854
ëss
zegd, dat men op de Kunstmarkt een rondgang zou
maken, om na te gaan, of daar voor Triotel geschikte
stukken aanwezig zouden zijn. Ik weet wel, dat men
er ook geweest is, maar in hoeverre aankopen gerea
liseerd zijn en welke consequenties deze rondgang voor
bepaalde kunstenaars heeft, is mij op dit moment nog
niet bekend. Maar deze zaak heeft in Triotel bijzonder
veel aandacht.
Met betrekking tot de 1 pet.-regeling kom ik weer
even terug op de vorige vragen. De kwestie heeft onze
bijzondere aandacht en wij proberen deze regeling ook
op onze gemeentelijke gebouwen toe te passen. Als
voorbeeld kan ik noemen, dat de bouwcommissie voor
het gebouw van de G.S.D. in overleg met de architect
een kunstenaar zal uitzoeken, die vanaf het begin van
de bouw ingeschakeld zal worden om de 1 pet.-rege
ling te gaan toepassen. Die regeling heeft echter al
leen maar betrekking op gebouwenwaar wij dus,
voor zover het ge7neentegeho\iwen betreft, enige
invloed op kunnen uitoefenen. Ik dacht, dat het geval
van de G.S.D. al een voorbeeld is, dat wij op de goede
weg zijn. (De heer Van Haaren: Dit is een goed
voorbeeld, maar Weth. De Jong gaf een zeer slecht
voorbeeld
De Voorzitter: We gaan hier nu niet discussiëren
over wat Weth. De Jong zei; dat kon in diens afde
ling gebeuren. Ik moet wel opmerken, dat het resul
taat van het gesprek in die afdeling, waarin U Uw
kritiek heeft uitgeoefend, is geweest, dat Weth. De
jong dit dan ook ter oriëntering van de andere, in
die afdelingsvergadering niet aanwezig geweest zijn
de, raadsleden heeft toegezegd, ook namens het
College, dat dit probleem opnieuw aan de orde zal
worden gesteld in de Commissie voor de Reiniging en
Brandweer. En het is niet juist, om daar dan nu op
terug te komen. (De heer Van Haaren: Ik ben blij
met wat ik hier gehoord heb, maar mijn vraagAls
ik nog even magU zei ook, dat het gesprek met
Weth. Ten Brug niet bevredigend was geweest, maar
ik dacht, dat dat zelfs bijzonder bevredigend was ge
weest. Want Weth. Ten Brug heeft deze problematiek
met betrekking tot dc „gym"-lokalen e.d. toegelicht
en ik dacht, dat die toelichting de algemene instem
ming in deze zaal had. (De heer Van Haaren: Mijn
onbevredigdheid slaat op het enorme tijdsverloop tus
sen de besteding van de bedragen enz.) Maar over
de benadering van de zaak bestond overeenstemming.
(De heer Van Haaren: Vandaar dus mijn vraag: Kan
deze hele complexe materie niet eens in de Raad voor
Culturele Aangelegenheden worden besproken Dat
was eigenlijk mijn laatste vraag.)
De heer Weide (weth.): De Raad voor Culturele
Aangelegenheden heeft hier al vrij uitvoerig over ge
sproken, heeft ons hierover ook al geadviseerd en we
hebben deze adviezen overgenomen. Bovendien kan,
wanneer deze 1 pct.-regeling niet toereikend mocht
zijn voor een bepaalde kunstenaar, zelfs nog worden
geput, uiteraard na overleg, uit het Fonds voor stads-
verfraaiing.
De Voorzitter: Weth. Ten Brug heeft ook al ge
zegd, dat we op deze wijze voor de gymnastieklokalen
een zeer bevredigende regeling hebben kunnen tref
fen. Ik geef toe, mijnheer Van Haaren, dat er in het
verleden wat te traag is gewerkt.
Volgno. 536.
De hear Klomp: Punt 6 (gearwurking bibleteken),
léste part fan it antwurd. Hoe wolle B. en W. de
yntegraesje fan de R.K. Bibleteek en de Iepenbiere
Bibleteek stimulearje? Dêrby mei neffens my net in
finansiéle stok efter de doar brükt wurde, hwant dat
soe net goed wêze.
De heer De Vries: Punt 4 (contributie O.L.B.). ïk
wilde graag van het College weten, of er van de kant
van B. en W. ook nog een nadere informatie komt
over de gang van zaken rond de vaststelling van de
contributie van de Openbare Bibliotheek. Als ik goed
ben ingelicht, heeft Uw College op 11 september j.l.
een brief gekregen van het bestuur van de Openbare
Bibliotheek, waarin er melding van is gemaakt, dat het
bestuur de contributie heeft vastgesteld op f 7,50 per
jaar. Ik geloof, dat dat een goed uitgangspunt is. Het
vorige jaar is men, naar ik meen, gegaan van f 5,50 naar
f 6,50, dit jaar dus naar f 7,50. Men kwam daarmee
ook in gelijke pas te lopen met het contributiebedrag,
dat de R.K. Bibliotheek hier haar leden in rekening
brengt. Bovendien was het, dacht ik, ook een juist be
drag, omdat door het Rijk wel een tientje als richt
prijs is genoemd, maar als maximum, en het minimum
dat het Rijk destijds genoemd heeft, f 3,50 was. En
als je je contributie dan tussen f 3,50 en f 10,op
f 7,50 stelt, dan loop je, dacht ik, ook in dat opzicht
aardig in de pas. Persoonlijk heb ik er nogal wat be
zwaren tegen gehad, dat het College zonder verder
overleg met het bestuur van de O.L.B. het contributie
bedrag maar op f 10,heeft gefixeerd. B. en W. zeg
gen zelf: Dat hebben we gedaan, omdat er een dien
overeenkomstig advies lag van de Centrale Bibliotheek
dienst, maar deze dienst maakt uiteraard niet de
dienst uit in de wereld van het bibliotheekwezen. Die
heeft alleen maar een adviserende stem. En als ik
goed ben ingelicht, geloof ik toch ook, dat tal van bi
bliotheken in de provincie dit advies niet hebben opge
volgd. Ik wilde graag van U weten, mijnheer de Voor
zitter dat mag ook straks wel in de plenaire zit
ting wat de Gemeente, wanneer de Raad er genoe
gen mee neemt, dat f 7,50 aan contributie in rekening
wordt gebracht, straks meer aan subsidie beschikbaar
moet stellen.
De heer Weide (weth.): De heer Klomp heeft ge
zegd, dat er geen sprake mag zijn van een financiële
stok achter de deur, als wij tot een integratie van beide
bibliotheken willen komen. In deze afdeling zijn wij
vorig jaar vrij uitvoerig ingegaan op de samenwer
king van de bibliotheken. Ik kan de raadsleden zeg
gen, dat het vele overleg, dat ik het afgelopen jaar
heb gevoerd met de R.K. en de Openbare Bibliotheek
en met de Centrale Bibliotheekdienst, een bijzonder
goed overleg is geweest. Wij hadden daar nogal wat
angst voor, maar het is zeer goed verlopen en een
dezer dagen is het rapport van dit overleg verschenen
en het zal binnenkort ook een discussiepunt in B. en
W. gaan worden. Er staat stellig niet een financiële
stok achter de deur, maar er wordt zoveel mogelijk
samenwerking gezocht op de in het rapport genoemde
punten, in eerste instantie 8, maar het zijn zelfs in
totaal 18 punten, die wij in Leeuwarden noodzakelijk
achten om een goed functioneren van het bibliotheek
wezen te verzekeren. Ieder moet niet maar zijn eigen
weg bewandelen; er moet zoveel mogelijk samenwer
king in het bibliotheekwezen zijn.
Wat de contributie van de Openbare Bibliotheek be
treft, wij hebben slechts een verzoek om f 10,con
tributie te heffen aan het bestuur gedaan (wij kunnen
het daartoe niet verplichten), een verzoek op advies
van de Centrale Bibliotheekdienst en ook van het
Rijk; dit laatste heeft de heer De Vries zelf ook al
naar voren gebracht. U moet er niet zo heel zwaar
aan tillen, dat we in dezen geen overleg hebben ge
pleegd. M.b.t. de begroting 1972 hebben wij aan het
bestuur van de Openbare Bibliotheek een brief ge
schreven en gevraagd, of het ons nadere informatie
wilde verstrekken over de hoogte van de contributie,
maar op deze brief hebben wij nimmer een antwoord
gekregen. Dat was ook één van de redenen, dat wij het
contributiebedrag van f 10,in onze becijfering heb
ben opgenomen. Enige weken geleden hebben de Bur
gemeester en ik een heel goed gesprek gehad met het
bestuur van de Openbare Bibliotheek, o.a. ook over
deze contributie. Er bestaat bij het bestuur enige aar
zeling om op f 10,contributie over te gaan en ik
heb ook niet de indruk, dat men dat zal doen. maar
dit houdt niet in, dat wij zonder meer het subsidie
het verschil aan inkomsten uit de contributies van de
Openbare Bibliotheek bedraagt bij een contributie van
f 7,50 of een contributie van f 10,zo'n f 15 a
f 20.000,met dit bedrag zullen gaan verhogen.
Wij moeten een pas op de plaats maken, ook m.b.t. het
bibliotheekwerk. Wij kunnen maar niet rücksichtlos de
subsidiebedragen gaan verhogen. Het bestuur is bereid,
als het de f7,50 gaat handhaven, in de totale exploi
tatie te gaan bezuinigen.
De heer De Vries: Mag ik dit onderwerp, contri
butieverhoging Openbare Bibliotheek, claimen voor de
plenaire zitting?
De Voorzitter: Kunt U heel in het kort even pre
ciseren, waarom U dit aan de orde gesteld wilt heb
ben?
De heer De Vries: Wij zullen komen met een voor
stel tot verhoging van het gemeentelijk subsidie.
De Voorzitter: Akkoord; dan kunnen wij het even
noteren in onze documentatie.
Volgno. 538.
De hear 1». van der Veen: Ik haw de yndruk, dat
yn de iisklub Tjallinga gjin 100 pst. wissichheit bi-
stiet oer de iisbaen. Kin dér ek ris hwat oer sein
wurde
De heer Van der Wal: Wacht U nu maar, tot dit
eens een A.C.W.-object wordt of zet U er pressie ach
ter op de een of andere manier?
De heer Weide (weth.): Dit plan ligt er nog steeds
zoals het door de Raad in 1968 is goedgekeurd en
vastgesteld. Het plan is ingediend bij de A.C.W. Het
is bikkelhard en we hopen maar, dat het zo spoedig
mogelijk uit de computer zal rollen. We vinden het
bijzonder vervelend, dat dit sportcomplex Aldlan
het is n.l. niet alleen de ijsbaan, er zijn drie sport
velden, die in dc toekomst bestemd zullen worden voor
het bedrijfsvoetbal aan verbonden nog op reali
sering moet wachten. We vinden het ook jammer, dat
er bij het bestuur van Tjallinga nog enige aarzeling
bestaat, maar ik dacht, dat die aarzeling voortkomt
uit angst, dat de sükvelden die er vlakbij liggen,
enigszins zullen gaan stuiven, waardoor het ijs met
minder snelheid bereden zou kunnen worden dan aan
vankelijk gedacht was. Wij hebben terzake informa
ties ingewonnen. Van technische kant wordt het op
treden van stuiven dat natuurlijk ook sterk afhan
kelijk is van de windrichting tegengesproken. De
directeur van de Dienst voor Sport en Recreatie geeft
mij nog door, dat er tegen het stuiven een beplantings
gordel van plm. 20 m om de baan zal komen. (De hear
Klomp: Dat moatte dan wol krystbeammen wêze.)
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering
voor de koffiepauze.
De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de verga
dering.
Volgno. 542.
De heer Eijgelaar: Naar aanleiding van de vraag
onder punt 2 (systeem faciliteiten voor sportvereni
gingen) zeggen B. en W. in het laatste deel van het
antwoord: ,,Los van het vorenstaande beraden ook wij
ons over de mogelijkheden om tot een ander, wellicht
beter systeem van gebruik, vergoeding en subsidie te
komen." Ik wilde graag weten, of dit beraad al iets
opgeleverd heeft. Wat denkt U van het gebruik en
vindt U, dat de vergoedingen voor de sportaccommo
daties opgetrokken moeten worden, zoals het ook met
de gymnastieklokalen is gebeurd? En wat denkt U
van de subsidies? De Raad voor Sportaangelegenhe-
den althans de Commissie Subsidiëring uit die raad
heeft hier al vele malen over van gedachten ge
wisseld. Het is een vrij complexe zaak; de commissie
is er beslist nog niet uit. Maar het College heeft een
heel grote staf van deskundige ambtenaren; het is
mogelijk, dat die sneller tot een meningsvorming is
kunnen komen en ik zou die dan graag van U willen
horen.
Het antwoord op de vraag onder punt 3 (Wanneer
komt advies Raad v. Sportaangelegenheden i.z. subsi
diëring betaald voetbal?) zegt, dat van de Stichting
Sportclub Cambuur inmiddels een plan is ontvangen
dat nu in studie is bij de Raad voor Sportaangelegen
heden. Dat laatste is niet waar. Er is op 16 juni een
gesprek geweest tussen enkele mensen uit de Raad
voor Sportaangelegenheden en de Stichting Sportclub
Cambuur en daarin heeft deze raad, zoals B. en W.
ook in hun antwoord opmerken, aan de Stichting
Sportclub Cambuur een verzoek gedaan en deze stich
ting heeft toegezegd met een voorstel te zullen komen.
Dat kan best binnen zijn bij B. en W., maar dat is bij
de Raad voor Sportaangelegenheden beslist niet be
kend. Nu B. en W. antwoorden, dat dit plan inmiddels
wel ontvangen is, kunnen zij daar dan misschien enkele
dingen uit mededelen? Want het genoemde gesprek
heeft eigenlijk plaats gevonden op verzoek van de
Raad voor Sportaangelegenheden, omdat deze Raad
B. en W. moet adviseren over een bepaald subsidie
beleid t.o.v. Cambuur. En deze raad wilde dat beslist
niet buiten Cambuur om doen. In de Raad voor Sport
aangelegenheden is men nu bepaald niet zo gelukkig
met het systeem van subsidiëring. Vandaar dat ge
sprek en vandaar ook, dat men Cambuur gevraagd
heeft: Stellen jullie nu eens een plan op en laat nu
'eens wat anders zien, dat ook kan, en tevens voor de
langere termijn, zodat niet steeds weer dit punt aan
de orde komt, want zoals het nu gaat, is het voor de
meerderheid van de Raad voor Sportaangelegenheden
een beslist moeilijk te verteren aangelegenheid, tenzij
en ik begin eigenlijk een beetje in die richting te
neigen je aanstonds gaat zeggen: dit is
geen punt meer voor de Raad voor Sportaange
legenheden; dit regardeert hem niet, want dit heeft
eigenlijk met sport als zodanig niets meer te maken.
Ik kom daartoe, omdat op de vraag onder punt 7
m.i. zeer bewust het woord „sport" niet wordt ge
bruikt. Daar wordt gesproken van „passieve recre
atie". En als het dus niet meer rechtstreeks met sport
te maken heeft, maar met passieve recreatie, dan zou
ik me kunnen voorstellen, dat dit punt niet meer aan
de orde komt in de Raad voor Sportaangelegenheden,
maar in een andere raad. (De Voorzitter: U zei „een
andere raad" en nu zit iedereen te fluisteren: Hij be
doelt de Raad met een grote R, de Gemeenteraad.) Ja,
of in een van de andere functionele raden, die over
theater e.d. adviseert. (Gelach) (De Voorzitter: Dat
is een kwestie van cultuur, vind ik.) Ik weet het niet,
ik kan we voorstellen, dat je dit gaat zien als een
soort voorstelling, als iets dat met sport niets meer
te maken heeft, als passieve recreatie. Zoals bepaalde
mensen naar concerten van het Frysk Orkest gaan
om zich passief te recreëren en anderen naar Tryater
of De Noorder Compagnie, zo zijn er ook een aantal
mensen die naar het sportveld gaan, ook om zich pas
sief te recreëren en dan zien ze daar wat artisten een
show opvoeren. Ik bedoelde dus de Culturele Raad in
dit verband en natuurlijk de Gemeenteraad. (De heer
Bonma: Paa.rdesport wordt dan ook passieve re
creatie.) Ja, dat* had ik ook in mijn aantekeningen
staan. Punt 9 interesseert mij n.l. ook wel een beetje.
Er is een post in de begroting opgenomen voor de
Stichting Paardesport Friesland i.o. B. en W. zeggen
in hun antwoord: dat moet je nu eigenlijk wel doen,
want het is al bij herhaling gebeurd en het is een nor
male zaak, dat voor een steeds weerkerend evenement
een bepaald subsidiebedrag geraamd wordt. Nu kan
het aan mij liggen, maar ik dacht, dat wij steeds be
sloten hadden, dat het de laatste keer zou zijn en het
komt mij wel een beetje vreemd voor, dat het nu als
vaste post wordt opgenomen. Ik wilde wel weten, of
het bedrag dat nu geraamd is, zonder meer door U
gebruikt kan worden, zij het dan, dat U aan de Raad
voor Sportaangelegenheden of de Culturele Raad nog
wel advies vraagt. Of moet dit ook nog goedgekeurd
worden door de Gemeenteraad? Als II dit inderdaad
zonder meer zou kunnen gebruiken, zou ik daar in
ieder geval wel bezwaar tegen hebben, omdat wij in
het verleden bij herhaling gezegd hebben: Wij willen
dit voor deze keer nog eens bekijken. Ik geloof, dat
wij niet moeten stellen, dat dit bedrag nu maar ieder
jaar zonder meer beschikbaar gesteld moet worden,
hoewel ik wel wil verklaren, dat ik van ganser harte
hoop, dat dit festijn voor Leeuwarden behouden kan
blijven.
Dan wil ik nog even terugkomen op mijn vraag, of
het College al een bepaald subsidiebeleid heeft uitge
stippeld. Ik wilde daar ook nog op terugkomen, omdat
ik heb gelezen het zijn kranteberichten en nu heb
ik geen twijfel, dat het verslag onjuist was, maar het