hjir en dêr in bankje sette esfh. en dan rédt him dat wol.
(De hear Miedeina: Ja, ja, dat soc dan foar it earst
wêze.) Né, dat is net foar it earst; ik noegje de hear
Miedema üt om mar ris to fytsen hy mei ek mei
de auto ge an fanöf de moune troch Cammingha-
buren; dêr hawwe wy sa'n spultsje lizzen. Soks hawwe
wy hjir ek op it each.
Ik heb, dacht ik, de heer De Jong inmiddels ook al
min of meer beantwoord; ik hoop, dat hij mij heeft
kunnen volgen. Maar ik moet wel opponeren tegen
zijn suggestie om dit plan buitengebied aan te houden
tot na het behandelen van het structuurplan. Ik zie
de noodzaak daarvan ook niet, eenvoudig, omdat, als
zou blijken, dat er toch een ander inzicht mogelijk
is, dit inzicht weer langs de gebruikelijke planproce
dure bij de Raad moet komen. Ik ga even uit van de
veronderstelling, dat de weg van Himriksein tot aan
de Werpsterhoek dat staat wel min of meer vast
binnen de eerstkomende vijf jaar wordt aangelegd.
Gean dêr mar fan üt, mynhear Miedema. (De hear
Miedema: Dan hoege wy dy dyk südlik fan it Van
Harinxmakanael hielendal net mear.) Dat is Jou for-
ünderstelling en dat is net wier. Want als dat waar
zou zijn, zou, langs de weg van een planologische
maatregel, vanaf Werpsterhoek de aansluiting moeten
worden gemaakt in een ander plan dan het huidige
op de weg naar Bolsward. Op de vraag, hoe dat
allemaal technisch in elkaar zit, durf ik op dit moment
geen antwoord te geven. Maar dat zou wel eens aan
merkelijk meer geld kunnen komen te kosten dan de
heer Miedema op het ogenblik veronderstelt. Ik wijs
er overigens op, dat de Raad, ook op grond van eerder
genomen beslissingen, kredieten beschikbaar heeft ge
steld voor het ontwerpen van tunnels onder de spoor
lijnen door juist voor deze weg. Maar ik weet wel, dat
de heer Miedema toen al zijn argwaan t.a.v. deze weg
heeft uitgesproken.
De hear Miedema sei ek noch: „Jimme binne let,
mar Jimme binne der dan dochs." Het zou niet ver
standig zijn, gegeven de lange duur van het overleg,
de oude bestemmingen, zoals die op het ogenblik nog
geldig zijn, vanavond niet te besluiten tot vaststelling
van dit plan. Ik doe een dringend beroep op de Raad
wel tot vaststelling van het plan over te gaan, met
inbegrip van de weg, zoals die getraceerd is ten zuiden
van het Van Harinxmakanaal. Ik doe dit ook, omdat
de heer Janssen terecht de vinger heeft gelegd
bij dit verschijnsel: het verkeer is net als het water;
het zoekt zijn eigen bedding en de beddingen die steeds
meer weerstand gaan opleveren, gaat het water rustig
verlaten en het zoekt een andere bedding. Welnu, als
deze verbinding er niet zou komen, dan lopen we al
leen maar het risico, dat, als de weg van Bolsward
zover gevorderd is, dat hij een aansluiting heeft ver
kregen, er langs de bestaande wegen vanaf het wes
ten via Goutum, zich sluipverkeer gaat ontwikkelen
op wegen polderwegen die daar niet voor be
stemd zijn en er allerminst de capaciteit voor hebben.
Dat doet zich op het ogenblik trouwens ook al voor,
als verkeersdeelnemers op bepaalde momenten, wan
neer de file bijzonder groot is geworden, zo gauw mo
gelijk bij Goutum men wil niet wachten de weg
over Boxum etc. pikt. Ik waarschuw indringend voor
de ontwikkeling van dit sluipverkeer, als er geen be
tere accommodatie -in de vorm van de weg ten zui
den van het Van Harinxmakanaal beschikbaar is.
Ik heb niet de indruk, dat ik veel aan het adres van
de heer Van der Wal behoef te zeggen. Ik kan wel aan
hem kwijt, dat wij reeds lang overleg plegen met
Dorpsbelang Wirdum (de heer Wiersma is er ook mee
bekend) over de mogelijkheid van de aanleg van een
landelijk rijwielpad tussen Wirdum en ik dacht
een stuk Goutum. Daar liggen oude paden; die hebben
inmiddels hun functie verloren en wij hebben nage
gaan, of we daarmee een rijwielpadenplan kunnen ont
wikkelen. Dan kan men vanaf Goutum zijn aansluiting
met de stad weer krijgen via de aanwezige bruggen.
Dit was hetgeen ik in eerste instantie zou willen
zeggen. Ik beveel de Raad dus dringend aan vanavond
wel het plan aan te nemen, zoals het hem is voorge
legd.
De hear Miedema: In „voorstel van orde". Soene
Jo, mynhear de Foarsitter, tastean wolle, dat wy nei
it skoft mei dit Onderwerp fierder geane? Dan kinne
wy miskien earst in pear oare punten bihannelje. Hwant
as wy it yndied hielendal forkeard bigrepen hawwe,
dan haw ik bihoefte oan fraksje-oerliz.
De Voorzitter: Ik heb daar geen bezwaar tegen.
We zijn toch vlak voor de pauze. We kunnen nog een
paar kleine punten afdoen en dan kunnen we straks
dit punt naar ik hoop, in vrij snel tempo af
handelen.
Punten 10 en 11 (bijlagen nos. 5 en 6).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 12 (bijlage no. 18).
De heer Van der Wal: Ik wilde alleen even vragen,
waarop de twijfel is gegrond, dat de uitgaven voor de
derde fase niet binnen de exploitatie van het bestem
mingsplan kunnen worden gedekt. Ik zou ook willen
weten, waarom het ruige speelterrein buiten deze der
de fase is gebleven.
De heer Tiekstra (weth.)Fase 3 dient voor het
bouwrijp maken en de ontsluiting van het bewonings-
gebied en het ruige speelterrein zal uiteraard in een
andere fase wel aan de orde komen. Ik weet niet pre
cies, hoe het zit met de eigendom; ik dacht, dat op de
voor het speelterrein geprojecteerde plaats een huisje
staat; ik zou dat even moeten nakijken. Antwoord op
de vraag, hoe de exploitatie-opzet precies uitkomt, is,
gegeven de enorme financiële onzekerheden, waarin het
tegenwoordige geslacht voortdurend leeft, niet te ge
ven. En dat is de grondslag voor de twijfel die in de
raadsbrief is neergelegd.
De heer Van der Wal: Ik zou graag willen weten,
welke de consequenties zijn, als de uitgaven voor de
derde fase niet binnen de exploitatie van het bestem
mingsplan kunnen worden gedekt.
De heer Tiekstra (weth.): De gemeente Leeuwar
den is natuurlijk nog niet failliet, maar wel art. 12
en de consequentie daarvan is uiteraard, dat voor het
tekort, dat de uitvoering van de derde fase oplevert,
dekking zal moeten worden gezocht binnen het totaal
van de grondexploitatie. (De heer Iï. P. van der Veen:
Dat is een kleinigheid.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 13 (bijlage no. 8).
De heer Van der Wal: Kunt U iets zeggen over de
termijn, waarop de reconstructie van het Vrijheidsplein
gepland is?
De heer Tiekstra (weth.): Ik kan daar geen enkel
zinnig woord over zeggen. Er zal eerst een bestem
mingsplan moeten komen (de heer Van der Wal is
ermee bekend; het is reeds eenmaal in de Commissie
Ruimtelijke Ordening geweest), vervolgens een uit
voeringsplan, dan zullen er centen moeten komen en
wie ben ik, dat ik mij kan uitlaten over de vraag, of
dat binnen 5 of binnen 10 jaar het geval zal zijn?
De heer Van der Wal: Dan zou ik ervoor willen
pleiten, dat er toch zo snel mogelijk een desnoods
tijdelijke verkeerslichteninstallatie komt. Trouwens
bij een soortgelijke kruising: Dammelaan-Jelsumer-
straat-Wollegaast, is zo'n installatie ook hard nodig.
De heer Tiekstra (weth.)Bij de laatste door de
heer Van der Wal genoemde kruising is een verkeers-
lichteninstahatie harder nodig dan bij het Vrijheids
plein, hoe hard het ook moge klinken in de oren van
de heer Van der Wal, als ik dit zeg.
De Voorzitter: De zaak heeft dus de aandacht.
Heeft niemand er bezwaar tegen, dat wordt gehandeld
overeenkomstig de laatste alinea van de raadsbrief
De Raad heeft hiertegen geen bezwaar.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
9
Punt 14 (bijlage no. 19).
De heer Van Haaren: Naan aanleiding van punt 2
(de woning Spanjaardslaan 76) vraag ik mij af, of de
procedure in deze zaak nu wel juist is. Een totaal on
bekende figuur heeft zich als gegadigde aangemeld;
die moet zelf f 15.000,in het pand investeren en
krijgt dan de toezegging, dat hij de woning kan huren,
waarbij de huur wordt vastgesteld op f 250,Ik
dacht, dat de gegadigde er vrij goedkoop aan komt,
maar wat ik minder juist vind, is, dat dit ergens toch
weer helemaal niet open wordt gespeeld. We weten
niet wie de huurder is. Is er vooroverleg geweest? Ik
zou zeggen: Moeten we niet een geheel andere proce
dure hebben Ik denk aan de procedure ten aanzien
van het molenaarshuisje achter de Prinsentuin. (De
Voorzitter: Dat is niet aan de orde.) Ik zou een pro
cedure willen, die gelijk is aan die ten aanzien van het
punt dat ik niet mag noemen (Gelach), wat er dus op
neerkomt, dat de Gemeente in zo'n pand investeert
wat er in geïnvesteerd moet worden. Je komt dan op
een bepaald bedrag en op grond van dat bedrag kun
je dan komen op een bepaalde huurprijs; dan kunnen
de gegadigden zich melden en er dient gewoon geloot
te worden door de verschillende gegadigden. Dat vind
ik een veel opener, veel betere en veel efficiënter
procedure.
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsina: Dat de gegadigde
er nu zo goedkoop aan komt, geloof ik niet. Wij vin
den het wel wat onzakelijk, dat er staat: „mits de
huurprijs een bedrag van f 250,niet te boven gaat."
Wij wilden graag weten: Blijft dat dan zo of is die
prijs onderhevig aan 6 pet. huurverhoging? Hoe rege
len we dat verder? (De hear Klomp: Hierharmoni-
saesje!
De heer Tiekstra (weth.)Ik kan deze vragen vrij
duidelijk beantwoorden. Het punt dat de heer Van
Haaren noemde en wat hij niet mocht noemen, is juist
de aanleiding geweest om ten aanzien van het onder
havige pand niet dezelfde procedure toe te passen. Dat
is lering geweest voor een volgende keer. Als wij van
onze monumenten geen puinhopen willen maken, moe
ten we het op deze manier doen, want anders kom je
niet uit de ellende. De heer Van Haaren moet zich ook
rekenschap geven van het feit, dat, als wij met een
redelijke huur voor de dag willen komen, dit altijd
gepaard gaat met een investering van de gegadigde.
En dan blijft het in dit geval een minimale woning op
een begraafplaats. (De heer Van Haaren: Een prach
tige omgeving.) (De heer B. P. van der Veen: Het
is wel rustig.) Ik weet niet, of dat nu juist de sfeer
is, waar de heer Van Haaren reeds naar verlangt; die
indruk heb ik niet, maar dat laat ik verder in het mid
den. Het blijft echter een minimale woning. En nu we
het met deze gegadigde eens zijn, zou ik dus dringend
aan de Raad willen verzoeken, als men de restauratie
van dit pandje veilig wil stellen, vanavond wel te be
sluiten overeenkomstig het voorstel van B. en W.
Uiteraard gebeurt de vaststelling van de huurprijs on
der voorbehoud van de huurverhogingen, mevr. Bran
denburg, die zich straks eventueel zullen voordoen.
Het is niet een huur, die voor de eeuwigheid wordt
vastgesteld. Dat lijkt mij ook wat moeilijk.
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Ik ben het niet
eens met de opmerking van de Wethouder, dat de
procedure bij het molenaarshuisje zodanig is, dat wij
daardoor monumenten tot puinhopen laten vervallen.
Ik dacht, dat het niet aan de regeling lag. We kun
nen misschien in het vervolg best weer eens zo'n rege
ling hebben, maar dan wens ik de Wethouder wat
meer haar op de tanden toe. (Gelach)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering
voor de eerste koffiepauze.
De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de vergade
ring.
De heer Visser heeft de vergadering verlaten.
Punt 9 (voortzetting).
De Voorzitter: De heer Miedema heeft gevraagd
enig fractieberaad te mogen houden. Daar zijn we mee
akkoord gegaan. Dus thans is de tweede instantie
aan de orde.
De hear Miedema: Wy hawwe fraksjebiried hal
den; de hear Wethalder hat fierwei it greatste diel
fan myn fraksjc oertsjüge fan syn stanpunt, mar
persoanlik bliuw ik in great tsjinstanner fan de dyk
südlik fan it Van Harinxmakanael. Ik wol noch efkes
yngean op it bitooch fan de hear Tiekstra. Hy hat
steld: dizze dyk hat in fordielende funksje. Al it for-
kear dat fan de provinsiale wei óf komt, kin fia
Drachten nei Grins óffloeije. Yndied, dat wol sizze de
forkearsdielnimmers dy't dêr bilang by hawwe, mar
ik tocht, dat it greatste diel, üt de südwesthoeke kom-
mend, nei Ljouwert woe en fia de Van Harinxmabrêge
Ljouwert yngiet. En it forkearsoanbod op dat punt
yn oanmerking nimmend, achtsje ik it persoanlik ün-
forantwurde dêr mear forkear oan to lüken en ik fyn
it dus forkeard, dat dizze dyk oanlein wurdt.
Fierder noch in inkele opmerking oer de rekréa-
tive strook. Der is sein: Dêr hoege gjin beammen op;
dat kin wol mei grien, mar ik freegje my dochs öf,
hoe't jo as Gemeente yn in lan as Fryslan de need-
saek sjogge kinne om 10 ha grien oan to lizzen. It is
allegearre grien hwat jo sjogge. (Laitsjen) Dan dogge
jo dochs echt net in ütfining. (De hear Ten Brug
(weth.): Dan hoecht der neat foroare to wurden.
Jo moatte nou fierder mei de tarieding en as jo nou
20 m rekréaesjestrook oankeapje en derby rekkenje
de breedte fan de dyk en de bjirm dat is dus mei-
inoar in tige brede strook dan sit dêr it greate
gefaer yn foaral yn it westlik stik leit tusken it
kanael en de bisteande Boksumerdyk in frij smelle
stripe dat de eigeners sizze: „As Jimme safolle
hawwe wolle, dan binne wy net genegen in strook to
forkeapjen, keapje dan alles mar." Ik tocht, dat it fan
réaliteitssin tsjüge, dat Jo allinnich de breedte fan
de dyk oankochten, dy't nei tsjin de eigendom fan
Provinsiale Wettersteat oan leit, en dan in öfskie-
dinkje makken; dan is de Fryske lanbou wol genegen
hwat der oerbliuwt grien to hélden. Dan hawwe wy
as Gemeente dêr echt gjin soargen oer. Hwat de oan-
liz fan de rekréaesjestrook oanbilanget, soe ik it
Kolleezje dochs bisünder oanbifelje wolle dy yn elts
gefal net to réalisearjen.
De heer J. de Jong: De Wethouder heeft zeer
breedvoerig geantwoord, maar hij heeft mij niet over
tuigd en dat zal hij wel niet erg vinden. Hij stelt, dat
de nu bestaande rondweg oorspronkelijk een heel an
dere functie had, maar als deze weg aansluit zowel
op de weg naar Harlingen, de weg naar het zuiden en
de weg naar het oosten, dan kan ik mij niet begrijpen,
dat de leden van de toenmalige Raad en daar zat
de Wethouder ook in zo naïef zijn geweest niet te
weten, dat natuurlijk het aankomende verkeer niet
dwars door de stad zou kruisen, maar een vrije baan
zou nemen. Dat is voor mij althans absolute logica.
De verdediging van de Wethouder kan ik bepaald niet
bewonderen.
Verder heeft de Wethouder gesteld, dat de
weg ten zuiden van het Van Harinxmakanael met
deskundigheid is gepland. Ik zal dat beslist niet be
strijden, want wie ben ik?J Maar deskundigheid en lo
gica ik heb het zojuist in de koffiepauze ook al ge
zegd zijn twee dingen. En ik dacht, dat de logica
vandaag-de-dag toch wel was, dat, als je ziet, waar
een rondweg voor gebruikt wordt, n.l. voor het door
gaande verkeer, je niet vlak tegen die rondweg een
tweede aanlegt. Ik heb zostraks ook al gesteld, dat je
dan met dezelfde narigheid komt te zitten. Ik wil er
niet zoveel woorden meer aan besteden. Ik kom met
een motie en dan zien we wel.
„De Raad op 8 januari in vergadering bijeen etc.;
besluit: gegrond te verklaren de bezwaren ingediend
door de heer Olthof e.a. en de heer R. de Jong en dien
tengevolge de verkeersweg ten zuiden van het Van
Harinxmakanaal uit het plan te schrappen."
De motie is getekend door mevr. Dijkstra en de
heren Miedema, Singelsma, Hiemstra, Van der Wal
en mij.