22
23
iets door de vastrecht-bedragen wat te wijzigen, door
die eventueel niet volledig op te nemen. Dat betekent
voor ons een nadelig verschil van f 180.000,In dat
opzicht zijn wij dus zeer voorzichtig geweest, ook in
vergelijking met wat andere gemeenten doen. Gronin
gen stelt voor de S.R.O.G.-tarieven volledig over te
nemen, het Gasbedrijf Noordoost-Friesland doet dat
ook, terwijl de meeste gemeenten in Friesland de
S.R.O.G.-tarieven eveneens ongewijzigd hebben overge
nomen. Door het niet verhogen van de tarieven voor
de laagste inkomensklassen, houden we ook rekening
met het feit, dat we een beetje voorzichtig aan moeten
in vergelijking met wat wij tot nu toe gedaan hebben.
Ik kan wel dieper op de zaak ingaan, maar ik
wil nog slechts zeggen, dat het controle-apparaat naar
onze overtuiging wel nodig is. De gas-apparaten-ser-
vicedienst dekt niet het veiligheidsapparaat dat nu
voorgesteld wordt. Van de gas-apparaten-servicedienst
wordt op het ogenblik door hoogstens 3% van de aan
geslotenen gebruik gemaakt en de veiligheidsinspectie
geldt voor alle verbruikers en m.n. voor de leidingen
en de kachels. Als ik constateer, dat het onderzoek in
de Transvaalwijk heeft uitgewezen, dat 10% van de
genen, wier haarden en kachels onderzocht zijn, daar
aanmerkingen op hebben gekregen, dan meen ik, dat
een veiligheidscontrole wel nodig is.
Ik zou de heer Knol dan ook willen vragen, of hij
de veiligheidsinspectie niet wil. Distancieert hij zich
daarvan? Of voelt hij daar wel voor? Want wil hij
die wel, maar zonder tariefsverhogingen, dan krijgen
we een gat in de begroting. Ik heb echter begrepen,
dat hij die controle voor Leeuwarden niet nodig vindt.
En dan neemt hij wel een stuk verantwoordelijkheid
op zich, dat wij als College toch liever niet zouden
dragen. Wij menen, dat de veiligheidsinspectie wel no
dig is en dat we daar dus ook wat voor over moeten
hebben.
De heer Knol: Ik wil nog even op de laatste vraag
van de Wethouder terugkomen. Ik dacht, dat we als
Gemeente vandaag-de-dag uiterst voorzichtig moesten
zijn om nieuwe taken op ons te nemen. Ik heb dus ook
al gesteld, dat deze veiligheidsdienst bij de voorgestel
de tariefsverhogingen wordt betaald door een kleine
groep verbruikers. En daar heeft de Wethouder geen
antwoord op gegeven. Alleen groep IV gaat de hoogte
in. Dat zijn de mensen met centrale verwarming en
die zitten over het algemeen in huizen met zeer hoge
huren.
Verder blijf ik bij mijn mening.
De heer De Jong (weth.)We hebben ons inderdaad
beperkt tot groep IV, omdat we de groepen I, II en III
uit sociale motieven buiten beschouwing hebben ge
laten. Voorts stelden we, dat we de daardoor gederfde
f 180.000,eventueel nog wel even kunnen missen.
We kunnen in de loop van het jaar altijd nog bij de
Raad terugkomen, om meer te doen aan tariefsverho
gingen. Als de heer Knol nu zegt, dat de veiligheids
inspectie ook werkt voor de groep met de lagere ta
rieven, dan moet ik toegeven, dat degenen, die daarin
vallen, iets meer service voor hetzelfde tarief krijgen
dan tot nog toe. Ik voel met U mee, als U vraagt:
Is het op zichzelf wel juist, dat 35% van de bevolking
dit moet betalen Maar hier hebben dus sociale mo
tieven gegolden. We hebben niet in één keer met het
hele S.R.O.G.-pakket willen komen, gezien het feit, dat
de minst-draagkrachtigen toch al zoveel te verwerken
krijgen. We hebben hier dus bewust voor gekozen. We
zullen echter ongetwijfeld in de loop van het jaar nog
wel eens weer met deze kwestie geconfronteerd wor
den.
De Voorzitter: Wordt er stemming verlangd?
Er wordt stemming gevraagd.
De heer Ten Brug (weth.): Nu er stemming ver
langd wordt, zou ik graag een stemverklaring willen
afleggen. Het is U, mijnheer de Voorzitter, en de ove
rige leden van het College bekend, dat ik tegen dit
voorstel grote reserves had en ik zal dan nu ook tegen
stemmen.
De heer Tiekstra (weth.): Ik zal heel kort zijn. Ik
dacht, dat de overheid op dit ogenblik zich moet hoe
den voor het leggen van nieuwe lasten op de burgerij.
(Die opmerking slaat dus op de f 160.000,voor de
veiligheidsdienst.) Ik dacht, dat de overheid in dit op
zicht een zorgvuldigheid past, die verder gaat dan het
instellen van deze dienst.
Het voorstel van B. en W. wordt verworpen met 20
tegen 15 stemmen. Tegen stemmen de dames E. Bran-
denburg-Sjoerdsma, M. M. Th. Visser-van den Bos,
G. Visscher-Bouwer en L. Woudstra-Peene en de heren
S. Bouma, J. ten Brug (weth.), G. Buising, D. Faber,
T. H. van Haaren, J. Hemstra, J. F. Janssen, J. Knol,
H. Meijerhof, J. B. Singelsma, P. Snel, K. Spoelstra,
J. Tiekstra (weth.), P. van der Veen, J. T. Vellenga
en G. de Vries.
Punt 32 (bijlage no. 471).
De heer Knol: In tegenstelling tot ons standpunt
ten aanzien van de voorgestelde verhoging van de gas-
tarieven, kunnen wij met het voorstel tot de verhoging
met f 6,van het vastrecht voor de kleinverbruikers
van elektriciteit wel meegaan, hoewel in de overwe
ging meegespeeld heeft het feit, dat de elektriciteits
tarieven zonder meer al met 10 pet. worden verhoogd
ingevolge een verschuiving in de BTW-sfeer van 4
naar 14 pet. Maar aangezien hier duidelijk is aange
toond, dat de normuitkering van het G.E.B. aan de
Gemeente niet gehaald kan worden, menen wij, dat
deze verhoging als noodzakelijk kan worden aange
merkt.
Anders staat het met de door U in het vooruitzicht
gestelde eventuele aanvullende verhoging van de vast
recht-bedragen met f 7,50 die door onze fractie op dit
moment beslist niet als noodzakelijk wordt gevoeld.
Dat op de kleinverbruikers ook de brandstofclausule
van toepassing wordt, komt ons reëel voor, terwijl wij
ons ook wel kunnen vinden in Uw voorstel om de vast
recht-berekeningen van niet-huishoudelijke gebruikers
te wijzigen.
De heer Heidinga: Het moet me toch even van het
hart, dat, naar mijn gevoel, de grootste fractie van
deze Raad zich zeer onsociaal opstelt. Bij het aanne
men van dit voorstel wordt de kleine man duidelijk
zwaarder belast, bij het vorige voorstel niet. Beide voor
stellen hebben de strekking, dat de begrotingspositie
van de Gemeente aangetast wordt bij niet-aanneming.
En hier, waar de kleine man het moet dragen, stemt
men voor. Waar de kleine man gespaard is, stemt men
tegen. Voor mij onbegrijpelijk. (De heer De Vries: En
wat doet U?)
De heer Vellenga: Ik dacht, dat ik heel kort kon
zijn. Iets wat voor de heer Heidinga onbegrijpelijk is,
kan daarom nog wel goed zijn. Ik dacht, dat hij bij een
vorige gelegenheid alle kans gehad heeft om tegenover
datgene, wat de heer Knol betoogd heeft, zijn sociaal
sterk bewogen woord te spreken. Dat heeft hij niet
gedaan. Nu komt hij achteraf, bij een heel andersoortig
voorstel, met een gans andere ondergrond met een
daarheen geworpen beschuldiging die kant noch wal
raakt. En ik dacht, dat, wanneer hij erg consequent is,
hij nu de lijn moet doortrekken die hij in zijn woorden
eigenlijk aangeeft en met zijn hele fractie tegen dit
voorstel moet stemmen. (De heer Heidinga: Dat be
palen we zelf wel.)
De heer De Jong (weth.): Ik heb eigenlijk niet veel
meer op te merken. De heer Knol heeft gezegd, dat hij
wel voor dit voorstel is. Hij heeft dit nader gemoti
veerd. Ik heb er met dankbaarheid kennis van geno
men, dat het overleg in zijn fractie er uiteindelijk toe
heeft geleid, dat de fractie voor dit voorstel zal stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 33 t.e.m. 35 (bijlagen nos. 437, 438, 472 en 468).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 36 (bijlage no. 441).
De heer Vellenga: De vorm van het voorstel lijkt
eigenlijk een soort vraag in te houden, n.l.Wie zou
den wij in die vacatures kunnen benoemen Vanavond
is de heer Spoelstra beëdigd als opvolger van mevr.
Bakker. Mijn fractie zou graag zijn naam willen noe
men voor beide vacatures.
Benoemd wordt tot lid van de Commissie voor de
Gemeentelijke Sociale Dienst de heer K. Spoelstra met
33 stemmen (de heer Hemstra 1 stem, 1 stem blanco).
Benoemd wordt tot lid van de Commissie voor de
Volksgezondheid de heer K. Spoelstra met 33 stemmen
(de heer Hemstra 1 stem, 1 stem blanco).
Punt 37a (bijlage no. 457).
Benoemen van twee bestuursleden van de „Stichting
Volkscrediet".
Voordracht:
1. mevrouw G. E. M. Bleeker-Stuur te Leeuwarden;
2. de heer H. Jansma te Leeuwarden.
Benoemd worden de voorgedragenen met alg. stem
men.
Punt 37b (bijlage no. 458).
Benoemen van een lid van de Raad voor de Volks
huisvesting.
Voordracht:
de heer W. Miedema te Goutum.
Benoemd wordt de heer W. Miedema met 34 stemmen
(1 stem blanco).
Punt 37c (bijlage no. 450).
Benoemen van een lid van de Raad voor Culturele
Aangelegenheden.
Voordracht:
de heer B. Klein te Leeuwarden.
Benoemd wordt de heer B. Klein met alg. stemmen.
De heren W. S. P. P. de Leeuw en J. Schaafsma vorm
den het stembureau.
De Voorzitter: Leden van de Raad, het is de laatste
keer, dat wij bij elkaar zijn in het jaar 1971. Ik wil U
allen hartelijk dank zeggen voor de medewerking in
deze vergadering, tot dit late uur. Maar vooral wil ik
U prettige feestdagen, een zalig uiteinde en een goed
begin toewensen. (Applaus)
De Voorzitter sluit, om 23.55 uur, de vergadering.