j&as
het wel. De mensen staan dus wel ingeschreven bij het
Gewestelijk Arbeidsbureau in Leeuwarden en de men
sen van de buitengemeenten staan bij de andere ge
westelijke arbeidsbureaus ingeschreven. (De heer De
Vries: Ik heb nog gevraagd, of het College eventueel in
een nota een uiteenzetting kan geven van wat allemaal
vast zit aan het vraagstuk van de schaalvergroting.
Uit anderen hoofde is mij bekend, dat door het College
of door de Dienst voor de Werkvoorziening ongeveer
anderhalf jaar geleden een bijzonder lezenswaardig
rapport over deze zaak is uitgebracht. Daarin werd
een bepaald standpunt uitgewerkt. Ik had graag ge
wild, dat ook de raadsleden dat stuk eens konden le
zen om deze problematiek te leren kennen.) U weet,
dat er wel een schap tot stand is gekomen. Ik meende,
dat o.a. Wolvega, Heerenveen, Ooststellingwerf en Op-
sterland daarin participeerden. Maar dat dit zo gewel
dig loopt, geloof ik toch niet. Ook Leeuwarden wil wel
tot een schap komen, maar wij willen zo graag enige
medewerking van andere gemeenten hebben en dat zit
er nog steeds niet in. En de activiteit ter zake moet
ook komen van de Rijksconsulent, die op het punt van
de coördinatie een taak heeft. Ik had zo graag, dat
men eens vanuit Den Haag de regeling van het werk
plaatswezen ter hand nam. Als Leeuwarden wil komen
tot een schap, dan lijkt het, dat het voor eigen parochie
preekt. Dan zegt men: Leeuwarden wil groot worden,
het wil een grote werkplaats. Maar dat is niet het
geval. Er hebben reeds enige vergaderingen met be
sturen van andere gemeenten plaats gehad. Negentien
gemeenten zijn door ons benaderd en 5 waren in princi
pe bereid tot samenwerking. De zaak heeft onze volle
aandacht.
De Voorzitter: Ik dacht, dat de heer De Vries niet
zozeer de problematiek in het geding brengt, maar ge
ïnteresseerd is in het bestaan van een nota, die een
nadere uiteenzetting geeft over de pluspunten om te
komen tot concentratie. U weet, dat er ook een pro
vinciale commissie op dit terrein heeft gewerkt. Die
is ook met bepaalde voorstellen gekomen. Voor de
richting, die de provinciale commissie uit wilde, waren
wij niet erg enthousiast. Ik meende trouwens, dat dit
ook al eens in de Raad is bespr oken. Wij waren dat
was buiten kijf wel voor een duidelijke concentratie.
Er is een nota over geweest en mede met die nota
als uitgangspunt zijn er discussies met 19 gemeenten
gevoerd. Dit betrof eigenlijk heel Noord-Friesland, van
Harlingen tot en met Smallingerland en dus ook
het midden van de provincie. Dat is op niets uitgelopen.
In deze rapporten staat niets geheims. Ik dacht, dat
wij die best eens ter inzage kunnen leggen voor de
Raad. Ik neem aan, dat niet alle raadsleden hierin ge
ïnteresseerd zijn; het is intussen een stuk historie ge
worden, want we zijn er gewoon mee klem geraakt.
Maar ik kan me indenken, dat sommige raadsleden er
wel eens een blik in willen werpen om te zien wat
nu de pluspunten waren om tot concentratie te komen.
Gaat U met die terinzagelegging akkoord, mijnheer De
Vries? (De heer De Vries: Ja, mijnheer de Voorzitter.)
De heer Heetla (weth.): Het rapport, dat wij naar
de Provincie hebben gezonden, komt dus ook ter in
zage. (De Voorzitter: Ja, akkoord.)
Algemene Dienst, Hoofdstuk IX.
Sociale zorg en maatschappelijk werk.
De hear Jansina: Ik woe wol efkes ynheakje op
punt 5. Ik haw sjoen, dat it by de ütkearing op groun
fan de Wet Werkloosheidsvoorziening, oan de W.W.V.-
ers dus, om in oardel miljoen yn it jier giet. En by de
ryksgroepsregeling (wurkleaze wurknimmers) giet it
om goed 2y2 ton yn it jier. Nou is myn fraech: Wurdt
der perioadyk verifiearre, oft men meiwurket om wurk
to krijen? Dus dat men net allinnich öfwachtet, dat
men nei in baes stjürd wurdt, mar ek de kranten nei-
giet om to sjen hwat persoaniel der frege wurdt, m.o.w.
hokker aktiviteit wurdt der fan in wurkleaze forwach-
te? En hokker aktiviteit eventueel fan oaren? En hoe
wurdt der kontrole op dizze beide groepen ütoefene?
Ta goed bigryp, it giet hjir om minsken mei in soune
lea en in soune geast en lit ik sizze ünder de 55 jier.
Nou soe ik it efkes hawwe wolle oer de regeling
foar kunstners, foar de kategoary, dy't ütkearing krijt,
omdat it kunstners binne. It giet om trije persoanen
en de post is meiinoar f 36.550,Dat wurdt hjir ünder
9, punt 8 (ik leau by de takken fan tsjinst) neamd. n
fait my op, dat op it totaelbidrach fan f36.550,it
oandiel oan de kosten fan bihear f8.720,— is, dus in
fjirde part. Hwerom is dit sa heech? Ien man soe der
hast deiwurk oan hawwe moatte. Fierder haw ik sjoen,
dat der in kommisje fan fiif man tsien kear yn it jier
foar gearkomt. Moat dat sa faek foar trije minsken?
Ik sjoch der ek noch by, dat wy oare gemeenten foar
sekretariaetswurk yn forban hjirmei f 35,yn 'e üre
yn rekken bringe. It is dat moat ik tajaen net
in punt, dat by de fragen, dy't nou oan 'e oarder binne,
sa omskreaun wurdt, mar it hat wol to krijen mei it
orgaen, dat mei de ütfiering fan de regeling bilêstige
is, n.l. de soasiale tsjinst (Regeling complementaire
arbeidsvoorziening Beeldende Kunstenaars; B.K.R.), bis.
8, par. 9, bigreatingen takken fan tsjinst. (De Foar-
sitter: Ja, it moat dan mar.) Ik freegje my dus hjir-
by óf: Moat dit nou sa grouwélich?
Op bis. 21 fan itselde boekwurk, par. 9, wurde di
verse bihearskosten neamd en dér foei my efkes op:
„Psychotechnisch onderzoek sollicitanten memorie."
It leit dus net yn de bidoeling psychotechnyske ünder-
siken yn to stellen. Ik tocht, dat it wol oerweging
fortsjinje koe dit yn in oantal gefallen dochs to dwaen,
binammen hwannear't it giet om minsken, dy't in tige
forantwurdlike posysje by in tsjinst hawwe en ek even
tueel yn gefal van bipaelde promoasjes.
In oar punt: de maetstêf, dy't by de perioadike by-
stan hantearre wurdt. (De Foarsitter: Ek wer efkes
buten de oarder dus. Ik soe graech wolle, dat Jo ta-
komme jier soks wol efkes op in briefke sette. Dan
kinne wy yn de fragen düke; de kans, dat Jo net in
goed antwurd krije, is nou great. Dit is net in pro
bleem, dat nij opkommen is; it bistie al, doe't Jimme
yn 'e fraksjes de bigreatingsproblemen bihannele haw
we; dit heart thüs by" de G.S.D. en dêr is net ien fraech
oer kommen.) (De heer De Vries: Hij is maar een in
valler.) (De Foarsitter: Ja, mar in ynfaller hat gjin
ekstra fasiliteiten.Ik haw doe't ik wist, dat de hear
Engels net komme koe, my hjir ekstra yn fordjippe en
doe bin ik dizze dingen tsjinkommen. (De Foarsitter:
Dat hiene Jo foar Jou fraksjegearkomste al dwaen
moatten, dus dat moatte Jo takomme jier wol oars
dwaen. Wy sille lykwols bisykje in antwurd op Jou
opmerkingen to jaen.)
Noch dit: It foei my op, dat op bis. 47, par. 9, stiet,
dat it deilean fan ien, dy't in W.W.V.-ütkearing krijt,
f 89,30 is. Ik tocht, dat it wurdtsje „maximum" hjir
forgetten wie. (De Foarsitter: Ja dat moat „maxi
mum" wêze; dat is dus oplost.)
Oer de hantearring fan de maetstêf soe ik dochs noch
wol graech hwat sizze wolle. Mei dat? (De Foarsitter:
Ja, mar dat komt strak wol; dat is noch net oan 'e
oarder.)
Mevr. Dijkstra-BethlehemHet is het voornemen,
dat een ambtenaar van de Gem. Sociale Dienst en een
ambtenaar van de Secretarie, afd. Voorlichting, spreek
uur zullen houden in bepaalde wijken. Zou het niet goed
zijn in plaats daarvan of daarnaast bijv. voorlichtings
organen uit te geven? Dat gebeurt ook wel in andere
gemeenten.
Mevr. Bakker-van Diermen: Onder 2 wordt gespro
ken over een commissie, gevormd ter begeleiding van
de buitenlanders. Kunt U ons ook mededelen, welke
mensen in deze commissie zitting hebben?
In de beantwoording van vraag 3 betreffende huisves
ting buitenlandse werknemers staat: „De indruk be
staat, dat niet in alle gevallen de huisvesting in deze
pensions aan redelijke eisen voldoet." Onze vraag was:
Wordt ook van gemeentewege hier iets aan gedaan?
Bij punt 4 deze vraag: Hebt U ook contact gehad
met andere gemeenten, die ervaring hebben met een
Logiesverordening
Ook willen wij graag weten, of het accent meer komt
te liggen op het preventieve dan op het repressieve
karakter van het toezicht.
Bij punt 6 een kort vraagje: Wanneer denkt U te
kunnen starten met de proef om een ambtenaar van de
G.S.D. en een ambtenaar van de Secretarie-afdeling
Voorlichting spreekuur te laten houden in bepaalde
wijken
Mevr. Woudstra-PeeneIk heb bij vraag 1 op blz.
78 dezelfde vraag als mevr. Bakker. Alleen zou ik ook
nog willen vragen: Is er contact geweest met het Cen
traal Orgaan? Heeft dat die studie uitgevoerd? En
het viel mij ook op, dat wij wel steeds verder van huis
raken. Eerst is er een gemeentelijke commissie, dan
moet het in provinciaal verband en dan is het een noor
delijke stichting. Gaat dat alles niet veel tijd kosten?
De laatste zin van het antwoord op vraag 3: „De
indruk bestaat, dat niet in alle gevallen de huisvesting
in deze pensions aan redelijke eisen voldoet.", klinkt
nogal gelaten. Kunnen we daar uit eigen beweging
niets aan doen?
Wat punt 6 op blz. 79 betreft dat gaat over de
sociale raadslieden in de wijken hebben wij uitge
zocht, hoe het in andere gemeenten gaat en het bleek
je kunt maar het beste van ervaringen van ande
ren profiteren dat in Amsterdam sinds '49, in Den
Haag sinds '63, in Rotterdam sinds '68(De Voor
zitter: Dat is hier allemaal wel bekend.) en in een stuk
of zes andere steden, zulke raadslieden werken en dat
er een enorme behoefte aan zo'n service is. Nu zul
len deze spreekuren hier worden gehouden door een
ambtenaar van de Sociale Dienst en een ambtenaar
van een Secretarie-afdeling, maar het lijkt ons voor
het functioneren van een sociaal raadsman of raads
vrouw beslist nodig, dat zij zich onafhankelijk kunnen
opstellen en geen verlengstuk zijn van het gemeentelijk
apparaat, omdat zij zich gehoor moeten kunnen ver
schaffen bij alle instellingen op alle gebied. Zij moeten
een schakel zijn tussen de burger en de overheid en
haar instellingen.
Voorts zouden wij willen vragen, of U niet eens in
overweging zoudt willen nemen dan in ieder geval ook
op het Stadhuis een spreekuur van een soort sociaal
raadsman of sociaal ombudsman, zoals de heer Heidin-
ga zegt, in te voeren. Als de mensen ergens mee zit
ten, denken zij: Dan moet ik in de omgeving van het
Stadhuis zijn, want daar zitten de mensen, die het
weten kunnen.
De heer Heetla (weth.)De heer Jansma kan ik
antwoorden, dat het om zo'n 150 a 160 W.W.V.-ers
gaat. Dat zijn de mensen, die over het algemeen uit
getrokken zijn van de W.W. U vraagt, of deze mensen
wel genoeg meewerken bij het zoeken naar werk en
wat daar aan gedaan wordt. Zij staan ook bij het Ar
beidsbureau ingeschreven en dit bureau tracht werk
voor hen te vinden. Het is niet de gemakkelijkste
groep; het zijn mensen, die al lang werkloos zijn. U
weet, dat de W.W. 80% van het loon geeft; de W.W.V.
geeft 75%. Als deze mensen nu om het voorzichtig
te zeggen ondeugend zijn er zitten ook goede
mensen in de W.W.V. en daarom wil ik bepaald niet
gaan discrimineren en weigeren zij werk, dat zij
kunnen krijgen, dan wordt hun uitkeringspercentage
verlaagd, soms tot 60%, soms tot 50%. Er zijn er ook,
die 40% ontvangen. Dit is een heel vervelende situatie.
Er zijn mensen, die niet één keer weigeren, maar soms
wel drie keer of vaker. En dan moeten er wel maat
regelen genomen worden.
Met de regeling voor kunstenaars bedoelde U de
contraprestatieregeling. U zegt, dat er een post is van
f 30.000,voor drie man en dan nog eens f 5.000,
Er staat evenwel: Uitgaven in zake kunstopdrachten
in totaal f 30.000,Dat betreft veel meer dan drie
mensen. Daar staat onder: Drie hebben een uitkering
gehad in totaal van f 5.000,Die vallen wel onder de
contraprestatieregeling, maar er is ook een bepaling in
die regeling voor het geval de kunstenaars een tijdlang
geen contraprestatie kunnen leveren; dan krijgen ze
deze bijstand. Maar voor de kunstvoorwerpen, die ze
inleveren en die door een commissie beoordeeld wor
den, krijgen ze geld, bijv. f 1.200,of f 2.000,en
daar moeten ze een x-aantal maanden van leven. Maar
er is dus niet aan drie mensen f 36.000,uitgegeven.
De beoordelingscommissie werkt provinciaal. Uit de
vakbeweging van de kunstenaars komt een aanbeveling
voor benoemingen in deze commissie en de commissie
wordt door B. en W. benoemd. Zo'n commissie kan
niet in elke gemeente worden gevormd en daarom heb
ben Sneek en andere gemeenten een beroep op Leeu
warden gedaan om ook voor hen beoordelingen te ver
richten. Hieruit vloeien kosten voort, waarvan we een
gedeelte terug krijgen. Dat zijn de vermelde secreta-
riaatskosten, die in rekening worden gebracht. En we
zijn bezig te trachten er nog meer van terug te krij
gen. Het werk neemt steeds toe. Er wordt nogal in
tensief vergaderd. De heer Jansma heeft een bedrag
van f 35,per uur genoemd en dat mogen, we ook wel
vragen; er moet hier heel wat werk voor gedaan wor
den.
De heer Jansma heeft ook gesproken over de nood
zaak van psychotechnisch onderzoek van sollicitanten
voor belangrijke functies. Zulke onderzoeken laten wij
ook wel verrichten. Het hoeft in alle gevallen niet,
bijv. als zo'n onderzoek al eerder heeft plaats gevon
den. Maar ik ben het overigens wel met de heer Jan
sma eens, dat, wanneer het om belangrijke functies
gaat, zo'n onderzoek van belang is.
Mevr. Dijkstra heeft gevraagd, of er niet een voor
lichtingsorgaan van de Gemeente zou moeten uitgaan.
Maar zo'n orgaan is nog niet zo lang geleden versche
nen „Uw Leeuwarden". (De Voorzitter: Ik heb wel be
grepen, dat mevr. Dijkstra iets anders bedoelde dan
dat blad.) Maar laat ik hierover mevr. Dijkstra en
tevens mevr. Bakker en mevr. Woudstra antwoor
den, dat wij op het ogenblik aan de gang zijn een proef
te nemen met voorlichting in bepaalde wijken. Daar
voor hebben we andere gemeenten ook om inlichtingen
gevraagd en vooral van Rotterdam hebben we een uit
voerige documentatie gekregen. Maar er wordt nogal
verschillend over deze zaak gesproken. Mevr. Woudstra
heeft gezegd, dat de persoon, die de voorlichting geeft,
zeer zelfstandig en nergens aan gebonden moet zijn en
bij wijze van spreken bij de burgemeester of de wet
houder binnen kan komen om te vertellen, hoe hij over
hem denkt, maar dan wordt het een ombudsman, geen
sociaal raadsman. Het punt is deze week ook nog weer
bij het College ter tafel geweest. We zijn zo ver, dat
in het oosten en 't Nijlan de besprekingen aan de gang
zijn, met de bedoeling, dat de sociale raadslieden daar
vandaag of morgen zitting kunnen houden. In eerste
instantie zal een functionaris van de afd. Voorlichting
der Secretarie mede dit werk doen, want het is, ook
bij andere gemeenten, wel gebleken, dat niet alleen in
de sociale sector vragen worden gesteld, maar ook op
ander terrein. De directeur van de Gem. Soc. Dienst
zal ook een van zijn ambtenaren als sociaal raadsman
aanwijzen of vragen dit werk te doen. Niet iedereen
heeft er aardigheid in. Het is nogal moeilijk werk,
meent men. Ik voor mijzelf geloof, dat het mooi werk
is voorlichting te verstrekken. Maar het zal wel ge
lukken, neem ik aan. B. en W. hebben besloten in ieder
geval de proef te nemen om elke week een spreekuur
te doen houden en dit, mocht het nodig blijken, uit te
breiden. Maar zeer zeker zal de Gemeenteraad en in
ieder geval de commissie van advies en bijstand voor
de G.S.D. wel met de resultaten van dit werk in ken
nis worden gesteld. De bedoeling is ook, dat men gaat
staffelen, wie om informatie komen en hoe de gehele
zaak zich zal ontwikkelen. (Mevr. Woudstra-Peene: Is
het dan niet de bedoeling op den duur tot een ombuds
man te komen?) (De Voorzitter: Wij hebben een dui
delijk schriftelijk antwoord gegeven op de vraag i.z.
een ombudsman, een antwoord, dat ook nog eens mon
deling is bevestigd. Uw fractiegenoot heeft gezegd, dat
hij het daar niet mee eens was en dat is zijn goed
recht maar de kwestie van de sociaal raadsman is
toen ook even besproken, en daarbij heb ik gezegd: Als
U daar dieper op in wilt gaan, doet U dat dan op de
avond, als de portefeuille van de heer Heetla aan de
orde is. (Mevr. Woudstra-Peene: Dan heb ik nog geen
antwoord gekregen op mijn vraag, of men niet een so
ciaal raadsman op het Stadhuis zal kunnen raadplegen.)
(De Voorzitter: U moet dit zien als een proef. En als
ik dus nu nee zeg, dan betekent dat, dat wij nog geen
enkel standpunt hebben ingenomen ook niet hebben
kunnen innemen i.z. de vraag, of we überhaupt in
de toekomst in Leeuwarden met een sociaal raadsman
moeten werken, en zo ja, waar. Het kan best zijn, dat
zal blijken, dat de beste plaats voor een dergelijk