een oplossing voor gezien werd en toen werd niet deze mogelijkheid gezien van opname in het Verpleeghuis. En inmiddels is mij gebleken, dat er zelfs mensen in het Verpleeghuis zijn opgenomen die ik niet geacht zou hebben te moeten behoren tot de bevolking van een Verpleeghuis, maar tot de bevolking van een Ver zorgingstehuis met nogal behoorlijke verzorging. De heer Van HaarenN.a.v. vraag 6 zijn wij van oordeel, dat het wenselijk is zo geruisloos mogelijk te komen tot voorzieningen waardoor abortus in de thans bestaande ziekenhuizen mogelijk wordt. Een en an der op een schaal die medisch verantwoord is en die rekening houdt met de sociaal-psychologische omstan digheden van de vrouwen die om een dergelijke onder breking van de zwangerschap vragen. We hebben goe de hoop, dat in Leeuwarden een Stimezo-inrichting achterwege kan blijven. Blijken de mogelijkheden van zwangerschapsonderbreking te beperkt, dan komen wij hierop in de Raad terug, doch eigenlijk zou dat naar onze mening niet nodig moeten zijn. De heer Ten Brug (weth.): De heer Snel is begon nen met te vragen hoeveel patiënten uit de Haniasteeg in Triotel zijn opgenomen en eigenlijk sluit de opmer king van mevrouw Visser daarbij aan. De situatie is op dit moment zo, dat er in het Verpleeghuis 30 pa tiënten zijn opgenomen. Ik kan niet exact zeggen hoe veel daarvan uit de Haniasteeg komen, ik kan wel zeggen, dat voor opname ongeveer 55 patiënten zijn aangewezen en dat daarvan ongeveer 16 uit de Hania steeg zullen komen. Het aanbod is op dit moment nog niet helemaal verwerkt. Dat kan ook niet, dat moet geleidelijk aan gebeuren. Het heeft inderdaad een wer king op de bezetting van de Haniasteeg en dat is bij zonder gunstig, want daardoor wordt ook de moge lijkheid geschapen om zwaar-verzorging-behoevende be jaarden de openvallende plaatsen in de Haniasteeg te laten innemen. Ik kom op deze wijze meteen bij de opmerking van mevrouw Visser. Ik dacht, dat van onze kant tot nu toe nog nooit gesteld is, dat in Triotel zwaar-verzor- ging-behoevende bejaarden of niet-bejaarde maar zwaar-verzorging-behoevende mensen zouden worden opgenomen. Triotel is een Verpleeghuis. Het gaat hier dus om verpleging-behoevende patiënten. Er is een verschil, maar waar de grens ligt, kan ik moeilijk aangeven. Die grens wordt aangegeven in overleg met de betalende instanties, door de toeziende artsen die belast zijn met de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De patiënten, die opgenomen zijn (en waarvan U bij U zelf zegt: dit zijn eigenlijk zwaar-verzorging-behoevenden) worden op grond van de wettelijke bepalingen aangemerkt als verpleeghuis patiënten. Andere patiënten worden niet opgeno men, want daarvoor is dit huis ook niet gebouwd. Ik dacht, dat wij indertijd op de vragen die door mevrouw Visser en de heer Engels zijn gesteld, hebben geant woord: „Een directe invloed van Triotel op de situatie van de zwaar-verzorging-behoevende bejaarden in de stad is er niet, maar er is wel een indirecte invloed, n.l. dat zij, die uit rusthuizen naar Triotel komen, plaatsen vrij maken voor de groep waar wij op het moment de meeste moeite mee hebben." Wij hebben later nog op vragen omtrent de opname-politiek in Triotel geantwoord, dat het, wat de verpleging-behoe vende bejaarden betreft, op het moment zo is, dat we het wel kunnen redden. We zijn „schoon". Van de door mij genoemde 55 patiënten komen er ongeveer 50 uit Leeuwarden en 5 buiten Leeuwarden vandaan. Er zijn ook een aantal patiënten bij, die reeds elders in de pro vincie waren opgenomen, maar die te kennen hebben gegeven graag terug te willen naar Leeuwarden. Die verhouding 555 is op zichzelf een bijzonder gunstige verhouding en ik dacht, dat daarmee de vrees, dat de Leeuwarders zelf of je zo egoïstisch mag zijn, is voor mij nog een beetje de vraag aan het kortste eind zouden trekken, niet bewaarheid wordt. Aan de andere kant moeten we er ons toch wel op voorberei den, dat in de komende tijd die verhouding tussen Leeuwarders en niet-Leeuwarders, vanuit die vrees ge redeneerd, ongunstiger wordt. Want hier zit op het moment natuurlijk niet een „gap" van 200 patiënten. Dit Verpleeghuis zal in belangrijke mate, in het totaal van de verpleeghuis-voorzieningen, in deze provincie een rol moeten spelen. Maar we kunnen op dit moment inderdaad al degenen, die verpleging behoeven, helpen en dat heeft ook een indirecte invloed op de plaatsings mogelijkheden voor zwaar-verzorging-behoevende be- 1 jaarden. De heer Visser heeft om bij Triotel te blijven I gevraagd hoe het komt met de exploitatie van Triotel en m.n. heeft hij daarbij betrokken het feit, dat wij voor de voorzieningen om de kelder droog te krijgen nog een aantal werken door de Grontmij moesten la ten verrichten, waarvan de kosten, naar wij in de antwoorden vermeldden, geschat kunnen worden op ruim vier ton. Ik kan U zeggen, dat de laatste berich ten van gisteren zijn, dat het inderdaad ook om en nabij de vier ton zal zijn. Het kan iets minder zijn, het kan iets meer zijn. Het bedrag zal zeker niet in de buurt komen van de vijf ton. Elke ton is uiteraard meegenomen. Of een en ander van invloed zal zijn op de exploitatie van Triotel? Inderdaad zul je bij de vaststelling van de verpleegprijs deze vier ton moeten meenemen. Maar het is natuurlijk een zaak van dub beltjes, gezien de 40 miljoen en nog iets meer, die het hele complex zal gaan kosten. Wij streven zonder meer j naar een dekkende exploitatie van dit complex en op het moment zijn ook de besprekingen gaande wij zitten eigenlijk in het laatste stadium met het C.O.Z. (het Centraal Orgaan voor de Ziekenhuistarieven). Gisteren zijn de eerste besprekingen gevoerd over de opzet van het Verpleeghuis en de volgende week of een week later zal men twee dagen wijden aan de opzet voor het Ziekenhuis. Onze eerste indruk is dat heb ik ook al eens via publikatie in de krant mee gedeeld dat wij, voor wat het Verpleeghuis betreft, komen op een prijs van ruim f 80,per dag en wat het Ziekenhuis betreft, op een prijs van ruim f 100,per dag. Dat zijn stevige prijzen, maar vergeleken met te huizen die net klaar zijn gekomen, liggen wij ongeveer in dezelfde prijsklasse en onze investeringen omgere kend per bed komen niet uit op een bedrag, dat be langrijk hoger is dan wat tot nu toe klaar gekomen is. Wij zullen zeker eindigen voor wat b.v. het Zie kenhuis betreft beneden het bedrag waarvoor het nieuwe Diakonessenhuis per bed begroot was (dat was, meen ik, 65 miljoen voor 500 bedden, f130.000,per bed). Het is de vraag of dat op dit moment de prijs wel is, of dat die al hoger is. Maar wij zullen zeker beneden die prijs eindigen. Dat is een scherpe strijd met het C.O.Z., niet alleen een strijd die wij moeten voeren i.z. een nieuw complex, maar dat is de klacht t.a.v. alle ziekenhuizen. Er wordt zwaar gerekend of je het linoleum, bij wijze van spre ken, niet in tien jaar, maar in twintig jaar kunt af schrijven en dat soort dingen meer en er wordt m.n. ook gekeken naar de personeelsopzet. Het zwaarte punt is niet de investeringskosten, want het is, ook bij nieuwe ziekenhuizen die een aantal jaren draaien, gebleken, dat in een mum van tijd die investerings kosten niet meer bedragen dan 33 a 35 pet. van de verpleegprijs. Het zijn juist de andere kosten, die de prijs uitmaken. Ik geloof, dat ik nu wel van Triotel kan afstappen en, om even in de ziekenhuissfeer te blijven, kom ik bij de heer Singelsma die gevraagd heeft of er al nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt om trent de bespreking met het bestuur van het Diako nessenhuis. Ik moet hierop antwoorden: Zeer summier. Het bestuur van het Diakonessenhuis heeft alleen zoals ook al in de kranten is meegedeeld contact gezocht met het Gemeentebestuur, als bestuur van Triotel, en met het bestuur van het Bonifatiushospi- taal om de mogelijkheden die er eventueel zijn van bouw op terreinen bij deze twee ziekenhuizen nader te bekijken, tegenover de mogelijkheid om een volledig nieuw ziekenhuis elders te bouwen. Er zijn dus, theore tisch, drie mogelijkheden, misschien vier: het Diako nessenhuis blijft op de plaats waar het nu staat, maar die mogelijkheid acht ik gering; het Diakonessenhuis bouwt elders in de stad een nieuw ziekenhuis; het Dia konessenhuis gaat bij een van de twee andere zieken huizen bouwen of misschien ook nog wel (dat is een mogelijkheid die ik nu ineens zelf bedenk) zal het zich splitsen over de beide andere ziekenhuizen. Het bestuur van het Diakonessenhuis ziet het zelf zo en dat vind ik bijzonder plezierig dat de plannen die het maakt, ook de besturen van de andere twee zieken huizen aangaan. Zij zien de uitvoering van hun plan nen in het geheel van de ziekenhuisvoorzieningen in Leeuwarden. En ik dacht, dat dat een belangrijke stap was, vergeleken bij een tiental jaren terug, m.n. toen het plan voor het nieuwe Gemeenteziekenhuis aan de orde kwam en van de zijde van de Gemeente wel eens opmerkingen zijn gemaakt in de richting van: Zouden we het niet samen kunnen doen? Toen lag dat nog helemaal niet in die sfeer en het ligt nu inderdaad veel meer in de sfeer van samengaan. Het is een ont wikkeling waarover ik mij bijzonder verheug. Dan stap ik over naar het gewondenvervoer. Zowel de heer Snel als de heer Schaafsma heeft daarover gesproken, ik dacht wel een klein beetje in tegenge stelde zin. Misschien ook niet. Het is bekend, dat in dertijd een voorstel van de zijde van dit College om het gewondenvervoer in gemeentehand te nemen, het bij de Raad niet heeft gehaald. De consequentie was, dat het gewondenvervoer op de oude wijze door de particuliere ondernemers werd voortgezet. Klachten hierover hebben ons niet bereikt. Noch van de zieken huizen, noch van de G.G.D. ontvangen wij klachten, dat het met het gewondenvervoer in Leeuwarden niet zo zou gaan als het in feite moet. Ik moet ook eerlijk zeggen, dat ik de indruk heb, dat de beide onderne mers alles doen om, niet alleen materieel, maar ook wat de bemanning betreft, bij de tijd te blijven. Alle personeelsleden van deze firma's bij wijze van spre ken hebben het E.H.B.O.-diploma. Waar wij hier op attenderen is, dat er een wet onderweg is die het ambulancevervoer zal regelen. Er is vandaag iets binnengekomen, dat zie ik nu juist; ze zijn er blijkbaar nog niet uit, want de eerste zin begint met: „Een nader gewijzigd ontwerp van wet"Het betekent, dat wij er op dit moment nog niet veel zinnigs over kunnen zeggen. Ik heb wel begrepen, dat m.n. ook de Provincie een taak zal krijgen om het gewonden- en ook het ambulancevervoer voor zo'n heel gebied be hoorlijk in elkaar te passen. Dat lijkt mij ook juist. En het geldt natuurlijk vooral voor het gewondenver voer i.v.m. verkeersongelukken. Daarvoor moet er een goede regeling komen. Ik heb ook het idee, dat er een aantal waarborgen in deze wet zullen worden gesteld waaraan de particuliere ondernemers zullen moeten vol doen. Dat stond al in het eerste ontwerp, ik heb het nader gewijzigde ontwerp nog niet gelezen. Uiteraard zal het dan de Gemeente niet helemaal onverschillig zijn hoe dit geregeld wordt. De heer Schaafsma zegt: Begin a.u.b. niet, naast wat we hebben, nog met een eigen opzet. Dat is ook de bedoeling niet. Als de Ge meente destijds met een eigen opzet was begonnen van het gewondenvervoer, dan zou dat een overname van het gewondenvervoer hebben betekend door de Ge meente. Dat is niet gebeurd. Van de andere kant is het zo - en vandaar ook de opmerking van de heer Snel dat, wat er ook gebeurt, je nooit kunt zeggen: Wij hebben het aan de particulieren overgelaten, het regardeert ons niet. Dat is natuurlijk niet waar. Er moet van de zijde van de G.G.D. ook nauwlettend op worden toegezien hoe een en ander is geregeld. De alarmtelefoon is bij de politie en er is een duidelijke afspraak gemaakt tussen de twee ondernemers over de diensten en hoe men over en weer de zaak moet rege len. Dat ging eerst ook niet zo gemakkelijk, maar ik heb de indruk, dat men daar, vooral de laatste tijd, goed uit komt. Het vervoer naar de ziekenhuizen is een zaak waar wij iets verder af staan, ik weet ook niet of dat heel strikt in de wet wordt geregeld. Men is vrij in de keuze van de ondernemer als men een ambulance nodig heeft. En als men uit het ziekenhuis per ambulance naar huis moet worden vervoerd dat gebeurt maar in enkele gevallen, want tenslotte gaat men naar het ziekenhuis om beter te worden dan geldt in Leeuwarden de algemene regel: Wie de patiënt gebracht heeft, gaat die ook halen. Dat lijkt mij, ook wat Triotel betreft, een goede regeling. Dan kom ik bij de opmerking die mevr. Woudstra heeft gemaakt over de Schoolartsendienst. Het is met deze dienst ik heb dat al eerder gezegd een moeilijke situatie. Wij hebben op dit moment twee artsen in dienst, maar daarvan is maar één full time, de andere werkt voor ongeveer drievierde deel. Wij hebben de Schoolartsendienst versterkt ook i.v.m. deze noodsituatie met twee niet-artsen, dus eigenlijk artsenhulpen, om er van te maken wat ervan te maken is. Ik geloof, dat dat laatste een verstandige zet is geweest. Ik meen, dat een sterke bezetting met alleen maar artsen in de tegenwoordige situatie niet meer nodig is. Maar wij doen alle mogelijke moeite om te komen tot uitbreiding van de Schoolartsendienst. Dat wil ons tot op heden niet gelukken. Wij hebben al enige malen en dat doen we geregeld geadver teerd voor een hoofd-schoolarts, domweg omdat een hoofd-schoolarts een hoger salaris heeft dan een ge wone schoolarts. Wij zijn nu eenmaal gebonden aan de rijksnormen. Maar het is bijzonder moeilijk de zaak voor elkaar te krijgen. Dat is jammer, want daarop zit eigenlijk ook vast de realisering van een Jeugd-gezondheidsdienst, waarover ook in dit stuk wordt gesproken. Er is een principe-overeenkomst tus sen het Provinciale Groene Kruis en de Gemeente, dat de schoolartsen ook bij de kleuterbureaus van het Groene Kruis zullen worden ingeschakeld. Een vrij praktische maatregel, dacht ik, want ze krijgen daar te maken met de kinderen die ze later bij het kleuter- en lager onderwijs weer krijgen. Dan heb je alles in een zelfde medische hand. Wij zouden dit kunnen opzetten en dan spreek ik over een minimum bezetting met drie artsen, één verpleegster en twee assistenten. Dus als wij er een arts bij krijgen, kunnen wij een be langrijke stap in deze richting doen, maar het is ont zettend moeilijk voor elkaar te krijgen, helaas. Dan heeft de heer Van Haaren, n.a.v. vraag 6, de opmerking gemaakt: „Wij zijn er eigenlijk voorstan der van, dat dat hele abortusvraagstuk zo geruisloos mogelijk wordt opgelost." De heer Van Haaren heeft daarmee volledig naar mijn hart gesproken, want ik geloof inderdaad, dat zonder met geruisloos stie- kum te bedoelen, dat wordt ook niet bedoeld, dat is een heel andere zaak we de zaak meer dienen met een geruisloze oplossing, dan met geweldige acties. Het is, dacht ik, bekend, dat wij over dit punt dat staat ook ergens in een door ons geschreven stuk de nodige besprekingen zouden voeren met de andere ziekenhuisbesturen en die besprekingen hebben inmid dels ook plaatsgevonden, maar dat was ook niet te verwachten dat men niet direct tot resultaten is gekomen in de bestuurlijke sfeer is wel duidelijk. Er zijn n.l. nog een aantal rapporten onderweg die ko men van de vereniging voor ziekenhuizen (de stich ting Nationale Ziekenhuisraad), de Koninklijke Maat schappij tot Bevordering van de Geneeskunst en er is het z.g. Interimrapport van Prof. Kloosterman. Deze stukken zullen in de verdere besprekingen ook als studiemateriaal dienen. Afgezien hiervan, is natuurlijk de situatie zo en ik heb dat al eerder gezegd dat we zitten met het probleem, dat we voor Triotel nog niet een definitieve voorziening hebben in de gy naecologische sfeer. Dat is niet alleen jammer i.v.m. het abortusvraagstuk. Bij de oplossing van dit pro bleem spelen wij natuurlijk maar een heel bescheiden rol. Ik kan er nog bij zeggen, dat ook m.n. van onze kant en toch ook van de kant van de andere besturen is geadviseerd en dat zal ook gebeuren om ook de Sociaal Psychiatrische Dienst in dit overleg te be trekken. Ik dacht, dat dat een heel verstandig voorstel is geweest, omdat deze dienst toch ook een belang rijke centrum-functie in deze hele problematiek heeft en dat mag ik hier ook wel eens zeggen wat deze problematiek betreft, helaas een zware last moet dragen. Voor de wijze waarop hij dat doet, heb ik ove rigens alle bewondering. De heer Snel heeft nog gevraagd of, wanneer de G.G.D. volledig bemand zal zijn, het College van plan is weer over een Gezondheidsplan te gaan denken. Ik kan daar bevestigend op antwoorden, wanneer hij mij daarbij niet vastpint op het woord „plan". Wij hebben inderdaad de bedoeling om, wanneer straks de nieuwe directeur van de G.G.D. er is en we ook met de rest van de bemanning iets beter zitten de Schoolartsen dienst speelt hier uiteraard ook een rol bij na te gaan hoe je de zaak, wat de Openbare Gezondheids zorg betreft, in Leeuwarden zou moeten opzetten. Ik zie dat voorlopig eerder in de sfeer van: Wat zou je moeten aanpakken (je moet wel een bepaalde visie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 2