13 over het niet-ontvangen van het blad, dan zou ik met kiem willen vragen dat aan de afdeling Voorlichting te meiden. Als men daar concrete gevallen weet, kan men het met de uitgever opnemen. Meer kunnen wij niet doen. Ik hoop, dat het goed bekend zal worden in .Leeuwarden, dat iedereen die 't blad „Uw Leeuwarden" niet ontvangt dat op kan g;even bij de afdeling Voor lichting. Dan kunnen wij uitzoeken waar de fout zit. Over het toezenden aan de scholen moeten wij gaan praten. Wij moeten trachten duidelijk een weg te vin den om dat blad inderdaad op de scholen te krijgen. Het zou wel eens kunnen zijn, dat men het blad niet zo maar bij een schoolgebouw bezorgt. (De hear Klomp: De bisoargers fan dy blêden komme fansels net by de skoallen. De „Maandagpost" ensfh. bringe hja dêr ek net.) Ja, dêrom helje ik it ek ütinoar. Hat in partiku- lier in klacht oer it net-bisoargjen dan kin er dat op- jaen by de öfdieling Foarljochting en de kwestje fan de skoallen sille wy yn düke. De heer De Leeuw heeft gevraagd de knipselkrant ook op de leeskamer ter inzage te leggen. Daartegen kan geen bezwaar zijn, vooral als we straks de nieuwe leeskamer hebben. U vind er niets nieuws in. En als ik dat zo zeg, zou U kunnen vragen wat wij er dan mee doen. Wij hebben deze knipselkrant ingesteld op dat wij snel en geheid zien wat in de plaatselijke pers over ons geschreven wordt. We kunnen niet alle kranten lezen en het ontbreekt ons ook wel eens aan tijd. Door de knipselkrant kunnen o.a. het College, de afdelings hoofden snel zien hoe de pers op ons doen en laten heeft gereageerd. Ik vind het een goede zaak, dat wij ons ervan bewust zijn hoe de pers reageert op b.v. besluiten die de Raad neemt, meningen in de Raad. Dat soort dingen staat erin. Er is geen bezwaar tegen een exemplaar van die krant straks in de leeskamer te leggen. Hetgeen de heer De Leeuw zei over het koppelen van een administratief centrum aan de afdeling Voorlich ting moet op een misverstand berusten. Ik heb natuur lijk die vergadering van de Jeugdraad niet bijgewoond. Maar ik heb het vermoeden, dat de heer Weide en U even langs elkaar heen hebben gesproken. Dit zeg ik veronderstellenderwijs. Wat is nl. het geval. Dat Voor lichtingscentrum waar ik het straks over heb gehad, willen wij trachten te realiseren in het Vriesco-pand. Op de eerste etage van dat gebouw is de heer Koop- mans met zijn afdeling ondergebracht. Die afdeling hoort niet bij het Voorlichtingscentrum, heeft er niets mee te maken. Maar wel zien wij die afdeling als het centrale punt waar alle administraties van de raden e.d. bijelkaar komen. Hierin ligt m.i. de reden, dat U langs elkaar gegleden bent. Ik laat in het midden wie gegleden zou hebben. Er is geen sprake van, dat wij een administratief centrum zouden willen koppelen aan de afdeling Voorlichting. U hebt gelijk, als U zegt, dat dat twee heel afzonderlijke zaken zijn. Wij centralise ren dus wel na de reorganisatie op de Secretarie per 1 januari jl. alle activiteiten betreffende de raden op de afdeling van de heer Koopmans, die toevallig in hetzelfde pand zit waar wij dat Voorlichtingscentrum willen realiseren. Op de vraag of het Voorlichtingscentrum ook buiten de kantooruren geopend kan zijn, wil ik nu liever nog geen antwoord geven. Dat probleem hebben wij in stu die. U weet, dat wij op het ogenblik een proef nemen bij de afd. Bevolking met het in de middagpauze open stellen. Daar is wel belangstelling voor. Maar het stelt ons voor enorme problemen. Er bestaan grote span ningen, dat wil ik niet verhelen. Omdat er vanuit de Raad nogal op aangedrongen was, hebben wij van de zijde van het College het nemen van deze proef gefor ceerd. Het stelt de afdeling voor enorme problemen om de taak inderdaad goed uit te voeren. Nu de hele dag door mensen aan de loketten komen, blijkt, dat de efficiency daalt. In theorie kan je zeggen, dat de amb tenaren op de momenten, dat ze niet aan het loket hel pen, wel ander werk kunnen doen, maar in de praktijk blijkt, dat de mensen steeds weer uit hun werk worden gehaald en een enorm groot deel van de bezetting van de afdeling is geblokkeerd met het klaarzitten om voor de loketten te helpen. Er komen natuurlijk niet meer mensen bij de loketten. De spreiding is gewoon anders. Als er anders 100 mensen kwamen tussen 9 en 12 uur, dan komen die nu tussen 's morgens 8 en 's middags 4 uur. Dit drukt de efficiency van het werk enorm. Je zou kunnen zeggen, dat je er dan meer mensen moet neerzetten. Ik moet U zeggen, dat hetgeen wij de laat ste tijd op de Secretarie doen, velen de wenkbrauwen doet fronsen. Het aantal mensen, dat hier de laatste paar jaar de poorten is binnen gestapt, is niet klein. Als U eens vergelijkingen zou gaan trekken, zou U misschien ook schrikken. Dat hoeft niet, de machinerie loopt er ook beter door, maar ook hier moeten we met elkaar wel uitkijken wat we doen. We hebben nog nooit mensen kunnen aantrekken die we niet hoeven te be talen. Als dat mogelijk was, waren er natuurlijk min der bezwaren. Maar het kost ons enorm veel geld. Het is toch ook onze taak te zorgen, dat wij redelijk effi ciënt werken. Dit even in het algemeen over problemen m.b.t. de openingstijden. Nu even over het Voorlich tingscentrum. Als het open is, moet er personeel aan wezig zijn Het heeft geen zin te zeggen: We doen de zaak open en laat het publiek maar binnen. Ik weet wel, dat er misschien ook in deze zaal mensen zijn die dat best leuk zouden vinden, maar wij leven in een maatschappij waarbij het toch wel verstandig is per soneel aanwezig te laten zijn als we een dergelijk cen trum openstellen voor publiek. Dat probleem moet dus wel opgelost worden. (De heer De Leeuw: Het effect zou aanzienlijk vergroot worden.) We zullen het ook beslist bekijken. Gisteren heeft mevrouw Visser in de raadsvergadering ook de vraag gesteld of het stads archief op zaterdag opengesteld kon worden. Dat over wegen wij heel ernstig. Maar we zitten natuurlijk met het personeelsprobleem. Daar gaan overuren in zitten en dat is niet goedkoop. Het kost allemaal mankracht en geld. Mag ik er op dit moment mee volstaan te zeggen, dat wij zeer ernstig aandacht zullen besteden aan deze kwestie Dat zeg ik U toe. We leggen het niet zo maar opzij, want we zien er het belang vooral wat het Voorlichtingscentrum betreft ech wel van in. Dan heb ik nog Uw vraag, mijnheer Meijerhof, en daar weet ik eerlijk gezegd niet zo góed raad mee. U vraagt: Wat bent U van plan in het eerste halfjaar van 1971 te doen. Eigenlijk zou ik moeten antwoorden: Hard werken, maar daar hebt U niet veel aan; U be doelde iets anders. Wat zijn onze plannen. Zo concreet mogelijk gezegd dit: We zijn van plan alle activiteiten die op de afd. Voorlichting thuishoren aan te pakken. Weer kom ik dan op hetzelfde probleem terug, nl. de uitbreiding. Drie a vier jaar geleden was er één man op de afd. Voorlichting. Op het ogenblik (vanaf 1 maart) zitten er vier mannen. U moet eens uitrekenen wat dat kost. Het is belangrijk en wij doen ook ons uiterste best die mensen de gelegenheid te geven zich uiterst nuttig te maken op het gebied van de voor lichting, met inbegrip van hetgeen wij al hebben be sproken vanavond, nl. het bevorderen van het leggen van contacten; dat moet ook van die afdeling komen. Wij doen dus zoveel mogelijk en ik neem aan, dat ik op het moment geen concrete opsomming behoef te geven. Ik zou dan trouwens willen verwijzen naar een document (opgemaakt door het hoofd van de afd. Voorlichting en door ons aan de raadsleden gezonden) waarin een opsomming is gegeven van allerlei ac tiviteiten waarmee die afdeling zich bezig houdt. Op dat patroon gaan ze door. Als U nog iets con creets wilt weten, wilt u dat dan nog even formuleren. Dan kan ik gemakkelijker antwoorden. De heer Meijerhof: Als antwoord op de vraag be treffende de voorlichting in de wijken en de dorpen, stelt U, dat het de voortdurende aandacht heeft. Toen dacht ik, dat die aandacht wel geleid zou hebben tot bepaalde conclusies en bepaalde plannen om tot voor lichting in de wijken en dorpen te komen. Vandaar mijn vraag naar Uw programma voor het eerste halfjaar. De Voorzitter: Nu kan ik hier tenminste concreet op ingaan. Nu weet ik wat U bedoelt. Wij hebben vooral bedoeld het houden van hearings e.d. Als er in de wijk iets aan de hand is, moeten we dat aan de orde stellen in de wijken, in een wijkgebouw of iets dergelijks. Daarbij zal de afd. Voorlichting natuurlijk behulpzaam moeten zijn. Dat bedoelen wij met het voorlichting ge ven in de wijken. Wij stellen ons voor dat straks te doen in een soort samenspel met wijkraden e.d. Ook daar moet de behoefte leven aan deze dingen. We zien vaak, dat de praktijk heel anders is dan wij met elkaar vermoeden. De vorige winter hadden wij van verschillende zijden gehoord, dat er nogal wat gemopperd werd in de wijken Bilgaard en Uekkumer- end over allerhande dingen. Er werd ons ook gezegd: Die mensen willen niet alleen maar kankeren; ze zit ten met allerlei problemen. Die willen ze kunnen be spreken. Ze willen weten hoe allerlei zaken zullen ver lopen. In Bilgaard was nog geen wijkgebouw, maar de Open Hof is er vlakbij. Omdat wij er grote waarde aan toekenden, ben ik persoonlijk met de mensen van de afd. Voorlichting naar de Open Hof gegaan. Wij hebben daar met de leiding van de Open Hof het pro bleem doorgepraat. Wij hebben gevraagd of wij lokali teiten konden huren en ook of zij kans zagen die wat leuk aan te kleden; hier en daar tafeltjes neer te zetten enz. Wij wilden dan zes of zeven hoofdambtenaren er naar toe laten gaan. Aan één man heb je in zo'n geval niets. Die kan hoogstens naar een ander verwijzen. En wij wilden, dat de mensen een concreet antwoord kon den krijgen. Wij hebben er inderdaad een team van zes man heen gestuur (mensen van Onderwijs, Volkshuis vesting, Openbare Werken, Voorlichting). We hebben een en ander echt goed bekend gemaakt. De pers heeft daaraan meegewerkt, het heeft o.a. onder „Ge hoord en Gezien" gestaan. Ik ben 's avonds om 9 uur (na een vergadering op het Stadhuis) naar de Open Hof gegaan. Ik wilde graag zien hoe een en ander verliep. Het zag er werkelijk erg leuk uit. Ik heb met enkele mensen gesproken, die bijzonder content waren met die avond, maar er zijn, naar ik mij herinner, zegge en schrijve zes mensen geweest de hele avond. En daar voor heeft die hele ploeg daar een uur of drie, vier gezeten. Je kon contact hebben met ambtenaren over problemen op het gebied van onderwijs, huisvesting, enz. enz., je kon allerlei vragen stellen. We hebben het experiment niet herhaald, want er bleek geen belang stelling voor te zijn. Die zes mensen kunnen natuurlijk gemakkelijk naar het Stadhuis komen om inlichtingen. Dat is zinvoller en goedkoper. Daar worden ze dan ook echt geholpen. Het bleek duidelijk, dat men zich wel wilde uiten over de grieven die men had, maar men had kennnelijk de behoefte dat op andere wijze te doen en niet in de vorm die wij hadden gedacht. Ik noem dit als voorbeeld waaruit blijkt, dat er niet altijd even veel behoefte is aan een dergelijke voorlichting. (De heer Van Haaren: Was er die avond geen voetbal wedstrijd op de televisie Nee, we hadden die avond goed gepland. Wij hebben er dus vooral op gedoeld, mijnheer Meijer hof, dat t.a.v. de problemen die in een wijk spelen de voorlichting ter plaatse zeer belangrijk kan zijn. En ik kan niet concreet zeggen wat we gaan doen. Ik geloof, dat ik hiermede de vragen t.a.v. de voor lichting heb beantwoord. Is er nog iemand die iets wil opmerken over hoofd stuk II voordat we daar afstappen? Volgno. 26. De heer Hovinga: Ik heb volgno. 26 aan mij voorbij laten gaan. Het ging zo snel en ik heb kennelijk niet goed opgelet. Mijn excuses. De Voorzitter: Als U heel kort kunt zeggen wat U nog wilt weten. De heer Hovinga: Die vragen onder no. 1, zijn door mij gesteld en ik vind de antwoorden zeer duidelijk. Maar ik vraag mij af of er niet in overweging kan worden genomen dit kantoormachinepark wel in eigen beheer te gaan nemen, omdat bij de verschillende dien sten en afdelingen zo'n enorm aantal machines staat meest de gewone kantoormachines en ik weet, dat iedere technische dienst van toeleveringsbedrijven rendabel wordt gehouden dankzij het feit, dat men on derhoudscontracten afsluit. Als de inkoop van derge lijke machines (natuurlijk ben ik ervan op de hoogte, dat er belangrijke kortingen worden genoten via het R.I.B.) geschiedt door de hoofden van dienst, dan heb ik het idee, dat die tot stand komt omdat de hoofden van dienst worden benaderd door een bepaalde firma met een bepaald merk, zonder dat men voldoende over zicht heeft van wat er nog meer op de markt is. Gezien de zich snel wijzigende toestand op allerlei technische vlakken vraag ik mij af toevallig van deze zaken op de hoogte zijnde of niet hetzelfde resultaat bereikt kan worden met veel minder geld. Vandaar dat ik dus gedacht had aan een inkoper (die meer algemeen markt- verkennend zou zijn) die de hoofden van dienst op diverse gebieden zou kunnen wijzen op wat er naast hetgeen zij nodig denken te hebben nog meer mogelijk is met dezelfde efficiency. De Voorzitter: Ik weet niet of de Secretaris hier over het een en ander kan vertellen. Ik weet wel, dat wij pogen dit zo practisch en efficiënt mogelijk te doen. De Secretaris: Wij hebben een goede inkooprege ling opgesteld en er bestaan afspraken met de hoofden van dienst over de inkoop in zijn totaliteit. Dat wil ik de heer Hovinga best eens laten zien. Een heel wille keurig voorbeeld. De benzine en de olie wordt allemaal ingekocht door één hoofd van dienst. De verf idem. Papierzaken lopen ook allemaal via één hoofd van dienst. Er wordt dus echt wel aandacht geschonken aan een zo efficiënt mogelijke inkoop. Maar er is geen centrale regeling voor alles. Het is als het ware uiteen gegooid om zo efficiënt en effectief mogelijk te kunnen werken. De efficiency heeft permanent de aan dacht. Ik wil nog een voorbeeld noemen. We hebben op de Secretarie heel lang een redelijk grote centrale inkoop gehad. Die hebben we voor een groot deel op geheven omdat bleek, dat het efficiënter was om tot een andere werkwijze over te gaan. Je kreeg daar, wat men pleegt te noemen, winkeldochters. Er werd om een lage prijs te krijgen b.v. een grote hoeveelheid sten cils gekocht. Plotseling kwam in een volgend jaar een ander type stencil naar voren en beliefde men het oude type niet meer. Er is weinig voor nodig om winkel dochters te krijgen, dat zult U zeker uit ervaring we ten. Daarnaast kost niet alleen de opslag geld, maar er gaat rente in de voorraad zitten, een en ander moet beheerd worden, enz. Alles tezamen heeft het ertoe geleid, dat de centrale inkoop op de Secretarie (dat was op zuiver administratief gebied) voor een zeer groot deel is afgeschaft. We proberen van alle kanten bij alle diensten de inkoop zo goed en efficiënt moge lijk te regelen. De Voorzitter: Ik dacht, dat dit antwoord voldoen de was, mijnheer Hovinga. Als er nog bepaalde punten over zijn, zou ik U willen uitnodigen eens een sigaar te gaan roken bij de Secretaris. Die heeft hele goede. Vertel hem dan nog eens wat practische dingen, daar kan hij zijn voordeel mee doen. Ik dacht, dat dit voor anderen niet zo interessant was. Maar practische wen ken kunnen wij altijd gebruiken. Hoofdstuk III. Algemeen. De heer Meijerhof: Op de vraag over het onleefbaar worden van delen van de binnenstad doordat voor an dere delen de leefbaarheid wordt opgevoerd, antwoordt U, dat bij constatering van overtredingen wordt gever baliseerd. Maar alle overtredingen zullen, dacht ik, niet geconstateerd worden en wordt hieraan voldoende aan dacht besteed? Ik denk hierbij aan het aanhoudend surveilleren van de poiltie, wat preventief kan werken. Dan nog iets over het artikel van de A.P.V., inhou dende, dat bij 3 minuten stilstand de motor niet meer mag draaien. In de praktijk blijkt het moeilijk te zijn hierop toezicht uit te oefenen. Mijn vraag is: Wat zijn de consequenties van Uw antwoord op vraag 3. De heer Vellenga: Iets over vraag 5 op pag. 7. Het is nl. zo, dat U in de toelichting op de begroting (de aanbiedingsbrief) op pag. 18, onder het hoofd Openbare Orde ergens dit schrijft: „In deze commissie worden ook de suggesties en opmerkingen, die van de kant van de burgerij binnenkomen, besproken." Toen wij dat in onze fractie lazen, hebben wij dat zo geïnterpreteerd: Hier is deze commissie. Er komen suggesties en op merkingen binnen, anders zouden ze niet besproken kunnen worden. Zitten daar interessante suggesties en opmerkingen bij, dan zouden wij die als raadsleden ook wel eens willen lezen. Wij menen zelf soms ook, dat we interessante suggesties en opmerkingen doen, maar er

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 7