14
15
je in een toekomstig plan en dat zal misschien ook
een van de dingen zijn waarmee de mensen die aan
het structuurplan voor de binnenstad werken bezig zijn
misschien in die slingers en lussen een paar duide
lijke vaste punten, een soort brandpunten, zou kunnen
krijgen, n.l. het Klokplein, het Gouverneursplein en
mogelijk ook het Raadhuisplein. Dat betekent, dat het
Hofplein als zodanig in onze visie omzoomd zal wor
den door overheidsgebouwen, maar dat je van dat gege
ven uit in de rest een uitstralingseffect zou hebben
van echte winkeldrijvende middenstanders die daar hun
zaken hebben gevestigd, gevestigd blijven houden, of
weer opnieuw gaan vestigen.
Wanneer wij op die manier redenerend de mogelijk
heid van uitbreiding van het Stadhuis richting St.
Jacobsstraat-Grote Hoogstraat voorshands willen uit
sluiten, betekent dat, dat wij vlakbij het standpunt
van het College van B. en W. staan wat de bebouwing
van de noord-westkant van het Raadhuisplein betreft.
Dan ga je denken over die wand tussen het Paleis en
de Bagijnestraat. Daar staan een aantal goede en min
der goede panden, een aantal mooie en minder mooie
panden. Dat betekent, dat je dat Paleis bij wijze van
spreken gaat verlenging met overheidsgebouwen. Het
hele stadhuiscomplex hier te situeren heeft zijn aan
trekkelijke kanten. Maar het vereist natuurlijk een
zeer gevoelige en zorgvuldige hand om te onderzoeken
hoe die wand van het Paleis richting Bagijnestraat
verlengd kan worden. Dat is niet een eenvoudige zaak.
En ik dacht, dat de Raad op dit moment bepaalde
gegevens ontbeert, n.l. hoeveel m2 aan dienstvertrek
ken hebben we nodig. Als er in het oude stadhuis, het
Paleis, d'Ojevaer en de raadhuispleinpanden (tussen
Weerd en Herenwaltje) een aantal functies komen,
hoeveel is er dan nog nodig. Als we dat zouden kun
nen berekenen dan heeft dat invloed op het aantal la
gen, dat aan die noord-westkant geprojecteerd kan en
mag worden, hoewel dat aantal lagen natuurlijk ook
al op een bepaalde manier beheerst en beïnvloed wordt
door de omringende gebouwen. Wij zouden graag die
gegevens willen heben. Kunt U daar wat bergen? Hoe
veel bergt U daar Gelukt het daar alles onder te
brengen Wij zouden die gegevens toch wel op termijn
willen hebben. Want daarmee hangt ook samen de
vraag of je alles nodig hebt tussen Paleis en Bagijne
straat of dat je misschien ook op een andere manier
dit zou kunnen oplossen. Het is duidelijk, dat er iets
aan die wand moet gebeuren.
Voor ons is de conceptie van de meerderheid van de
stadhuiscommissie en van Uw College daarom zo aan
trekkelijk omdat de overheid het helemaal in eigen
hand kan nemen om dat te doen en daarmee ook dui
delijk dat oppeppen van de binnenstad zo positief mo
gelijk kan dienen. Maar ik herhaal: Dat vereist een
bepaalde zorgvuldigheid, dat vraagt een eenheid van
conceptie op deze grotere schaal. Wij vinden het daar
om, zo aantrekkelijk dat de overheid het in eigen hand
kan nemen omdat het op zichzelf te waarderen par
ticuliere initiatief hoogstens met deel-initiatieven zou
kunnen komen als het om het bebouwen van die noord
westkant gaat, wel of niet in overleg met bepaalde
beleggers. Wij dachten, dat het in dit verband beter is
om de andere weg te gaan bewandelen. Dat raakt dan
meteen, dachten wij, de hele bebouwing tussen het
Raadhuisplein noord-westzijde en de St. Anthonystraat.
Het is wel duidelijk, dat een deel van de bebouwing
van de St. Anthonystraat toch al moet verdwijnen,
maar een toekomstig gebouw op de plek waar wij nu
over spreken, raakt ook de verhoudingen met een drie
tal grote bouwwerken in de onmiddellijke omgeving,
t.w. de Westerkerk, het Hervormd Rusthuis en het
St. Anthony Gasthuis. Wat het perspectief van de Wes
terkerk precies is, is moeilijk te zeggen, maar die kerk
staat daar nog jaren. Het is echter zeer duidelijk, dat,
ook al zou die kerk mogelijk op termijn gaan verdwij
nen, het Hervormd Rusthuis en het St. Anthony Gast
huis daar nog in lengte van jaren zullen staan. Dat
zijn zeer duidelijke gegevens in dit geheel.
Tussen haakjes, wat dat betreft zijn wij er voor
standers van, dat mogelijk de tuin achter het Paleis
en de tuin van St. Anthoon gecombineerd worden. Dat
is een heerlijk plekje in de binnenstad. Je zou je kun
nen voorstellen, dat je tegen de bejaarden van St.
Anthoon zegt: Die hele tuin is nu van jullie. Je zou er
mogelijk ook in overleg met St. Anthoon een leuk voet
pad doorheen kunnen leggen, zodat het publiek er
langs kan trekken. Daarmee zou je bereiken, dat de
mjensen van St. Anthoon hun contacten kunnen uit
breiden en ook wij in deze steenwoestenij toch dit
mooie plekje met lommerrijk groen en hoge schaduw
gevende bomen kunnen behouden. Vandaar ook mijn
vraag naar de omvang en de lagen van het gebouw
aan de noord-westzijde. En vanuit die conceptie zie ik
dus ook niet helder voor mij, dat wat sommigen op de
niet al te druk bezochte hearing hebben bepleit, n.l.
om achter de gevels aan die noord-westkant te gaan
bouwen. Ik kan me dat heel moeilijk voorstellen, ik
geloof ook niet, dat dat in overeenstemming kan 'zijn
met de broodnodige sanering die in de St. Anthony
straat zal moeten plaats vinden.
Alles combinerend kan het duidelijk zijn, dat de
fractie van de P.v.d.A.-P.P.R. in grote lijnen akkoord
kan gaan met de voorstellen zoals die nu aan ons zijn
voorgelegd. Wij hebben alleen een paar kritische kant
tekeningen geplaatst bij dat derde punt: de afbraak
van die panden, en voor bepaalde andere zaken ook
m.n. de aandacht gevraagd voor de mensen die met
het structuurplan voor de binnenstad bezig moeten
zijn. Dan raak ik natuurlijk een principieel punt. Je
kan n.l. zeggen: Zij die de structuur van de binnen
stad gaan bepalen, zullen ook moeten uitmaken wat
er met het hele stadhuiscomplex gaat gebeuren. En
voordat de Raad zich daarover uitspreekt en zich op
die punten vastlegt, zou je dat eigenlijk moeten weten.
Je kan ook het andere standpunt innemen, n.l.: Er
moeten beslissingen vallen; dat vraagt het functione
ren va.n de overheid, dat vragen ook de mensen in de
omgeving van het stadhuis die geïnteresseerd zijn
in alle betekenissen van het woord in snelle duide
lijke beslissingen van de Gemeenteraad. Van dat stand
punt uitgaande zegt mijn fractie: Laten wij de beslis
sing nemen in de geest van het voorstel van het College
en laten de mensen die straks met het structuurplan
voor de binnenstad bezig gaan dat als een gegeven op
hun bord krijgen. Het is niet altijd de meest elegante
methode, maar ik geloof, dat het in dit verband on
ontkoombaar is.
Mijn laatste opmerking is deze. Het hele vraagstuk
van het verkeer en het parkeren wordt uiteraard steeds
acuter en steeds urgenter, stellig ook wanneer wij de
dingen zo gaan bezien in het perspectief zoals ons dat
nu voor ogen staat. Hoewel dat zo is, acht ik mij eigen
lijk niet in staat om ook maar één zinnig woord over
dat hele vraagstuk te zeggen. Je kunt natuurlijk
stoeien met de gedachte van parkeergarages en ik
kan mij voorstellen, dat je hier ergens in de omgeving
waar straks zwaar gesaneerd moet worden aan zo'n
parkeergarage gaat denken. Maar om nu precies te
zeggen hoe dat moet in samenhang ook met bepaalde
verkeersmaatregelen die toch nodig zullen zijn, mo
gelijk ook met bepaalde wandelzones waar je geen
gemotoriseerd verkeer meer toelaat, dat vermag ik op
dit moment niet te overzien. Toch geloof ik, dat het
goed zou zijn, dat het door ons ingeschakelde bureau
voor de verkeersvraagstukken van ons een opdracht
krijgt om in paralellie met het voortgaan van het op
lossen van het stadhuisvraagstuk dit punt eerste prio
riteit te geven, zodat wij op een bepaald moment wan
neer bepaalde zaken uitgewerkt zijn ons ook als Raad
een klaarder beeld kunnen scheppen van de verkeers-
behoeften en de parkeermogelijkheden in de directe
omgeving. Ik dacht, dat we die dingen heel nadruk
kelijk aan elkaar moeten koppelen.
Dit is dan op dit moment zo de bijdrage van mijn
fractie naar aanleiding van het punt, dat U aan de
orde hebt gesteld.
De heer Heidinga: Ik behoor tot de minderheid in
de stadhuiscommissie die een afwijkende mening had.
Het is ook wel bekend, dat ik daartoe behoor. Ik geloof
niet, dat ik in mijn fractie daarvoor veel medestanders
heb ontmoet. Enfin, dat zult U misschien nog wel ho
ren. Ik geloof, dat mijn fractie in grote lijnen wel ak
koord kan gaan met het nemen van deze 5 principe
besluiten.
Mijn bezwaar tegen Uw voorstel is hoofdzakelijk ge
richt tegen het eerste principe-besluit. Dat het stad
huis gehandhaafd dient te blijven op de huidige plaats,
ontmoet bij mij geen enkel bezwaar. Ik ben er ook niet
tegen, dat het Hof moet worden aangekocht. Maar
verder zou ik niet willen gaan.
ïk ben het natuurlijk wel met de heer Vellenga eens,
dat je deze zaak van twee kanten kunt benaderen. Dat
is duidelijk. De ene kant van benaderen is: De Raad
doet nu een uitspraak, maar laat zoveel mogelijk ruimte
voor de mensen die het structuurplan voor de binnen
stad ontwikkelen. De andere benaderingswijze is: De
Raad doet een uitspraak die de mensen die het struc
tuurplan voor de binnenstad ontwikkelen direct aan
bepaalde dingen bindt.
Ik zou die mensen alleen maar willen binden aan
het stadhuis en het Hof, en wel om de volgende reden.
Wij hebben van onze eigen dienst en van verschillende
particulieren suggesties gehad inzake de situering van
het stadhuis. Die suggesties betroffen plaatsen in de
binnenstad en daarbuiten. Het waren praktisch alle
maal zeer summiere schetsen. Dat is ook logisch, want
je kunt niet overal een zee van tijd aan geven. Dat
gaat nu eenmaal niet, daar is de tijd van deze mensen
ook veel te kostbaar voor. Maar één van onze burgers
heeft de moeite genomen en de tijd eraan gespendeerd
om een knap idee gestalte te geven. Hij heeft een plan
uitgewerkt hoe het stadhuiscomplex op de huidige
plaats zou kunnen worden gerealiseerd. Ik vind dat een
bijzonder belangrijk gegeven. Ik sta daarin ook niet
alleen, verschillende andere vaklieden op dat gebied
zijn het met mij eens, dat het een zeer belangrijk ont
werp is. U begrijpt wel, dat ik doel op het ontwerp van
Ir. Kalma. Nu zouden we, door Uw conclusies te aan
vaarden, tegen die burger zeggen die met hart en
ziel en geheel pro deo een belangrijk idee heeft ont
wikkeld „We hebben er geen belangstelling voor
met zorg in Uw plan te duiken en te bezien welke mo
gelijkheden het geeft." Want als wij vaststellen, dat
het voormalige politiebureau, d'Ojevaer en de panden
Raadhuisplein 30 t.e.m. 34 als een gegeven dienen te
worden aanvaard dan kan „het plan Kalma" niet wor
den uitgevoerd. En daarvoor vind ik dat plan te be
langrijk.
Het tweede punt waar ik iets van wilde zeggen, be
treft de amovatie van de bebouwing gelegen tussen
het Gouverneursplein, de St. Jacobsstraat en de Grote
Hoogstraat. Want ook dat is een punt waarover in mijn
fractie verschil van mening bestaat. Ik heb mij volle
dig achter conclusie 3 gesteld. De betreffende panden
aan de St. Jacobsstraat en de Grote Hoogstraat zijn
beslist niet te handhaven. Als je die panden binnen
gaat moet je langs de muren lopen want je bent je
leven niet zeker als je over het midden van de zolders
loopt Ze zijn hier en daar wel 50 tot 60 cm verzakt
en totaal vergaan. Die panden zijn, zoals ze daar staan,
levensgevaarlijk. Alleen de benedenvloer wordt door
iemand gehuurd en die doet daar wat en dat hangt
daar verder zo(Gelach), ik bedoel: Die panden
hangen daar zo. Het is beslist niet verantwoord, die
panden daar te laten staan. Nu heb ik ergens gelezen
of het in de raadsbrief staat of in een ander stuk
weet ik niet, want er zijn langzamerhand al heel wat
stukken over geproduceerd dat B. en W. evengoed
de mogelijkheid zouden willen openlaten daar een loze
gevel te houden. Ik moet U zeggen, dat ik daar een
fervent tegenstander van ben. Dat moeten we niet doen.
Als we een besluit nemen en ik geloof, dat mijn ge
hele fractie het daarmee eens is dan moeten de
mensen die in deze wijk wonen weten waar ze aan toe
zijn en moeten wij een en ander snel realiseren. Hier
moeten geen tijden overheen gaan. We moeten niet één
pand er tussenuit breken en een halfjaar later nog een
pand en ga zo maar door, maar als we tot amovatie
besluiten dan moeten we de panden vlot aankopen en
vlug alles afbreken en opruimen. Mochten we beslui
ten de panden te laten staan dan moeten we er mis
schien anderhalf miljoen tegen aan gooien om die oude
panden te vernieuwen. Andere mogelijkheden zijn cr
niet. Dat is mijn mening als vakman.
Is het van belang deze bebouwing daar te houden?
'k zie dat eigenlijk niet. Ik heb mij van harte achter
he amovatieplannen geschaard. Ik geloof niet, dat het
verantwoord is ook niet in financieel opzicht die
panden te vernieuwen. Ik geloof ook niet, dat we de
straat, de bewoners, de neringdoenden een groot na-
heel berokkenen. Wel de mensen die moeten verhuizen
natuurlijk. Maar die zullen op een redelijke manier door
de Gemeente schadeloos moeten worden gesteld. Dat
is een logische zaak. Ik geloof ook niet, dat die mensen
enig bezwaar zullen maken. De winkelstand in deze
straten zal er m.i. bij gebaat zijn als hier een parkeer
terrein komt waar de bezoekers van de binnenstad
en dan speciaal van dit gebied hun auto kwijt kun
nen. Het zal eerder in hun voordeel werken dan in hun
nadeel. We zouden daar dan een aardig pleintje krijgen;
de ruimtewerking zou heel anders worden. We hebben
het hier in de binnenstad nooit anders gekend dan als
een „knusse bedoening". De schaal is klein, de straten
zijn smal, de pleintjes hier zijn allemaal klein en alles
staat er knus omheen gegroepeerd en daarin zou je
met zo'n parkeerterrein plotseling een groot gat ma
ken. Vanaf deze zijde van de St. Jacobsstraat kijkt
men dan aan tegen de overzijde van de Grote Hoog
straat. Ik zie dat helemaal niet als een bezwaar. Ik
geloof zelfs, dat het ook voor de betrokken burgers
beslist geen nadeel zal zijn, maar eerder een voordeel.
Alles overwegend ook de kosten die het met zich
mee zou brengen die panden te restaureren zeg ik
van ganser harte, dat ze moeten verdwijnen. Ik zou
er wel voor willen pleiten, dat we een redelijke nette
oplossing vinden voor hetgeen nog blijft staan, maar
ik denk niet, dat dat bij U op bezwaren zal stuiten.
Nogmaals, het lijkt mij van het allergrootste belang,
dat men weet waar men aan toe is, dat het besluit
genomen wordt en dat het besluit zonder onderbrekin
gen en fasen wordt uitgevoerd. Als wij dit besluit ne
men, zullen betrokkenen zich erop instellen, dat ze moe
ten verhuizen. Ik geloof wel, dat het uitvoerbaar is.
ïk geloof niet, dat ik nu zou moeten ingaan op het
geen wij verder nog allemaal zullen doen. Dat komt
t.z.t. allemaal wel weer terug in de Raad. De hele ont
wikkeling en uitvoering van de stadhuisplannen zal
bij stukjes en beetjes moeten gebeuren. Ik hoop, dat
het mogelijk zal zijn een andere bebouwing te plegen
waardoor we als het ware een opwaartse stoot geven
aan de reconstructie van de binnenstad. Ik geloof echt
wel, dat we daarbij het goede voorbeeld mogen geven.
Dit gebied kan dat ook wel verdragen. Het is al eeuwen
zo als het nu is; er mag echt wel eens een nieuw jurkje
en een nieuw jasje komen, om mij hot pants. (Ge
lach) Ik heb daar helemaal geen bezwaar tegen, als
het maar verantwoord en netjes blijft cn ik zie dat
het(De Voorzitter: Maar het plan Kalma is
maxi.)
Het enige wat ik nu nog wil zeggen is en dat is
helemaal mijn persoonlijke mening; ik geloof, dat nie
mand in mijn fractie het daar mee eens is dat ik er
voor ben om in de noord-westhoek te amoveren tot aan
de Bollemanssteeg en tot aan de Bagijnestraat, wat mij
betreft met inbegrip van de Westerkerk. In die hoek
zou ik een plein willen maken. Die bebouwing zou ik
daar beslist weg willen hebben. (De heer Van Haaren:
De Westerkerk ook?) Ja, die ook, dat ontmoet bij mij
geen bezwaar. Maar dat komt dan wel aan de orde
als we het structuurplan voor de binnenstad bespreken.
De heer J. de Jong: Mijn fractie staat achter de 5
principe-besluiten. De heren Vellenga en Heidinga heb
ben hun visie gegeven over de mogelijkheden en ter
wille van de tijd zal ik het kort maken omdat ik an
ders vele malen in herhaling zou vallen.
Alleen bij principe-besluit 3 zou ik een kanttekening
willen maken. Mijn fractie zou het op prijs stellen
wanneer met gezwinde spoed öf wordt afgebroken (dus
versneld wordt aangekocht) öf wat bouwval is, wordt
herbouwd. Als dit mogelijk is en kan worden toegezegd
dan staan wij volledig achter het voorstel.
De heer Van Haaren: Ik moet U zeggen, dat mijn
fractie, in tegenstelling tot de vorige sprekers, eigen
lijk alleen maar akkoord kan gaan met punt 2, aan
koop van het Hof.
Ten aanzien van punt 1 willen wij, om werkelijk alle
mogelijkheden voor de toekomst open te houden, slechts
akkoord gaan met de handhaving van het huidige stad
huis en het Hof en wij delen dus in deze de zienswijze
van de heer Heidinga.
Ten aanzien van de punten 3 t.e.m. 5 menen wij, dat
het niet mogelijk is thans deze principe-besluiten te
nemen. We zouden niet graag zien, dat het huidige