Z3
,2'23>
De heer Rijpina: Hoewel dit een betrekkelijk gering
deel van de begroting uitmaakt, meende onze tractie
toch te moeten voorstellen voor dit jaar deze prijzen
niet beschikbaar te stellen, gezien het feit, dat het een
nieuwe uitgave is en door het niet doen daarvan naar
onze mening aan de leefbaarheid van Leeuwarden niet
al te grote schade zou worden berokkend.
De heer Weide (weth.): Het was een van de eerste
voorstellen van de Culturele Raad aan het College om
over te gaan tot het instellen van de culturele prijzen.
Hier is vrij uitvoerig over gesproken en wij hebben dit
advies bijzonder graag overgenomen, alleen al om het
feit, dat wij hier vooral voor de jonge kunstenaars de
nodige aanmoedigingsprijzen zouden willen invoeren om
ze de steun te geven, die zij voor hun latere carrière
absoluut nodig hebben. Dit kan dus voor hen een bijzon
dere stimulans zijn om tot nog hogere prestaties te ko
men als ze afgestudeerd zijn. Wij zouden het als Col
lege betreuren, wanneer wij, nu het toch al bijzonder
moeilijk zit in deze welzijnssector, deze stimulans, dit
toch bepaald niet grote bedrag, niet zonder meer kun
nen handhaven.
De motie wordt verworpen met 19 tegen 14 stem
men. Voor stemmen mevr. M. M. Th. Visser-van den
Bos en de heren G. F. Eijgelaar, J. Heetla (weth.),
O. Heidinga, H. Jansma, K. J. de Jong (weth.), A.
Klomp, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. Schaafsma,
N]. Sterk, J. T. Vellenga, L. Visser en J. Wiersma.
De Voorzitter: Ik stel thans aan de orde de vol
gende motie die op dit hoofdstuk betrekking heeft: Be
zuiniging subsidie Cambuur. Er wordt voorgesteld dat
subsidie terug te brengen. Nu is er een tweede motie
over Cambuur ingediend na de grote stroom en ik dacht,
dat we niet twee gesprekken moeten hebben over dit
onderwerp. Ik zou dus ook de tweede motie over Cam
buur in de bespreking willen betrekken. Dat is een motie,
ingediend door Weth. De Jong en de heer Vellenga en
die luidt als volgt:
„Voorstel tot het reduceren van het subsidie Betaald
Voetbal in een beperkt aantal jaren tot 0, overeenkom
stig het gestelde in bijlage IV van de begroting 1972."
Wie mag ik het woord verlenen? Het lijkt me goed,
de indieners van de eerste motie eerst het woord te
geven en dan die van de tweede motie. (De heer De
Jong (weth.): De tweede is het verst strekkend.) Ja,
maar dat heeft betrekking op de stemming, welke motie
het eerst in stemming moet komen.(De heer De Jong
(weth.): Ik dacht, dat het dan ook goed was eerst
over die motie met een nadere motivering te komen.)
Als de indieners van de eerste motie daar geen
bezwaar tegen hebben? Goed dan: de verst strekkende
motie eerst in bespreking; de heer De Jong staat te
popelen. (De heer De Jong (weth.)Nee, dat niet,
maar ik dacht, dat het een gewoon verschijnsel was.)
De heer De Jong (weth.)Ik heb in de aanbiedings
brief als motivering gegeven, dat de principiële bezwa
ren tegen dit voorstel om Cambuur te subsidiëren voor
mij doorslaggevend waren en dat zijn ze tot nog toe
gebleven. Mijn eerste principiële bezwaar ik wil het
herhalen betreft het feit, dat hier met overheidsgeld
spelers worden „aangekocht". Ik heb dat altijd een
wonderlijke zaak gevonden en dat vind ik nog. Mijn
tweede bezwaar is, dat de beloning van de mensen ge
schiedt op basis van de goals die ze maken. Dat leidt
zo gemakkelijk tot spelverruwing en dat zien we ook
wel. Ik geloof, dat we dat niet als vooruitgang mogen
zien. Een standpunt, dat niet alleen door mij ingenomen
was, maar dat in het verleden ook wel ingenomen is
met name door leden van de P.v.d.A. Ik breng in her
innering het rapport van de Wiardi Beekman Stich
ting van 1954. (De heer De Vries e.a.: Dat ligt al 18
jaren achter ons. Er is veel veranderd, i Dat kan wel zo
zijn, maar wil dat zeggen, dat die zedelijke normen van
toen nu ineens niet meer gelden? Dat kan dan mis
schien bij de P.v.d.A. het geval zijn, maar mij is altijd
nog één opmerking uit het bekende groene boekje bij
gebleven, n.l. deze, dat het betaald voetbal het betre
den is van de weg die ten verderve leidt. Dat was toen
duidelijk. Ik heb mijn eigen principe daar een beetje in
teruggevonden, maar ik heb wel begrepen, dat dit nu
niet meer geldt, hoewel in dat rapport nog wel.
Al tal van jaren is het betaald voetbal gesubsidieerd
en nu is het wel goed om thans de balans eens op te
maken en te zien hoe het tot nog toe gegaan is. En
dan kom ik met het dagblad „Trouw" van 6 maart
1971, dat een overzicht geeft van de financiële steun
van de gemeenten aan het betaald voetbal in 1970, aan
clubs zowel in de eredivisie, in de eerste divisie, als in
de tweede divisie. En dan zie ik daarin, dat op ver
schillende manieren steun gegeven kan worden, in
directe steun enz. Als ik de bijdrage in het ex
ploitatie-tekort voor al die clubs optel, dan kom ik op
een bedrag van f 1.902.600,Dat is voor 51 clubs.
Daarvan krijgt Cambuur f 259.000,dat is dus 13.6%.
Hierbij zeg ik: Zij is toploper, want er is niet een enkele
club die zoveel subsidie in het exploitatie-tekort al
thans in 1970 krijgt als Cambuur. We dienen ons
m.i. wel eens kritisch af te vragen: Lopen wij hier ook
wat uit de pas Een tweede punt is, dat wij er met dit
tekort nog niet zijn. We hebben een verdeelsleutel van
77-23. Vorige keren is deze zaak ook al ter sprake
gekomen, m.n. vanuit de C.C.P.-fractie en de heer Vis
ser heeft de zaak toegespitst op de vraag: Hoe zit het
nu met datgene wat van die 23% niet is aangezuiverd?
In 1969/'70 was er een tekort van f9.100,en in
1970/'71 van f14.300,in totaal een tekort van
f 23.400,dat nog niet gedekt is. M.a.w. ook met dit
subsidie van f 259.000,in 1970 zijn we er niet, want
men is er tot nog toe wat nalatig mee om die 23% te
betalen. Ik vind het eigenlijk een wat vervelende zaak,
dat je, terwijl je al koploper bent, dit ook nog krijgt.
Dit is ons toch wel een doorn in het oog en ik meen,
dat we dit feit wel eens duidelijk mogen signaleren.
Daar komt nog een derde punt bij. Als ik nu zie, in
welke richting dit gaat, dan heb ik maar te herinneren
aan het rapport dat een dezer dagen van de heer
Prange gekomen is. Nu behoeft men het met de con
clusies daaruit niet eens te zijn, maar hij stelt daarin,
dat we ons toch wel moeten realiseren, dat we in een
jaar of drie tijds komen te staan voor een tekort van
ongeveer 5 ton. En als een insider als de heer Prange,
die dit tot en met meegemaakt heeft, tot die conclusie
komt, dan heb ik toch wel het idee, dat, gezien ook
het verleden, hier niet sprake is van zo'n gelukkige
ontwikkeling. Ik heb dan ook gemeend, dat we hier
een andere kant mee uit moeten. En ik geloof, dat er
ook wel verschillende manieren mogelijk zijn. Het sub
sidie behoeft echt niet ineens afgekapt te worden. Er
zijn alternatieven. Men zou kunnen stellen: Laat men
de zaak meer in eigen kring regelen. Het is hier wel
eens vaker gebeurd, dat verenigingen in Leeuwarden
die het een beetje moeilijk hadden, een bliksemactie
voerden en dat daarbij plotseling een stuk activiteit
voor den dag kwam. Als het maar gebaseerd is op een
stuk zedelijke volkskracht bij de mensen die erachter
staan, dan kan men wel eens wat verwachten. En ik
dacht, dat dit in deze kring ook wel mogelijk zou zijn.
Ik heb ook persoonlijk de bestuursleden in een bespre
king de suggestie gedaan: Probeer het eens in deze
richting. Dat zou een stuk interne sanering te weeg
brengen en dan ben je baas in eigen huis. Het tweede
punt zou zijn te gaan in de richting van een integratie
of een fusie in Friesland. Dat is, hoewel niet onze
zaak, een alternatief. Een derde mogelijkheid is over te
schakelen op amateurbasis. Het zou voor mij helemaal
niet zo'n probleem zijn, als Cambuur in plaats van
een club van betaald voetbal een amateurvoetbalclub
zou worden. Dan krijg je een veel betere binding met
een grotere groep van mensen die met hun amateur
clubs toch wel een stuk activiteit, ook in eigen kring,
zouden kunnen te weeg brengen. Ik denk maar aar
wat er in Sneek gebeurd is, toen Sneek kampioen werd,
aan wat er in Drachten is geschied. Er zou iets in
kunnen zitten van: de sport meer sport laten blijven,
dichter bij de mensen brengen.
Al met al dacht ik, huiverig zijnde voor de ontwik
keling naar een tekort van 5 ton, dat het, in het ver
lengde van mijn principiële uitgangspunten, de moeite
waard zou zijn in overweging te geven de mensen tot
een bepaalde positiekeus te dwingen. Ik zou hun niet
willen aanzeggen: Dit subsidie moet vandaag-de-dag
tot nul gereduceerd, maar ik zou hun er een aantal
jaren de tijd voor willen geven, bijv. twee of drie jaar.
om in eigen kring te bekijken, hoe men dit klaar krijgt
Men moet dat zelf doen; men is daar zelf baas over
Welnu, laat men het proberen. Dat is mijn voorstel en
ik dank de heer Vellenga, dat hij dit mede heeft willen
ondertekenen. Ik weet, dat hij geen voorstander van
mijn idee is en tegen dit voorstel zal stemmen. Des te
meer heb ik het op prijs gesteld, dat hij mij de gelegen
heid heeft gegeven mijn standpunt te verdedigen.
De Voorzitter: Heeft de heer Vellenga geen behoef
te op dit moment over dit voorstel te spreken
De heer Vellenga: Ik dacht, dat de heer De Jong nu
voor het „duo" heeft gesproken en dat nu het an
dere voorstel zal worden toegelicht.
De Voorzitter: Wie van de indieners van de andere
motie kan ik het woord geven Is dat de heer Eijgelaar
De heer Eijgelaar: In het verleden is in deze Raad
ook uitvoerig gediscussieerd over het verlenen van een
subsidie aan de sportclub Cambuur. En toen op 19 de
cember 1966 besloten werd Cambuur te subsidiëren,
zei de toenmalige Voorzitter van de Raad, dat de Ge
meenteraad en de bevolking van Leeuwarden er recht
op hebben te weten, wat ons betaald voetbal kost. En
daar ben ik het uiteraard volledig mee eens. Ik zou
zijn opmerking echter willen aanvullen door te zeggen,
dat de Gemeenteraad en de bevolking van Leeuwarden
er m.i. recht op hebben vooruit te weten, wat het be
taald voetbal ons maximaal kan kosten. Door dat des
tijds genomen besluit weet niemand, wat het voetbal-
bedrijf ons werkelijk gaat kosten. Immers, als Cam
buur maar zorgt, dat ze 23 pet. van het tekort kan op
brengen, dan zal de Gemeente de rest moeten bijpas
sen, ongeacht de grootte van dat bedrag. Trouwens, ook
als Cambuur de 23% niet kan opbrengen, moet de Ge
meente toch 77 van het tekort betalen en t.z.t. wel
licht het eigen ongedekte tekort van Cambuur ook nog
moeten bijpassen. De Wethouder heeft zopas reeds ge
zegd ik wil het wel herhalen dat mijn fractiege
noot Visser daar vorig jaar bij de algemene beschou
wingen reeds duidelijk op heeft gewezen en zijn be
zwaren tegen die gang van zaken heeft kenbaar ge
maakt.
Als wij aan dit subsidie geen paal en perk stellen,
dan kunnen we in de toekomst wel eens voor zeer grote
onaangename verrassingen komen te staan. Vanaf 1966
heeft Cambuur onze Gemeente ongeveer anderhalf mil
joen gulden gekost en de tekorten blijven stijgen. Als
we vergelijken en ook daar is door de Wethouder
zopas reeds op gewezen wat in Nederland in totaal
aan subsidie wordt verleend aan het betaald voetbal
en wat onze Gemeente daarvoor uitgeeft, dan vraag
je je toch afMoet dat nu zo Ik dacht, dat dat een
goede c.h.-uitdrukking was. (De heer Ten Brug (weth.):
Het moet even wennen.) Wij zijn dan ook van mening,
dat het bestuur en de Vrienden van Cambuur in staat
moeten zijn een beleid te voeren, om met een gemeente
lijk subsidie van maximaal f250.000,het Cambuur-
bedrijf te runnen en als dat niet kan, dan zullen we
daarvan o.i. de consequenties moeten aanvaarden.
Mevr. Woudstra-Peene: Ik heb begrepen van het
Cambuur-bestuur, dat de meeste leden daarvan eigen
lijk ook wel inzien, dat het subsidie dat ze nu krijgen,
gewoon hoog is, dat het misschien elk jaar meer kan
worden en dat ze zelf erg hard hun best willen gaan
doen om de exploitatie op een gezondere basis te krij
gen, dat ze beginnen met acties om meer geld te krij
gen, dat ze nu bezig zijn, zoals we in de krant hebben
kunnen lezen, te komen tot meer samenwerking met
amateurclubs in Leeuwarden en dat er misschien nog
andere fusies in de voetbalwereld op stapel staan. Wij
hebben zo gedacht: Als de Gemeente op dit moment
het subsidie vermindert of fixeert of zelfs helemaal of
binnen twee of drie jaar tot nul terug wil brengen,
dan is Cambuur weg, dan valt er voor Cambuur niet
zo erg veel meer te regelen, want dan kunnen ze het
niet halen. Wij zijn er dan ook voor, dat de subsidie
regeling voor dit jaar nog zo blijft en dat B. en W. in
hun contact met Cambuur er sterk bij het bestuur op
aandringen, bijv. te komen tot subsidiëring op een
'ifty-fifty-basis. Ik weet, dat in het bestuur van Cam
buur de fifty-fifty-basis wel besproken wordt.
De heer B. P. van der Veen: U weet, dat deze sub
sidiëring van het betaald voetbal voor ons altijd een
wat moeilijk punt geweest is. Niet dat wij nu zulke
verschrikkelijk principiële bezwaren hebben Ik ge
loof, dat de heer De Jong ten onrechte aan de wat on
gelukkige woordkeus die in dit vak gebruikelijk is
dat „kopen" enz. te veel betekenis hecht; dat valt
wel wat mee. Het gaat erom, of het op de weg van de
overheid ligt om dit schouwspel - „circus" is het
soms bijna, mag ik wel zeggen te subsidiëren. Dat
is voor ons ik herhaal het een moeilijk punt en
als we die vraag bevestigend beantwoorden, zoals we
dat in het verleden met aarzeling gedaan hebben, dan
is de volgende moeilijkheid: Wanneer is nu eindelijk
eens de grens bereikt? Want het tekort neemt voort
durend toe. En wij hebben de indruk, dat het, gelet op
de financiële positie, waarin we op het ogenblik zitten,
niet juist zou zijn door te gaan met subsidiëren op de
basis, waarop we dat gewend waren. Wij geloven niet
in de mogelijkheid, dat met een actie een actie, die
nu gevoerd wordt, is natuurlijk per definitie een een
malige actie uit het bedrijfsleven zo veel steun is
te krijgen, dat dit tekort opgevangen kan worden. Dat
is ook niets nieuws. Het bestuur van Cambuur weet al
lang, dat we hier tegen aan hangen en weet ook al lang,
dat een beroep gedaan moet worden op andere bronnen
dan de Gemeente. Voor mijn gevoel is de enig juiste
bron die in aanmerking komt om de tekorten op te
vangen, de entreeprijzen, die aanmerkelijk zullen moe
ten worden verhoogd, zal dit schouwspel verder in
Leeuwarden bij te wonen zijn. Dat er steeds hogere
eisen gesteld worden aan het schouwspel van het voet
bal, is logisch; we kunnen per televisie telkens perfect
voetbal aanschouwen en dan willen we eigenlijk dat
zelfde schouwspel ook hier wel voor onze neus zien op
voeren, iets wat nu eenmaal niet mogelijk is. Ik ge
loof, evenals de heer Prange in zijn brief, dat wat we
er.nu. noë tegen aan gooien zolang de zaak niet op
volledig andere leest zal zijn geschoeid door een
fusie met Heerenveen weggegooid geld zal zijn.
Al met al ben ik bereid de verst strekkende motie
te steunen.
De heer Vellenga: Het is al meer gezegd door col
lega's raadsleden, dat het niet de eerste keer is, dat
wij over Cambuur praten. Het is ook niet de eerste
keer, dat ik dat doe. Destijds, toen wij begonnen met
dit subsidie van Cambuur, had ik persoonlijk nogal
hooggestemde verwachtingen in die geest, dat ik dacht,
dat onder dit betaalde-voetbal-gebeuren drie pijlers zou
den staan: de overheid, het bedrijfsleven en laat ik
zeggen de groep consumenten: de kijkers, de genie
ters of hoe je ze verder zou willen omschrijven. De
harde realiteit laat zonder meer zien, dat dat niet mo
gelijk is gebleken. Die ene pijler van de overheid is
bij wijze van spreken alleen maar wat dikker en wat
zwaarder geworden. De constellatie van het bedrijfs
leven in deze provincie en in deze stad, waarbij natuur
lijk ook bepaalde confessionele opvattingen een rol
spelen en, wat mij betreft, ook kunnen en mogen
spelen heeft ertoe geleid, dat die ene pijler ook niet
tot zijn recht kwam. De consumenten doen hun best,
die betalen vrij hoge entreeprijzen en zijn van tijd tot
tijd bereid om via korte, tijdelijke acties zo het nodige
te doen. En dat brengt ons praktisch ieder jaar op
nieuw voor de vraag: Is het geoorloofd en is het nog'
verantwoord om als gemeentelijke overheid zoveel geld
te stoppen in dit bedrijf? De ene keer beantwoord je
die vraag met meer graagte en enthousiasme bevesti
gend, n.l. wanneer Cambuur hoog meedraait, eens
kampioen wordt en net zo gehuldigd wordt als Sneek
en Drachten dat is in Leeuwarden ook al gebeurd
een andere keer, wanneer Cambuur slechter draait
in de competitie, wat de voetbalresultaten betreft, heb
ben we allemaal de neiging een stapje terug te doen
en het een beetje anders te gaan bekijken. Ik kan mij
dus voorstellen, dat, toen een aantal mensen met
Weth. De Jong vooraan de begroting eens gingen
nalopen om zich af te vragen: Waar zouden we mis
schien iets kunnen terugduwen, waar zouden we tot
grotere bezuinigingen kunnen komen, m.n. deze Wet
houder aanliep tegen dit subsidie aan Cambuur, te
meer, omdat hij van zijn kant ook altijd bepaalde prin
cipiële bezwaren had. Desalniettemin heeft hij bij zijn