18
17
1
Vaststellen van een Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggeld.
Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering van veemarktrechten.
Dienst voor Reiniging en Brandweer.
Huisvesten van de Dienst voor Reiniging en Brandweer.
Verlenen van een aanvullend krediet voor de vuilverbrandingsinstallatie.
Wijzigen van de Verordening op de heffing van reinigingsrechten.
Vergoeden van brandwachtdiensten
Aanvullend krediet vuilverbrandingsinstallatie
Dienst Sociale Werkvoorziening.
Brief van werknemers van de Dienst Sociale Werkvoorziening inzake de verplaatsing
van het Administratief Centrum
Gemeentelijke Sociale Dienst.
Organisatieonderzoek Sociale Dienst.
Directiestructuur Sociale Dienst
Automatisering administratie Gemeentelijke Sociale Dienst.
Dienst voor Gezondheidszorg.
Preadvies m.b.t. de vragen van de N.V.S.H., gewest Friesland, betreffende abortusmoge
lijkheden in Triotel.
Wijzigen \an besluiten en verordeningen i.v.m. wijzigingen in de organisatie van de ge
zondheidszorg.
datum
vergadering
bijlage no.
blad
zijde
18 okt
358
29 nov
413
9
22 feb
66
9
22 feb
69
19
30 mrt
103
19
27 sep
331
13
20 dec
469
16
13 apr
125
6
22 feb
68
23
5 jul
232
23
29 nov
435
17
I
15 mrt
96
12
29 nov
414
9
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 11 jannari 1971
RAADSVERGADERING
van maandag 11 januari 1971.
Aanwezig' 36 leden: de dames G. Bakker-van Dier-
men, E. Brandenburg-S joerdsma, J. Dijkstra-Bethle-
hem, G. Visscher-Bouwer, M. M. Th. Visser-van den
Bos en L. Woudstra-Peene en de heren S. Bouma, J.
ten Brug (weth.), G. Buising, G. P. Eijgelaar, P. J.
Engels, T. H. van Haaren, J. Heetla (weth.), O. Hei-
dinga, W. Hemstra, H. Hovinga, H. Jansma, J. F.
Janssen, J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), A. Klomp,
J. Knol, W. S. P. P. de Leeuw, H. Meijerhof, W. Mie-
dema, Ir. C. L. Rijpma, J. Sehaafsma, J. B. Singelsma,
P. Snel, J. Tiekstra (weth.), Mr. B. P. van der Veen,
J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries, K. Weide (weth.)
en J. Wiersma.
Afwezig: de heer P. van der Veen en na de koffie
pauze de heer O. Heidinga.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Te behandelen punten:
1. Vaststellen van de notulen van de raadsverga
deringen van 23 en 24 februari 1970 en van 2 novem
ber 1970.
2. Mededelingen.
3. Voorstel van de voorzitter ex artikel 45, derde
lid, van het Reglement van Orde met betrekking tot
een voorstel van het raadslid T. H. van Haaren (bijlage
no. 16).
4. Aankoop van een aantal percelen (bijlage no. 4).
5. Aankoop van enkele perceelsgedeelten aan de
Tijnjedijk (bijlage no. 2).
6. Verkoop van een perceel erfpachtsgrond (bijlage
no. 3).
7. Verkoop van het perceel Buorren 42 te Wytgaard
(bijlage no. 15).
8. Ontbinden van pachtovereenkomsten ten aan
zien van een aantal percelen in het gebied van „De
Groene Ster" (bijlage no. 8).
9. Ontbinden van pachtovereenkomsten ten aanzien
van een aantal percelen en perceelsgedeelten in het
bestemmingsplan „Goutum" (bijlage no. 7).
10. Aangaan van een ruil van grond te Goutum
(bijlage no. 12).
11. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan de Vereniging tot
Stichting en Instandhouding van scholen met de Bijbel
te Huizum t.b.v. een aantal onder haar bestuur staande
scholen (bijlage no. 5).
12. Ontwerp-deelplan voor het gemeentelijk voort
gezet onderwijs voor de jaren 1973, 1974 en 1975 bij
lage no. 17).
13. Preadvies naar aanleiding van een adres van de
heer B. Ondersteyn betreffende de tarieven van de
stadsautobusdienst (bijlage no. 11).
14. Verlenen van een restauratie-subsidie voor de
Grote of Jacobijner Kerk (bijlage no. 10).
15. Verlenen van een restauratie-subsidie voor het
pand Nieuwestad 37 (bijlage no. 9).
16. Beschikbaar stellen van kredieten t.b.v. een aan
tal onderwijsvoorzieningen (bijlage no. 13).
17. Verlenen van medewerking aan een onderzoek
betreffende de maatschappelijke en bestuurlijke ont
wikkeling in Friesland (bijlage no. 6).
18. Wijzigen van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1970 (bijlage no. 14).
19. Verlenen van eervol ontslag aan de heer T. J.
Zeilinga als directeur van het Grondbedrijf (bijlage
no. 1).
20. Benoemen van een directeur van het Grond
bedrijf (bijlage no. 18).
De Voorzitter: Dames en heren, ik heet U van
harte welkom op de eerste vergadering van Uw Raad
in het nieuwe jaar.
Evenals in vorige jaren het is al voor de vijfde
keer als ik mijn mstailatierede van begin 1967 mag
meetellen stel ik het bijzonder op prijs bij de aan
vang van de eerste vergadering van Uw Raad in het
nieuwe jaar even terug te blikken in het jaar dat ach
ter ons iigt. Maar vooral wil ik gaarne enige opmer
kingen maken over hetgeen ons vrij zeker of in
andere gevallen vermoedelijk te wachten staat in het
jaar dat we kortelings zijn begonnen.
Daarbij zai ik geen enkele poging doen naar volle
digheid te streven. Het vernaai zou stellig veel te lang
worden. Bovendien staan we dicht voor de openbare
behandeling in afdelingen en Raad van de begroting
1971. Schier alle facetten van het gemeentelijk bestuur
zullen wij dan met eikaar doorworstelen.
Vandaag zou ik willen volstaan met enige naar mijn
mening (en naar ik hoop ook de Uwe) belangrijke
facetten de revue te laten passeren.
Het spijt mij bijzonder, dat we er niet in zijn ge
slaagd het herziene structuurplan nog in 1970 ter dis
cussie te stellen. Verwacht mag worden, dat het nu
toch wel zeer spoedig zo ver zai zijn. Het College van
B. en W. is ervan overtuigd, dat het van wezenlijk
belang is de na te streven ontwikkeling in en rondom
onze stad spoedig en in brede kring aan de orde te
stellen. Vele beslissingen immers zuilen genomen moe
ten worden in het perspectief van wat wij met elkan
der moeten en ook willen bereiken. Vooral wat de ont
wikkeling op langere termijn betreft, zullen een aan
tal alternatieve mogelijkheden in discussie moeten ko
men.
Dat Leeuwarden èn als een der drie grootste ont-
wikkeiingskernen in het noorden des lands èn als pro
vinciale hoofdstad èn als centrumplaats van een wijde
regio voldoende werkgelegenheid moet kunnen bieden,
zowel in de dienstensector als in de industrie, lijkt
duidelijk. Dat deze stad een belangrijk cultureel cen
trum in de Friese samenleving zal moeten blijven, lijkt
evenmin aan enige twijfel onderhevig. Dit alles in een
maatschappij die steeds hogere eisen zal stellen, zowel
in economisch als in sociaal en cultureel opzicht.
Minder duidelijk is het toekomstbeeld van het pa
troon van wonen en de dienaangaande zich ontwikke
lende behoeften. We zullen met elkander hebben te
analyseren in hoeverre de mensen op centrale plaat
sen, dus in de steden zelf, zullen wonen en in hoeverre
zij zich in een meer landelijke omgeving, dus in dorps
gemeenschappen, zullen vestigen, terwijl zij dan in de
steden zullen werken en daar bepaalde culturele
voorzieningen zullen willen aantreffen. Hoe ook de
verhouding tussen in en buiten de stad willen wonen
zal blijken te liggen, in ieder geval is het onze taak
adequate voorzieningen te treffen voor het wonen in
de stad. Hun, die daar in de toekomst de voorkeur aan
geven, zal een voldoende scala van mogelijkheden moe
ten worden geboden. Daarbij zal ook in de stad de be
hoefte aan te compacte huizenmassa's nauwelijks denk
baar zijn. Bij een verdere toeneming van de welvaart
en vooral van het welzijn zal het verlangen groeien
naar ruimte en variatie. Dat impliceert, dat bij de ver
dere ontwikkelingen van onze stad afwisseling van
huizenbouw, groenvoorzieningen en recreatiemogelijk
heden noodzakelijk is. De industrievestigingen moeten
niet te dicht verweven zijn met woonwijken.
In ieder geval en stellig op korte termijn zal er een
grote vraag naar woningen in onze stad bestaan. Het
aantal woningzoekenden in de gemeente Leeuwarden
bedroeg aan het eind van 1970 ca 1750. Daarvan moes
ten ais urgente gevallen worden beschouwd een aan
tal van ca 350.
Het is bijzonder jammer, dat wij momenteel met een