*8 gedaan van de 77%, waar men vandaag-de-dag nog op mag dichtvaren. Ik ben van mening, dat we over een half jaar of in oktobernovember, wanneer we staan voor de begroting 1973, in de Raad uitvoerig moeten bespreken, wat we met het subsidie aan Cam- buur willen. Maar ik vind het geen stijl, dat we thans, nu 1972 al voor een deel voorbij is, plotseling zeggen: U krijgt voor 1972 minder of helemaal mets meer. Dat njKt mij niet juist. De heer VViersma: Ik wilde ook graag iets opmer ken iedereen is nu toch aan bod over (jamDUur. Ik dacht, dat de heer Bouma een kleine vergissing maakte, wat betreft het lopende subsidiejaar. Ik dacht, dat dat iets anders was, dat het loopt van mei tot mei of van juni tot juni. Ik weet het niet precies, maar ik dacht, dat ik zo was ingelicht. Een andere kwestie is, dat de zaak van Cambuur nu langzamerhand wel eens zodanig geregeld zal moeten en kunnen worden, dat we straks niet voor het feit worden gesteld, ongelimiteerd subsidie te moeten geven. Dat is hier ook al betoogd en ik dacht, dat iedereen in deze Raad het daar zo zachtjes aan ook wel over eens was, ongeacht het min of meer geëmotioneerde debat dat hierover is ontstaan. Voor mij is één ding zeer zeker en dat staat bij mij ook op de voorgrond. Dat is, dat het bestuur van Cambuur, waarvan mag worden aangenomen, dat het bestaat uit een groot aantal in telligente lieden, gedurende het bestaan van Cambuur eigenlijk nog niet kans heeft gezien de ontbrekende 23 pet. van het tekort op een juiste en behoorlijke wijze aan te vullen. Ik dacht, dat dit zijn oorzaak vindt in het feit, dat deze lieden te weinig activiteiten hebben ondernomen om hier iets aan te gaan doen. Zij hebben ook geen pogingen gedaan (zoals dat in den lande al enigszins gaat leven) het voetbal te verschuiven van de zondag naar de zaterdag, waardoor ook mensen, die niet op zondag naar een voetbalwedstrijd gaan, in de gelegenheid worden gesteld dat voetballen bij te wo nen en hun entree te betalen. In Engeland is dat alle maal mogelijk; daar voetbalt men niet op zondag. En ik dacht, dat het tijd werd, dat wij, wanneer wij zo'n groot subsidie aan Cambuur verlenen, het bestuur ook eens duidelijk zouden moeten maken, dat men ook ac tiviteiten tot genoemde verschuiving zou moeten ont plooien. Ik moet U eerlijk zeggen, dat ik het er wèl mee eens ben, dat we het subsidie van f 271.000,niet voor dit jaar moeten beknotten, maar ik ben er op tegen, dat wij op dezelfde wijze doorgaan met het sub sidiëren van deze club. Ik dacht, dat er wel degelijk met het bestuur van Cambuur gesproken zal moeten worden om het subsidiepercentage te wijzigen, eigen lijk van het hele percentage af te komen en een bedrag vast te stellen dat redelijk is om aan deze club te ge ven en liever nog, zoals ook is voorgesteld, langzaam, maar zeker het subsidie af te bouwen. Ik ben mij er van bewust, dat het voor Cambuur dan een bijzonder moeilijke tijd zal worden, maar er zijn nog andere mogelijkheden, gezien het rapport van de heer Prange dat ik met bijzonder veel belangstelling gelezen heb. Ik dacht, dat, wanneer het bestuur actief genoeg is, het wel kans zal zien tot een andere formatie, een andere samenstelling, een andere organisatie te komen en dat dan de subsidiëring door de gemeente Leeuwar den van deze club voor semi-beroeps-voetbal gehand haafd zal kunnen blijven. De heer Weide (weth.): Sinds haar bestaan 1966, geloof ik is Cambuur steeds on derwerp van discussie in deze Raad. Elk jaar wordt opnieuw over het subsidie gestemd, elk jaar is er een groot aantal voor- en tegenstanders. Maar telkenjare krijgt het College toch weer de opdracht Cambuur we derom te gaan subsidiëren. Waarom heeft de Raad in het verleden hiertoe altijd besloten? Omdat de Raad er in meerderheid altijd van overtuigd was U kunt de desbetreffende handelingen met betrekking tot dit punt erop naslaan dat het betaald voetbal in Leeuwarden zowel de passieve als de actieve recreatie dient. Ik dacht, dat wij de uitspraken, die in het verleden hier omtrent zijn gedaan, op dit moment - het is keiharde realiteit zonder meer in aanmerking moeten nemen. Maar wanneer het Cambuur op een bepaald ogenblik minder naar den vleze gaat om wat voor redenen dan ook, redenen, die we nu niet nader behoeven uit te diepen dan, zo zegt de heer Vellenga en naar mijn gevoel zeer terecht gaat het enthousiasme voor het subsidie met de stand op de ranglijst op en neer. Weth. De Jong zegt: Wij lopen met betrekking tot dit subsidie landelijk uit de pas. Dat is gedeeltelijk waar hij zegt dit naar aanleiding van het rapport van de Wiardi Beekman Stichting dat al vrij oud is maar wanneer we de laatste cijfers van de F.B.O. (De Federatie van Betaald Voetbal-Organisaties) zien, dat blijkt toch wel duidelijk, dat hoewel Leeuwarden nog wel koploper is, aan verschrikkelijk veel betaald voet- bal-organisaties die een relatie hebben met een ge meente, een groot stuk verkapt subsidie wordt gege ven. Als U gisteravond naar de NOS-Sport hebt kun nen luisteren, dan hebt U van het drama in Tilburg gehoord, waar het betaald voetbal een schuld heeft van zegge en schrijve f 720.000,als ik het goed heb ver staan. In Arnhem vormt het betaald voetbal evenzo een probleem. En vooral ook in Noord-Brabant en Limburg speelt deze zaak heel sterk. We behoeven trouwens voor het noorden Groningen alleen maar te noemen; ik denk aan de problemen in Veendam. Het is dus een zaak, die landelijk in beweging is. Ook binnen de sectie Betaald Voetbal van de K.N.V.B. is deze zaak ik zou haast zeggen van dag tot dag in discussie. De meerderheid van het College is van mening, dat het betaald voetbal in Leeuwarden zonder meer ge handhaafd dient te blijven, zowel voor de actieve als voor de passieve recreatie. Meermalen is gesproken -daar kom ik straks nog even op over de limiet, die eventueel gesteld zou moeten worden. Als de heer De Jong zegt: de 23;„ heeft Cambuur nog niet betaald, dan stel ik daar te genover, dat bij de behandeling van de jaarrekening van Cambuur in het College is besloten een brief te doen uitgaan met de mededeling, dat Cambuur de f 23.000,ongetwijfeld nog moet betalen en dat heb ik ook meermalen in de onderhandelingen met deze club gezegd. In het bestuur hebben een aantal wijzi gingen plaats gehad U moet het rapport-Prange ook lezen tegen een zekere achtergrond en in aanmer king nemen wat zich in het verleden allemaal heeft afgespeeld welke wijzigingen ertoe hebben geleid, dat talloze acties op touw worden gezet. „Geld houdt Cambuur in het veld." Zo gaat de totale actie heten. In het r-apport-Prange wordt wel gezinspeeld op één betaald voetbal-club in geheel Friesland, maar ik ge loof niet, dat het een suggestie van de heer Prange is, want ook in de Staten is deze suggestie al gedaan en in deze Raad is die gedachte ook al eens naar voren gekomen. Ik geloof ook, dat, gezien de grootte van de bevolking van onze provincie, Friesland gebaat is bij één betaald voetbal-club en dan ben ik van mening, dat deze betaald voetbal-club in Leeuwarden zal moe ten voetballen. Wat de limiet van het subsidie betreft, ik heb in de afdeling al gezegd n.a.v. een aantal vragen die daar naar voren zijn gekomen, dat ook het College van mening is, dat wij niet ongelimiteerd met het huidige subsidie kunnen doorgaan. Dat wil ik de Raad met na druk zeggen, want ook wij zien dit punt wel met de nodige zorg tegemoet. Dit is ook een van de redenen geweest, dat het presidium van de Raad voor Sport- aangelegenheden van ons het verzoek heeft gekregen dat weet de heer Eijgelaar ook en vandaar, dat zijn opmerking: „Wij moeten naar de f 250.000,toe." mij eigenlijk verbaast; hoe hij aan dat bedrag komt, is mij niet duidelijk; het is ook niet nader gemotiveerd zich nader te beraden over de subsidiëring van het betaald voetbal en m.n. een bepaalde limiet aan het subsidie te verbinden. Ook het bestuur van de Sport club Cambuur is dit bekend; ik heb het in onze on derhandelingen er ook meermalen op geattendeerd. Ik dacht, dat dit wel overeenstemt met de tendens in de Raad. De heer Wiersma vraagt: „Waarom voetbalt men niet op zaterdag in plaats van op zondag? Want dan zullen ook degenen die principiële bezwaren hebben op zondag naar voetbal te gaan kijken, naar het voetbal veld gaan." Inderdaad is er in den lande een beweging terzake gaande. Het bestuur van Cambuur wil eigen lijk elke wedstrijd wel op zaterdag spelen, maar er zit .7 een aantal problemen aan vast. Ten eerste moet de tegenpartij willen; Cambuur kan die daartoe niet dwin gen. Ten tweede is de plaats op het totoformulier hier op van invloed. (De heer Vellenga: Maar als die tegen partij zegt: Ik wil wel, dan krijgt ze soms f 4.000, extra.) Daar kom ik zo meteen nog even op. Ten derde moeten wij er terdege rekening mee houden, dat hier s zaterdagsmiddags de zaken praktisch allemaal open zijn, zodat het winkel- en ander personeel, en de mid denstanders die zullen moeten bijdragen in de finan ciën, dan niet in de gelegenheid zijn naar Cambuur toe te gaan. Dat betekent dus avondwedstrijden, die weer extra kosten met zich meebrengen i.v.m. ver lichting. Bovendien kunnen tegenspelers die uit het zuiden des lands komen, niet meer naar huis, en daar aan zijn dus ook extra kosten verbonden. Het houden van wedstrijden op zaterdag lijkt heel gemakkelijk, maar in de praktijk is het niet altijd uitvoerbaar. Bij Cambuur is echter de wil terdege aanwezig. Ik kan de Raad zeggen, dat de meerderheid van het College duidelijk van mening is, dat wij Cambuur zullen moe ten biijven subsidiëren, dat het betaald voetbal een werkelijke bijdrage is tot de centrumfunctie van Leeu warden in het kader van de passieve en actieve re creatie, maar dat het College ook van mening is, dat wij niet ongelimiteerd kunnen doorgaan met de sub sidiëring van Cambuur en dat het in de komende jaren een ernstige studie waard is om hieraan paal en perk te stellen. De heer Eijgelaar: Ik wilde graag beginnen waar de Wethouder is geëindigd: Waar legt het College dan de grens Maar ik ben nog een antwoord schuldig aan de heer Vellenga, wat de motivering van de f 250.000, betreft. Ik moet daarbij zeggen, dat wij er beslist niet van uitgegaan zijn, Cambuur dan maai- de nek om te draaien. Cambuur heeft een begroting gemaakt voor het seizoen 1971/'72 waarop zij een tekort heeft van f270.700,—. Bij dat geraamde tekort is rekening ge houden met een stijging van de reis- en verblijfkosten met f 25.000,Die zijn gebracht van f 45.000,in 1970/'71 naar f 70.600,voor 1971/'72. Dit bedrag komt ons wel rijkelijk hoog voor. (De heer Tiekstra (weth.): DeN.S.-tarieven raadplegen!) Niemand zal geloven, dat deze post in een jaar tijds bijna zou verdubbelen, al thans met een zo groot bedrag zou toenemen. Daar komt nog bij, dat de toto-opbrengsten voor Cambuur zeker een f 15.000,— hoger zullen zijn dan door Cam buur zijn geraamd. Dat is mij althans medegedeeld. Cambuur raamde de toto-uitkeringen op f 48.000,en mij is verzekerd, dat die omstreeks f 65.000,zullen gaan bedragen. Vandaar, dat wij gemeend hebben, om het voortbestaan van Cambuur mogelijk te maken, dat de door ons voorgestelde correctie wel aangebracht zou kunnen worden op het bedrag van f 270.000,en op die basis zijn wij gekomen op een bedrag van f 250.000,Ik weet heel goed, dat de Raad voor Sport- aangelegenheden om advies gevraagd is althans ad- I vies zal uitbrengen over de subsidiëring van Cam- I buur. Ik vind het jammer, dat er nog geen gelegenheid I geweest is het vóór deze begrotingsvergadering te I doen. Maar wij moeten, dacht ik, toch ergens eens be- I ginnen en ik meende, dat het bedrag, zoals dat door I ons in deze motie is gesteld, alleszins redelijk en m.i. I ook volstrekt aanvaardbaar is, ook om Cambuur, al- I thans dit jaar, te laten voortbestaan. De hear Miedema: De Wethalder hat steld, dat it I Kolleezje ek fan bitinken is, dat der oan de hichte fan I it subsydzje hwat barre moat, dat wy dêroer prate I moatte en dat de Ried foar Sportoangelegenheden I deroer oan it studearjen is. Dan komt my yn de ge- I dachten it bitooch fan de hear Bouma -dat ik dochs I wol tige reéel foun oer it bigreatingsjier fan Cam- I buur. Ik haw krekt heard, dat dat fan juny ta juny I rint. En nou is myn fraech: Is it mooglik, dat de dis- I kusje dy't nou folgje moat, yn de Ried plak fynt, foar- I dat it nije bigreatingsjier fan Cambuur bigjint? Ik I tocht, dat it in reéle saek wie, dat it Kolleezje derop I oan koerste, dat de Gemeenteried foar dy tiid eventueel I in bislissing nimme kin. Oars kostet it lis wer in jier. I Dan noch in opmerking oan it adres fan de hear I Vellenga oer it bitooch dat hy niiskrektsa halden hat. I Hy is my dêryn hwat óffallen, moat ik sizze, en dat wol ik dan ek sizze. De hear Vellenga seit: It is frij maklik foar de C.C.P.-fraksje om dit ütstel yn to tsjinjen. Sa kin men op dingen, dy't jin seis net sa nei lizze, bisu- nigje, mar dat is net in reéle bisuniging. Ik tocht, dat sa'n opmerking net reéel is. Ik soe my dy noch foar- stelle kinne, as wy allinnich dizze moty ynlevere hiene. Ik hie dy réaksje fan de hear Vellenga dan ek net forwachte, mar dan wie der miskien noch in groun foar. As myn lykwols as fraksje 10 a 15 bisunigingsütstellen ynleveret, hwerfan in great diel yndied yn üs eigen fleisk snijt en net allinnich yn uzes, mar ek yn Jim- mes, as ik it sa sizze mei; ik tink hjir oan „Onderhoud straten en pleinen", oan „de Plantsoenendienst", oan „Uw Leeuwarden", allegearre dingen dy't wy heech achtsje en dy't wy graech op peil halde wolle, mar, sjoen de visy dy't wy hawwe op in slutende bigreating, dogge wy ek dizze ütstellen dan tocht ik, dat it ek fan goed bistjür tsjüge, dat wy dy moty oer Cambuur yntsjinne hawwe. Hwant de hear Vellenga wit minstens like goed as ik it seis wit, dat, as wy üs sin diene, wy allegearre efter de moty-De Jong stean gyngen. Dat is üs stanpunt yn dizze. Mar sjoen, dat de Ried fan Ljou- wert yn mearderheit de bislissing nommen hat om Cam buur to subsidiearjen, sjoen it feit, dat op dat momint dy sportklub fan start gongen is, dat dat hiele sirkus draeit, dat der spilers binne, kin men net yn ien kear sizze: Fuort der mei! En dan tocht ik, dat it fan rom sicht ek fan de C.C.P. tsjüget, dat hja in moty yntsjinnet dy't wol, dat it Gemeentebistjür in lyts bytsje op 'e rem stean giet, mar de klub in reéle kans jaen wol om har selswurksumheit, dêr't se nou fier en wiid oer praet hawwe, wier to meitsjen. En dan fait it my öf, dat de foarsitter fan de greatste fraksje op dizze wize mient üs attakearje to moatten. Dat woe ik dochs efkes sizze. De heer Weide (weth.): Ik dacht, dat ik in tweede instantie kort kon zijn. De heer Eijgelaar heeft nog even een nadere moti vering gegeven terzake het voorstel voor een subsidie van f250.000,—. Ik dacht, dat deze motivering niet helemaal reëel was. Bij interruptie is hier al gezegd, dat de reis- en verblijfkosten enorm stijgen. Dat blijkt ook wel duidelijk uit de opzet van de begroting. Voor een hogere raming van de toto-opbrengsten heeft Cam buur gegronde redenen, omdat er binnen de toto aller lei ontwikkelingen gaande zijn, die een gunstiger in vloed zouden kunnen hebben op het uitkeren van de toto-gelden aan de betaald voetbal-organisaties. Boven dien wil ik de heer Eijgelaar erop wijzen, dat een ge meentelijke waarnemer alle vergaderingen van het be stuur van Cambuur, ook de wekelijkse bestuursverga deringen, bijwoont en goede financiële adviezen geeft. En dat is wel een ambtenaar die de vinger behoorlijk aan de pols houdt. Ik heb alle vertrouwen in het be stuur en ik ben ook van mening, dat het deze begroting zeer reëel heeft opgesteld. De heer Miedema vraagt, of wij in de Raad een dis cussie kunnen krijgen, voordat het volgend „Cambuur- jaar" een aanvang neemt. Ik wil de Raad graag toe zeggen, dat wij er andermaal bij de Raad voor Sport- aangelegenheden op zullen aandringen, dat deze haast maakt met het uitbrengen van een advies over de sub sidiëring van het betaald voetbal. B. en W. zullen de Raad dan na bespreking van het advies in hun College, tijdig informeren. Meer kan ik op dit moment niet zeggen. De Voorzitter: Ik zou nog graag één opmerking willen maken die ook in de afdeling is gemaakt, vooral naar aanleiding van wat de heren Singelsma en Wier sma hebben gezegd en wat de heer Eijgelaar trouwens ook heeft aangesneden. Ik zou graag willen onderlijnen wat de Wethouder in zijn betoog al heeft aangestipt, n.l„ dat wij zeer uitvoerig met het voltallige bestuur van Cambuur van gedachten hebben gewisseld over de problematiek van het subsidie, over het feit, dat wij in de toekomst niet voort kunnen gaan met een wijze van subsidiëren, zoals die tot dusverre heeft plaats gehad. Ik kan hier ook zeggen, dat daarvoor alle begrip was bij dat voltallige bestuur van Cambuur. En de reden, dat er op dit mo ment geen voorstellen in samenspel met dat bestuur bij U, leden van de Raad, op tafel komen, is uitsluitend

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 4