13 12 voor het buitenschoolse gebruik is reeds overleg ge weest; dat overleg loopt goed. Er zijn afspraken ge maakt tussen de gemeentelijke inspectie voor het on derwijs en de schoolbesturen over de verdeling van de lokalen tussen de verenigingen. Ik heb daarvan ge zegd, dat ik goede hoop heb, dat de pool-vorming op dat punt (dat begint nu) even veel vruchten zal af werpen dan de pool-vorming die er in feite al is m.b.t. het gebruik van de lokalen voor onderwijsdoeleinden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 17 (bijlage no. 289). De heer De Vries: Diverse leden van onze fractie lopen niet zo erg warm voor dit voorstel. Wij vinden, dat de inkomsten van onze bejaarden zo hoog behoren te zijn, dat zij dit soort voorzieningen zelf kunnen beta len. Een verlaagd tarief voor de zwembaden wordt beschouwd als een milde vorm van bejaardendiscrimi natie. Er staat tegenover, dat. nu de inkomsten van een grote groep bejaarden niet hoger zijn dan ze zijn we moeten wel bedenken, dat er ook heel wat be jaarden zijn die het best zelf zouden kunnen betalen; voor een grote categorie geldt dat helaas niet wij toch geneigd zijn te zeggen: Zolang de situatie niet beter is, moeten we deze regeling maar accepteren. Maar dan rijst de vraag: Wat is deze regeling prak tisch waard? U hebt allen in de krant kunnen zien het ingezonden artikeltje van het Dienstencentrum in de Willem Sprengerstraat. Daarin wordt zeer nadruk kelijk gesteld, dat het toch wel bijzonder moeilijk is voor bejaarden om een passend gebruik te maken van de Overdekte; zomers speelt het probleem minder t.a.v. de open baden. In de lange periode dat de Overdekte in gebruik is, is het voor de bejaarden geen genoegen te midden van de jonge mensen te zwemmen; zo heb ben zij dat zelf ook gezegd. De Dienst voor Sport en Recreatie heeft de onmogelijkheid daarvan ook toe gegeven. Van die zijde wordt gesteld: Sorry, zo lang het tweede zwembad er nog niet is, zit het er helaas niet in een aparte tijd voor de bejaarden vast te stellen". Ik moet nu nog een stukje schuld belijden; de heer Klomp zal dat ook wel aanspreken. Wij samen hebben zelf B. en W. geadviseerd deze regeling praktisch te gaan toepassen, maar wij hebben ons daarbij niet ge realiseerd, dat dit punt eraan vast zat. Daarom vragen wij ons op dit moment af: Wat kan er nu effectief ge beuren? Is het alsnog mogelijk, om dit niet helemaal tot een paskwil te maken, bijv. tweemaal per week een speciaal bejaarden-zwemuur op te nemen in het pro gramma van de Overdekte? Wat zegt U, mijnheer Van der Veen, wilt U ze misschien laten zwemmen in het gat van Heidinga? (De heer B. P. van der Veen: Nee, ik zei: Een uur voor de mannetjes en een uur voor de vrouwtjes.) (Gelach) Ik geloof, dat ik duidelijk genoeg ben geweest. De heer Eijgelaar: Een aantal leden van mijn fractie heeft ook duidelijk bezwaar tegen dit voorstel. Want wat is het geval? Wij gaan een bepaalde bevolkings groep apart behandelen. En dat doen we niet om finan ciële redenen alleen. We doen dat omdat de mensen die deel uitmaken van die bevolkingsgroep, boven 65 jaar zijn. Heel wat mensen boven de 65 jaar hebben de korting beslist niet nodig. En daar zit nu het bezwaar dat verschillende leden van mijn fractie tegen dit voor stel hebben. Als het alleen zou gaan om reductie voor mensen die enkel AOW genieten, dan zou mijn fractie geen bezwaren hebben; als wij daarbij dan ook nog zouden betrekken de minimum loners die het vaak nog moeilijker hebben gezinnen die van het minimum loon rond moeten zien te komen dan zouden we volkomen voor zijn. Nu is het eigenlijk een bepaalde groep en wij kunnen niet beoordelen hoe groot het gedeelte van die groep is dat het wel nodig heeft. Wij zouden graag hierover wat nadere gegevens willen hebben. Misschien ziet U een mogelijkheid de mensen die het werkelijk nodig hebben niet alleen mensen boven 65 jaar; ook de mensen met een minimum loon (dat is bij ons erg doorslag gevend) van deze kor ting gebruik te laten maken. Als dat zo is, zijn wij voor. Een aantal leden van mijn fractie is tegen het voorstel zoals het nu voor ons ligt. De hear Singelsma: Nou, ik hie net tocht, dat oer sa'n simpel foarstel safolle diskusje kaem. ik moat dochs wier sizze, dat de fraksjes wol hwat spüksjoch binne; hja sjogge oeral mar diskriminaesje en efterüt- stelling fan minsken yn. Ik tocht, dat dit foarstel mear in freonlik gebeart wie fan de mienskip, dy't aide mins ken hwat to wille wêze wolle. Ik sjoch der hielendal gjin diskriminaesje yn. It liket my allinne mar freon- likheit; en ik tocht, dat de minsken hwerfoar it bidoeld is, dat op priis stelden. Ik leau net, dat wy sa swier oan dit ein fan 'e balke tilie moatte. De heer Van Haaren: Ik wil me graag aansluiten bij wat de heer Singelsma heeft gezegd. Dit is geen apart behandelen in de vorm van discrimineren. Je hoeft helemaal geen paspoort 65 -f- aan te vragen. Als je het wel doet, stimuleert het je gewoon om aller lei dingen te doen die je anders niet zo gauw zou doen. Dat doe je dan ook vaak alleen voor het plezier dat het goedkoper is. Hoeveel mensen hebben niet ontzet tend veel lol van de reductie 65-j - bij het reizen Ik hoop, dat die reductie bij het openbaar vervoer in Leeuwarden ook nog eens wordt ingevoerd. De mensen hebben alleen maar plezier van het paspoort 65+. Ik kan me werkelijk niet voorstellen, dat dit nu plotse ling onder de noemer discriminatie moet worden ge bracht. De heer Weide (weth.)De zorg die de heren De Vries en Eijgelaar hebben uitgesproken, is ook tot uiting gekomen in de discussie in het College. In de raadsbrief staat ook duidelijk, dat wij positief op het verzoek van de Commissie Cultureel Jongeren PaspooK willen reageren omdat een groot deel van de bevol kingsgroep van personen boven 65 jaar een inkomen heeft, dat lager is dan het minimum loon; dat is het motief waarom wij medewerking willen verlenen. Het gaat echt niet om grote aantallen mensen, het gaat ook beslist niet om grote bedragen. De heer Van Haaren heeft er al even op gewezen, dat een bejaarde, wil hij van het lagere tarief gebruik maken, eerst een paspoort 65-}- moet aanvragen; dat paspoort kost f 6,- De heer De Vries heeft even gedoeld op het artikel, dat zaterdag j.l. in de Leeuwarder Courant heeft ge staan. Dat artikel was voorzien van een commentaar van de Dienst voor Sport en Recreatie. Ik kan de heer De Vries zeggen, dat de mevrouw die het artikel ge schreven heeft, mij vanmorgen heeft opgebeld. Inmid dels heeft zij een afspraak gemaakt met de directeur van de betreffende dienst om over de kwestie van ge dachten te wisselen. Ik moet er wel op wijzen, dat het beslist niet gemakkelijk is een paar uren vrij te ma ken om bejaarden in de gelegenheid te stellen van de Overdekte gebruik te maken. Er wordt enorm veel tijd van de Overdekte gebruikt voor de scholen. Er zijn twee erg grote zwemverenigingen. Ook het oefenen van de reddingsbrigade neemt tijd in beslag. De red dingsbrigade maakt een positieve ontwikkeling door; het ledental neemt toe. Er blijft erg weinig tijd over voor recreatief zwemmen. Zo gezien lijkt het geen eenvoudige zaak een paar uren vrij te maken voor de bejaarden. Ik ben echter graag bereid met de heer Bijkerk, de directeur van de Dienst voor Sport en Re creatie, en de directie van de Overdekte deze zaak nog eens te bekijken, maar het is een bijzonder moeilijke zaak. De heer De Vries: Ik werd op de vingers getikt. In het betreffende artikel vraagt het dienstencentrum Wil lem Sprengerstraat niet om een uur, maar slechts om een halfuur. Ik dacht, dat daardoor de problemen de helft kleiner werden. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 21 tegen 14 stemmen. Tegen stemmen de heren G. F. Eijgelaar, O. Heidinga, W. Hemstra, H. Jansma, J. F. Janssen, J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), W. S. P. P- de Leeuw, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. Schaaf- sma, N. Sterk, Mr. B. P. van der Veen en L. Visser. Punt 18 (bijlage no. 273). De heer Meijerhof: Bij de vaststelling van de tarie ven voor 1972 zijn wij het P.E.B. niet gevolgd wat be treft de verhoging met f 7,50. Reden hiervoor was, als ik het mij goed herinner, dat de f7,50 verhoging door het P.E.B. gemotiveerd werd door de netverzwaring ten behoeve van de agrarische bedrijven. Na een jaar komt U alsnog met een voorstel het P.E.B. te volgen, dan niet op de voet, maar op een afstand. Is het Uw College bekend of er bij het P.E.B. een tariefsverhoging komt voor het jaar 1973? Als die verhoging er komt, hoe veel bedraagt die dan? De f 7,50 wordt door het College gemotiveerd met een verwijzing naar de begroting 1973. Deze verwijzing duidt er m.i. al op, dat dit voorstel in feite bij de be grotingsbehandeling 1973 aan de orde zou moeten ko men. Als ik, met de begroting in de hand, probeer uit te rekenen tot welke tariefsverhoging wij voor het vastrecht zouden moeten komen om aan de norm winst te komen, kom ik slechts (naar boven afgerond) op f4,Wat dat betreft is dus de motivering, dat de verhoging f 7,50 moet bedragen om de normwinst te kunnen halen, niet juist; we zouden daarvoor kun nen volstaan met een verhoging van f 4,--. Mijn vraag is dus: Waarom stelt U voor het tarief met f7,50 te verhogen? Waarom niet f4,Is er nog een andere motivering dan de normwinst? Ik herhaal nog even mijn eerste vraag: Is bekend of het P.E.B. een tariefsverhoging zal toepassen in 1973? Verder wil ik dus graag weten of er misschien gewichtige redenen zijn, dat wij dit voorstel nu en niet bij de begroting 1973 behandelen? Mevr. Dijkstra-BethlehemIn verband met Uw voorstel het vastrecht met f 7,50 te verhogen, zou ik er in de eerste plaats op willen wijzen, dat, gezien het feit, dat er een enorm groot aantal kleinverbruikers is, dc financiële lasten neerkomen op de minst draagkrach- tigen. In 1971 is het vastrecht ook al verhoogd met f6,Je zou kunnen zeggen: De stroom de lasten van de minst draagkrachtigen rijst al meer en meer. (De heer De Vries: Dat is De Internationale.) Pre cies. Wanneer je ziet v/elke nieuwe lasten en heffingen aangekondigd worden in de nog te behandelen begro ting, vraag je je afWaar is het einde Bij dit voorstel ten aanzien van de vastrechttarieven gaat Uw College ervan uit, dat, hoe dan ook. het volgens gebruikelijke normen berekende winstbedrag aan de Gemeente moet worden uitgekeerd. Ik vraag me af waarom het nood zakelijk is, dat, terwijl er nog voldoende winst ge maakt wordt, de Gemeente reeds nu het besluit van het P.E.B. om het vastrecht met f 7,50 te verhogen, volgt Reeds in de begroting voor 1973 is deze extra f7,50 verwerkt. Het College gaat er dus van uit, dat de Raad van Leeuwarden zonder meer met deze ver hoging akkoord zal gaan. I.v.m. de winst die nog ieder jaar aan de Gemeente wordt uitgekeerd, ben ik van mening, dat het vooral wat de kleinverbruikers betreft een niet reële zaak is reeds nu het vastrecht weer te verhogen. Ik wens dan ook te worden geacht tegen dit voorstel te hebben ge stemd. De heer Visser: Ik heb met belangstelling geluis terd naar de woorden van de heer Meijerhof. Hij is op een gegeven moment uitgegaan van een vastrecht-ver- hoging van f 4,althans hij is van mening, dat een verhoging van f 4,voldoende zou zijn. Ik zou hier aan het volgende willen toevoegen. Het zou mij niet verwonderen ik dacht, dat wij in die richting gaan als de vaste lasten op het energieverbruik volgend jaar nog verder zullen stijgen, enkel door het feit, dat we bezig zijn met de bouw van een tweede voedings station. Dat brengt een enorm stuk kapitaalslasten mee en ik verwacht, dat een deel daarvan in 1973 op ons toe komt. De heer Knol is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer De Jong (weth.): De heer Meijerhof vraagt waarom het College nu met dit voorstel komt en het niet bij de begroting aan de orde stelt. Toen dit punt eind 1971 aan de orde is geweest, hebben we in de Raad een discussie gehad over het al of niet volgen van het P.E.B. Het is altijd de gewoonte geweest, dat wij ons conformeren aan de tarieven van het P.E.B. Wij hebben toen het P.E.B. wel gevolgd inzake de ver hoging van f 6,die het per 1 september 1971 invoer de; wij hebben die verhoging toen per 1 januari 1972 in gevoerd. De door het P.E.B. per 1 januari 1972 inge voerde verhoging van f 7,50 hebben wij niet overgeno men. Wij hebben toen gezegd: Wij zullen ons hier in de loop van 1972 op bezinnen en komen er dan mee terug in de Raad, ook omdat in 1972 een tekort op de primitieve begroting prijkte van f 252.000,Wij heb ben deze kwestie in de loop van dit jaar in de Com missie voor de Energiebedrijven besproken. Die com missie heeft gezegd: Kom hiermee maar bij de Raad, wij gaan hiermee akkoord. De tweede vraag van de heer Meijerhof was: Is het niet voldoende met een verhoging te komen van f4, Misschien is dat wel voldoende. Als wij precies zouden mikken op die normwinst, zou de heer Meijerhof ge lijk kunnen hebben. Maar in de eerste plaats hebben wij ons tot nu toe steeds geconformeerd aan de P.E.B.- tarieven. In de tweede plaats zijn wij, wat de begro ting 1973 betreft, uitgegaan van de cijfers van 1 januari 1972. De loonontwikkeling die er in 1972 is geweest, vraagt in 1973 alleen al een bedrag van on geveer 2 ton. Als U dat in de berekeningen betrekt, dan is het voordeel van f 125.000,dat er nu schijn baar in zit, daarmee meer dan opgesoupeerd. Dan heeft de heer Meijerhof nog gevraagd naar de verhogingen die het P.E.B. in 1973 zal invoeren. Daar weten wij nog niets van. Het is nog niet bekend of er verhogingen komen. Zou dat wel het geval zijn, dan zullen wij ons er op moeten bezinnen of wij het P.E.B. gaan volgen. Wat de begrotingspositie 1973 betreft, zou er geen reden voor zijn; wij zouden dan in de loop van 1973 eens moeten gaan bekijken hoe het er met onze financiën voor staat. Mevr. Dijkstra heeft haar bezwaren die ons ove rigens wel bekend waren nog eens naar voren ge bracht. Zij is nog nooit met voorstellen tot tariefsver hoging voor kleinverbruikers akkoord gegaan. Mevr. Dijkstra vraagt zich af wat wij eigenlijk met die norm winsten te maken hebben. Als zij dan niets van norm winsten wil weten, zou ik wel graag eens willen weten waar zij dan de dekking van het tekort op de begro ting dat door het vervallen van de normwinsten zou ontstaan vandaan wil halen. Het is gemakke lijk te zeggen: Zo moet het niet. Maar ik zou toch wel graag willen vernemen hoe het dan wel moet. Wij hebben altijd het systeem van de normwinst gevolgd om een gat in de begroting te voorkomen. Als dat systeem wordt afgewezen zonder dat andere dekkings middelen worden aangegeven, dan vind ik dat ergens een beetje goedkoop. De heer Visser heeft gesteld, dat wij juist met de vaste lasten naar een situatie gaan, dat het vastrecht regelmatig aangepast zal moeten worden aan de ont wikkeling. Dat ligt eigenlijk ook mee ten grondslag aan het systeem, dat wij volgen. De voorgestelde ver hoging is nodig ook in het kader van die ontwikke ling. Ik kan hem alleen maar dankbaar zijn voor de argumenten die hij naar voren heeft gebracht. De heer Meijerhof: lk dacht, dat het eerste argu ment van de Wethouder, het volgen van het P.E.B., nu niet in discussie is. Wij zijn bij de behandeling van de tarieven voor 1972 van de tot toen gevolgde lijn afge weken omdat het motief van de tariefsverhoging van f7,50 bij het P.E.B. was, dat het net verzwaard moest worden ten behoeve van agrarische bedrijven. Wij zijn daar niet in mee gegaan omdat dat motief voor onze gemeente niet speelde. Dat zou dus inhouden, dat je nu ook niet met die f 7,50 hoeft te werken, maar dat je gewoon uit kunt gaan van een eventuele nieuwe tariefstelling bij het P.E.B. waarover helaas nog niets bekend is; misschien komt er niet eens een tariefsver hoging. Het andere uitgangspunt is de normwinst. Ik kom dan tot een bedrag van f3,76; afgerond f4, De heer Visser merkte op, dat we een nieuw voe- dingspunt gaan bouwen en dat dat kapitaalslasten met zich brengt. De Wethouder heeft nog gesproken over de komende loonstijgingen. Als ik dan even kijk naar punt 19 van de agenda, dan zie ik, dat men een ander incasso-systeem wil invoeren. Ik neem aan, dat dit voorstel gedaan wordt omdat het nieuwe systeem kos tenbesparend werkt. Zo ziet U, dat er tegenover een lastenverzwaring ook wel eens een meevaller staat; die meevaller is zelfs bekend. Wat de uiteindelijke uit-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 7