ifi
a
commissie wel gemaakt, maar er is niet gezegd, dat
er gevolg aan zou worden gegeven. De plannen waren
al gemaakt.
De heer Knol: Men heeft toen gezegd, dat er aan
dacht aan zou worden geschonken. (De Voorzitter: En
dat is ook gebeurd.)
De heer J. de Jong: Wat hier bedoeld wordt, is
waarschijnlijk de verlichting aan de noordzijde van de
Nieuwestad. Daar is in de Commissie Openbare Wer
ken over gesproken en die verlichting is tot stand ge
komen. Ik dacht, dat de heer Knol die bedoelde.
De heer Knol: Nee, ik bedoel de verlichting aan
de waterkant van de Waag.
De heer De Jong (weth.)Wat de heer Knol vraagt
is een nieuw element, dat niet bij het plan tot „aan
kleding" van het nieuw in te richten terrein in de
Raad is geweest.
De heer Knol: Het is, meende ik, in de Commissie
voor de Energiebedrijven geweest.
De heer De Jong (weth.): De verlichting van de
waterkant is niet het punt, dat hier thans aan de orde
is, maar die kwestie kan op zichzelf nog wel eens be
keken worden.
De Voorzitter: Laat men dat punt eventueel nog
eens in de commissie aan de orde stellen. Met het hier
thans voorgestelde is U het eens, mijnheer Knol, neem
ik aan, maar het gaat eventueel om meer. (De heer
Knol: Inderdaad.)
De Voorzitter: Onder „Gemeentebegroting" ver
valt, ook i.v.m. de omtrent deze zaak gehouden discus
sie, punt 10.
Er vervallen dus in totaal drie punten: op pag. 2 het
gestelde omtrent de Sociale Dienst, op pag. 3 punt 4
onder „Energiebedrijven" en op pag. 7 punt 10 onder
„Gemeentebegroting'
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W„ met inachtneming van de door de Voor
zitter mondeling aangebrachte wijzigingen.
De Voorzitter: Hoe laat het ook is, ik zou toch,
voordat we tot behandeling van punt 33 overgaan, een
enkel woord willen wijden aan het afscheid van de
heer Kingma. U weet allen, dat onze loco-Secretaris,
hoofdadministrateur in algemene dienst, per 1 januari
a.s. ontslag heeft gevraagd uit de gemeentelijke dienst.
Hij is per die datum benoemd tot griffier van de
Friese Staten, zoals U allen ook weet, een bijzonder
eervolle benoeming. Ik ben ervan overtuigd de tolk
van U allen te zijn, als ik op deze plaats op dit mo
ment de heer Kingma ook namens de Gemeenteraad
van Leeuwarden van harte feliciteer met deze benoe
ming. Hij wordt vandaag al in zijn nieuwe ambt ge
ïnstalleerd. Het is nu dus de laatste keer, dat de heer
Kingma een zitting van de Raad van de Friese hoofd
stad meemaakt. Ik zeg hem graag dank voor de be
kwame wijze, waarop hij zijn verschillende functies op
het stadhuis van Leeuwarden gedurende een periode
van ruim 10 jaar heeft vervuld. Ik dacht, mijnheer
Kingma, dat ik mag zeggen, dat U met de Gemeente
secretaris een fijn duo vormde. U vulde elkaar uitste
kend aan. Kenmerkend voor U was, meen ik, wel, dat
U zowel intern als extern door velen werd gewaar
deerd als trait d'union en dat zowel in woord als in
geschrift. Ik soe sizze wolle: Wy hawwe se hjir wolris
minder hawn op it stêdhüs. Ik wil op dit late uur
en overigens weet ik ook uit een gesprek tussen U
en mij, dat U daar geen enkele behoefte aan heeft
geen opsomming geven van de vele, ook belangrijke,
problemen, waarmede U zich in de afgelopen 10 ja
ren heeft beziggehouden. Maar ik zou te kort schieten,
als ik niet in de Raad zou memoreren Uw groot gezag
op bestuurlijk en juridisch terrein. Ik moge slechts
als voorbeelden noemen de bijdrage die U heeft
geleverd om in Leeuwarden te komen tot een nieuwe
A.P.V. en Uw werk ten aanzien van de problematiek
rondom de raden en commissies. Van Uw grote be-
kwaamheid op bestuurlijk en juridisch terrein, die daar-
bij duidelijk is gebleken, hebben wij als College van
B. en W. en ook als Raad bijzonder veel steun gehad.
Wat dat betreft, vinden wij het ook zonder meer jam
mer, dat U ons verlaat. Ik heb U dat ook al enkele
keren namens het College gezegd. Nogmaals hartelijk
dank, mijnheer Kingma, voor al datgene wat U in het
belang van deze Gemeente heeft gedaan. Het contact
zal niet worden verbroken; U gaat niet zover uit onze
buurt. Wij zullen allen ook wel weer opnieuw met U
in Uw nieuwe, waarlijk mooie, taak te maken krijgen.
Ik wil U en Uw vrouw namens de Raad zowel in za
kelijk als persoonlijk opzicht alle goeds toewensen.
(Applaus)
De heer Heidinga: Toen ik enige tijd geleden in de
Leeuwarder Courant heb gelezen, dat ik na het ver
trek van de heer Van Balen Walter nestor van de
Raad zou zijn, ben ik daar erg van geschrokken, maar
dit feit geeft mij natuurlijk ook wel weer plezierige
mogelijkheden, die ik anders niet zou hebben. En dit
zal dan de eerste zijn. Ik wil mij namens de Raad graag
bij de woorden van de Burgemeester aansluiten en ook
namens de Raad U, mijnheer Kingma, danken voor
het werk, dat U bij ons gedaan heeft, en voor de goe
de samenwerking met U, mede dank zij Uw prettige
persoonlijkheid. Het is laat, maar ik geloof, dat ik
toch wel, zoals de Burgemeester ook heeft gedaan, één
van de facetten van Uw werkzaamheden naar voren
mag halen: U heeft heel veel gedaan om Leeuwarden
te voorzien van een instituut hoe dan ook voor
wetenschappelijk onderwijs. Daar heeft U Uw beste
krachten voor ingezet. Alleen al daarvoor zijn wij U
zeer dankbaar. We hopen, dat U op dit terrein als
dat mogelijk is zult blijven werken. En dan hopen
we ook, dat we met elkaar nog mogen beleven, dat
dat werk met succes bekroond wordt. Wij wensen u|
ook veel succes in Uw nieuwe werkkring. We zullen
prettige herinneringen aan U behouden. (Applaus)
De heer T. J. Kingma (loco-Secretaris): Mijnheer
de Voorzitter, dames en heren. Nu het al zo laat of
al zo vroeg geworden is, spijt het mij, dat ik de oor
zaak ben, dat Uw vergadering ook nog wordt gerekt.
Ik hoop, dat het de laatste keer zal zijn, dat dat het
geval is. Het gaat U misschien wat nachtrust kosten,
maar mogelijk zijn sommigen van U in de gelegenheid
om morgen tussen 11 en 12 uur daar iets van in te
halen. (Gelach)
Mijnheer de Voorzitter, het is niet gebruikelijk, dat
een ambtenaar spreekt in de vergadering van de Ge
meenteraad. Een in gemeentelijke kringen bekend mop
je het is een mop met al een heel lange baard is
de definitie van de Gemeentesecretaris als de man, die
fluistert in de Raad, spreekt in B. en W. en schreeuwt
op de Secretarie. Dit laatste is natuurlijk in Leeuwar
den niet het geval. Maar het eerste gedeelte van deze
kenschets, dat fluisteren in de Raad, geldt stellig ia
nog sterkere mate voor een ambtenaar, die slechts bij
afwezigheid van de Secretaris zich mag sieren met de
fraaie titel van loco-Secretaris. Ik stel het daarom
bijzonder op prijs, dat U mij de gelegenheid geeft even
het woord te voeren. Ik heb daardoor in de eerste plaats
de gelegenheid U van harte dank te zeggen voor de
vriendelijke woorden, die U tot mij hebt gesproken, ea
voor de gelukwensen, die U mij deed toekomen. Ik ben
ook de heer Heidinga, de nestor van de Raad, bijzon
der dankbaar voor de hartelijke woorden, die hij tot
mij heeft gericht. Het is alles te veel lof voor mij.
ik heb niets anders dan mijn plicht trachten te doen.
Ik ben mij bewust, dat dat ook gepaard ging met
allerlei fouten en tekortkomingen. Om maar slecht?
;,ste noemen ik ken ze wel zo'n beetje mijn fouten
afbreken ik ben wel eens wat al te strijdbaar
a,el eens een beetje te fel geweest, wolris in bytsje
- itülrypachteraf zeg je dan wel ook al heb je
iissciiien toch wel gelijk gehad (Gelach) Het had
20 niet gemoeten, maar dan is het al weer gebeurd.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben al
WI) 11 jaar niet 10 jaar, mijnheer de Burgemees-
Ier-in de gemeente Leeuwarden werkzaam geweest;
ii heb de Gemeente ll jaar mogen dienen. Die Ge-
neente heeft mij en mijn gezin natuurlijk ook gediend
tor mij te laten verdienen. In de ruim 30-jarige pe
riode van mijn loopbaan heb ik nog nergens zo lang
op eenzelfde stoel gezeten. Als je dan zo'n periode
afsluit, kijk je vanzelfsprekend wel even achterom
ihoewel ik ook al bezig ben te trachten wat vooruit
te zien). En bij die terugblik kan ik gelukkig consta
teren, dat ik hier een heel goede en plezierige tijd heb
doorgebracht. Niet altijd was het even gemakkelijk.
Jlgn functie was vaak wat onduidelijk; je zat wel eens
cissen twee of meer vuren in. Maar ik heb er steeds
raar gestreefd mijn plaats te weten en anderen of
nu hoog waren of laag volledig te respecteren in
a functie en verantwoordelijkheid en vooral ook in
bun mens-zijn. In hoever ik daarin geslaagd ben,
niet aan mij ter beoordeling. Ik ben de Burge
meester, de Wethouders en de Secretaris ook bijzonder
dankbaar, dat zij mij de kans hebben gegeven mij hier
te ontplooien in de meer algemeen-bestuurlijke rich
ting. Ik geloof, dat er steeds behoefte zal zijn aan
goede specialisten, maar op het terrein van de over
heidsadministratie zijn, dacht ik, ook generalisten no
dig. En dan bedoel ik niet mensen, die alles weten van
alles, maar wel mensen, die van alles iets weten en
trachten om dat te coördineren. En het instellen van
de functie, die ik hier nu 11 jaar heb mogen bekleden
- een functie, die 11 jaar geleden is gecreëerd
heb ik een verstandige beslissing gevonden en ik ben
blij, dat ik die functie in deze 11 jaar heb mogen be
ileden.
Ik meen bij het scheiden van de markt wel te mo
gen uitspreken, dat ik van oordeel ben, dat Leeuwar
den in het algemeen over een uitstekend ambtelijk
apparaat beschikt. De Secretarie en die kan ik het
teste beoordelen kan de vergelijking met die van
andere gemeenten stellig doorstaan. Zij wordt prima
geleid; daar wil ik de Secretaris graag bijzondere lof
voor toezwaaien. En de sfeer is perfect. De wil tot
samenwerking, de wil tot coördinatie en de collegia
liteit heb ik in vorige werkkringen niet of heel zelden
in die mate aangetroffen. Ik geloof, dat het goed is,
ik dat nu hier in het openbaar eens zeg als insider
ffl dat kun je dan het beste doen als je vertrekt.
Graag wil ik op dit moment ook uiting geven aan
lijn erkentelijkheid voor de wijze, waarop ik in deze
jaren in relatie mocht staan met de leden van het
College van B. en W., en eveneens voor de manier,
«aarop ik met tal van leden van de Gemeenteraad in
he loop der tijden in contact mocht komen. Ik kan,
«at dit betreft, ook alleen maar terugzien op prettige
ervaringen. Natuurlijk hadden U en ik wel gewild, dat
het Leeuwarden in deze 11 jaar nog beter was gegaan
lan het geval is geweest, maar wij hebben allemaal
samen ons best gedaan. Dan is het maar het beste op
so'n moment te zien naar wat er wèl is gebeurd en
hat is heel wat en niet te zien naar wat we nog
®eer hadden gewild. Ik ben dankbaar, dat ik een klein
steentje daaraan heb mogen bijdragen.
Tenslotte wil ik de gemeente Leeuwarden, waarvan
ht nu al distantie aan het nemen ben en ik moet dat,
geloof ik, ook doen haar Raad en haar College van
- en W., inclusief ook in het bijzonder de Secretaris,
en ook U allen persoonlijk van harte het beste toewen
sen. Ik wens U allen wijsheid, werkkracht en de wil
tot innige zij het kritische samenwerking toe,
tot heil van de Gemeente, die niet alleen Uw, maar
ook mijn liefde heeft verworven. Ik zal figuurlijk
op enige afstand het wel en wee van de gemeente
Leeuwarden met grote belangstelling blijven volgen.
Ik dank U zeer. (Applaus)
De Voorzitter: Ik kan de Raad mededelen, dat het
College ondertussen Mr. W. G. J. Reumer te Eindhoven
heeft benoemd als opvolger van de heer Kingma.
Punt 33a (bijlage no. 403).
Aanbeveling:
Mevr. A. H. Geerts-den Heijer, alhier.
Benoemd wordt de aanbevolene, met alg. stemmen.
Punt 33b (bijlage no. 410).
Voordracht
H. Jansma, alhier.
Benoemd wordt de voorgedragene, met alg. stemmen.
Punt 33c (bijlage no. 421).
Aanbevelingen:
I. vacature mevr. A. I. Pietersen-Ehlhardt
a. mevr. A. I. Pietersen-Ehlhardt, alhier;
b. mevr. R. van der Meij-Terpstra, alhier;
2. vacature de heer H. Feddema:
a. de heer H. Feddema, alhier;
b. de heer J. H. Zuidema, alhier.
Benoemd worden mevr. Pietersen-Ehlhardt met 33
stemmen en de heer Feddema, met alg. stemmen.
Punt 33d (bijlage no. 423).
Aanbevelingen
vacature mevr. Mr. E. Veder-Smit:
mevr. Mr. E. Veder-Smit, alhier;
vacature de heer K. J. de Jong:
de heer K. J. de Jong, alhier.
Benoemd worden de aanbevolenen, met alg. stemmen.
Punt 33e (bijlage no. 426).
De Voorzitter: Kunnen hier misschien drie namen
worden genoemd?
De heer Heidinga: Onze fractie wil voor één vaca
ture graag mevr. M. M. Th. Visser-van den Bos kan
didaat stellen.
De heer Vellenga: Daar van de drie leden van deze
commissie al twee deel uitmaken van onze fractie, leek
het ons wat te veel gevraagd, dat wij voor de plaats
vervangende leden nog namen zouden noemen. Nu heb
ik in de wandelgangen gehoord, dat van een andere
kant een paar namen zouden worden genoemd.
Mevr. Woudstra-Peene: Ik zou de heer T. H. van
Haaren kandidaat willen stellen.
De heer Van Haaren: Ik zou de heer Singelsma als
kandidaat willen noemen.
De hear Singelsma: Ik soe as kandidaet de hear
Klomp stelle wolle.
De Voorzitter: Maar dat werkt wat verwarrend.
De heer Singelsma trekt de door hem voorgestelde
kandidatuur terug.
De Voorzitter: Er zijn dus drie kandidaten:
mevr. M. M. Th. Visser-van den Bos;
de heer T. H. van Haaren;
de heer J. B. Singelsma.
Benoemd worden mevr. Visser-van den Bos, met 33
stemmen, de heer Van Haaren, met 31 stemmen en de
heer Singelsma, met 32 stemmen.