20'
we met de bejaardenwoningen kunnen starten; dat zal
misschien dit jaar nog niet direct zo'n vaart lopen,
maar er wordt toch voortgang met de plannen ge
maakt. Ik meende, dat de heer Singelsma gevraagd
heeft naar bejaardenwoningen etc. in de nieuwbouw.
Nu, in het Westeinde komen 230 wooneenheden van de
N.G.H.B. de landelijke bond voor bejaardenhuisvesting,
met daarin 145 bejaardenwoningen. Patrimonium bouwt
daar een bejaardenverzorgingsflat met 140 wooneen
heden, Leeuwarden-Leeuwardoradeel bouwt in Wirdum
15 bejaardenwoningen. Er staat hier dus heel wat op
stapel. Als ik de hele zaak optel, zo'n 4400 woningen,
waarvan we zeker weten, dat de bouw in de loop van
dit of het volgende jaar op gang komt. Ik moet eerlijk
zeggen, dat ik optimistischer ben dan een half jaar ge
leden en ik heb soms het idee, dat we, als we met deze
vele woningen in al hun gevarieerdheid tegelijk aan de
gang zijn, misschien wel eens genoodzaakt zullen zijn
iets te temporiseren, opdat we niet te veel tegelijkertijd
klaar krijgen, want er moet ook een markt voor komen.
Dit is dan ook een zaak, die wij in nauw overleg met
de woningbouwverenigingen en de andere opdrachtge
vers zullen moeten bekijken, In ieder geval, dacht ik, dat
dit een optimistischer geluid was dan de tendens van
de antwoorden in de mem. van antwoord. (De Foar-
sitter: De hear Miedema kin wol wer efteroer sitten
gean; de temporisearring sjocht hy wier noch net.)
(Gelach) Ik heb ook alleen maar verondersteld, wat ik
zeer uitdrukkelijk voor mogelijk houd. Ik heb het idee,
dat wij op het ogenblik heel goed de woningmarkt in
de gaten moeten houden, vooral als wij straks in de
sectoren gaan bouwen die bestemd zijn voor een aantal
mensen, dat echt niet zo groot is. Maar ook de laagst-
bezoldigden moeten inderdaad niet vergeten worden.
In dat opzicht nog een punt van belang: Ik heb het
idee, dat m.n. in Aldlan-oost en in het Westeinde ook de
groep van de laagstbezoldigden niet vergeten wordt.
Als ik de huren hoor, die men daar wil trachten aan
te houden, dan moet ik concluderen, dat er toch echt
wel aan gedacht is voor de mensen met de kleinere
beurzen een redelijke woning te creëren, waarvan de
huur betaalbaar is. Van vele woningen zal de huur
niet boven de f200,komen; dat zal natuurlijk niet
met alle woningen het geval kunnen zijn, maar de
vraag: Hoe kunnen we een redelijke woning bouwen
voor een lage huur, wordt heel nadrukkelijk bekeken
bij de woningbouwverenigingen, zowel in Aldlan-oost
als in Westeinde.
De heer Miedema zegt, dat het moeilijk is te be
zien, wat wij in 1973 aan woningwetwoningen nodig
zullen hebben; ik heb hoop, dat we dan heel wat ver
der gekomen zijn dan de genoemde 435 woningen. In
ieder geval behoeft het niet op de vergunningen vast
te zitten. Dat is een zaak, die wij met de Provinciale
Directie wel rond hebben. Kan Camminghaburen in
1975 klaar komen? Daar streven wij wel naar en wij
hebben een duidelijke netwerk-planning, waar eigen
lijk per week aangegeven is, wat er moet gebeuren.
Het is alleen wel een grote moeilijkheid om zich goed
aan die netwerk-planning te houden. Want dan moet
ook alles zich volgens die netwerk-planning gedra
gen" en dat is op het ogenblik een probleem, dat hier
en daar wel een stukje zelfbeheersing vraagt, mis
schien ook van onze raden en commissies, voor zover
die er bij betrokken zijn. Toch zullen we met z'n allen
proberen er een gooi naar te doen om de zaak volgens
die netwerk-planning gestalte te geven, zodat we in
1975 niet voor een ,,gat" komen te staan.
Wat de achterstand betreft, we hopen die op deze
wijze toch wel iets te kunnen inhalen. We zullen daar
toe een voorzichtig, maar toch ook wel voortvarend
beleid voeren.
De heer Miedema heeft ook gevraagd naar het ver
schil in kostprijs tussen hoog- en laagbouw. Zijn wij
aan de globale bestemmingsplannen gebonden? vraagt
hij. Wanneer uit het plan-Priemus ideeën zouden kun
nen voortkomen, die de conceptie van het gehele plan
niet te veel aantasten, zou geprobeerd kunnen worden
wat bij te sturen. Een vlekkenplan is globaal van aard
en dat betekent dus, dat wij hier en daar altijd wel
iets bij kunnen sturen, maar of het mogelijk is de 20%
flatbouw terug te brengen tot 10%, weet ik niet. Als
die noodzaak aanwezig is, dan moeten we het eens
bekijken in het kader van het overleg, maar we moe
ten wel weten, of het ook stedebouwkundig verant
woord is, want het is niet alleen een kwestie van wo
ningbehoefte. Ik kan me voorstellen, dat juist wanneer
je praktisch haast allemaal eengezinswoningen gaat
bouwen, het gevaar van de monotonie toch ook wel
om de hoek komt kijken. De afwisseling moet ook aan
haar trekken komen. Dat punt moeten we met elkaar
goed in de gaten houden. Afwijkingen in een globaal
plan, mits die afwijkingen niet te groot van omvang
zijn, zullen altijd wel mogelijk zijn.
De heer Faber heeft gezegd blij te zijn met de „kap-
woningen" in het Westeinde. Ik geloof ook, dat dat
een stukje variatie meer geeft dan we tot nog toe
gehad hebben. Hij vraagt naar de huren van de wo
ningen in dat plan. Ik weet niet, of ik daar gegevens
over heb. Ik heb wel de gegevens van 210 woningen
van Patrimonium maar dat zijn heel voorlopige prij
zen. Van 16 bejaardenwoningen bedraagt de maand-
huur f 155,maar die loopt, wanneer de subsidieter
mijn afgelopen is, op tot f 402,Van 122 woningen,
inclusief garages, begint de huur bij f 204,en die
eindigt bij f 473,na een x-aantal jaren. Van 59 wo
ningen zonder garages begint de huur bij f 229,en
eindigt bij f 464,Van 13 woningen is de huur
f 381,en eindigt bij f 543,U ziet hier de variatie
in huren en in lasten, maar uiteindelijk zou het toch
voor mensen die dit past, wel acceptabel kunnen zijn.
Van Aldlan-oost heb ik een opzet gezien, waaruit
blijkt, dat daar 3 typen woningen zijn. Het is nog niet
zeker, hoeveel grondkosten daar nog aan toegerekend
moeten worden, maar als ik het hoogste bedrag aan
grondkosten neem, dan zou bij de eerste groep de
minimum huur voor woningwetwoningen f 208,zijn
en de maximum huur f 235,bij de tweede groep
f 276,resp. f 321,en bij de derde f 206,resp.
f 235,Dan krijgt U toch ook wel de indruk, dat er
naar gestreefd is de huren binnen bepaalde grenzen
te houden. Dit komt m.n. in vergelijking tot Lekku-
merend eerder iets gunstiger uit de bus dan ongun
stiger. Er is naar gezocht de huurprijzen van wonin
gen voor de laagstbezoldigden zo laag mogelijk te
houden. Ik ben het met de heer Heidinga eens, dat
je je houden moet aan de landelijke normen en toch
zit je ook met het probleem, dat je de laagstbezoldig
den zoveel mogelijk moet zien te helpen. Wat er aan
is te doen zo is ook het ernstig streven bij de wo
ningbouwverenigingen moet je niet nalaten. Het
dilemma, dat de heer Heidinga zo duidelijk naar voren
heeft gebracht, zit er inderdaad in.
Mevr. Dijkstra vraagt, hoe het zit met verschil in
kosten tussen hoog- en laagbouw. De grondkosten zijn
bij hoogbouw lager dan bij laagbouw en de bouwkos
ten zijn bij hoogbouw hoger dan bij laagbouw. De
oorzaak zal voornamelijk in het heien zitten, maar als
zij dat precies weten wil, zou zij daar op de secretarie
wel een antwoord op kunnen krijgen. Het lijkt mij,
als niet-deskundige op dit gebied, niet zo gemakkelijk
daar nu een concreet antwoord op te geven. Het is
ook meer een stukje informatie wat zij vraagt. Mevr.
Dijkstra vraagt ook naar het maximum toelaatbare,
wat de huren in de nieuwbouw betreft. Zij heeft uit
mijn verhaal van zopas wel gehoord, dat wij er wel
naar streven m.n. de laagstbezoldigde groep toch echt
zoveel mogelijk tegemoet te komen, maar dat wij bij
het bouwen aan bepaalde regels en normen gebonden
zijn. Zaken als B.T.W. enz. kunnen wij hier toch niet
ombuigen. Dat is geen taak die op ons terrein ligt.
Wat de doorstroming betreft, ik dacht, dat die hier
goed loopt. In vergelijking met andere gemeenten heb
ben wij hier enorm doorgestroomd. Dat wil ik toch wel
zeer uitdrukkelijk stellen. Moeten wij andere regelingen
daarvoor maken? Wij zijn bepaald niet schrieler dan
andere gemeenten. Of wij de laagstbezoldigden in aan
merking moeten laten komen voor de doorstromings
premie Ik dacht het wel. Wij moeten aan de regelen
voldoen, die het Ministerie ons gesteld heeft en daar
houden wij ons ook aan, voor zover er situaties
(Mevr. Dijkstra-Bethlehem: In een gemeente als Sneek
krijgt men formulieren, waarop men alleen maar be
hoeft in te vullen wat de huurwaarde is, maar men be
hoeft niet het inkomen erop te zetten. Het gaat daar
niet naar het inkomen. Dat is hier wel het geval, dus
iemand met een laag inkomen komt niet voor de door
stromingspremie in aanmerking. Ik begrijp niet, hoe
het in de ene gemeente zo anders kan liggen dan in de
andere.) Dat komt omdat wij wèl met die inkomens
norm gewerkt hebben en die is naar onze overtuiging
juist een van de meest redelijke motieven om in de
regeling te verwerken. Als wij die norm niet toepasten,
zouden de doorstromingspremies terecht komen bij de
mensen die ze helemaal niet nodig hebben. De Raad
heeft ons gevraagd de regeling met een zekere soepel
heid te hanteren en dat doen we ook wel, maar dan
moet de afwijking niet te groot zijn. Dat de inkomens
norm in de regeling verwerkt is, is destijds zeer uit
drukkelijk door de Raad zo gewild en naar mijn over
tuiging zeer terecht. Als niet met de inkomensnorm
zou worden gewerkt, zou het wel eens goed geld naar
kwaad geld gooien kunnen worden. En die doorstro
mingspremie kost heel wat! Als Sneek het anders
doet, zou ik die gemeente bepaald niet als voorbeeld
willen stellen. Het gaat hier niet om schrielheid, maar
om de overweging: Komt dit geld wel in de goede pot
terecht? En dat is een zaak die hier wel in orde is.
(De Voorzitter: Dat wij hier juist voor de koppeling
van het inkomen aan de doorstroming hebben gezorgd,
moet U toch wel aanspreken, dacht ik. Dat heb ik ten
minste altijd vermoed.) (Mevr. Dijkstra-Bethlehem
Maar dan krijgt U gevallen, waarin men net niet voor
de doorstromingspremie in aanmerking komt, terwijl
men toch in de laagste loonklasse zit en toch 50 pet.
huur meer gaat betalen.) (De Voorzitter: Aan zo'n
individueel geval moet mevr. Dijkstra toch niet de rege
ling ophangen, want ik dacht, dat die verdraaid goed
is in Leeuwarden. En mocht er een hardheidsgeval zijn
die mogelijkheid heeft de Raad ook besproken
dan moet U tegen de betrokkene zeggen, dat hij naar
de secretarie-afdeling V.O.W. moet gaan om zijn geval
daar te bespreken. Zulke gevallen moeten dan individueel
bekeken worden. Zij tonen niet aan, dat de regeling
op zich niet juist is.)
Mevr. Dijkstra heeft ook gezegd, dat het Rijk f 150,
geeft voor verbetering van woningen. Ik dacht, dat wij
als Gemeente ook wel een regeling voor verbetering van
woningen hebben, is het niet, mijnheer Van der Wal?
(De heer Van der Wal: Die wordt hier inderdaad toe
gepast.) Wat U dus vraagt, hebben wij al.
Wat de Balistraat e.o. betreft, hebt U een verhaal
gehouden, waaruit blijkt, dat de mensen, die huur
verhoging moesten betalen, de zaak een beetje ver
keerd begrepen hebben. We hebben destijds een ge
sprek met hen gehad, waarbij wij ze vorig jaar juni
aangezegd hebben, dat de huur verhoogd zou worden,
Men moest toen ongeveer f 9,per maand meer be
talen, dus in plaats van bijv. f 40,f 50,Dat heb
ben wij gedaan in het kader van wat meer onder
houd. Maar toen hebben wij hun ook al gezegd: Deze
huurverhoging blijft een aantal jaren aanhouden, want
U betaalt een veel te lage huur. En als U wilt, dat er
wat meer aan onderhoud moet gebeuren, dan moet er
eerst meer betaald worden. Intussen heeft men er
sterk op aangedrongen meer woongerief en woongenot
te krijgen. Wij willen wel graag meer betalen, maar
dan willen we ook graag een douche enz. hebben. Toen
hebben we gezegd: We hebben ook voor Uw buurt een
renovatieplan in petto; daar zijn wij druk mee bezig.
In het overleg met de huurders, hebben dezen erop
aangedrongen daarmee te komen. Nu komt dus „dwars
door de huurverhoging heen" het renovatieplan en dat
betekent, dat deze mensen in plaats van f 50,
f 60,huur straks misschien f 110,f 120,of
f 130,huur moeten betalen. Maar er wordt dan ook
voor f 16.000,aan deze woningen verbeterd. En
daar zit een zodanige rijks- en gemeentebijdrage
bij, waarvan je kunt zeggen: Wat is dit een belang
rijke dienst die we aan deze mensen bewijzen. En
kunnen ze de hogere huur niet betalen, welnu, we
hebben de doorstromingspremie en de individuele
huursubsidie aan de inkomstennorm gekoppeld. Moch
ten er dan toch nog bezwaren bestaan, dan moeten
we zien een andere woning voor deze mensen te krij
gen. Daar zit het Woningbedrijf in overleg met de
Commissie Woningbedrijf tot en met achteraan. Ik
dacht echter, dat wij na het overleg met de bewoners
toch wel op de goede weg zijn.
Wij hebben met name van de heer Van Haaren hier
in figuurlijke zin al eens een schouderklopje voor
gehad. En dat is toch wel een bewijs, dat we goed zit
ten! (Mevr. Dijkstra-Bethlehem: Komen de bewoners
van de woningen die voor renovatie in aanmerking
komen, ook in aanmerking voor de doorstromingsrege
ling Dat komt in de eerstvolgende vergadering van
de Raad aan de orde. 1 Januari is de rijksregeling ter
zake afgekomen en toen hebben wij gezegd: Als het
kan, moeten wij deze regeling eigenlijk ook van toepas
sing verklaren op deze woningen; dan kunnen deze
mensen er mee van profiteren. Als de Raad dat aan
neemt(De Voorzitter: Dat komt over 14 dagen
aan de orde.), dan zouden we deze zaak mooi rond
krijgen.
De heer Faber heeft gevraagd naar het percentage
woningzoekenden, dat de huur in de nieuwbouw in
Leeuwarden normaliter kan betalen. Hij vroeg recente
cijfers. Dan zouden wij die natuurlijk moeten weten van
de woningbouwverenigingen die hier bouwen. Wij zitten
daar niet zelf bij. Maar ik weet wel, dat men over het
algemeen de norm hanteert van 16 a 17 pet. van
het bruto inkomen. Dat is de norm die het Rijk aan
houdt. Wij hebben die wel wat hoog gevonden en over
het algemeen als norm gesteld: in ieder geval 1/6 deel
van het netto inkomen. Dat moet toch wel de minimum
grens zijn die we hanteren bij het toewijzingsbeleid,
zoals wij dat vroeger voerden. En dat beleid voeren
nu de woningbouwverenigingen. Dus dat beleid ont
trekt zich enigszins aan onze waarnemingen. In het
rapport-Priemus wordt over deze zaak nadrukkelijk
gesproken en wat daarin gezegd wordt, geeft wel dui
delijk aan, hoe de normen ongeveer liggen. In heb de
cijfers hier. (De heer Faber: Als ik eventjes mag
Er staat mij een cijfer voor ogen, dat ik eens in de
krant heb gelezen, n.l. dat slechts 3 pet. van de wo
ningzoekenden de huur zou kunnen betalen. Is dat
juist of vergis ik mij daarmee? Ik kon die informatie
nergens meer terugvinden.) Nee, dat percentage lijkt
er in de verste verte niet op. (De Voorzitter: Een an
dere krant lezen.) (De heer Faber: Ik dacht, dat dat
percentage heel laag was, maar misschien weet U een
ander getal; daarvoor vraag ik de informatie ook.)
(De heer Heidinga: Ik dacht een 40 pet.) Ik heb dus
wel een differentiatieschema voor de nieuwbouw in de
jaren 19711976 uit het rapport-Priemus en daar wordt
precies in aangegeven, hoe het totale woningenpakket
eigenlijk moet zijn. Dit geeft aan, waarmee wij rekening
moeten houdenwoonvorm, het aantal vertrekken,
eigendomsverhouding, koop en huur, koopprijs, huur
prijs enz. (De Voorzitter: Dat rapport heeft de heer
Faber ook.) en daar blijkt uit, dat 66.7 pet. van deze
woningzoekenden, dus 2/3, in de huurklasse van f200,
tot f250,zit; 20 pet. in die van f250,tot f300,-
en 13.3 pet. in die boven de f 300,Dat zijn dus de
cijfers, waarop we het beleid in de toekomst kunnen
baseren en waarop we dus kunnen plannen. Voor zover
dat straks bij de behandeling van het rapport-Priemus
in discussie komt, kunnen we daar nog wel eens over
spreken. Maar hier hebt U dus de ervaringsgegevens.
Nu is het wel zo, dat een deel van de woningzoeken
den net niet de genoemde huurprijzen kan betalen en
vandaar de doorstromingsregeling, die verder op gang
gebracht moet worden; die kan nu wel eens in de
tweede linie komen te liggen. Tot nog toe hebben we
alles wat beneden f 110,a f 120,per maand zit,
laten doorstromen naar duurdere woningen. Het zou
nu wel eens kunnen zijn, dat we de grenzen moeten
verleggen naar boven, naar de f 200,— a f 250,toe,
dus alles wat beneden de f 175,.a f 200,ligt, moet
dan gericht doorgestroomd worden. Misschien dat dat
eens een mogelijkheid tot aanpassing is. Dat is een
probleem, dat wij èn bij het rapport-Priemus èn bij het
overleg met de woningbouwverenigingen (want die heb
ben terzake een sterke stem in het kapittel) stellig in
de gaten moeten houden.
De heer Eijgelaar heeft gevraagd, wanneer wij in
Aldlan-oost beginnen te bouwen. Dat hangt er voor
een belangrijk deel van af, wanneer de wegen daar
klaar zijn. En ook weer volgens de bekende netwerk
planning wordt daar op het ogenblik hard aan gewerkt
en ik heb het idee, dat, als het een beetje meeloopt, wij
in ieder geval dit jaar nog met een deel van deze wo
ningbouw, althans met de heiwerkzaamheden, kunnen
beginnen. Ik dacht na de bouwvakvakantie zo on
geveer september-oktober dat hoop ik tenminste.
(De Voorzitter: Vandaag is de gunning geweest.) (De