft gevraagd, wat precies de bedoeling was met het recht van koop. Ik meen, dat dit recht niet in een huurcontract kan worden vastgelegd, maar het heeft bij de onderhandelingen wel een rol gespeeld. En als ik goed ben ingelicht, dan wacht het College nog op een bericht i.z. het standpunt van de geldbelegger in dezen. Er wordt dus terzake van de Raad een principe uitspraak gevraagd en het ligt in het voornemen wel dit recht te bedingen. De belangrijkste vraag van de heer Schönfeld is, of er een tegemoetkoming van het Rijk te verwachten is. Wat een toekomstige regering nog eens zal doen, weet ik niet, maar in de huidige situatie is die tegemoet koming niet te verwachten. De uitkeringen volgens de Bijstandswet komen natuurlijk wel voor een gedeelte terug, maar de kosten van gebouwen en apparatuur zijn volledig voor rekening van de Gemeente. Wat de parkeerruimte betreft, waarnaar o.a. mevr. Veder vroeg, daar wordt zoveel mogelijk rekening mee gehouden. Die zal daar wel ergens in de buurt komen, zoals dat overal geschiedt. Er wordt nogal wat gebouwd in die contreien. Nu kan ik moeilijk aan nemen, dat iemand, die bijstand vraagt, in het bezit is van een auto, maar als dat wel het geval is, dan zal er natuurlijk gebrek aan parkeerruimte zijn. Van het personeel zijn er al velen, die een auto hebben, en er zal natuurlijk wel behoefte aan parkeerruimte zijn, maar in de buurt van de Tesselschadestraat beschikken wij ook over een heel grote parkeerplaats, waar we wel trots op mogen zijn. Ik hoop, dat men daar de auto laat staan. Onder het gebouw is niet een gelegen heid tot parkeren gemaakt. Mevr. Veder vroeg ook naar de aantallen personeels leden. Ze heeft juist opgemerkt, dat de dienst onge veer 82 personen telt, welk aantal zal uitdijen tot 120. Ik heb vanmorgen het rapport van Bosboom en Hege- ner gekregen en daar zit een tendens in van een gro tere stijging van het aantal personeelsleden. Het aan tal aanvragen om bijstand volgens de veranderde groepsregeling neemt nog ieder jaar toe. In welke mate weet ik niet. We hebben het aantal wel iets aan de ruime kant gepland, maar over het algemeen is de ervaring, dat men vaak te klein bouwt. Over de Schooladviesdienst zal mijn collega Ten Brug wel inlichtingen verschaffen. Of onderverhuur nog kan plaats vinden is gevraagd. Ja, als wij ruimten over hebben, dan zullen we die na tuurlijk altijd voor de eigen diensten kunnen gebruiken. Ik weet niet, of mevr. Veder bedoeld heeft onderverhuur door de G.S.D. en Schooladviesdienst of wat ande ren ook hebben gesuggereerd het hele flat maar te nemen. Het gaat mij op het ogenblik om ruimte voor de G.S.D. en de heer Ten Brug om de Schooladvies dienst. Er blijft natuurlijk nog een ruimte boven. In eerste instantie zou er in 13 lagen gebouwd worden en was de prijs hoger. Toen hebben wij gezegd, dat 13 lagen ons te fors lijkt; dan moet je van een heel ander standpunt uitgaan en daarom is het aantal la gen teruggebracht tot 9 en de prijs verlaagd. Of de fundering nog zodanig is, dat men, als de Raad daar toe zou beslissen, er toch nog vier lagen boven op kan bouwen, weet ik niet. Ik betwijfel dat. De Voorzitter zegt, dat het niet kan. Hij is misschien meer bouw technisch dan ik, maar ik weet het niet. De Voorzitter: Ik ben helemaal niet bouwtechnisch, maar het gehele geval kon door vier bouwlagen wat lichter en daardoor goedkoper. Dus nu kunnen er be paald niet meer vier bouwlagen bovenop. Mevr. Veder-Smit: Ik bedoelde onderverhuur aan derden. (De Voorzitter: Van onze eigen ruimten?) Ja, precies. En dat zou ik contractueel vast willen leggen, zodat je daar toestemming voor hebt. De heer Heetla (weth.): Goed, we zullen met Uw opmerking rekening houden. De heer Wiersma vindt de huur in tegenstelling tot andere sprekers niet hoog. Nu, ik vind die zelf wel hoog, maar ik kan ze niet lager krijgen. Wat de berekening van het schoonhouden van het gebouw be treft, is hij wat te optimistisch, want schoonhouden is in de regel niet bij de huurprijs inbegrepen. De heer Wiersma weet ook wel, dat bij het huren van een par ticulier huis ook geen schoonhouden is inbegrepen. Ook stroom- en gasverbruik moet de Gemeente zelf beta len. De Voorzitter: De thans genoemde huurprijs is niet definitief dit in antwoord op een vraag van de heel' Miedema. Dat is een berekende prijs en als het bin nenkort zal komen (als de Raad in principe akkoord gaat met het voorstel van B. en W.) tot een huurcon tract, dan zal daar een prijs in staan met clausules. De genoemde huurprijs moet men zien als een indica tie van het moment en in het overleg zal nader vast gelegd moeten worden, in hoeverre wij nog met huur verhogingen geconfronteerd kunnen worden. De heer Heetla (weth.)Wat het kunnen betreden van het gebouw door gehandicapten betreft, kan ik de heer Van der Laan geruststellen. Het is de bedoeling dat het publiek, dat het gebouw betreedt, zoveel moge lijk op de begane grond blijft. De heer Faber komt om 20.05 uur ter vergadering. De heer Ten Brug (weth.): Mevr. Veder heeft aller eerst gevraagd, waarom de Schooladviesdienst niet is ondergebracht in het gebouw van de G.G.D. Bij de be handeling van het raadsvoorstel i.z. de G.G.D. is e' indertijd ook over gesproken, dat het aanvankelijk de bedoeling was de Schoolpsychologische dienst d"s de wat kleinere vorm in het gebouw van de G.G.D onder te brengen. Toen wij op een ander spoor kwa men van Schoolpsychologische dienst naar School adviesdienst (hoewel dat ook al niet meer het juiste ivoord is; het moet nu Schoolbegeleidingsdienst wor den genoemd en of dat begrip nog ruimer is, weet ik niet) -hebben we in principe in de besprekingen met de andere schoolbesturen besloten deze dienst los te maken van de G.G.D. en om dat zo duidelijk mo gelijk te doen zijn, zijn er in het G.G.D.-gebouw geen vertrekken gemaakt voor deze dienst. Het lijkt mij ook wel juist, maar bovendien zou dat gebouw dan ook veel groter moeten worden, want de ontwikkeling van deze dienst kan nog wel een aantal personen omvatten. Mevr. Veder heeft ook gevraagd met hoeveel personen rekening is gehouden. Ik heb wel eens vaker gezegd, dat volgens de heel bescheiden opzet: alleen voor het openbaar onderwijs, de dienst 18 personen zal omvat ten. Nu zal dat aantal niet behoeven te worden ver dubbeld, maar zo'n dienst zal op den duur toch wel een 30 a 40 personeelsleden omvatten, als ook het bij zonder onderwijs meedoet. En dat is ook niet zo'n vage gedachte meer. We hebben kortgeleden een bespreking gehad met de schoolbesturen en er moet nog een na bespreking komen, maar in principe hebben die bestu ren zich bereid verklaard met de Gemeente een derge lijke dienst te runnen en dan kom je toch gauw op een aantal van wel 35. Dan blijft daar misschien wel ruimte over, maar wij zitten op diverse punten van diensten in noodsituaties, dus we hebben echt geen behoefte aan onderverhuur aan derden. We kunnen de ruimte zelf meer dan nodig hebben. De heer Visser: De Wethouder heeft zich beperkt tot de bouwlagen, die in de raadsbrief aan de orde zijn, ook m.b.t. het punt „recht van koop", dat ik genoemd heb, maar de situatie zou zich zo kunnen ontwikkelen, dat er toch behoefte zou kunnen ontstaan aan meer ruimten en dan acht ik nu het ogenblik gunstig om ook de bovenste bouwlagen in de onderhandelingen te be trekken. Dat zou heel belangrijk zijn, want anders zou den we de vogels over het net kunnen laten vliegen. De financiële gevolgen van eventuele aanvaarding van dit voorstel zijn, dat er dit jaar f 250.000,zal worden gereserveerd in de begroting en daar heb ik geen be zwaar tegen, maar dat onderstreept, dacht ik, toch wel de noodzaak zo spoedig mogelijk met een dekkingsnota te komen, gezien ook het goedkeuringsbeleid van G.S. De heer Vellenga: Toen ik hier vanavond kwam, had ik het gevoel, dat ik zo ongeveer wist, welk besluit we als Gemeenteraad gingen nemen t.a.v. dit punt. Vast staat natuurlijk, dat wij ernaar streven de betrokken gemeentelijke diensten zo snel mogelijk aan kantoor ruimte te helpen dat is buiten kijf maar na de beantwoording van het College vraag ik mij eigenlijk af, wat wij nu vanavond wel of niet besluiten. In het raadsbesluit staat, dat wij in principe overgaan tot het huren enz. enz. voor een bedrag van f 697.988,per jaar. Nu hëeft de heer Miedema zeer terecht gezegd: ■Dat is een moment-opname en wat betekent dat in het midden van 1972, als die zaak hopelijk klaar is?" Wat er verder aan vast zit is de kwestie van het recht van koop en ik heb begrepen, dat de heer Heetla ten aanzien daarvan heeft gezegd: „We moeten nog onderhandelen en eens kijken, wat dat precies wordt en hoe dat wordt vastgelegd." Ik heb er echt wel be hoefte aan beter dan op dit moment de financiële con sequenties van het geheel te kunnen overzien, als ik een aantal min of meer onzekere factoren op een rijtje zet. Mijn klemmende vraag aan U is dus: Zijn "S met dit principe-besluit zonder meer getrouwd aan hit gehele geval of is het voor U alleen maar een basis °ffl te gaan onderhandelen en komt U op een gegeven moment waarop wij definitief ja of nee kunnen zeggen togen dit voorstel, bij de Raad terug? Ik hoop van harte, dat we er ja tegen kunnen zeggen, gezien de tood van de diensten, waarover het gaat, maar ik zou °P dit punt toch wel graag haring of kuit willen heb ben. De heer Heidinga: Ik wil mij aansluiten bij wat de heer Vellenga gezegd heeft, maar ik zou de lijn nog oen beetje verder willen doortrekken. Als ik het goed ae, dan houdt de huur van deze panden ten nauwste terband met de stadhuisplannen. De uitingen van de raadsleden taxerende, meen ik, dat de Raad er wel enig gevoel voor heeft, dat wij ertoe zouden overgaan te trachten dit gehele gebouw in eigendom te krijgen. Dan kunnen hier zeer vele diensten in gehuisvest worden. Een beetje economisch denkende, lijkt het mij haast de moeite van het overwegen waard de andere vier of vijf verdiepingen er toch maar op te plaatsen. Als we de gehele zaak van de huisvesting van alle mogelijke diensten in die ene grote flat willen overzien, ook het eventueel in eigendom nemen van die flat ze staat vlak tegen de stadsgracht aan en daarbij bedenken, dat we eens van alle provisorische voorzieningen af moe ten dat vreet ook geld dan komen we direct voor de vraag te staan: Wat doen we hier? Of: Wat doen we elders Het stadhuisplan komt tot nog toe maar niet in de Raad. En het is nu natuurlijk ook niet aan de orde, maar voor mijn gevoel moeten we het er haast in onze gedachten bij betrekken. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dit voorstel aan te nemen en dat U in deze geest onderhandelt. Volgens mij is het dui delijk, dat U met de gehele zaak hier weer terugkomt. De Raad machtigt U op het ogenblik alleen maar om het op deze manier te proberen. En wat daaruit komt, willen wij op zijn eigen merites beoordelen. Zo heb ik het althans opgevat en ik hoop, dat dit de juiste op vatting is. Als we straks een scala van mogelijkheden vóór ons krijgen, zou ik er prijs op stellen, dat we dan meteen ook een tikje meer weten van wat we hier doen met ons eigen „woonhuis". Mevr. Veder-Smit: Wat betreft het gebruik maken van eventuele reserve-ruimten door eigen diensten dus ruimten die men voorlopig nog niet nodig heeft wil ik de verwachting uitspreken, dat men dit, uit finan cieel oogpunt, dan zo efficiënt mogelijk doet, dat men dus alleen die diensten of onderdelen van diensten on derbrengt, voor welke het noodzakelijk is, dat ze van naar verhouding zo dure kantoorruimte gebruik ma ken. M.i. dient men die ruimten dus bijv. niet als op slagruimte te gebruiken. In dat geval zou ik de kan toorruimte „doorverhuurd" willen zien. Voor de opvatting van Weth. Ten Brug i.z. de om vang van de Schooladviesdienst ben ik nog lang niet rijp. Ik zou het nog wel eens nader met hem willen bepraten, maar dat is niet een onderwerp, dat hier op dit moment aan de orde is. De uitbreiding van die dienst zullen we bij de begroting of op een ander mo ment moeten bespreken. De heer Venema: Ik kan mij geheel aansluiten bij de woorden van mijn fractiegenoot de heer Vellenga en bij de heer Heidinga, maar ik zou het College toch wel willen vragen: Laten we toch alstublieft eens door bijten en opschieten met dit geval. Als men de situatie op het Jacobijnerkerkhof kent en ik neem aan, dat de andere raadsleden die zelf wel eens in ogenschouw hebben genomen dan moet men wel constateren, dat die ten hemel schreiend is. En nu kunnen we het zo krijgen, dat het kantoor in de gehele sociale sector komt te liggen. Al de gebouwen, die ter plaatse wor den gesticht, behoren in deze sector thuis. (Stem: Op de andere hoek ook?) (De Voorzitter: Buiten discus sie.) Als degenen, die daar werken, iets willen weten, komen ze maar op het spreekuur van de Sociale Dienst. (De Voorzitter: Dat is een goed antwoord; keurig!) (Gelach) Wat het aantal personeelsleden betreft, daar dient ook ruim in te worden voorzien, want naar mijn per soonlijke mening zijn wij nog lang niet van deze dienst af. Als je een klein beetje thuis bent in deze materie en ik prijs mij gelukkig daar wel iets van te weten dan ben je er wel van, overtuigd, dat hier de moge lijkheid van uitbreiding aanwezig moet blijven. De hear Boomgaardt: Ik tocht, dat, as it Kolleezje in bouforgunning ófjaen soe foar in fabryk of in flat foar yndustrieel of oar saeklik gebrük, it dan de saek fan it parkearjen op eigen terrein bisjen soe. As ik dér mis mei bin, dan woe ik dat graech hearre, mar as dat net it gefal is, dan is, tinkt my, it antwurd fan de Weth. fan Soasiale Saken mis. Hy hat in hiel slap ant wurd jown oer dy parkearderij. As dêr aensen 120 minsken fan de Gemeente komme, dan freget dat al- linnich al in plak foar sa'n 7080 auto's, dy't dêr par-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 3