6
f 340.000,die we krijgen voor het Creativiteitscen
trum, ook daaraan besteden en dat we zorgen, dat we
voor f 340.000,klaar komen. Uit. Dan komen alleen
de verdere lasten: de exploitatie enz., ervoor in aan
merking deel uit te maken van de gemeentebegroting.
Nu lijkt het mij echter, gezien deze stukken en de
gehele ontwikkeling, dat er reden aanwezig is voor
B. en W. althans om deze twee voorstellen te doen,
dus om beide werken van de grond te krijgen, om met
beide te beginnen. En dan moet er, dacht ik, bij het
College ook wel enige kennis van zijn, of er een kans is,
dat deze beide werken van de grond komen. Ik geloof
niet, dat U anders het voorstel zou doen. Dus ik neem
aan, dat U al een beetje rugdekking hebt, dat deze
voorstellen allebei wel zullen mogen worden uitge
voerd. Daar is natuurlijk een bepaalde kapitaalsver
strekking voor nodig. En die zal er dan ook wel ko
men. Dan zou de conclusie moeten zijn: Leeuwarden
kan nooit beter doen dan nu deze beide projecten los
maken en ermee beginnen. Maar dat is één kant van
de zaak en ik geloof, dat we er daarmee toch niet
zijn. Want, als het zo is als ik het nu gezegd heb en
we brengen deze beide projecten van de grond, kunt
U ons dan enige zekerheid geven, dat deze investe
ringen niet een nadelige invloed zullen hebben op an
dere uitgaven? We hebben een niet-sluitende begro
ting en de regel is, dat G.S. niet meer uitgaven goed
keuren dan we ons, gezien onze inkomsten, kunnen
veroorloven. Dat dwingt ons straks gewoon niet meer
uit te geven dan we ontvangen. Dus in feite krijgen
we dan een sluitende begroting, maar dan vinden wij
het van bijzonder belang te weten wat eventueel door
deze uitgaven op andere punten zal moeten worden
besnoeid. Hebt U daar enig idee van? Want dat vin
den wij bijzonder belangrijk. Als dat zich volkomen
aan de aandacht van de Raad gaat onttrekken, als
men bijv. zou zeggen: dan maar geen gebouw voor
de G.S.D. ik neem niet aan, dat dat het zal zijn
dan zou mijn fractie dat per se niet goed vinden. We
nemen dit besluit wel, maar we komen er op deze
manier niet achter, welke de consequenties zijn. En
ik zou toch wel bijzonder graag willen, dat U daar
enig meer licht over zou kunnen laten schijnen. Nu
kunnen we in de omstandigheden, waarin we thans
verkeren, dit standpunt innemen, dat de Raad heeft
besloten, door het aannemen van de begroting: pro
beren te halen wat er te halen is. In feite is het zo,
dat we dat hebben aangenomen. We zullen proberen
nu nog, voordat we een art. 12-gemeente worden, zo
veel mogelijk eruit te halen. Dat standpunt is door
de meerderheid van de Raad aanvaard en ik persoon
lijk voel er niet voor, mij daar nu tegen te verzetten.
Dat wil niet zeggen, dat dat bij al mijn fractiegenoten
precies gelijk ligt. Je kunt je hier n.l. nog heel veel
nuances indenken of die aanbrengen. Je kunt ook zeg
gen: Wij kunnen de lijn van de begroting volgen, maar
het is niet goed nu nog, in dit stadium, bepaalde nieu
we taken erbij op onze schouders te nemen en nieuwe
uitgaven te creëren. Want dat zijn deze dingen toch
in zekere zin wel. Hier is niets van in de begroting
opgenomen, maar nu nemen we boven het tekort dat
er al is, er nog meer bij. In mijn fractie heerst hier
verschil van mening over. Want je kunt zeggen: De
Raad heeft éénkeer besloten, vooruit, aanpakken. Wij
beslissen, dat dat en dat moet gebeuren, dat die en
die voorzieningen moeten worden getroffen en wat
daar dan verder van komt: een sluitende of een niet-
sluitende begroting, kan ons niets schelen, wij proberen
dit eruit te halen. In dat schema past dit voorstel.
Akkoord. Maar sommigen van mijn fractie zullen zeg
gen: Mijn fractie heeft bewust tegen deze opvatting
gestemd; we hebben gemeend, dat er een andere "op
vatting nodig was om een goed financieel beleid te
voeren. Dit gaat te ver, hier vergroten we bewust nog
veel meer het tekort en dat past niet in onze gedach-
tengang. Wij menen echter in onze fractie, dat er
ruimte voor beide opvattingen moet zijn. Dat is een
eerlijke zaak. De een meent, omdat de Raad in meer
derheid een bepaald besluit heeft genomen, mee te
moeten gaan met de meerderheid van de Raad, en een
ander zegt: Nee, dit gaat mij te ver, die dikke schep
er boven op; ik stem tegen. Dit kan in mijn fractie
deze keer voorkomen.
Mèt de heer Buising, mèt de heer Faber en mèt de
heer Van der Wal wilde ik nog deze opmerking kwijt.
Wij weten niet, wat er van de Harmonie zal worden.
En nu wij toch vrij grote bedragen in deze Harmonie
steken, leek het ons echt wel van belang, dat de Raad,
zij het ook maar schematisch, een overzicht had van
wat ervan zou groeien en van de wijze waarop het
deel, dat thans onder handen genomen zal worden, in
het grote plan past. Ik geloof, dat dat de Raad eigen
lijk toch niet mag worden onthouden.
Dan t.a.v. de panden Nieuweburen het volgende.
Er ligt een tekening bij de stukken, die zeer summier
is. Daar staat alleen maar de nieuwe toestand op. Daar
staat zelfs niet op, hoe de bestaande toestand is. Dus
er is geen enkel raadslid, dat er zich ook maar enige
voorstelling van kan maken, wat er zal gebeuren aan
die panden, of hij of zij moet naar die panden toe gaan
om ze van onder tot boven te bekijken en te proberen
zich een voorstelling te maken van de nieuwe toestand.
Het is bij ons niet te doen gebruikelijk een zo sum
miere tekening te krijgen. Daar had toch in ieder geval
wel een schets van de bestaande toestand bij gekund,
evenals een klein beetje meer gegevens over de wijze,
waarop men aan dat bedrag van f 500.000,komt. We
moeten het nu maar geloven. Klaar. Dat is té sum
mier.
Over de parkeergarage hebben wij in onze fractie
ook gesproken. Wij waarderen het initiatief van de
georganiseerde middenstand in Leeuwarden ten zeer
ste, maar op dit moment zullen wij toch niet kunnen
besluiten het oorspronkelijke plan uit onze gedachten
te vefbannen Zalen Schaaf met de vóór-panden weg
te denken en daar ruimte te houden voor een parkeer
garage, dat gaat ons te ver. De structuurnota die een
maal door deze Raad aanvaard is en waarin de par
keergarages al zijn aangegeven, geeft nog onze richt
lijnen aan. En zolang het nieuwe plan voor de binnen
stad, dat we hier thans, zo heb ik gezien, op tafel heb
ben, niet aanvaard is, handelen Raad en B. en W. naar
de richtlijnen die ze hebben. Die voorzien niet in een
parkeergarage op de thans gesuggereerde plaats, maai
de plaats, die wij daarvoor gedacht hadden, is niet zo
ver daar vandaan en zou ik zo oppervlakkig zeg
gen ook zeker niet minder dan die, welke de win
keliers zich denken.
Dan is er in onze fractie ook nog de suggestie naar
voren gekomen: Zou het nu beslist noodzakelijk zijn
voor het Creativiteitscentrum, dat zich natuurlijk nog
helemaal in embryonale toestand bevindt, direct al een
zo grote uitgave te doen? Toen is de gedachte opge
komen: Zou het niet mogelijk zijn zoiets te starten
in de Stins die daar staat te verworden, waar de ra
men ingegooid worden en waar de Gemeente al vrij
grote bedragen in heeft gestoken? Dat gebouw staat
op het ogenblik leeg. Is ook overwogen voor een aan
loopperiode te starten in een ander pand? We hebben
meer gebouwen die zich daar wel voor lenen.
Tenslotte wil ik als mijn persoonlijke mening naar
voren brengen, dat dit soort dingen in de Commissie
Openbare Werken behoren te worden besproken. Dat
heb ik veel vaker gezegd en het spijt me, dat ik
het moet herhalen we hebben die commissie nu
eenmaal voor overleg over grote gebouwen, techni
sche aangelegenheden e.d.
De heer Wiersma: Nog een korte opmerking. Er is
hier nu gesproken over het verbouwen van de entree
partij van de Harmonie en over het stichten van een
Creativiteitscentrum. Ik dacht, dat er nog een project
bij de zaak van de culturele voorzieningen in Leeu
warden betrokken is, en wel de Beurs. In de raads-
brief spreken B. en W. in de aanhef inderdaad ook
over de verbouw van de Beurs en in de tweede alinea
zeggen zij, dat besloten is eerst de verbouw van de
Beurs tot uitvoering te brengen en in de periode dat
de Harmonie nog niet is verbouwd, dit gebouw met
eenvoudige middelen aantrekkelijker voor zijn culturele
functie te maken. Ik dacht, dat we deze drie voor
zieningen niet los van elkaar konden zien, dat we er
terdege rekening mee moeten houden, gezien de finan
ciële perikelen die er aan verbonden zijn, dat we deze
zaak in haar totaliteit bekijken. Ik heb niet de verga
dering van onze fractie meegemaakt, ik verkondig dus
een volledig eigen standpunt ten aanzien van deze za
7
ken, maar ik denk niet, dat dit erg is en dat mijn
standpunt veel afwijkt van hetgene dat hier tot nu toe
al is gezegd. Ik dacht, dat de verbouw van de Harmonie
op zijn plaats was. Wij zitten in Leeuwarden met be
trekking tot onze culturele accommodaties heus niet
al te best. Toen ik de laatste keer dat ik de Harmonie
ben geweest, me aan een leuning vast pakte, kwam ik
bijna te vallen doordat het ding niet meer vast stond.
En zo zijn er allerlei op- en aanmerkingen te maken
ten aanzien van dit gebouw, de inventaris en de in
richting. Het is inderdaad noodzakelijk, dat er een aan
tal investeringen wordt gepleegd om het te verbeteren.
Ik ben daarom ook blij, dat er op het ogenblik een stuk
voor ons ligt dat in deze richting wijst.
T.a.v. het Creativiteitscentrum ben ik het ook eens
met de ons voorgelegde plannen. Er moet hier een
start gemaakt worden. Aan de mensen die zich daar
druk voor maken, die zich daarvoor inspannen en die
deze zaak graag van de grond willen hebben, zijn al
eens toezeggingen gedaan en deze worden nu dan
zij het misschien ten dele gestand gedaan. En ik
dacht ook, dat het m.b.t. het beleid dat het College
voert, juist is deze mensen aan hun trekken te laten
komen door het Creativiteitscentrum van de grond te
helpen. Maar niettemin weet ik, dat er een aantal men
sen zijn die zich, met deze beide raadsstukken vóór
zich, zorgen maken over de ontwikkelingen, die t.a.v.
de Beurs zouden plaats vinden, n.l. de verbouw van de
Beurs tot concertzaal, eventueel congrescentrum. En
ik zou dan ook van de Wethouder wel bijzonder graag
willen horen, of er van een verband sprake is, of deze
voorstellen los van de verbouw van de Beurs gezien
moeten worden, of dat er t.a.v. de verbouw Beurs en
het creëren van deze concertzaal annex congrescen
trum vertragingen zouden ontstaan, wanneer wij van
avond aan deze beide voorstellen ons fiat geven.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering
voor de koffiepauze.
De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de vergadering.
De heer Weide (weth.): Ik wil beginnen met te
zeggen, dat het College bijzonder verheugd is over het
feit, dat wij vanavond hier te behandelen krijgen de
voorstellen over de twee belangrijke culturele centra
die wij in Leeuwarden noodzakelijk moeten gaan uit
bouwen. De Raad weet de heer Buising heeft er al
op gewezen dat in het verleden de Commissie Cul
tureel Centrum een vrij uitvoerig rapport heeft samen
gesteld, dat v/ij in onze vergadering van 26 januari 1970
in deze Raad hebben behandeld. Daarin is duidelijk
deze prioriteit vastgesteld: 1. verbouw van de Beurs
tot concertzaal annex congresruimte, 2. verbouw van
de Harmonie tot complete schouwburg of eventueel
nieuwbouw. Daarnaast heeft de Raad ook een hoge
prioriteit gegeven aan het realiseren van een Creativi
teitscentrum in en bij het complex Zalen Schaaf. Ik
dacht, dat het goed was om onderscheid te maken tus
sen in en bij het complex Zalen Schaaf, want daar is
nog wel enig misverstand over. Het College heeft
steeds conform het besluit van januari '70 gehandeld.
We zijn direct overgegaan tot het instellen van de
Commissie Verbouw Beurs. Die heeft een bijzonder
moeilijke start gehad collega Ten Brug kan daar
nog over spreken met betrekking tot de keuze van
de architect. Na deze moeilijke start hebben wij in
ieder geval toch het laatste jaar bijzonder hard aan
deze zaak getrokken. Al is het op dit moment niet ter
discussie, ik heb er toch behoefte aan de Raad op dit
moment geen informatie te onthouden, omdat ook dui
delijk gevraagd is, hoe het staat met de prioriteiten
met betrekking tot de Beurs. De plannen zijn op dit
moment als schetsplannen klaar en wij treffen thans
voorbereidingen (en de voorbereidingen zijn in een vèr-
gevorderd stadium) om in overleg te treden met de
Rijksadviescommissie. Met T.N.O. en met G.S. is al
gesproken en bij C.R.M. worden andermaal voorberei
dingen getroffen. Als de voortekenen niet bedriegen,
dan hopen wij dit jaar de verbouwplannen in zake de
Beurs in de Raad te brengen.
En nu de Harmonie. De toenmalige Commissie Cul
tureel Centrum schreef in haar rapport het volgende:
-Het huidige gebouw verkeert bouwtechnisch in goede
staat. Ook naar het oordeel van de Rijksadviescom
missie moet het zeer wel mogelijk worden geacht dit
gebouw in een aan de eisen van deze tijd voldoende
schouwburg te transformeren. Daartoe zal in de eer
ste plaats de gehele toneelaccommodatie moeten wor
den vernieuwd, evenals de ingangspartij." De Commis
sie Verbouw Harmonie is nu ruim een jaar aan het
werk. Ze is bezig geweest een program van eisen sa
men te stellen, waaraan een goede schouwburg zal
moeten voldoen. Daarbij is vrij uitvoerig ter discussie
geweest de vraag, die ook in het besluit van januari
'70 zat ingebouwd: Wat moeten wij met de Harmonie?
Moeten wij tot amovatie overgaan of tot renovatie? U
hebt in het bij de stukken ter inzage gelegde rapport
van de werkgroep kunnen lezen, dat de Commissie Ver
bouw Harmonie tot de uitspraak is gekomen, die het
College bijzonder duidelijk acht, dat de Harmonie niet
geamoveerd behoeft te worden, maar dat met renova
tie kan worden volstaan, waarbij primair de toneel
accommodatie zal moeten worden vernieuwd. Zij zal
geschikt moeten zijn voor grote produkties. Dat houdt
in, dat met verbetering van de toneelaccommodatie in
die zin een bedrag gemoeid gaat van om en bij de 5
miljoen. En dat betekent ook, dat de hoogste priori
teit gegeven zal worden aan de Beurs, zodat de Raad
geen zorg zal behoeven te hebben, dat de eerste jaren
met de verbetering van de toneelaccommodatie van de
Harmonie zal worden begonnen. Als tweede prioriteit
m.b.t. de Harmonie is gesteld, dat de ingangspartij,
toiletten en garderobe zo snel mogelijk vernieuwd moe
ten worden. In dit kader heeft de commissie haar
werkzaamheden verder gebracht en wanneer wij dus
de plannen ter zake vanavond aannemen, dan kan de
Harmonie functioneren, zoals voor dat gedeelte nodig
is, wat duidelijk uit de raadsstukken blijkt. Het stich
tingsbestuur heeft, omdat de huidige situatie moeilijk
kan blijven bestaan, meermalen ten sterkste op spoed
m.b.t. deze verbouwing aangedrongen. Hierbij komt
nog, dat de betreffende werkzaamheden uitsluitend uit
gevoerd kunnen worden in het z.g. stille seizoen.
Op de financiering uit de middelen van de Planpot
kom ik aanstonds.
Nu het Creativiteitscentrum. In de zestiger jaren is
de gedachte hier naar voren gekomen in Leeuwarden
tot het oprichten van zo'n centrum te komen. In de
Planpot waren middelen gereserveerd om het complex
Zalen Schaaf te gaan inrichten als Creativiteitscen
trum. Deze zaak is bijzonder moeilijk van de grond
gekomen. Het College heeft vorig jaar het initiatief
genomen (ik heb wel eens de gedachte, dat men meent,
dat wij de prioriteiten anders zouden stellen) de zaak
van het Creativiteitscentrum te bevorderen, omdat wij
deze voorziening zo bijzonder noodzakelijk achten. Wij
hebben de Werkgroep Creativiteitscentrum (waarvan
de samenstelling de Raad bekend is) duidelijk drie ta
ken opgegeven: 1. het bundelen van de activiteiten
rondom de creativiteit in onze stad, m.n. wat betreft
de werkzaamheden van de stichting Vredeman de
Vries, het Nut en de Vereniging voor Handenarbeid;
2. het voorbereiden van de oprichting van de stichting
(de stichtingsakte heeft U ook bij de stukken gevon
den) en 3. de verbouwing van de panden bij Zalen
Schaaf, de panden Nieuweburen 124 en 126.
In het kader van de Planpot is steeds op haast aan
gedrongen bij ons College. De Werkgroep heeft aan
ons verzoek om spoed te betrachten voldaan. Wij heb
ben haar een datum gesteld en daar heeft zij zich
stipt aan gehouden. De stukken waren alle op tijd
binnen. De adviezen van de diverse functionele raden
moesten nog ingewacht worden, vandaar, dat wij enige
twijfel hadden, of wij wel in 1972 konden starten. Maar
die adviezen zijn inmiddels binnengekomen. Wij had
den m.b.t. het rijkssubsidie in de totale exploitatie van
het Creativiteitscentrum ook geen enkele zekerheid.
Bovendien was er nog enige aarzeling, of verbouw of
nieuwbouw t.a.v. de panden Nieuweburen nodig zou
zijn. Dit alles met in ons achterhoofd de Planpot
moesten wij onze beslissingen nemen. Juist in het
kader van de Planpot hebben wij het strikt noodzake
lijk geacht het Creativiteitscentrum dit jaar van de
grond te krijgen. Wij dachten, dat wij met het Creativi
teitscentrum aan de kunstzinnige vorming van de
jeugd, waaraan nog wel het een en ander ontbreekt,