12 soneel van de Gemeente, dat in de hal al aanwezig is, kunnen we beter de verantwoordelijkheid dragen voor de hygiënische toestand van de kantine. (Het lijkt ons echter onjuist de contractpartner hiervan te ontlas ten.) 2. De Gemeente kan zelf de prijzen bepalen. Wij kunnen dan rekening houden met de belangen van m.n. de jonge sportbeoefenaren (die er in groten getale ko men, veel schoolkinderen ook). Nu nemen deze vaak maar geen frisdrank, wat ze bij een lagere prijs wel zouden doen. Ik heb wat gekscherend een opmerking gemaakt over vochtverlies bij de sportbeoefening, maar ik wijs toch wel ernstig op de grote behoefte aan een kantine bij de sporthal. Een heel andere vraag is, of wij in de toekomst met een betere contractpartner een voorziening kunnen tref fen. Het beëindigen van dit contract betekent helemaal niet, dat we op een bepaald moment niet elders hetzij voor deze kantine alleen, hetzij in combinatie met de kantine in de nieuwe sporthal, tot een betere organi satie ook door particuliere exploitatie zouden kunnen komen. (De heer Engels: Dat blijkt niet uit het voor stel, dat de Raad is aangeboden.) Op dit moment gaat het uitsluitend over deze overeenkomst. Als er een toestand ontstaat, waarbij voor een particuliere ex ploitant op basis van de condities, zoals die door de Gemeente worden gesteld, gemeenschappelijke exploi tatie van meer kantines mogelijk is, dan ben ik bereid bij de Raad te komen met een voorstel daartoe. Ik wil de heer Engels wel zeggen, dat dit helemaal geen bin dende zaak is voor de volgende kantines. Wij moeten hiermee nu ervaring opdoen en we zullen proberen er het beste van te maken. De heer Schönfeld heeft ten onrechte opgemerkt, dat de beheerder werkloos zou worden; er is helemaal geen kantine-beheerder. Er is wel een beheerder van de sporthal, maar die blijft natuurlijk. Is der bisocht in oarenien yn to skeakeljen, freget de hear Boomgaardt. Wy hawwe lang bisocht immen to finen, dy't ré wie it to dwaen. Yn dizze situaesje hie it gjin sin to bisykjen, oft der in oar wie, hwant dan moasten wy earst fan dizze man óf. En dat kin nou. In oarenien ynskeakelje op dit stuit soe ynhalde, dat wy de apparaten ek kwyt moatte. Nou kinne se bliuwe en wy binne echt wol by steat om se yn goede kon- dysje to halden. Wy kinne de forantwurdlikheit foar de tastan fan de kantine en foar de prizen nou seis drage. Dat likct op dit stuit de béste oplossing. In oare sjoch ik net. De hear Boomgaardt: Wy moatte fêststelle, dat de pachter fan 'e Gemeente syn forplichting net nei- komt, dat de Gemeente him goedseit foar alle skea en eins gjin goede oplossing foar hannen hat. Mar as dizze pachter him net oan de oerienkomst haldt, dan moat hy dêrfan ek it risiko drage. Hy moat soargje, dat de oerienkomst neikommen wurdt of hy sil kon- sessys dwaen moatte oangeande de priis fan ocrname fan dizze automaten. It is gjin gunst fan de kant fan de Gemeente dizze man üt to keapjen; de man moat bliid wêze, dat hy der ünder bipaelde omstannichheden óf komme kin. Ik haw biswier tsjin it ütstel en freegje ek stimming. De heer Stek: Ik vind het een normale zaak, dat men zich aan de voorwaarden van een overeenkomst houdt. In de afgelopen jaren is wel gebleken, dat, als de Gemeente een overeenkomst niet nakomt, zij ook op de vingers wordt getikt. En nu een pachter in ge breke blijft, trekt de Gemeente als verpachter daaruit niet de consequenties, maar wil hem uitkopen tegen een voor hem bijzonder gunstige prijs en hem dus sti muleren het een volgende keer weer te proberen. Als je na 1% jaar draaien je machines tegen nieuwwaarde- prijs kunt verkopen! Het is een leuk handeltje. Het antwoord van de Wethouder heeft me niet vol daan en ik kom dan ook met de volgende motie: „De Raad; gehoord de discussie over stuk 291; gaat er mede akkoord, dat de pachtovereenkomst met Vindex wordt beëindigd". (Als blijkt, dat dit een bijzonder kostbare geschiedenis wordt en dat onze voorwaarden, gesteld op 13 februari 1969, niet juridisch dicht zijn) „en nodigt het College uit pogingen te doen om een nieuwe pachter te vinden voor het verkopen van con sumpties in de kantine van de sporthal Nijlan." (De heer Venema: Dan jaag je een particulier de grond in.) De VoorzitterIs de motie mede-ondertekend door een collega-raadslid? De heer Stek: Ja, door de heer Engels. De Voorzitter: Dan kan deze motie dus onderwerp van discussie vormen. De heer Engels: Ik kan me voorstellen, dat het College de pachtovereenkomst wil beëindigen, als de pachter niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. Maar er zijn hier nogal vlot een paar dingen gezegd, waar ik nog niet helemaal uit ben. Er is b.v. gezegd, dat de prijzen veel lager kunnen, als de Gemeente de exploitatie overneemt. Ik zou van de Wethouder wil len weten, of hij zo ver wil gaan, dat hij wil verkopen ander de reële economische prijs. Daar zou in de Raad wel eens over te praten zijn, maar U moet zich goed realiseren, dat, als wij voor schooljeugd en andere sport beoefenaren beneden de reële economische kostprijs gaan, zoals men in bedrijven bij kantines en misschien ook op bepaalde scholen al doet, wij dat dan ook moe ten doen in de zwemgelegenheden, op de Kinderboer derij en misschien bij onze parken. Men kan echter ook het standpunt innemen, dat men toch bij dit soort zaken de werkelijke economische prijzen (de kosten van het produkt plus de afschrijving enz.) moet berekenen. Die kunnen misschien veel lager liggen dan de prijzen die hier gevraagd worden die kunnen wel te hoog zijn). Wij moeten niet te licht nemen, dat degenen, die met aütomaten werken, inderdaad geneigd zijn die maar in huur te nemen vanwege het trammelant dat men er voortdurend mee heeft. Dat kan ertoe leiden, dat men te hoge prijzen bedingt. Maar als verpachter kan men dan ook in het huurcontract de voorwaarde opnemen, dat men de hoogte van de prijzen mee be paalt. Dan moet men er alleen voor zorgen, dat aan die bepaling ook de hand wordt gehouden. De heer Stek heeft daarover een opmerking gemaakt en daar op heeft de Wethouder geen antwoord gegeven. Vol gens het bestaande contract zijn de huidige prijzen vastgesteld in overleg met de Gemeente. Als die prij zen dan te hoog zijn, zijn vnj het meest schuldig. Is dat zo? (De heer Tiekstra (weth.): Ja.) Dat wilde ik van de Wethouder weten; en dus ligt dan de fout bij ons, bij degenen, die deze prijzen hebben goedgekeurd. Laat het ons dan f2 a f 3.000,kosten, maar dat is voor hen, die van de sporthal gebruik maken, in ieder geval beter, dan dat we in de huidige situatie voort sukkelen. Voor mij is daar echter niet mee bewezen, dat wij de zaak dan beslist in eigen exploitatie moeten nemen. Blijft de vraag dus, of er toch niet moet woi'den ge tracht met een andere exploitant tot een aanvaardbaar huurcontract te komen, waarbij de Gemeente ook in vloed op de prijzen heeft; waarbij we dan wel zo flink moeten zijn dat we die invloed waar maken. De heer Wiersma: Ik wil mij aansluiten bij hetgeen de heer Weide in eerste instantie naar voren heeft ge bracht. Later is daar, zij het in wat andere trant, op doorgegaan door de heer Venema, naar wie ik overi gens met plezier heb geluisterd, maar ik dacht niet, dat hij het helemaal bij het goede eind had en dat hij niet, wat ik wel kan, uit ervaring kan praten over een koffie- en drankenautomaat in vergelijking tot een prikklok. De frequentie van het gebruik van een prik klok is niet te vergelijken met die van een koffie- automaat. (Ik zal U een verdere uitleg besparen.) Ik kan U zeggen, dat het onderhoud van dit soort auto maten bijzonder veel tijd en accuratesse vraagt en daar zijn deskundige mensen voor nodig. Ze dienen dan ook nog snel beschikbaar te zijn. Het moet niet zo zijn, dat bij een storing na één of twee uur eens een monteur komt kijken, want ik kan U verzekeren, dat degenen (en speciaal de jeugd), die van de auto maat gebruik maken, bij storing onmiddellijk op dat ding gaan timmeren en rammen, totdat het van bin nen helemaal uit elkaar ligt. Als dan de monteur komt, heeft die uren werk de zaak weer voorelkaar te krij gen. Ik geloof, dat men daar iets te licht over denkt. Een ander punt is: Hoe denkt men deze zaak verder te realiseren, wat betreft de inkoop van de ingrediën ten? Wie vult de automaten en hoe gaat het verder net de normale exploitatie? Ik had graag (dit in aan sluiting op wat de heer Engels heeft gezegd) bij deze raadsbrief een exploitatie-overzicht gehad. Het is heel gemakkelijk om te zeggen: We nemen de zaak over en sturen de Vindex het bos in. Het schoonmaken is inderdaad gemakkelijk over te nemen, maar de rest, dacht ik, beslist niet. Ik zou graag alsnog een exploitatie-overzicht heb ben. Als ik geen bevredigend antwoord krijg, dan wens ik te worden geacht tegen te hebben gestemd. De heer B. P. van der Veen: Eigenlijk vind ik deze zaak niet belangrijk genoeg om er zoveel tijd aan te besteden. Het gaat m.i. niet om het contract, want dat bevat blijkbaar al bepalingen, waarmee de huidige toe stand in strijd is. De kwestie is alleen: Is dat contract te handhaven ja of nee Ik heb van de Wethouder be grepen, dat de pachter zich, redelijkerwijs gesproken, ilthans in zijn ogen, niet aan de overeenkomst kan bouden. Op beide punten niet. Ik zie niet dat vind ik de moeilijkheid dat de Gemeente dit zaakje ren dabel kan exploiteren. Ik zie ook niet, hoe wij er ooit ;:chter kunnen komen, of het rendabel geëxploiteerd ivordt, want de exploitatienota, die de heer Wiersma graag zou willen zien, halen wij straks niet uit een of andere begrotingspost. Zoals de Wethouder al heeft gezegd, is het de vraag of deze exploitatie voor een particulier interessant is. Blijkbaar is het College (en ook de pachter) tot de slotsom gekomen, dat dat niet bet geval is. Ik ben het met de Wethouder eens, dat bij de sport hal ook deze consumptiemogelijkheid behoort en als het dan voor een particulier niet interessant is, dan zullen wij als Gemeente moeten zeggen: Het is nu een maal een noodzakelijk onderdeel van het etablissement, dat wij tot stand gebracht hebben, en dat nemen we dan maar. In feite gaan we dan consumpties subsi diëren; dat ben ik met de heer Engels eens. Wat hij precies bedoelt met de economische prijs, weet ik niet, want het hangt er van af welke kosten hij allemaal meeneemt. Niet de grondstoffenprijzen maar de per soneelskosten zijn in dezen hoofdzaak. Ik heb niet be grepen, dat de heer Engels dacht, dat hij een deel van de ambtenarensalarissen in de kostprijs terug zou vin den, maar als dat wel zo is, vind ik het ook best. Het lijkt mij, dat, als een particulier tot hoge prijzen komt, wij daartoe ook moeten komen. Willen wij die niet, dan zit er een stuk subsidie in. We moeten voortaan bedenken, dat we bij dit soort dingen niet alleen te ma- ben krijgen met directe kosten, maar dat in de exploi tatie ook dit soort kosten zullen moeten worden mee genomen. Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel van het College. De heer Vellenga: Hoe luidt de motie eigenlijk? De Voorzitter: De motie is inderdaad ingediend en •ormt dus nu ook onderwerp van discussie. Ik zal die nog wel even voorlezen: -De Raad, gehoord de discussies over stuk 291, gaat ermee akkoord, dat de pachtovereenkomst met Vindex wordt beëindigd en "odigt het College uit pogingen te doen om een nieuwe pachter te vinden voor de verkoop van consumpties in Je kantine van de sporthal Nijlan." Deze motie is ondertekend door de heren Stek en Visser. Hiermede is rechtgezet, dat, toen ik straks vroeg wie mede had ondertekend, de naam van de beer Engels is genoemd. De heer Visser: Tijdens de behandeling van het voorstel in de Financiële Commissie heb ik me met enige schroom voor dit voorstel verklaard. Achteraf is een aantal verklaringen naar voren gebracht en ml. ook vanavond, tijdens de discussies (vooral over bezwaren die op het technische vlak liggen). Deze bebben mij doen besluiten tegen het voorstel te stemmen. Ik wilde dus alleen maar even een stemmotivering geven. De heer Venema: Ik wil er toch nog wel iets van zeggen; dat zal U niet verwonderen. Ik ben dan wel niet zo'n vakman als de heer Wiersma, maar ik kan nog wel logisch denken. En ik heb ook een klein beetje ervaring. Ik weet wel, dat een automaat en een prikklok niet hetzelfde is, maar ik weet ook, dat er in Nederland goede vaklui zijn. Als die eenmaal een automaat goed hebben bekeken, dan kunnen ze die ook repareren; daarvoor hoeven dan echt geen vreemde lingen te komen. Als U denkt, dat dié meteen voor de deur zitten als ze gebeld worden, dan hebt U het mis! Die lui zweven ergens in het land en dan moet je maar afwachten wanneer het hun past. Als wij de zaak in eigen beheer houden, dan hebben wij direct iemand bij de hand. En dan nog de kwestie van het verpachten van de automaten. Het gaat niet in de eerste plaats om de automaten dat hoort wel een beetje gek maar om het leveren van de bijbehorende produkten. Het is echt niet zo moeilijk om dat te veranderen. Als wij eens op de een of andere manier een mede burger tekort doen, staat men op zijn achterste benen. Zeer terecht. Als wij een proces gaan voeren tegen deze man, dan verliest hij dat zeer waarschijnlijk. Daarmee drukken wij hem dan de grond in. En dat is de be doeling niet. Hij kan het contract niet nakomen. Je zou dus kunnen spreken van overmacht. Hij wil er graag af. Hij had een werkster voor het schoonmaken van de kantine, maar kan nu hiervoor geen andere hulp vinden. (De heer Stek: U kent het nieuwe voor stel van de D.S.R.; dat heeft U thuisgekregen.) Daar sta ik achter. (De heer Stek: Ja, ik ook, maar de pachter niet.) De hear Tiekstra (weth.): Oan it adres fan de hear Boomgaardt wol ik sizze: 1. De pachter biropt him, hwat it neikommen fan syn forpliehtingen m.b.t. it skjinmeitsjen fan de kantine oangiet, op oermacht. Hy seit, dat der gjin minsken to finen binne, dy't dit wurk dwaen wolle. 2. Hy seit, dat hy dizze prizen hawwe moat; oars kin hij der neat oan fortsjinje. Foar legere prizen kin hy it net dwaen. Dogge wy de pachter in prosedure fanwegen „ingebrekestelling" oan, dan twivelje ik oan de ütslach. B. en W. gingen bij de voorbereiding van dit voor stel uit van dezelfde redenering als de heer Van der Veen: Voorzieningen als deze dienen nu eenmaal aan wezig te zijn, maar als zij commercieel niet interes sant zijn, zal de Gemeente moeten proberen een en ander op zo doelmatig mogelijke wijze te organiseren, waarbij zij dan in de gelukkige omstandigheid is, dat dat kan gebeuren met al beschikbaar personeel. (De heer Heidinga: Doen ze dan nu niets?) Dat behoeven ze nu niet te doen, want die verplichting rust op de pachter. Het is dwaas te zeggen, dat deze mensen nu niets doen. (De heer Heidinga: Ik vraag het maar.) De mensen zijn aanwezig, ze houden toezicht en doen hetgeen hun opgedragen wordt. En dat doen ze goed. (Stim: Lit dy minsken dan skjinmeitsje!Mei dy rid- denaesje soene wy de pachter in tsjinst biwize. Hy hat de forplichtings. (Stim: Dan jowt hy mar mear hier.) Dat is ek gjin oplossing, hwant dan seit de man: Nou krij ik mear kosten en dan is it net yn- teressant foar my. Mear hier komt op itselde del as legere prizen. (Stim: Dan is it gjin oermacht.) Wij hebben bij herhaling getracht, met zeer veel moeite, dit soort consumptiepunten verpacht te krij gen. In den lande zijn heel wat sporthallen waar het personeel de consumpties verzorgt. Wat wij hier voor stellen is beslist geen novum. We staan voor de nood zaak ons van dit contract te bevrijden en dat kan gebeuren op bepaalde voorwaarden, die wederzijds gesteld worden. Dat is het enige wat op dit moment aan de orde is. Het begrip economische prijzen (geïntroduceerd door de heer Engels) is zeer elastisch. Het gaat doodeen voudig om de vraag in welke marge men kan opere ren tussen de inkoopprijs van de artikelen en de ver koopprijs, die men vraagt. D.w.z.: met hoeveel winst neemt men genoegen? Voor de Gemeente zijn er prak tisch geen kosten, want het personeel is er al en in dat kader zijn wij in staat inderdaad tot lagere prijzen te komen, in de veronderstelling, dat er door de la gere prijzen een toeneming van de consumptie kan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1970 | | pagina 7