6
7
De heer Heidinga: In eerste instantie sluit ik mij
bij de heer Weide aan.
De heer Ten I5rug (weth.): Ten gevolge van de
vakanties konden de betrokken commissies niet wor
den gehoord. In tegenstelling tot de mening van de
heer Weide heeft dit project wel terdege haast. Willen
wij het voordeel, dat naar de mening van het College
ligt in deze onderhandse aanbesteding met open be
groting, ten volle benutten, dan zullen we op korte
termijn met deze aannemer moeten praten, aangezien
het werk voor het ziekenhuis nog slechts een kwestie
van enkele weken is, terwijl bovendien het nieuwe
G.G.D.-gebouw praktisch tegen het ziekenhuis aan
komt te staan. Deze onderhandse aanbesteding wordt
door het College ook verkozen, omdat het hier om een
bijzonder geval gaat, n.l. het realiseren van twee opeen
volgende bouwplannen onder één architect. Dat komt
niet veel voor. Zoals de Raad ook wel weet, hebben
wij steeds geprobeerd financieringsmiddelen te krijgen
door dit G.G.D.-gebouw te zien als een soort pipeline-
project van het gehele complex aan de Borniastraat.
In overleg met G.S. is dat dan ook gelukt. Er werken
op dat complex twee aannemers; het verpleeghuis wordt
gebouwd door de aannemingsmaatschappij Friesland
(een Leeuwarder aannemingsbedrijf, als ik goed ben
ingelicht) en het ziekenhuis wordt gebouwd door de
aannemingsmaatschappij Friso (in elk geval een Fries
aannemingsbedrijf). Voor de bouw van het complex
ziekenhuis-verpleegtehuis hebben wij indertijd een vijf
tal aannemers uitgenodigd, van wie, naar ik meen, één
of twee niet in de noordelijke provincies woonachtig wa
ren. Na aanbesteding werd 't werk aan de twee boven
genoemde aannemingsmaatschappijen gegund. Wij me
nen, dat het thans aanbeveling verdient het werk te
gunnen aan de aannemer van het ziekenhuis, die dan
toevalligerwijs geen Leeuwarder aannemer, maar ge
lukkigerwijs wel een Friese aannemer is. Het zou mij
bijzonder spijten, wanneer de Raad zou besluiten dit
voorstel aan te houden. Voor een goede voortgang van
het werk is er wel haast bij. Bovendien is het plan op
zichzelf en alles, wat daarmee samenhangt, indertijd
in de Raad en in de betreffende commissies behandeld.
Ik zou niet weten, welke inlichtingen wij in die com
missies nog zouden kunnen geven en waarover we dan
nog zouden moeten praten, waarover we op dit ogen
blik in deze Raad niet zouden kunnen praten.
De heer Weide: Ik vraag me af of het nu echt niet
mogelijk is om in de komende 2 of 3 weken de beide
betrokken commissies bij elkaar te roepen en de pro
blemen goed tegenover elkaar te stellen, zodat men
tot een nieuw voorstel kan komen. Indien dat niet mo
gelijk is, zou ik graag van het College de toezegging
willen hebben, dat dit inderdaad het laatste bijzondere
geval in Leeuwarden is.
De heer Heidinga: Deze gang van zaken is beslist
ongebruikelijk. Wanneer een aannemer werkt aan een
project van, ruw geschat, 5 a 6 miljoen aan ruwbouw-
kosten en wanneer daar nog een klein gebouwtje bij
komt van 1 a 1.5 ton, dan is het gebruikelijk, dat men
dit laat aannemen door dezelfde aannemer. In het on
derhavige geval gaat het echter om een project van
214 miljoen, een object van formaat. Er zullen heel
wat ondernemers zijn, die dat werk graag zullen wil
len uitvoeren. Bovendien beslissen wij hier over over
heidsgelden. Dit werk leent zich uitstekend voor enige
concurrentie en ik zie dan ook geen enkele reden om
dit werk zonder meer aan deze aannemer te geven.
De hear Boomgaardt: It giet der my net om, dat
dizze oannimmer tafallich net yn Ljouwert, mar yn
Snits sit. Dat is fers 2. De Wethalder hat, neffens my
lykwols net oantoand, dat dit per se mei in iepen bi-
greating moat en dat wy hjir net in oanbisteging op
ütnoeging of in iepenbiero oanbisteging foar oer hawwe
moatte. Hwat de tiid oangiet, neffens my hat de Wet
halder net oannimlik makke, dat it driuwt. As de kom-
misjes nou ek ta dizze hannelwize advisearre hiene,
dan soe de Ried sizze kinne: „A la bonheur, der kin
nou ienris yn lytse rounten lykas de kommisjes mear
ynformaesje jown wurde." Mar nou't de kommisjes
hjiroer net heard binne, bin ik bislist op it ütstel tsjin.
De heer Vellenga: Bij dit punt gaat het, evenals bij
enkele vorige punten, om twee zaken, t.w. de orde en
de inhoud van de voorstellen zelf. Ik kan mij voorstel
len, dat een bepaalde fractie of een deel van de Raad
zekere bezwaren kan ontwikkelen om in een bepaald
stadium enig voorstel in behandeling te nemen. Welnu,
dan kan men dat zeggen, daartegen protesteren of
zelfs, al dan niet met succes, een voorstel indienen om
het af te voeren. Op het moment echter, dat de Raad
toch besluit om de zaak voortgang te laten vinden, is
die Raad er ook verantwoordelijk voor en kan het Col
lege ook geen verwijt ervan maken, dat het over de
Raad zou heenlopen, zodat het geen zin meer zou heb
ben hier te komen. Deze Raad maakt dat zelf uit en
iedereen kan proberen de meerderheid van deze Raad
achter zich te krijgen om alles, wat tegen het College
in gaat, er door te halen. Alle kreten rondom een agen
dapunt als het onderhavige vind ik maar goedkoop,
dan moet men echt proberen een vuist te maken. In
derdaad zijn er nu enkele voorstellen gepasseerd, waar
van men zich kan afvragen of dat alles nu werkelijk
zo vlug moet, dan wel of het niet op een andere manier
zou kunnen. Bij het onderhavige voorstel kan ik mij
dat enigszins indenken. Anderzijds is het wel duidelijk,
dat, zoals de Wethouder reeds heeft gezegd, door va
kantieomstandigheden die commissies moeilijk konden
worden gehoord. Dan kan men natuurlijk als lid van
zo'n commissie tijdens de raadsvergadering eerst pro
beren om uitstel te krijgen. Mocht dat echter niet luk
ken, dan moet men natuurlijk een stuk of 10 vinnige
vragen in het hoofd hebben, zodat men dan als raads
lid kan doen, wat men anders als commissielid zou
hebben gedaan. Dan kan men het College in alle op
zichten uitdagen en een nauwkeurige beantwoording
van allerlei vragen eisen. Mocht men de beantwoording
van e.e.a. dan nog onvoldoende vinden, dan kan men
die kwestie nog in een motie verwerken. Dan heeft
men al zijn rechten benut, maar ook aan al zijn plich
ten voldaan om van dit College datgene te vragen, wat
men als goed raadslid van een College vragen moet.
Ik stel het op prijs, wanneer de Wethouder dan mede
deelt, dat hij bereid is het nodige over de betreffende
kwestie te zeggen, waartoe hij in eerste instantie ook
een poging heeft gedaan. Mijn fractie dacht, juist om
dat het hier om overheidsgeld gaat, dat dit een voor
delige aanbieding zou zijn. Dat laat zich ook wel den
ken in het raam van alle bouwwerken, die momenteel
op dat punt worden gerealiseerd. Wij zijn dus wel be
reid het voorstel in behandeling te nemen en ook om
het aan te nemen.
De heer Ten Brug (weth.): Ik kan weinig toevoe
gen aan wat ik in eerste instantie heb gezegd. De heer
Heidinga zegt wel, dat hij geen enkele reden ziet om
dit werk aan déze aannemer te geven, maar het gaat
het College er ook niet om het werk aan déze aanne
mer te geven, doch het leek het College het meest
praktisch het te gunnen aan de aannemer, die momen
teel het ziekenhuis bouwt. Dat is dan toevallig deze
aannemer. Het gaat louter en alleen om de zakelijke
situatie, die, naar ik meen, vrij duidelijk is. Deze aan
nemer verricht het werk tot volle tevredenheid zowel
van de architect als van het College, alles verloopt vlot
en het werk is bij met het schema. Daarbij komt, dat
al het benodigde materieel op het terrein reeds aan
wezig is en het personeelsbestand er reeds op is be
rekend. Het gaat ook ons er juist om, dat we zuinig
met overheidsgeld moeten omspringen en dat is dan
ook de enige reden voor ons geweest om het onder
havige werk in dit geval met een onderhandse aanbe
steding met open begroting aan deze firma te geven.
We hebben ons nog even afgevraagd of het geen aan
beveling zou verdienen om onder de beide aannemers,
die op het betreffende terrein werkzaam zijn (de aan
nemingsmaatschappij Friesland en de N.V. Friso), toch
nog een aanbesteding te houden. Zowel de directie van
de bouw van het ziekenhuis als de directie van de
bouw van het verpleegtehuis, i.e. Openbare Werken,
hebben dat afgeraden, aangezien zij dan weer allerlei
moeilijkheden vreesden. Dat zou bovendien de voort
gang van het werk stagneren. Het spijt ons ook wel.
dat de Commissie Openbare Werken niet kon worden
gehoord, maar dat komt, doordat er werkelijk haast
bij is. Overigens zal dit voorstel voor de leden van de
Ziekenhuiscommissie toch niet geheel onverwachts ko
men, aangezien dit punt wel eens, zo niet expliciet,
dan toch zijdelings in die commissie ter sprake is ge
komen.
Op verzoek van de heer Heidinga wordt het voor
stel van B. en W. in stemming gebracht.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met
23 stemmen voor en 6 stemmen tegen.
Tegen stemmen de heren Ir. Van Balen Walter,
Boomgaardt, Heidinga, Miedema, Stek en Weide.
Punten 20 t.e.m. 28 (bijlagen nos. 220, 221, 229, 230,
233, 234, 239, 240 en 224).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 28a (bijlage no. 264).
De heer Rijpma: Ik zou gaarne vernemen, wanneer
met de bouw van het Rijksarchief zal worden begon
nen en hoeveel tijd men dus nog heeft voor de hier
bedoelde voorzieningen. Voorts zou ik graag willen
weten of de nodige financieringsmiddelen voor deze
voorzieningen op tijd beschikbaar zullen zijn. Wij
zouden het betreuren, wanneer m.n. een school voor
deze gehandicapte kinderen onder moeilijke omstandig
heden zou moeten beginnen. Wij kunnen ons voorstel
len, dat het f inancieringsgpi obleem hier ook doorheen
zal spelen, omdat er meer scholen op de lijst staan,
waarvan één met bijzondere urgentie.
De heer Ten Brug (weth.): Uiteraard kunnen we
niet met de bouw van deze school beginnen, voordat
we financieringsmiddelen hebben. We kunnen ech
ter geen financieringsmiddelen aanvragen, voordat de
Saad besloten heeft tot de bouw. We staan met dit
voorstel dus echt wel aan het begin. Deze afdeling
Voortgezet Buitengewoon Onderwijs loopt heel aardig
en zal vermoedelijk wel wat moeten worden uitgebreid.
Dan zou de huisvesting in de vml. b.l.o.-school in de
Prinsentuin te klein worden. Behalve dit is de voor
naamste reden voor verhuizing, dat dit „nieuwe" ge
deelte van dit oude schoolgebouw t.z.t. moet worden
geamoveerd i.v.m. de bouwplannen voor het Rijksar
chief. Het hier gevraagde bedrag is wel hoog, maar
niet zo hoog als het bedrag, nodig- voor de bouw van
een nieuwe school. Ik heb dan ook goede hoop, dat we,
wanneer de bouw van het Rijksarchief voor de deur
staat, op aandrang van het Rijk wel de nodige finan
cieringsmiddelen van de Provincie zullen krijgen. Het
spreekt vanzelf, dat de school de Prinsentuin niet ver
laat, voordat elders een redelijke huisvesting is ge
vonden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 29 t.e.m. 34 (bijlagen nos. 246, 235, 223, 252,
228 en 236).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 35 (bijlage no. 243).
Mevr. Visser-van den Bos: Ik vind het goedkeuren
van deze begroting erg moeilijk, omdat er naar mijn
mening erg weinig specificatie bijgevoegd is. Uit deze
opsomming van grote bedragen valt eigenlijk niets af
te leiden. Ik zou het b.v. bijzonder op prijs hebben ge
steld, wanneer ik had kunnen zien of de exploitatie
van keuken en buffet al dan niet verlies oplevert. Mocht
daarop verlies worden geleden, dan zouden we mis
schien een oplossing ervoor kunnen zoeken door die
exploitatie te verpachten. Ik hoop, dat de begroting
van het volgende jaar veel minder vaag zal zijn. Het
's in elk geval wel duidelijk, dat het verschil tussen
het verlies op de uitkoopsommen en de daartegenover
staande ontvangsten ontzettend groot is. Dat weten
»e natuurlijk al wel, maar wij zouden toch wel heel
precies willen weten, wat het ons nu eigenlijk kost
in Leeuwarden een serie toneelvoorstellingen enz.
te geven. Een uitvoerige specificatie bij de begroting
lijkt mij voor de volgende jaren dan ook bijzonder be-
'angrijk.
De heer De Jong (weth.): Inderdaad bevat deze be
groting weinig specificatie, maar dat ligt ook wel in
de rede. We hebben hier te maken met de Stichting
Culturele Centra, die dit jaar voor het eerst een ex
ploitatie in deze vorm op zich heeft genomen. Er wordt
dus nu gewerkt met een andere organisatie, in andere
omstandigheden, met andere investeringsbedragen,
met andere daaruit voortvloeiende lasten, zodat men
met een begroting dan toch wel zo ongeveer moet uit
gaan van enkele bedragen, die naar alle waarschijn
lijkheid de realiteit zoveel mogelijk benaderen. Het vol
gende jaar zullen we al veel meer houvast hebben op
grond van de ervaringsgegevens van dit jaar. Dan kan
men ook beter begroten. Overigens is het College er
echt niet zo bevreesd voor, dat dit ons uit de hand zal
lopen, want aan deze organisatie werkt ook mee de
heer Fuykschot, die ook als een soort waakhond fun
geert bij Sportclub Cambuur en daar bijzonder goed
werk heeft verricht. Onzerzijds zullen we ons best
doen de cijfers voortaan zodanig- te groeperen, dat een
uitsplitsing meer gegevens oplevert m.b.t. keuken, buf
fet enz. Daarbij moeten we niet vergeten, dat de hui
dige directeur een geheel andere persoon is dan zijn
voorganger, hetgeen ook van invloed kan zijn op de
exploitatie b.v. van de keuken. De door mevr. Visser
naar voren gebrachte punten zullen echter onze volle
aandacht hebben. De toneelvoorstellingen zijn wel exact
begroot en we hopen met het totaal bedrag van
f 355.000,rond te kunnen komen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 36, 37 en 38 (bijlagen nos. 241, 232 en 231).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 39 (bijlage no. 254).
De Voorzitter: U hebt over deze zaak een aan
vullende nota ontvangen. Het voorstel wordt terugge
nomen en vormt dus geen punt van discussie meer.
Punt 40 (bijlage no. 222).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 41 (bijlage no. 258).
De Voorzitter: Ik kan U mededelen, dat zich zeer
recentelijk een ontwikkeling heeft voorgedaan, die het
College er aanleiding toe geeft dit punt op dit moment
van de agenda af te voeren. Wij hopen daar t.z.t. wel
nader op terug te komen. Dit betekent niet, dat de
Wethouders de huidige vertrekken zouden moeten blij
ven bezetten. Wellicht zijn er binnen afzienbare tijd
andere mogelijkheden, die voor hen een betere oplos
sing kunnen bieden. Helaas kunnen we daarover nog
geen definitieve mededelingen doen. Het zou dan ook
niet helemaal logisch zijn hedenavond dit besluit te ne
men en ik stel U voor dit agendapunt af te voeren.
Z.h.st. gaat de Raad ermee akkoord punt 41 van de
agenda af te voeren.
De Voorzitter schorst om 21.00 uur de vergadering
voor het houden van een koffiepauze.
De Voorzitter heropent de vergadering om 21.20 uur.
Punt 41a (bijlage no. 263).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 42 (bijlage no. 245).
De heer Weide: Als ik mij niet vergis, hebben wij
bij de behandeling van de begroting voor 1970 nog ge
sproken over een soort beurs- en evenementenhal bij
de Frieslandhal. Degene, die vrijdags een bezoek brengt
aan de Frieslandhal, kan constateren, dat daar, be
halve in vee, ook nog veel wordt gehandeld in aard
appelen, ruw- en mengvoeders en in mindere mate in
granen, landbouwwerktuigen enz. De handel wordt, be-