5>S
Verslag van de vergadering op woensdag 1 maart 1972 van de afdeling V van de gemeenteraad
ter voorbereiding van de behandeling van de Ontwerp-begrotingen voor 1972.
Aanwezig van deze afdeling: de dames J. Dijkstra-
Bethlehem en G. Visscher-Bouwer en de heren M. J.
Heetla (weth.), K. Spoelstra, N. Sterk en G. de Vries.
Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Bran-
denburg-Sjoerdsma en M. M. Th. Visser-van den Bos
en de heren G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren, O.
Heidinga, H. Jansma en A. Klomp.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Voorts zijn aanwezig: de heren P. P. de Jong, Secre
taris, Mr. W. A. A. Aarts, Directeur van de gemeente
lijke Sociale Dienst, J. Deuten, ambtenaar van de afd.
Sociale Zaken en Welzijnsaangelegenheden, G. J. El-
verdink, ambtenaar van de afd. Sociale Zaken en Wel
zijnsaangelegenheden, S. Kas, Directeur van de Dienst
voor Sociale Werkvoorziening, G. A. de Vries, ambte
naar van de afdeling Bedrijven en Controle, en C.
IJsbrandij, Hoofd van de afd. Financiën en Belastin
gen.
Te behandelen punten:
Dienst Sociale Werkvoorziening.
Sociale Dienst.
Algemene Dienst:
Hoofdstuk IX, Sociale Zorg en Maatschappelijk Werk.
De Voorzitter: Ik stel voor, dat we met onze be
sprekingen beginnen; de leden van de afdeling zijn
allen aanwezig.
Dienst Sociale Werkvoorziening.
De heer De Vries: In het antwoord op de eerste
vraag stellen B. en W., dat de huidige conjunctuur
daling tot gevolg heeft, dat het aantal werknemers,
dat voor plaatsing op buitenobjecten in aanmerking
komt, toeneemt. Verder, dat zij ernaar streven deze
werknemers zoveel mogelijk te plaatsen, waarbij even
eens de plaatsingsmogelijkheden bij andere gemeente
lijke diensten worden nagegaan. Zij twijfelen al, of
alle werknemers geplaatst kunnen worden. Is het ook
mogelijk in dit verband een regeling te treffen, waar
bij deze mensen niet alleen bij de gemeentelijke dien
sten, maar eventueel ook bij het particuliere bedrijf onder
te brengen zouden zijn? Ik herinner me van vroeger,
dat bepaalde bedrijven zelfs verplicht waren een be
paald percentage minder valide werknemers te plaat
sen. Ik dacht, dat die regeling nog steeds bestond.
Zou het ook mogelijk zijn, om, een beroep doende op
die regeling, een betere plaatsing ook van minder va
liden in het bedrijfsleven te bevorderen, eventueel met
behoud van het D.S.W.-werkverband? Ik dacht, dat
het altijd beter was, dat deze mensen werken dan dat
zij alleen aangewezen zijn op bijstand en uitkering
krachtens de een of andere wet.
Bij vraag 3 hebben B. en W. een werkgroep inge
voerd, waarin vertegenwoordigers van verschillende
gemeenten studie maken van de mogelijke samenwer
king. Kunt U ook een mededeling doen, of het werk
van die werkgroep inmiddels al tot concrete resulta
ten heeft geleid? En als U zegt „Betreffende alle vor
men van sociale werkvoorziening", kimt U dan nog
even toelichten, welke vormen U daarmee bedoelt,
welke onderdelen van de gehele serie werkvoorzie-
ningsprojecten U bedoelt?
In het antwoord op vraag 4 zeggen B. en W., dat
de mogelijkheid, of het onderhoudswerk op het ter
rein van de Kleine Wielen bestemd kan worden als
buitenobject voor de D.S.W., zal worden nagegaan.
Is dat inmiddels al gebeurd? En zo ja, heeft dat al
tot een bepaalde conclusie geleid?
De heer Sterk: Ik zou graag aan het betoog van
de heer De Vries de vraag toevoegen: Is het ook mo
gelijk, gezien de conjunctuurdaling, tengevolge waar
van er nogal wat werklozen in deze sector komen, dat
wij kunnen,overgaan tot een werktijdverkorting?
De hear Jansma: De fragen 1, 2 en 4 woe ik eigent-
lik alle trije mar efkes byinoar nimme. It fait my op,
dat it yn in oantal oare gemeenten, binammen hjir yn
Fryslan ik tink mar oan Snits en oan Frjentsjer
wol mooglik is, dat der op de bütenobjekten hiel hwat
dien wurdt yn it ramt fan de W.S.W. Yn Snits byg.
binne fivers oanlein, moaije brechjes derby, yn Frjent
sjer in protte oprommingswurk, ünderhald fan bjirmen
ensfh. Ik tocht, dat der yn Ljouwert wol mear op de
bütenobjekten barre koe as hwat der hjoed-de-dei bart.
As myn ynformaesjes goed binne, dan binne der op it
eagenblik op de bütenobjekten in lytse 30 minsken oan
it wurk. Der soene noch wol üngefear 40 by kinne, mits
wy as Gemeente mar soargje, dat de gemeentlike tsjin-
sten, dy't hjirfoar yn oanmerking komme, in büten-
objekt krije, hwerby fia de W.S.W.-regeling gebrük mak
ke wurde kin fan de tsjinsten fan dizze minsken. En
dan tocht ik, dat wy net in wurktiidforkoarting nedich
hiene.
De heer Heetla (weth.): De situatie is zo, dat wij
op de buitenobjecten in Leeuwarden op het ogenblik
32 mensen hebben te werk gesteld, terwijl er 3 op de
wachtlijst staan. Er zijn op het Arbeidsbureau niet
meer ingeschreven die hiervoor in aanmerking komen.
Ik moet er eerlijkheidshalve bij zeggen, dat van die
32 een viertal ziek is en er kunnen nog wel een paar
bij die 28. We hebben hier voor zo'n 20 a 24 mensen
regelmatig werk op de buitenobjecten. Nu loopt dat
werk niet af, maar dat neemt niet weg, dat wij er
ons natuurlijk wel altijd mee bezighouden die buiten
objecten uit te breiden; je weet nooit wat er komt.
En bovendien moeten we ook altijd voor werk op lan
gere termijn zorgen. Er hebben verschillende bespre
kingen plaats gehad, ook met de hoofden van de dien
sten Openbare Werken en Sport en Recreatie. Juist
hebben wij nog gehoord, dat de Plantsoenendienst be
reid is nog tien man in dienst te nemen. Dat bericht
kon dus nog niet in de mem.v.a. verwerkt worden.
Op dit moment behoeven wij geen uitbreiding van ob
jecten, want we hebben er toch geen mensen voor.
Maar wat niet is, kan komen. We zijn op dit punt
wel actief en er wordt ook regelmatig met de hoofden
van dienst gesproken over meer werk voor minder
validen. Ik kan de heer De Vries zeggen, dat besloten
is in de toekomst deze mensen ook te werk te stellen
op het terrein van de Kleine Wielen en de Groene
Ster. Het aantal personen dat voor de buitenobjecten
in aanmerking komt, is hier zeer gering, in tegen
stelling tot andere gemeenten, waar de tewerkgestel-
den natuurlijk meer uit de agrarische hoek komen.
In Leeuwarden ligt dat anders; wij krijgen de mensen
meer uit de industriële sector.
Er is ook gevraagd naar de samenwerking met an
dere gemeenten; daarover zijn enkele besprekingen ge
weest. Ik kan U zeggen, dat de gemeente Baarderadeel
bereid is mee te werken, evenals Ferwerderadeel. De
mensen uit Idaarderadeel, uit de industriële sector,
werken in een schap te Heerenveen en die wil het
Gemeentebestuur daar laten. Men is wel bereid men
sen voor het Administratief Centrum, als men ze had
(maar men heeft ze niet eens), hier te plaatsen.
De handarbeiders van Idaarderadeel zijn dus gericht
op Heerenveen en de rest op ons; dat blijft ook zo.
Het Gemeentebestuur van Idaarderadeel kan dus niet
met ons in een schap, omdat het al in een schap zit
met Heerenveen. Leeuwarderadeel wil wel volledig
met ons meedoen, Menaldumadeel ook en Tietjerk-
steradeel wil jammer genoeg niet. Dat is de grootste
gemeente; die zit natuurlijk ook in een agrarische
hoek en heeft veel mensen op buitenobjecten. Dezer
dagen is mij medegedeeld, dat Tietjerksteradeel zich
in dezen aansluit bij Drachten. We gaan nu individueel
met de gemeentebesturen spreken die wel voor aan
sluiting voelen, in hoeverre dit kan gebeuren. In een
bepaalde gemeente gaat het maar om één hoofdarbei
der; er zijn al twee te werk gesteld. Het is een ge
meente, zoals de heer De Vries misschien weet, waar
een buitenobject is met wat tuinbouwkassen; mis-
I