xtoo Wanneer ik een dergelijke vraag stel, heb ik daar een bedoeling mee. Ik stel mij voor, dat een onderzoek geen geldverslindende zaak behoeft te zijn; het hoeft geen onderzoek van Bosboom en Hegener te worden. Het zou best kunnen in de vorm van een enquête. Je zou de mensen die evenementen bezoeken kunnen vra gen waarom ze komen. Het kan zijn, dat ze komen omdat ze het leuk vinden, maar het kan ook zijn, dat ze er toevallig terecht gekomen zijn. Je zou b.v. ook in het blad „Uw Leeuwarden" aan het publiek de vraag kunnen voorleggen: Wat vindt U van de cultu rele evenementen? Wat vindt U van de toneelvoorstel lingen? Waarom komt U niet? Zo zijn er nog wel meer vragen te bedenken. Als de zaal van de Harmonie, die plaats biedt aan ongeveer 1000 mensen, bezet wordt met 3 5. 400 men sen, dan kun je je ook afvragen of het voor de men sen te duur is. Of misschien interesseert het ze niet. Misschien zou je een volle zaal krijgen als je er een rang bij maakt van f 3,Dat zal nauwelijks kosten verhogend werken. Ik vind het onderzoek zeer belangrijk en hoop, dat voor de begrotingsbehandeling van het volgend jaar de resultaten bekend zijn. Ik zal het bijzonder op prijs stellen, dat niet zonder meer wordt afgewacht of de Culturele Raad het onderzoek ook belangrijk vindt. Ik twijfel daar eigenlijk niet aan, maar misschien kan de Culturele Raad de suggestie gedaan worden omdat er naar voren is gekomen, dat de Raad dat onderzoek graag wil - dat onderzoek ter hand te nemen. De heer Meijer hofWe hebben in Leeuwarden een Commissie Culturele Evenementen. Die had als taak het samenstellen van een programma en was samengesteld uit vertegenwoordigers van Kunst aan Allen en de ver eniging De Harmonie, welke laatste vereniging ter ziele is gegaan. Nu is mijn vraag: Wat wordt de nieuwe taak van deze commissie nu er een directeur van de Harmonie is benoemd die het programma zal gaan samenstellen De heer Weide (weth.): Het merendeel van de vra gen spitst zich toe op het onderzoek op het gebied van de culturele behoeften in onze stad. Wij hebben een vrij ruim samengestelde Culturele Raad. Ik ben het niet met de heer Klomp eens. Wij moeten de Cul turele Raad duidelijk de taak geven zij hebben de opdracht, dacht ik te onderzoeken waar exact de behoeften op het gebied van de cultuur liggen. Dit onderzoek hoeft niet verschrikkelijk veel geld te kos ten. We kunnen eens zien wat er uit dat onderzoek komt en mocht blijken dat bepaalde voorzieningen no dig zijn, dan komen we daarmee altijd in de Raad, omdat hiervoor de nodige gelden beschikbaar moeten worden gesteld. Dat is echter een ander onderwerp. We zullen eerst de resultaten van het onderzoek moe ten afwachten. Ter informatie kan ik U nog wel me dedelen, dat uit de gegevens van de vermakelijkheids belasting over 1970 misschien is het interessant dat te weten is gebleken, dat het aantal bezoekers van concerten, revues, cabaret en variété (er staat ook nog een circus bij) ongeveer 57.000 bedroeg: 17.197 mensen bezochten toneelvoorstellingen, 2.347 mensen bezochten ballet- en dansvoorstellingen, 4.696 mensen woonden opera- en operette-avonden bij. De animo voor dans avonden is de laatste jaren wat gezakt, waarschijnlijk mede door de situatie rond de Harmonie, maar 20.580 mensen bezochten die avonden. Filmvoorstellingen wer den bijgewoond door 277.542 mensen. Dat waren de cij fers over 1970 wat betreft de culturele evenementen. De heer Van Haaren heeft een opmerking gemaakt over het stimuleren van de cultuur. Hij wil de cultuur dichter bij de mensen brengen. Buiten hetgeen wij doen om de cultuur te bevorderen wij boeken dui delijk vooruitgang zijn diverse organisaties bezig hun programma's af te stemmen op de behoefte van de bevolking. Zij zijn druk bezig met experimenten. Ik denk hierbij aan het Frysk Orkest mevrouw Visser noemde dat ook al het Operagezelschap Forum, De Noorder Compagnie en zo zullen er nog wel meer zijn te noemen. Dit is niet een eenvoudige zaak, maar zij zijn druk doende. Ik zit zelf in het bestuur van De Noorder Compagnie en ik zit in het dagelijks bestuur van het Operagezelschap Forum en ik kan U zeggen, dat het Operagezelschap duidelijk in de richting gaat van de musical, maar ook de opera wordt niet losge laten. Men denkt duidelijk aan de mogelijkheid de dramatische kunst wat meer naar de scholen e.d. te brengen. De Noorder Compagnie werkt ook in die richting. Mevr. Visser heeft nog een opmerking gemaakt over het verlagen van de prijzen. Ik dacht, dat het moeilijk was een relatie te vinden tussen het aantal bezoekers en de prijzen. (Mevr. Visser-van den Bos: Ik heb dat niet zo gezegd. Ik heb gezegd, dat het misschien mo gelijk is te denken aan het creëren van een goedkope rang van b.v. f 3,Dat is heel iets anders.) Dan heb ik U even verkeerd begrepen. Volgens mij bepaalt meer de aard van het evenement dan de toegangsprijs het aantal bezoekers. De heer Meijerhof vraagt naar de activiteiten van de Commissie Culturele Evenementen, een commissie die eigenlijk min of meer als tussenschakel is opge treden in de periode, dat we met de Harmonie duide lijk in een impasse zaten. Deze commissie heeft, dacht ik, een belangrijke bijdrage geleverd tot het continue ren van de contacten m.b.t. de jaarlijks terugkerende evenementen in de Harmonie (muziek, toneel en ga zo maar door). Deze commissie heeft de zaak goed opgevangen. Als dat niet gebeurd was dan was een en ander verloren gegaan en dan zouden we nu niet de opgaande lijn kunnen constateren die er duidelijk is. Sinds de nieuwe directie van de Harmonie er is, is de Commissie Culturele Evenementen niet meer in functie geweest. Toevallig heb ik een dezer dagen èn met de heer Ter Horst èn met enkele vroegere leden van deze commissie de zaak nog eens doorgesproken. Bin nenkort zal de commissie met de directie van de Har monie nog eens om de tafel gaan zitten om van ge dachten te wisselen. In overleg met de heer Ter Horst zal nog eens moeten worden bekeken of de commissie nog een functie kan vervullen. De Voorzitter: Laten we het even formeel stellen. Die commissie is opgeheven. Oorspronkelijk was die commissie een samenspel van de Gemeente, Oude Har monie en Kunst aan Allen. Toen de Stichting Culturele Centra 1 september van het vorig jaar met haar werk een aanvang nam, diende de Commissie Culturele Eve nementen in die formatie terug te treden. Helemaal onder vigeur van die Stichting hebben de leden van die commissie nog een bepaalde taak gekregen. Daar sloot Weth. Weide op aan. De directeur van de Harmonie praat nog met die mensen, maar ze treden niet meer op als commissie. Wij zijn als gemeente dus ook terug getreden. Het is nu duidelijk een taak van de Stichting geworden en niet een taak van ons. De heer Weide (weth.): De commissie is duidelijk nooit officieel opgeheven. Er zal nog eens met deze commissie worden gesproken. Misschien zal dat wel het laatste contact zijn. Maar het is niet meer een com missie van ons. De Voorzitter: Als er suggesties zouden komen uit de Culturele Raad dan zou ik mij best kunnen voor stellen dat die Raad contact zoekt met de directeur van die Stichting om bepaalde banden te leggen; om naar voren te brengen wat er in die Raad leeft. Ik zou dat persoonlijk graag zien gebeuren. De wijze waarop dat zou moeten gebeuren is niet onze zaak. Dat is een kwestie tussen de Culturele Raad en het bestuur, eventueel de directie van de Stichting Cultu rele Centra. Ik neem aan, dat dit punt nu wel duide lijk is. Volgno. 512. De heer De Leeuw: Ik heb de recente cijfers niet bij de hand, maar ik zou mij helemaal willen aansluiten bij de laatste regeltjes van het antwoord op vraag 1. Er staat: „Aan de provincie is inmiddels verzocht het Princessehof te subsidiëren; bovendien worden er po gingen gedaan een verhoging van de rijksbijdrage te krijgen." Ik vind de bijdrage die op dit moment wordt gegeven nauwelijks serieus, als ik dat zo zeggen mag. Ik zou de Wethouder willen vragen of hij reële kansen ziet dit subsidie verhoogd te krijgen. Ik heb toch de indruk, dat het Princessehof als museum niet alleen in de stad, niet alleen in de provincie, maar zelfs in ons hele land een bijzonder belangrijke plaats inneemt op dit moment en zeker zal dat in de toekomst het geval zijn. De heer Weide (weth.)Men is op dit moment nog druk bezig met de verbouwing van het Princessehof. Het hele museum zal waarschijnlijk in het voorjaar van 1973 worden opgeleverd. Dan heeft het museum een omvang gekregen die een behoorlijke reorganisatie van de hele opzet nodig maakt. In de contacten die wij heb ben met de directie en de betreffende afdeling wordt hierover ook al uitvoerig gesproken. Wij hebben reeds een concept-begroting opgesteld. Het geheel zal ver moedelijk nogal wat geld gaan kosten. Ik dacht, dat het zaak was reeds nu ook al gezien de minimale bijdrage die wij van het Rijk ontvangen (je kunt het amper een bijdrage noemen, het is een donatie) bij de betrokken instanties de belangrijkheid van dit museum (het heeft niet alleen plaatselijke of lokale, maar ook nationale en zelfs internationale betekenis) duidelijk te maken en te proberen hiervoor middelen los te krijgen. Wij hebben reeds een gesprek gehad met Gedeputeerde Van der Mark. Hij staat hier positief te genover, alhoewel wij het nog niet eens zijn geworden over de verdeelsleutel. We zijn ook bezig mensen van C.R.M. hier naar toe te halen om hun met de neus op de feiten te drukken en hun te wijzen op de unieke functie die dit museum heeft. Wij verwachten een be zoek van de heer Hopke, de directeur-generaal die zich speciaal bezig houdt met de musea. Deze kwestie heeft onze bijzondere aandacht. Volgno. 514. De hear Klomp: Alderearst eat oer fraech 1. Om misbigryp foar to kommen wol ik foaröf efkes sizze, dat ik dizze fraech net steld haw. It idé, dat üt dizze fraech nei foaren komt, bin ik it wol mei iens. Sokke gevels as fan it F.D.-gebou dy't op de monumintelist steane soene bést foar de stêd bi- warre bliuwe kinne troch se op in oar plak yn 'e stêd wer op to bouwen as se dochs ófbrutsen wurde moatte. ltselde bart byg. yn Enkhuzen. Dêr wurde ek aide gevels üt de binnenstêd wer opboud op in oar plak. It moat fansels allegearre wol finansieel mooglik wêze. N.o.f. fraech 2 soe ik sizze wolle, dat ik it der mei iens bin, dat dit yn earste ynstansje in saek is fan it muséumbistjür en ik wit, dat troch it deistich bistjür al yn dizze rjochting praet is. Mar dan sil it foar in forbouwingsplan wol de meiwurking fan de Gemeente hawwe moatte, hwant it gebou is fan 'e Gemeente. Yn dit forban is it miskien wol goed nou al to witten hoe de miening fan it Kolleezje is. Soe sa'n forbouwings plan goed by B. en W. üntfongen wurde of soe nou al wis wêze, dat sa'n plan to'n earsten dochs net op 'e hispel komme kin? Hwant dan hoecht men der noch net oan to bigjinnen. De heer Weide (weth.)Ik dacht, dat ik kort kon zijn. Die gevel van het Friesch Dagblad, hoe mooi en hoe prachtig ook, zou, als je die zou moeten afbreken en herbouwen op de plaats die hier wordt gesugge reerd (t.o. het gebouw van de Fryske Akademy), een bijzonder dure zaak worden. Het kost ons al enorm veel geld. We staan daarbij straks voor enorme kapitaals- lasten. Mede i.v.m. die kosten lijkt het niet te realise ren deze prachtige gevel op korte termijn te verplaat sen. Ook de zaak van de verbouwing van het Fries Na- tuur-Historisch Museum is een kwestie van financie ring. Ik dacht, dat het bestuur, als het vooruitstrevend is, de plannen wel terdege zal voorbereiden en opzetten. En daar valt dan over te praten. Maar ook dit zal wel een bijzonder groot probleem worden wat de financie ring betreft. Volgno. 524. De hear P. van der Veen: Der is wol efkes ant- wurde op de fragen 2 en 3, mar ik soe graech witte wolle hoe't it nou konkreet is, hoe't it der op't heden foar stiet mei de saek fan 'e Beurs. En as ik dan sjoch, dat der praet wurdt oer mearfaldige opdrachten; trije architekten moatte dielnimme en in bioardielingskom- misje moat noch gearstald wurdeWy binne nou al in tal jierren mei dizze saek dwaende en it wurdt sa stadichoan tiid, dat der konkreet hwat bart. Ik kin my yntinke, dat de kommisje hoeden is mei it oan- lüken fan de goede architekten, hwant der binne fan sels miljoenen mei muoid. Ik soe dochs wolris witte wolle hoefier it op it stuit is. De heer De Leeuw: Ik zou een vraag willen stellen t.a.v. de situatie met betrekking tot de financiering van de plannen i.z. de Beurs op het ogenblik. Wat zijn de werkelijke vooruitzichten Er gaan verschillende ge ruchten. Ik zou net als de heer Van der Veen graag wat inlichtingen hebben op dit punt. De heer Weide (weth.): Ik kan, dacht ik, over die Beurs een heleboel vertellen. Het heeft ons de afge lopen maanden heel wat tijd gekost hier de nodige aan dacht aan te besteden. U weet, dat in het verleden een Commissie Verbouw Beurs is ingesteld. Het is geloof ik goed, dat ik de hele geschiedenis even kort me moreer om de zaak in Uw herinnering terug te roepen. Deze commissie was zeer ruim samengesteld, naar mijn mening was die commissie wel wat te groot. Hoe meer mensen erin zitten hoe meer gedachten naar voren worden gebracht. De commissie heeft tenslotte het besluit genomen (toen nog niet onder mijn voor zitterschap) te komen tot een meervoudige opdracht. Vanaf het moment, dat die opdracht er lag, heb ik het voorzitterschap van de heer Ten Brug overgenomen en toen werd ik direct met de moeilijkheden geconfron teerd. Moeilijkheden in die zin, dat ik direct al tot de conclusie kwam en dat wil ik niet onder stoelen of banken steken dat de gekozen procedure een bij zonder lange, en ook een bijzonder kostbare procedure zou worden. (Mevr. Visser-van den Bos: Dat lijkt mij niet erg elegant t.o.v. Uw voorganger, neemt U mij niet kwalijk.) Het lijkt misschien niet zo elegant, maar een en ander is in goed overleg met de heer Ten Brug gebeurd. Wij zaten met deze opdracht en ik had daar zo mijn mening over. Ik ben dus aan deze opdracht begonnen. Ik heb contact opgenomen met de B.N.A. Wij zijn met een kleine commissie uit de grote com missie naar de B.N.A. in Amsterdam geweest. Deze heeft ons geen namen van architecten willen geven. Men vond, dat wij eerst tot een beoordelingscommissie moesten komen. Daarvoor noemden zij een aantal ar chitecten, met daarbij een architectuurcriticus. Wij hebben deze lijst met namen gekregen. Die is bespro ken in de commissie. Deze mensen zijn door ons be naderd, maar tot vandaag hebben ze nog niet allemaal gereageerd. Wanneer wij de beoordelingscommissie had den samengesteld moesten wij in overleg met de Com missie Verbouw Beurs, de B.N.A. en de beoordelings commissie komen tot de keus van drie architecten. Deze zouden dan de opdracht krijgen een plan te maken. De deskundigen onder U weten wel hoelang het dan gaat duren en hoeveel kosten dat met zich meebrengt. Net als bij het Princessehof, zijn we ook bezig de nodige gelden los te krijgen voor de verbouw van de Beurs, omdat wij met deze zaak de nodige spoed willen be trachten. We hebben ik meen 24 januari j.l. de heer Van Ommen hier gehad, de wnd. directeur-gene raal die zich bezig houdt met de culturele accommoda ties in den lande. Wij hebben de hele zaak van de cul turele voorzieningen in Leeuwarden met hem bespro ken. De heren Apperloo en Van Krevelen zijn hierbij aanwezig geweest. De heer Van Ommen heeft ons in middels een miljoen voor de verbouw van de Beurs toegezegd. De Voorzitter: Even een interruptie, Wet houder. De pers is hier ook aanwezig en die zit met spanning te luisteren. De heer Van Ommen kan na tuurlijk niets toezeggen buiten de Minister om. Daar mag geen misverstand over komen. Hij heeft gezegd, dat men graag wil bevorderen, dat wij op een bijdrage in die orde van grootte mogen rekenen. Dit is formeel nog niet rond. Wij hebben wel goede hoop, dat het in orde komt. Ik moet dit wel zeggen. Ik doe een beroep op de pers. Er mag niet in de krant komen te staan, dat C.R.M. een miljoen heeft toegezegd, want dan zou den we grote moeilijkheden met de Minister kunnen krijgen. Dat zeg ik in alle oprechtheid. Het zou voor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1971 | | pagina 3