7 6 kan ik op het ogenblik niet zeggen. Ik wil de heer Visser daar binnenkort graag over inlichten. (De heer Visser: Akkoord.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 26 (bijlage no. 390). De heer Schaafsma: Ik sta met enige reserve te genover het overnemen van de Akademie voor beeldend kunstonderwijs. Dit heb ik als lid van de Commissie van Onderwijs ook schriftelijk meegedeeld aan de se cretaris van die commissie. Mijn vragen zijn: Waarom valt het het huidige bestuur moeilijk deze school goed te beheren En waarom is het zo moeilijk om vacatures in dat bestuur vervuld te krijgen Wat verbetert er aan de situatie als er nu een bestuur komt met drie door de gemeentelijke overheid aangewezenen: de Wet houder, een raadslid en een door Uw College aange wezen persoon? De zes andere bestuursleden komen uit dezelfde rijen van diegenen die nu niet willen. Of zouden die misschien nu ineens wel willen? Dan zou ik graag een verklaring hebben van het wonder dat er geschiedt als een Wethouder, een raadslid en een door U aangewezen iemand deel gaan uitmaken van dat bestuur. Misschien zie ik het te zwart, maar per soonlijk denk ik, dat er helemaal geen wonder ge schiedt, en dat het huidige bestuur in arren moede ons dit zaakje op het dak schuift. Naar mijn mening is dan bij het overnemen van dit geval een aandeel van drie leden in een bestuur van negen domweg te weinig; tweederde deel blijft bij het oude, men houdt de meerderheid. Watvoor daadwerkelijke invloed heb ben we dan? Als we deze akademie bestuurlijk over nemen, dan moeten wij toch de zekerheid hebben, dat er een werkbaar bestuur de teugels in handen en strak houdt. Anders wordt de akademie hier een vast punt op het menu. Nog een kleinigheid. Waarom draagt de stichting de cursussen l.o. tekenen en de amateur-cursussen niet over Is ten aanzien daarvan de zaak misschien niet over de hoge schoenen gegaan en kunnen ze dat nog wel aan? De heer Buising: Dat ik op dit moment het woord vraag, is alleen om te reageren op wat de heer Schaaf sma heeft gezegd. Ik vind n.l., dat het hele maal niet nodig is, dat de bestuurscommissie met 1 persoon wordt uitgebreid en ik zie helemaal niet, dat het dan automatisch een lid van de Gemeenteraad zou moeten zijn. Volgens mij zou het een wonder zijn als iemand die lid is van de Gemeenteraad, alleen daar door een beter bestuurslid zou kunnen zijn ,dan iemand anders. Voor dat idee van de heer Schaafsma voelt mijn fractie dus niets. Ook het idee van de heer Schaafsma om de cursus l.o. tekenen uit het opleidingenpakket van de akade mie te halen, spreekt mij niet aan. Ik begrijp eigenlijk niet welk belang hij daarin ziet. In het algemeen is het toch zo en dat weet de heer Schaafsma, dacht ik, beter dan wie ook dat(De heer Schaafsma: U draait de zaak om; niet ik, maar het bestuur wil de cursus l.o. tekenen en de amateurcursussen buiten de overdracht houden. En daarom zeg ik: Waarom nemen we de zaak niet helemaal over?) Dan heb ik U in dezen verkeerd begrepen. Daarvoor mijn excuses. Hoe dan ook, ik vind, dat, waar de avondopleidingen in het algemeen vandaag-aan-de-dag eigenlijk hope loos op de tocht staan, het van belang is datgene wat er op het gebied van avondopleidingen kan worden behouden, ook moet worden behouden. Mijn fractie is van mening, dat het voorstel van B. en W. accep tabel is. Wij voelen er weinig voor het bestuur uitge breider te maken dan nu al gepland wordt en wij zouden er bovendien voor willen pleiten, dat m.n. de opleiding voor de lagere akte tekenen bij de akademie wordt gehandhaafd. De heer Ten Brug (weth.): De heer Schaafsma is begonnen met te zeggen inderdaad heeft hij daar ook schriftelijk als lid van de onderwijscommissie blijk van gegeven dat hij met enige reserve en dat is dan nog een vrij zwakke uitdrukking, heb ik be grepen, na hem nu te hebben beluisterd tegenover deze overname staat. Waarom is dit nodig, vraagt hij zich af. Ik dacht eigenlijk, dat de stukken wel duide lijk waren. Het bestuur zit al jaren met moeilijkhe den, m.n. wat betreft het secretariaat en het finan cieel beheer. Het is blijkbaar erg moeilijk geweest om het secretariaat goed te laten runnen en om een pen ningmeester te vinden die aan het financieel beheer de nodige aandacht kan besteden. Dat is gewoon de praktijk van het geval geweest en dat is ook de reden, dat we een tijd geleden een wat dubbele functie hebben gekregen van de chef van de afdeling Onder wijs die secretaris van dit bestuur is geworden ook met toestemming van ons College om de hulp te bieden die deze school zo hard nodig had. Wij hebben niet zo maar de moeilijkheden van dit schoolbestuur aan ons getrokken. (Er zijn uitstekende schoolbestu ren in de stad, maar ik geloof, dat, als je op het punt van hulp verlenen wat gemakkelijk zou zijn, je nog heel wat naar je toe zou kunnen halen.) Ik vind deze school dat heb ik niet in de woorden van de heer Schaafsma kunnen proeven en daarom zeg ik het maar voor de Leeuwarder gemeenschap en voor Friesland van grote waarde. Wij hebben maar één zo'n school en dan ben je er zuinig op. Het is helaas tot nu toe niet gelukt deze avondschool om te zetten in een dagschool. Ik heb ergens ook het gevoel, dat de zwakke bemanning van dit bestuur m.n. op de twee genoemde punten daarbij toch ook een rol heeft gespeeld. De heer Schaafsma vraagt wat er verandert als de school wordt overgenomen en er een bestuurscommis sie komt. Ik dacht, dat er nu juist op de punten se cretariaat en financiële administratie veranderingen zouden kunnen komen; het werk, dat daarop betrek king heeft, wordt in het vervolg op het Gemeentehuis gedaan door mensen die dagelijks met dit soort werk zaamheden bezig zijn. Ik dacht, dat dat duidelijk een positief punt is. Ik heb het volste vertrouwen, dat op deze manier deze school bestuurlijk beter zal kun nen worden gerund. Het bestuur is er niet zo maar toe over gegaan deze school aan de Gemeente over te dragen. En ik kan de heer Schaafsma wel zeggen, dat wij echt niet hebben staan te dringen om toch maar weer van een bijzondere school een openbare school te maken. Maar nu de situatie lag zoals die lag, hebben wij gemeend, dat er maatregelen nodig waren. Het overleg over de overname heeft geleid tot de mening, dat voor deze school, wat de bestuurlijke kant betreft, een commissie ex art. 61 een tussenvorm geformeerd moet worden, een regeling ongeveer gelijk aan die welke voor de S.A.D. geldt. Bij de S.A.D. was er een meer directe aanleiding om een dergelijke rege ling te treffen, omdat dat een samenwerking is tus sen openbaar en bijzonder onderwijs; die moesten we bestuurlijk binden. Je zou kunnen zeggen, dat de nood zakelijkheid om voor de akademie een dergelijke re geling te treffen, niet zo direct aanwezig is, maar ik geloof, dat ten aanzien van deze school die toch ook duidelijk verbindingen vanuit haar oorsprong heeft met allerlei andere instituten en instellingen in deze provincie, en die toch ook een wat aparte aan pak moet hebben dat is nu eenmaal zo met het kunstonderwijs een art. 61-regeling ook vanuit het gezichtspunt van het Gemeentebestuur alleszins aan vaardbaar is. De heer Schaafsma vindt drie bestuursleden uit de gemeentelijke sfeer te weinig; het is maar een min derheid. Ik dacht, dat dat op zich geen bezwaar is. Ook bij de S.A.D. is dat geen bezwaar gebleken. De wet schrijft voor, dat er één raadslid in de bestuurs commissie moet worden opgenomen en daar houden wij ons ook aan. U moet niet vergeten, dat het dage lijks beheer niet aan B. en W., maar aan de commissie is opgedragen; deze school moet zich bewegen bin nen de mogelijkheden die het Departement geeft het voortgezet onderwijs wordt helemaal rechtstreeks door het Rijk gefinancierd en ook binnen het kader van de begroting en de beslissing daarover is aan de Raad die wij voor deze school vaststellen. Ik dacht, dat de invloed met drie mensen wel voldoende is gewaarborgd. Het bestuur van deze school zit in ieder geval in dezelfde plaats als die waar de school gevestigd is. Er zijn heel wat scholen die in naam wel een bestuur hebben, maar ten aanzien waarvan de invloed van dat bestuur zeer gering is omdat het bestuur op grote afstand zit. De heer Schaafsma heeft ook gevraagd waarom de akademie de opleiding l.o. tekenen niet wil overdra gen. In overleg met het stichtingsbestuur is deze op leiding bewust buiten de overdracht gelaten omdat het de bedoeling is om de opleiding l.o. tekenen en ook de amateurcursussen straks op te nemen in het nog te vormen creativiteitscentrum waarin ook de activiteiten van de Ver. voor Handenarbeid en even tuele andere activiteiten op amateurgebied hun centrum zullen vinden. Dat is de enige reden. Wij nemen de school over. Een l.o.-opleiding behoort ook eigenlijk niet bij deze school; die kan ook gemakkelijk aan een ander instituut worden gegeven of zelfs zonder een band met een instelling. Meer zit hier dus niet achter. Ik heb met mijn antwoord aan de heer Schaafsma ook de heer Buising wel beantwoord, dacht ik. Ik ben het dus met hem eens, dat de invloed van het Ge meentebestuur voldoende mag worden geacht. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 27 (bijlage no. 396). De hear P. van der Veen: Efkes koart. Yn syn al- gemienheit kinne wy wol ynstimme, al hoe spitieh it dan ek is, mei de forhegingen dy't foar takomme jier fêststeld binne foar de forskillende sportakkommo- daesjes yn Ljouwert. Mar myn aparte omtinken hat noch efkes it seizoentaryf foar it kampearterrein de Lytse Wiel. It is spitieh, dat ek dêrfoar de tariven wer omheech moatte en as jo sjogge nei de akkommo- daesje dy't wy dér hawwe, en ek nei de akkommo- daesjes dy't der omhinne lizze, dan binne it wol foarse tariven. Mar it is nou net fuortendalik sa, dat jo sizze kinne: Jonge, jonge, hwat binne dy tariven ófgryslik heech. Ik kin akkommodaesjes dy't minder binne, mei hegere tariven. Mar dochs soe ik opmerke wolle, dat der miskien in mooglikheit is om yn de takomst hwat mear differinsiaesje yn dizze tariven to bringen; hoe heger de tariven wurde hoe swierder it wurdt foar in part fan de bifolking oan it kampearjen op de Lytse Wiel diel to nimmen. Dêrom soe it miskien tsjinstich wêze om yn 1974 oer to gean ta in diffe rinsiaesje yn dy sin, dat men, by wize fan sprekken, bigjint mei in basis-noarm foar in caravan en dat men dan neffens de lingte ek it taryf fêststelt; in basis-taryf dus en dér boppe in taslach foar de lingte fan de caravan of foar it oerflak fan de tinte: hoe langer de caravan of hoe greater it oerflak fan de tinte hoe heger ek de taslach. It soe foar de minsken dy't dér in caravan stean hawwe en ek al wurde de tariven heger dér ek noch yn de kommende jier- ren stean hawwe wolle, gaedlik wêze, dat hja earder ynljochte wurde oer de tariven foar in folgjend jier. Dêrom soe it miskien praktysk wêze om de tariven foar it kampearterrein earder yn it jier fêst to stel len, byg. yn oktober. De hear Klomp: Ek üs fraksje kin oer it alge- mien mei de nije tariven akkoart gean. Yn de kom- misje hawwe wy ek al efkes praet oer de differin siaesje. Ik hie it graech socht yn in differinsiaesje nei ynkommen, mar ja, hoe heger it ynkommen, hoe langer de caravan yn 'e regel is, dus dat slüt wol aer- dich byinoar oan. De heer Weide (weth.): Ik ben verheugd, dat de Raad kan instemmen met de voorgestelde tarieven. De heer Van der Veen is even ingegaan op de tarief stelling met betrekking tot de seizoenplaatsen op de camping. Deze kwestie is meerdere malen in de com missie van advies en bijstand in discussie geweest. De camping draait nu enkele jaren en wij moeten nog een belangrijk stuk ervaring opdoen. Natuurlijk kan je de tarieven baseren op verschillende normen. Wij baseren die nu op de oppervlakte van het terrein. Het is mogelijk wij weten dat dat elders gebeurt de tarieven te baseren op de cataloguswaarde van de caravan. De heer Van der Veen suggereerde een ta rief gebaseerd op de lengte van de caravan en de beer Klomp wil liever nog een andere norm, n.l. het inkomen van de kampeerder. Alle normen hebben hun voor en tegen. Ik ben bereid de heer Van der Veen toe te zeggen, dat wij alle voors en tegens van de verschillende normen eens tegenover elkaar zullen zet ten; daarover kunnen we dan in de commissie van advies en bijstand eens op een rustige wijze discus siëren. (De Voorzitter: Deze kwestie komt dus in de commissie. Daar gaan beide heren stellig mee ak koord. Ze zijn beiden lid van die commissie.) De heer Knol: Op de pagina's 7 en 8 van de raads- brief kom ik nog tegen de tarieven van de botenver- huurinrichting en de midget-golfbaan. Ik meen, dat wij het er in de begrotingsvergadering over hebben gehad, te onderzoeken in hoeverre deze activiteiten door de Gemeente zouden kunnen worden afgestoten. Hoe ver is het daarmee? De heer Weide (weth.): Het is jammer, dat de heer Knol niet aanwezig is geweest bij de Vie afde lingsvergadering. In die bijeenkomst zijn deze twee punten uitvoerig besproken. (De heer Knol: Je kan niet alle vergaderingen bijwonen.) Nee, dat weet ik ook wel. Ik heb er ook geen moeite mee het nog even te vertellen. De kwestie van de botenverhuur is hier meerdere malen in discussie geweest. Er zijn onderhandelingen gaande, niet alleen met betrekking tot de botenver huur, maar met betrekking tot de hele zuidoever van de Grote Wielen, inclusief de toekomstige ontwikke lingen. Vooruitlopend op wat er in de toekomst be sloten zal worden, hebben wij reeds een reorganisatie aangebracht wat betreft de botenverhuur. Die bestaat hierin, dat wij één man minder hebben ingezet en 6 boten (grote B.M.-ers die niet meer rendabel waren) hebben afgestoten. Daardoor hebben wij een besparing bereikt van ik moet het uit het hoofd zeggen plm. f 20.000,het exploitatietekort is dus belang rijk verminderd. De midget-golfbaan heeft een ex ploitatietekort van f 10.000,(dat bedrag zeg ik ook uit het hoofd)daarin zijn verwerkt f 9.000,kapi- taalslasten. Wij moeten de hele ontwikkeling met be trekking tot het bezoek aan het Groene Ster-gebied nog even afwachten. Wij zullen de midget-golfbaan ik ben persoonlijk ook van mening, dat die self supporting hoort te zijn stellig in de besluitvor ming met betrekking tot de zuidoever van de Grote Wielen betrekken. (De Voorzitter: Die kwestie komt dus ook nog terug.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 28 t/m 30 (bijlagen nos. 397, 380 en 379). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 31 (bijlage no. 391). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor de Financiën. De Wethouders worden geacht niet aan dit besluit te hebben meegewerkt. De Voorzitter: Na vele jaren zijn we nu eindelijk bij met deze zaak. Punten 32 en 33 (bijlagen nos. 394 en 399). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 34a (bijlage no. 367). Aanbeveling: mevr. G. Visscher-Bouwer. Benoemd wordt de aanbevolene met 33 stemmen (1 stem blanco). Punt 34b (bijlage no. 371). Aanbeveling: mevr. M. van der Ploeg-Posthumus. Benoemd wordt de aanbevolene met alg. stemmen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 4