6 7 De heer Heidinga: In eerste instantie sluit ik mij bij de heer Weide aan. De heer Ten I5rug (weth.): Ten gevolge van de vakanties konden de betrokken commissies niet wor den gehoord. In tegenstelling tot de mening van de heer Weide heeft dit project wel terdege haast. Willen wij het voordeel, dat naar de mening van het College ligt in deze onderhandse aanbesteding met open be groting, ten volle benutten, dan zullen we op korte termijn met deze aannemer moeten praten, aangezien het werk voor het ziekenhuis nog slechts een kwestie van enkele weken is, terwijl bovendien het nieuwe G.G.D.-gebouw praktisch tegen het ziekenhuis aan komt te staan. Deze onderhandse aanbesteding wordt door het College ook verkozen, omdat het hier om een bijzonder geval gaat, n.l. het realiseren van twee opeen volgende bouwplannen onder één architect. Dat komt niet veel voor. Zoals de Raad ook wel weet, hebben wij steeds geprobeerd financieringsmiddelen te krijgen door dit G.G.D.-gebouw te zien als een soort pipeline- project van het gehele complex aan de Borniastraat. In overleg met G.S. is dat dan ook gelukt. Er werken op dat complex twee aannemers; het verpleeghuis wordt gebouwd door de aannemingsmaatschappij Friesland (een Leeuwarder aannemingsbedrijf, als ik goed ben ingelicht) en het ziekenhuis wordt gebouwd door de aannemingsmaatschappij Friso (in elk geval een Fries aannemingsbedrijf). Voor de bouw van het complex ziekenhuis-verpleegtehuis hebben wij indertijd een vijf tal aannemers uitgenodigd, van wie, naar ik meen, één of twee niet in de noordelijke provincies woonachtig wa ren. Na aanbesteding werd 't werk aan de twee boven genoemde aannemingsmaatschappijen gegund. Wij me nen, dat het thans aanbeveling verdient het werk te gunnen aan de aannemer van het ziekenhuis, die dan toevalligerwijs geen Leeuwarder aannemer, maar ge lukkigerwijs wel een Friese aannemer is. Het zou mij bijzonder spijten, wanneer de Raad zou besluiten dit voorstel aan te houden. Voor een goede voortgang van het werk is er wel haast bij. Bovendien is het plan op zichzelf en alles, wat daarmee samenhangt, indertijd in de Raad en in de betreffende commissies behandeld. Ik zou niet weten, welke inlichtingen wij in die com missies nog zouden kunnen geven en waarover we dan nog zouden moeten praten, waarover we op dit ogen blik in deze Raad niet zouden kunnen praten. De heer Weide: Ik vraag me af of het nu echt niet mogelijk is om in de komende 2 of 3 weken de beide betrokken commissies bij elkaar te roepen en de pro blemen goed tegenover elkaar te stellen, zodat men tot een nieuw voorstel kan komen. Indien dat niet mo gelijk is, zou ik graag van het College de toezegging willen hebben, dat dit inderdaad het laatste bijzondere geval in Leeuwarden is. De heer Heidinga: Deze gang van zaken is beslist ongebruikelijk. Wanneer een aannemer werkt aan een project van, ruw geschat, 5 a 6 miljoen aan ruwbouw- kosten en wanneer daar nog een klein gebouwtje bij komt van 1 a 1.5 ton, dan is het gebruikelijk, dat men dit laat aannemen door dezelfde aannemer. In het on derhavige geval gaat het echter om een project van 214 miljoen, een object van formaat. Er zullen heel wat ondernemers zijn, die dat werk graag zullen wil len uitvoeren. Bovendien beslissen wij hier over over heidsgelden. Dit werk leent zich uitstekend voor enige concurrentie en ik zie dan ook geen enkele reden om dit werk zonder meer aan deze aannemer te geven. De hear Boomgaardt: It giet der my net om, dat dizze oannimmer tafallich net yn Ljouwert, mar yn Snits sit. Dat is fers 2. De Wethalder hat, neffens my lykwols net oantoand, dat dit per se mei in iepen bi- greating moat en dat wy hjir net in oanbisteging op ütnoeging of in iepenbiero oanbisteging foar oer hawwe moatte. Hwat de tiid oangiet, neffens my hat de Wet halder net oannimlik makke, dat it driuwt. As de kom- misjes nou ek ta dizze hannelwize advisearre hiene, dan soe de Ried sizze kinne: „A la bonheur, der kin nou ienris yn lytse rounten lykas de kommisjes mear ynformaesje jown wurde." Mar nou't de kommisjes hjiroer net heard binne, bin ik bislist op it ütstel tsjin. De heer Vellenga: Bij dit punt gaat het, evenals bij enkele vorige punten, om twee zaken, t.w. de orde en de inhoud van de voorstellen zelf. Ik kan mij voorstel len, dat een bepaalde fractie of een deel van de Raad zekere bezwaren kan ontwikkelen om in een bepaald stadium enig voorstel in behandeling te nemen. Welnu, dan kan men dat zeggen, daartegen protesteren of zelfs, al dan niet met succes, een voorstel indienen om het af te voeren. Op het moment echter, dat de Raad toch besluit om de zaak voortgang te laten vinden, is die Raad er ook verantwoordelijk voor en kan het Col lege ook geen verwijt ervan maken, dat het over de Raad zou heenlopen, zodat het geen zin meer zou heb ben hier te komen. Deze Raad maakt dat zelf uit en iedereen kan proberen de meerderheid van deze Raad achter zich te krijgen om alles, wat tegen het College in gaat, er door te halen. Alle kreten rondom een agen dapunt als het onderhavige vind ik maar goedkoop, dan moet men echt proberen een vuist te maken. In derdaad zijn er nu enkele voorstellen gepasseerd, waar van men zich kan afvragen of dat alles nu werkelijk zo vlug moet, dan wel of het niet op een andere manier zou kunnen. Bij het onderhavige voorstel kan ik mij dat enigszins indenken. Anderzijds is het wel duidelijk, dat, zoals de Wethouder reeds heeft gezegd, door va kantieomstandigheden die commissies moeilijk konden worden gehoord. Dan kan men natuurlijk als lid van zo'n commissie tijdens de raadsvergadering eerst pro beren om uitstel te krijgen. Mocht dat echter niet luk ken, dan moet men natuurlijk een stuk of 10 vinnige vragen in het hoofd hebben, zodat men dan als raads lid kan doen, wat men anders als commissielid zou hebben gedaan. Dan kan men het College in alle op zichten uitdagen en een nauwkeurige beantwoording van allerlei vragen eisen. Mocht men de beantwoording van e.e.a. dan nog onvoldoende vinden, dan kan men die kwestie nog in een motie verwerken. Dan heeft men al zijn rechten benut, maar ook aan al zijn plich ten voldaan om van dit College datgene te vragen, wat men als goed raadslid van een College vragen moet. Ik stel het op prijs, wanneer de Wethouder dan mede deelt, dat hij bereid is het nodige over de betreffende kwestie te zeggen, waartoe hij in eerste instantie ook een poging heeft gedaan. Mijn fractie dacht, juist om dat het hier om overheidsgeld gaat, dat dit een voor delige aanbieding zou zijn. Dat laat zich ook wel den ken in het raam van alle bouwwerken, die momenteel op dat punt worden gerealiseerd. Wij zijn dus wel be reid het voorstel in behandeling te nemen en ook om het aan te nemen. De heer Ten Brug (weth.): Ik kan weinig toevoe gen aan wat ik in eerste instantie heb gezegd. De heer Heidinga zegt wel, dat hij geen enkele reden ziet om dit werk aan déze aannemer te geven, maar het gaat het College er ook niet om het werk aan déze aanne mer te geven, doch het leek het College het meest praktisch het te gunnen aan de aannemer, die momen teel het ziekenhuis bouwt. Dat is dan toevallig deze aannemer. Het gaat louter en alleen om de zakelijke situatie, die, naar ik meen, vrij duidelijk is. Deze aan nemer verricht het werk tot volle tevredenheid zowel van de architect als van het College, alles verloopt vlot en het werk is bij met het schema. Daarbij komt, dat al het benodigde materieel op het terrein reeds aan wezig is en het personeelsbestand er reeds op is be rekend. Het gaat ook ons er juist om, dat we zuinig met overheidsgeld moeten omspringen en dat is dan ook de enige reden voor ons geweest om het onder havige werk in dit geval met een onderhandse aanbe steding met open begroting aan deze firma te geven. We hebben ons nog even afgevraagd of het geen aan beveling zou verdienen om onder de beide aannemers, die op het betreffende terrein werkzaam zijn (de aan nemingsmaatschappij Friesland en de N.V. Friso), toch nog een aanbesteding te houden. Zowel de directie van de bouw van het ziekenhuis als de directie van de bouw van het verpleegtehuis, i.e. Openbare Werken, hebben dat afgeraden, aangezien zij dan weer allerlei moeilijkheden vreesden. Dat zou bovendien de voort gang van het werk stagneren. Het spijt ons ook wel. dat de Commissie Openbare Werken niet kon worden gehoord, maar dat komt, doordat er werkelijk haast bij is. Overigens zal dit voorstel voor de leden van de Ziekenhuiscommissie toch niet geheel onverwachts ko men, aangezien dit punt wel eens, zo niet expliciet, dan toch zijdelings in die commissie ter sprake is ge komen. Op verzoek van de heer Heidinga wordt het voor stel van B. en W. in stemming gebracht. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 23 stemmen voor en 6 stemmen tegen. Tegen stemmen de heren Ir. Van Balen Walter, Boomgaardt, Heidinga, Miedema, Stek en Weide. Punten 20 t.e.m. 28 (bijlagen nos. 220, 221, 229, 230, 233, 234, 239, 240 en 224). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 28a (bijlage no. 264). De heer Rijpma: Ik zou gaarne vernemen, wanneer met de bouw van het Rijksarchief zal worden begon nen en hoeveel tijd men dus nog heeft voor de hier bedoelde voorzieningen. Voorts zou ik graag willen weten of de nodige financieringsmiddelen voor deze voorzieningen op tijd beschikbaar zullen zijn. Wij zouden het betreuren, wanneer m.n. een school voor deze gehandicapte kinderen onder moeilijke omstandig heden zou moeten beginnen. Wij kunnen ons voorstel len, dat het f inancieringsgpi obleem hier ook doorheen zal spelen, omdat er meer scholen op de lijst staan, waarvan één met bijzondere urgentie. De heer Ten Brug (weth.): Uiteraard kunnen we niet met de bouw van deze school beginnen, voordat we financieringsmiddelen hebben. We kunnen ech ter geen financieringsmiddelen aanvragen, voordat de Saad besloten heeft tot de bouw. We staan met dit voorstel dus echt wel aan het begin. Deze afdeling Voortgezet Buitengewoon Onderwijs loopt heel aardig en zal vermoedelijk wel wat moeten worden uitgebreid. Dan zou de huisvesting in de vml. b.l.o.-school in de Prinsentuin te klein worden. Behalve dit is de voor naamste reden voor verhuizing, dat dit „nieuwe" ge deelte van dit oude schoolgebouw t.z.t. moet worden geamoveerd i.v.m. de bouwplannen voor het Rijksar chief. Het hier gevraagde bedrag is wel hoog, maar niet zo hoog als het bedrag, nodig- voor de bouw van een nieuwe school. Ik heb dan ook goede hoop, dat we, wanneer de bouw van het Rijksarchief voor de deur staat, op aandrang van het Rijk wel de nodige finan cieringsmiddelen van de Provincie zullen krijgen. Het spreekt vanzelf, dat de school de Prinsentuin niet ver laat, voordat elders een redelijke huisvesting is ge vonden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 29 t.e.m. 34 (bijlagen nos. 246, 235, 223, 252, 228 en 236). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 35 (bijlage no. 243). Mevr. Visser-van den Bos: Ik vind het goedkeuren van deze begroting erg moeilijk, omdat er naar mijn mening erg weinig specificatie bijgevoegd is. Uit deze opsomming van grote bedragen valt eigenlijk niets af te leiden. Ik zou het b.v. bijzonder op prijs hebben ge steld, wanneer ik had kunnen zien of de exploitatie van keuken en buffet al dan niet verlies oplevert. Mocht daarop verlies worden geleden, dan zouden we mis schien een oplossing ervoor kunnen zoeken door die exploitatie te verpachten. Ik hoop, dat de begroting van het volgende jaar veel minder vaag zal zijn. Het 's in elk geval wel duidelijk, dat het verschil tussen het verlies op de uitkoopsommen en de daartegenover staande ontvangsten ontzettend groot is. Dat weten »e natuurlijk al wel, maar wij zouden toch wel heel precies willen weten, wat het ons nu eigenlijk kost in Leeuwarden een serie toneelvoorstellingen enz. te geven. Een uitvoerige specificatie bij de begroting lijkt mij voor de volgende jaren dan ook bijzonder be- 'angrijk. De heer De Jong (weth.): Inderdaad bevat deze be groting weinig specificatie, maar dat ligt ook wel in de rede. We hebben hier te maken met de Stichting Culturele Centra, die dit jaar voor het eerst een ex ploitatie in deze vorm op zich heeft genomen. Er wordt dus nu gewerkt met een andere organisatie, in andere omstandigheden, met andere investeringsbedragen, met andere daaruit voortvloeiende lasten, zodat men met een begroting dan toch wel zo ongeveer moet uit gaan van enkele bedragen, die naar alle waarschijn lijkheid de realiteit zoveel mogelijk benaderen. Het vol gende jaar zullen we al veel meer houvast hebben op grond van de ervaringsgegevens van dit jaar. Dan kan men ook beter begroten. Overigens is het College er echt niet zo bevreesd voor, dat dit ons uit de hand zal lopen, want aan deze organisatie werkt ook mee de heer Fuykschot, die ook als een soort waakhond fun geert bij Sportclub Cambuur en daar bijzonder goed werk heeft verricht. Onzerzijds zullen we ons best doen de cijfers voortaan zodanig- te groeperen, dat een uitsplitsing meer gegevens oplevert m.b.t. keuken, buf fet enz. Daarbij moeten we niet vergeten, dat de hui dige directeur een geheel andere persoon is dan zijn voorganger, hetgeen ook van invloed kan zijn op de exploitatie b.v. van de keuken. De door mevr. Visser naar voren gebrachte punten zullen echter onze volle aandacht hebben. De toneelvoorstellingen zijn wel exact begroot en we hopen met het totaal bedrag van f 355.000,rond te kunnen komen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 36, 37 en 38 (bijlagen nos. 241, 232 en 231). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 39 (bijlage no. 254). De Voorzitter: U hebt over deze zaak een aan vullende nota ontvangen. Het voorstel wordt terugge nomen en vormt dus geen punt van discussie meer. Punt 40 (bijlage no. 222). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 41 (bijlage no. 258). De Voorzitter: Ik kan U mededelen, dat zich zeer recentelijk een ontwikkeling heeft voorgedaan, die het College er aanleiding toe geeft dit punt op dit moment van de agenda af te voeren. Wij hopen daar t.z.t. wel nader op terug te komen. Dit betekent niet, dat de Wethouders de huidige vertrekken zouden moeten blij ven bezetten. Wellicht zijn er binnen afzienbare tijd andere mogelijkheden, die voor hen een betere oplos sing kunnen bieden. Helaas kunnen we daarover nog geen definitieve mededelingen doen. Het zou dan ook niet helemaal logisch zijn hedenavond dit besluit te ne men en ik stel U voor dit agendapunt af te voeren. Z.h.st. gaat de Raad ermee akkoord punt 41 van de agenda af te voeren. De Voorzitter schorst om 21.00 uur de vergadering voor het houden van een koffiepauze. De Voorzitter heropent de vergadering om 21.20 uur. Punt 41a (bijlage no. 263). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 42 (bijlage no. 245). De heer Weide: Als ik mij niet vergis, hebben wij bij de behandeling van de begroting voor 1970 nog ge sproken over een soort beurs- en evenementenhal bij de Frieslandhal. Degene, die vrijdags een bezoek brengt aan de Frieslandhal, kan constateren, dat daar, be halve in vee, ook nog veel wordt gehandeld in aard appelen, ruw- en mengvoeders en in mindere mate in granen, landbouwwerktuigen enz. De handel wordt, be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 4