22 BS 23 heer Van der Wal: Ja, van de ontsluitingsweg.) Er wordt door het gemeentelijk apparaat hard aan ge werkt. Het algemeen krediet voor het bouwrijp maken van de rest komt in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde. Met het pasklaar maken moet haast ge maakt worden; we moeten vóór 1975 met de aanbouw klaar zijn; deze zaak heeft dus onze voortdurende aan dacht. Wat betaalbare woningen betreft, de heer Eijgelaar heeft terecht gezegd, dat individuele en niet algemene subsidiering te prefereren is; dat is ook het standpunt van het College. De hear Bingeisma hat noch konkreet frege: Hoe komt it mei de aide minsken? Ik haw krekt al efkes by it bihanneljen fan it skema forteld, hwer't dy kom- me to sitten en wy halde dit probleem goed yn'e gaten. De heer Heidinga heeft het algemene probleem van de noodzaak van goedkopere woningen nog eens even duidelijk aan de orde gesteld. Wij staan inderdaad voor een dilemma. In het verleden heeft ook het wenken- en voorschriftenschema goed gewerkt; we hebben een vrij duidelijke verbetering in de bouw gekregen. Er is vrij dag j.l. een artikel van Prof. Van Beusekom verschenen in het Financieel Dagblad. Deze geeft aan het is heel interessant om dat na te gaan hoeveel er ver beterd is; de gemiddelde woning is 25 pet. groter ge worden, de kwaliteit van de woning is aanzienlijk ver beterd (dit spitst zich op een aantal punten toe). 6 Pet. van de woningen bijv. had in 1960 centrale verwar ming, nu is die 6 pet. praktisch 100 pet. geworden. De bouwkosten zijn wel gestegen, maar die zitten voor de helft in de stijging van lonen en bouwmaterialen en voor de andere helft in vergroting van de woning, ver betering van de kwaliteit en de centrale verwarming. Er is dus ook wel wat voor de hogere prijzen gebeurd. Die hebben hun positieve kanten ook gehad, maar wij staan nu voor het probleem: Hebben we wel geschikte woningen voor de groep van de laagstgesitueerden Die vraag heeft echter zeer uitdrukkelijk de aandacht van de mensen die hier gaan bouwen. Ik ben dankbaar voor de opmerkingen van de heer Heidinga; het is een pro bleem voor hem, maar wij zitten er ook mee en we trekken zo hard mogelijk om hier iets aan te doen. De Voorzitter: Het ligt in de bedoeling, dat de in vraag 1 bedoelde raadszitting (behandeling rapport- Priemus) op 29 mei wordt gehouden. Het zal een oriën teringsvergadering zijn. Het ligt tevens in de bedoe ling, ook de Raad voor de Volkshuisvesting uit te no digen. Op 19 juni zal eveneens een extra raadszitting- plaats hebben U krijgt er binnenkort nog een mede deling over in zake de structuurnota. Beide zaken komen dus vóór de zomervakantie nog in afzonderlijke raadszittingen aan de orde. Volgno. 182. Mevr. Dijkstra-BethlehemIk vind het heel erg en ik kan me haast niet voorstellen, dat het College op dit standpunt staat, dat die woningen die in huur verlaagd zouden kunnen worden, op hetzelfde huurpeil gehand haafd moeten blijven. Ik dacht, dat dat onredelijk was. In werkelijkheid is ten aanzien van de huurharmonisa- tie van invloed van de Gemeente geen sprake. Mevr. Visser-van den Bos: Ik had een soortgelijke vraag. Ik vroeg me af: Is het juist, dat we huren, die door de huurharmonisatie lager zouden moeten uit vallen, toch verhogen? Vooral wil ik graag weten, wel ke argumenten hiervoor gelden, want dan kan ik be oordelen, of ik het al dan niet juist vind. De heer Knol: Ik zit in de Commissie Woning bedrijf en ik heb mede dit advies gegeven. Weth. De Jong weet wel, dat ik de enige was, die nogal wat tegenstribbelde, maar toen was dus niet bekend om hoeveel woningen het ging. En nu blijkt, dat het om ongeveer 500 woningen gaat, alleen al van het ge meentelijk woningbezit. Ik vraag me dus af: Hoeveel woningen zijn er in totaal, waarvan de huren omlaag zouden moeten, als we consequent het puntensysteem zouden toepassen? Wij zijn dan ook voornemens, om dat dit een nogal belangrijke principiële wijziging van het huurbeleid is, hier in de plenaire zitting op terug te komen. De heer De Jong (weth.)Ik geloof, dat ik hier niet zoveel meer van behoef te zeggen. Als het punt toch in de plenaire zitting terug komt, laten we er dan daar maar over spreken. Men moet zich over het algemeen goed realiseren, dat al deze woningen een lage huur doen, waardoor je altijd weer voor het probleem komt te zit ten, dat, als de huur niet verhoogd wordt, je ook niets aan het onderhoud kunt doen. Dat wreekt zich altijd weer opnieuw. Het is een bedrijf; je kunt er niets op toe leggen. We hebben t.a.v. deze zaak bovendien in de Com missie Woningbedrijf een besluit genomen en die com missie is bevoegd om dit te doen. Hooguit zou je de zaak nog eens in de commissie aan de orde kunnen stel len, maar het aantal van 498 woningen was, toen het besluit in de commissie genomen werd, wel bekend; misschien dat het niet tot de heer Knol doorgedrongen is. Ook in overleg met de woningbouwcorporaties is be sloten tot handhaving van de huren. Waarom zou de Ge meente het dan niet doen Ik zou zeggenLaten we wel de huren handhaven, want ze geven toch wel aanleiding daartoe. Dan komen we er tenminste eens uit. We mo gen het doen. We zouden deze zaak in een volgende fase weer aan de orde kunnen stellen, maar m.i. kun je nu niet meer terugschakelen. De Voorzitter: En de argumentatie is duidelijk. Je zou de huren formeel terug kunnen draaien, maar het grote winstpunt van handhaving is, dat we iets meer middelen om handen krijgen voor dit complex en dat komt de bewoners daarvan ook weer ten goede. Je wikt en weegt dus, wat het belangrijkste is, ook voor de bewoners: óf wat meer geld in het fonds om wat sneller iets voor hen te kunnen doen óf tijdelijk de huur te verlagen. Dat is dus de reden, waarom wij niet tot verlaging zijn overgegaan. U behoeft het niet met ons eens te zijn, maar dat is de argumentatie van B. en W. (De heer Eijgelaar: Dat corrigeert zich met een volgende huurharmonisatie vanzelf.) Absoluut. Daar om zei ik ook: „tijdelijk" de huur te verlagen. Je krijgt dus tijdelijk een extra winst. Is dit een bevoegdheid van het Woningbedrijf, weth. De Jong? (De heer De Jong (weth.)Ja, m.i. wel.) We zullen het nog even nagaan, want dan zou de zaak inderdaad nog eens in de Commissie Woningbedrijf moeten worden bekeken. De Raad kan natuurlijk wel kritiek uitoefenen, maar ik dacht, dat de zaak gedelegeerd was aan het Woning bedrijf. (De heer Knol: Ik dacht, dat de principe kwestie toch wel in de Raad kon worden behandeld.) Ja, maar als de bevoegdheid van de Raad terzake gedele geerd is aan het Woningbedrijf maar dat weet ik niet uit het hoofd dan kan de Raad natuurlijk wel een uitspraak doen en kunnen we die doorgeven aan de Commissie Woningbedrijf, maar dan kunnen we niet zeggen: U moet het anders doen. Moeten we dit punt noteren, mijnheer Knol voor behandeling in de plenaire zitting? (De heer Knol: Ja, mijnheer de Voorzitter.) Goed. Volgno. 188. Mevr. Visser-van den Bos: Ik heb dit keer gemist een opgave van de woningzoekenden, die in onze Ge meente staan ingeschreven en welke huren zij zouden kunnen verwonen. Daarnaast zou ik nog graag willen weten, welk aantal flatwoningen, die te huur zijn, leeg staan en niet verhuurd kunnen worden, omdat de huur prijzen niet betaald kunnen worden. De heer Van Haaren: Bij het Huisvestingsbureau heeft men een aantal criteria voor woningzoekenden; mensen die uit te amoveren woningen komen, mensen met een sociale indicatie, woningzoekenden buiten de gemeente, die om dringende redenen naar Leeuwarden moeten, en woningzoekenden, die nog niet of niet meer over een zelfstandige woonruimte beschikken. Als je dat laatste leest, dan zeg je: Iedereen kan eigenlijk in aanmerking komen, maar als je bij het bureau ver der gaat praten, dan zegt men direct, dat alleenstaan den beneden de 40 jaar niet in aanmerking komen. De heer De Jong zal wel zeggen: Daar begint hij weer met zijn jongerenhuis vesting; hij komt weer zo exclu sief voor die groep op, maar ik voel me inderdaad ge drongen voor die groep op te komen. Er zijn enorme huisvestingsproblemen bij jongeren. Ik was er niet bij, maar het schijnt dat de heer Tiekstra in deze verga derzaal heeft gezegd bij de behandeling van zijn porte feuille, dat alle jongeren die een verzoek tot huisves ting indienden, zijn geholpen. Dat is gewoon niet waar, want ik ken uit eigen ervaring ontzettend veel jonge mensen, die woningzoekend zijn en dat bijzonder lang zijn maar die inderdaad beneden de 40 jaar zijn. Ze komen niet als alleenstaande in aanmerking en ze zijn alleenstaand, omdat ze nog niet officieel ge trouwd zijn, maar wel samenleven met een partner. We hebben de bevindingen gezien van het T.O.L., dat een enquête heeft gehouden, waaruit blijkt, dat er een enorme behoefte is. In de Kinderbescherming merk je het ook. Voor oudere pupillen die men zelfstandig zou willen laten wonen, zijn hier geen woningen. Ook bij de werkende jongeren bestaat behoefte. Ik ben zelf eens bij de Wethouder geweest voor een jong, niet getrouwd paar in een min of meer zinkende woonboot; die men sen zitten nog steeds even beroerd, al is die boot toe vallig nog net niet gezonken. Er is echt een enorme behoefte en ik vraag me af: Wat heeft de Gemeente nu voor beleid in dezen? Het zou echt interessant zijn te weten, of er ook voor deze categorie mensen in de nabije toekomst enig zicht kan zijn op woonruimte. Heeft de Wethouder daar enig cijfermateriaal over? Wordt er ten aanzien van deze categorie mensen een duidelijk beleid gevoerd? Ik geloof, dat dat niet het geval is. Ik meen, dat we niet op een adequate manier hebben onderzocht, wat de woonbehoeften zijn van juist deze categorie. En die categorie is bijzonder groot. Je moet altijd verschrikkelijk voorzichtig zijn met cij fers, maar er zijn wel wat cijfers, o.a. van het Streek plan Noord-Friesland, samengesteld door de Provinciale Planologische Dienst. Daaruit blijkt ook, dat bijv. bij de bevolking tussen de 20 en 25 jaar die ongehuwd is, enorm hoge percentages zijn van woningzoekenden, die volgens de criteria niet voor woonruimte in aan merking komen. Ik dacht, dat dit aantal mensen nog steeds meer zal toenemen, vooral in Leeuwarden, waar we dus hoger beroepsonderwijs willen aantrekken, waar vele verpleegsters zijn enz. Ik zit er gewoon mee dat de heer Tiekstra de door mij aangehaalde mededeling heeft gedaan, maar dat ik weet, dat er een enorme be hoefte en al klinkt het misschien een beetje over dreven toch ook en enorme nood is onder de jonge ren, omdat er voor hen geen enkele mogelijkheid voor huisvesting is. Direct daaraan gekoppeld een vraag, die ik al meer dere malen gesteld heb, laat de Gemeente toch zoveel mogelijk trachten woningen, die door haar zijn aange kocht en die dan niet zo prima meer zijn, vooral toch ter beschikking stellen van jongeren die minder eisen stellen en die dergelijke huizen als tijdelijke bewoning toch bijzonder graag zouden willen hebben. De heer De Jong (weth.)Mevr. Visser heeft ge vraagd, hoeveel huur de woningzoekenden in onze ge meente over het algemeen kunnen betalen en hoeveel woningen er leeg staan. U weet, dat wij van de zaak van de woningzoekenden thans iets verder af staan dan een jaar geleden, want we hebben intussen geen Bureau Huisvesting meer. B. en W. bepalen zelf het beleid, maar hebben dat opgedragen aan een Commissie samen gesteld uit vertegenwoordigers van de woningbouwver enigingen en een vertegenwoordiger van het Woning bedrijf. De Woonruimtewet is afgeschaft en we zitten dus eigenlijk in een situatie, waarvan we kunnen zeg gen: Dit gaat toe op verhoudingen, die meer liggen in het kader van wat voor de oorlog ook gebruikelijk was. We hebben hier geen rechtstreekse gemeentelijke taak meer. We zouden dus de Commissie moeten vra gen naar gegevens over de woningzoekenden in onze Gemeente. En dat zou wel kunnen gebeuren. Dan zijn het gegevens, waarbij staat wat er allemaal per klasse toegewezen is in 1971 en dat is dus vrij veel. Maar op dit moment kan ik niet zeggen, hoeveel woningzoeken den er nog precies zijn. Ik had liever gehad, dat mevr. Visser haar vragen schriftelijk gesteld had; dan had zij er al een antwoord op kunnen krijgen, maar ik kan haar dat staande deze vergadering, nu er geen eigen dienst is die we hierover kunnen aanspreken, moeilijk verschaffen. Maar ik wil die vraag wel tot mij nemen en proberen, als de toewijzingscommissie in staat is mij gegevens te verstrekken, er een antwoord op te geven, zodat mevr. Visser hier enig inzicht in krijgt. Men moet zich goed realiseren ik herhaal het dat dit dus een zaak is, die thans iets verder van ons af staat dan een jaar geleden. (De Voorzitter: Leeg staande woningen hebben wij hier niet meer; de wo ningbouwcorporaties hebben die wel; welke particuliere huizen leeg staan, weten wij niet.) (Mevr. Visser-van den Bos: Ik bedoel iets anders, n.l. speciaal de pas gebouwde flats. Er is mij gezegd, dat daar in de Duif de Ipelft van leeg zou staan. En dat interesseert me bijzonder.) Op een bepaald moment kan er inderdaad een aantal flats leeg staan; dat is in het Bilgaard wel regelmatig het geval. In het begin, als zo'n flatgebouw klaar komt, als er een plotselinge bouwstroom is, dan zijn er wel eens even wat moeilijkheden. Dat bemerken we nu vooral bij de duurdere woningen van f 360, huur per maand drie slaapkamer-woningen)Ik heb het idee, dat de verhuur van flats van een huurprijs van f260,wel vlot verloopt. Die zijn, dacht ik allemaal al weg. Maar de groep mensen, die een duurdere wo ning kunnen betalen, is nu eenmaal niet zo groot. Bo vendien worden we met huren geconfronteerd, die we tot nog toe voor zulke woningen nog niet berekend hebben. Ik heb echter de indruk, dat dit niet een ern stig probleem is en dat het zichzelf wel oplost. We moeten even de tijd ervoor hebben. Het is in het ver leden wel eens gebeurd, dat we door zulke woningen te snel toe te wijzen aan wie ze maar wilden hebben, er mensen in kregen, ten aanzien van wie we konden zeggen: We hadden misschien iets voorzichtiger moeten zijn. Ik maak me over het leeg staan van genoemde flats echter geen zorgen. (Mevr. Visser-van den Bos: Ik zou het toch wel op prijs stellen, als U die cijfers zoudt kunnen krijgen en ik dacht eigenlijk, dat het wel een gemeentelijke taak was om te weten, welke mensen staan ingeschreven en of er in de stad nood is; daar gaat het tenslotte om.) Er is op zichzelf in het geheel geen bezwaar tegen om die cijfers op te vragen, maar ik had liever gehad, dat CJ die vraag eerder had ge steld, dan had ik het te voren kunnen onderzoeken. (Mevr. Visser-van den Bos: Mijn excuus daarvoor, maar ik dacht, dat U die cijfers gemakkelijk kon krij gen.) Ik zal proberen iets aan de informatie die U vraagt, te gaan doen. Wat de opmerkingen van de heer Van Haaren be treft, ik zal bepaald niet zeggen, dat er bij de jeugd geen nood is. Ik wil aan de andere kant echter ook duidelijk stellen, dat er wel terdege alleenstaanden beneden de 40 jaar in de loop van de jaren geholpen zijn. Dat bemerkt U wel, als U maar eens nagaat, wat er aan alleenstaanden, ook beneden de 40 jaar, in het plan Bilgaard woont. Dat zijn er nogal wat. Heel velen hebben daar een woning gekregen. We hebben zeer bewust dit beleid destijds gevoerd en we hebben ons eigenlijk wel eens afgevraagd: Doen we er wel goed aan, dat wij hier gezinnen laten wachten en alleenstaanden laten voorgaan? Maar we hebben tel kens gezegd: De alleenstaanden behoren er ook bij. We willen bepaald niet de indruk wekken, dat we geen zorg voor de alleenstaanden hebben. We kunnen echter niet ontkennen, dat we nu net in een diepte punt zitten, wat het gereedkomen van woningen be treft. Er staat wel heel wat op stapel, dat de komende jaren los kan komen, maar dat zal dit jaar nog weinig geven. Dus we moeten dit jaar nog door zien te ko men. Er zullen weinig woningen gereed komen en die, welke gereed komen, zijn dan ook nog woningen met f 260,— a f 380,huur, waarmee je voor de groep jongeren die de heer Van Haaren bedoelt, niet zoveel kunt doen. Ik wil echt niet zeggen, dat hier geen nood is. Maar ook bij de nieuwbouw is ernstig rekening gehouden met dit probleem. Wij zullen proberen, voor zover het flatbouw betreft flatbouw leent zich over het algemeen wel voor jon geren en ook voor oudere mensen; die groepen zijn hier ook het meest voor geïnteresseerd de jongeren niet te vergeten. (De heer Van Haaren: Maar voor het grootste deel van de categorie jongeren die ik be doel, ligt de huur van dergelijke flatjes natuurlijk veel te hoog; ik denk aan werkende jongeren e.a.) Dat be treft ook maar weer een deel van de jongeren. Er is ook een deel dat die huur best kan betalen en als men met zijn tweeën in zo'n flatje gaat, is de prijs nog niet zo gek. Ik heb vaak meer medelijden met de mensen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 12