3T* -r-™*'
14
den met de wensen en de mogelijkheden van de woon
wagenbewoners zelf (zie blz. 2, le en 2e alinea van
de brief). Dan vraag ik met de heer Bouma: Waar is
nu de inspraak geweest van de woonwagenbewoners
zelf bij deze concept-regeling die nu al bij de stukken
ligt en die daar ligt als een panklaar stuk waarover
men dan nog wel eens kan discussiëren als Gemeente
raad, maar waarin de woonwagenbewoners zelf hele
maal niets te zeggen hebben gehad
Bij art. 2, sub 2 in de concept-regeling is sprake van
16 plaatsen in Leeuwarden; ik meen, dat er in het ver
leden steeds is gesproken over 18 plaatsen. Waar zijn
die 2 plaatsen gebleven?
Verder heeft de heer Bouma er al op gewezen, dat
in het bestuur van de woonwagencentra de gemeenten
vertegenwoordigd zijn en niet de woonwagenbewoners.
Ik zou ook willen weten of de vergaderingen van dit
bestuur openbaar zullen zijn; kunnen de woonwagen
bewoners zelf eens gaan luisteren naar wat er over
hun wordt beschikt
Ik sluit me ook aan bij de vraag van de heer Bou
ma: Zijn de inspraakmogelijkheden alleen beperkt tot
de coördinatie-commissie? Ik vind, dat dit punt veel
meer en veel beter uitgewerkt dient te worden.
Ik zeg met de heer Bouma: In principe akkoord
met deze regeling die een grote verbetering is ten
opzichte van de oorspronkelijk voorgestelde regeling
die het einde betekende van de kleine kampen en een
grote concentratie in regionale kampen beoogde. Maar
vooral m.b.t. de kwestie van de inspraak van de woon
wagenbewoners zelf die wordt door de Minister
voorgestaan hebben wij toch nog allerhande vragen
en ook allerhande twijfels.
De hear Klomp: Nei oanlieding fan dit foarstel bin-
ne der ek by üs in tal fragen riisd. De fragen dy't de
hearen Bouma en Van Haaien al steld hawwe, sil ik
fansels net herhelje.
De wichtichste fraech is foar üs: Hokker konse-
kwinsjes hat de nije regeling foar it Ljouwerter wen-
weinkamp? Wy hiene bisletten, dat it in sletten kamp
wurde soe. Mar as der nou by üs in plak frij komt,
kin dan ien fan de oare dielnimmende gemeenten oan
de regeling dat plak ynnimme litte troch in wenwein
üt dy gemeente, soks op groun fan art. 2, lid 3? Of
is it de bidoeling om, as der hjir in plak frij komt,
gebrük to meitsjen fan art. 16, lid 3, om it maksimum
hjir fan 16 op 15 to bringen? Yn dit forban is it ek
fan bilang to witten hwerom B. en W. yn it riedsbrief
hyltiten sprekke fan plm. safolle stanplakken. Foar
Ljouwert stiet der dus: plm. 16; yn de regeling stiet:
maksimael 16. Hwerom hawwe B. en W. dat „maksi-
mael 16" net oernommen yn it riedsbrief?
Kin de Wethalder ek noch hwat fortelle oer de
finansiéle konsekwinsjes dy't de nije regeling hawwe
sil foar de kampbiwenners Ik haw üt it riedsbrief
opmakke, dat, hwat de Gemeente oanbilanget, de rege
ling fordieliger wêze sil. Of bin ik dêr mis mei?
Ta bislüt noch dizze fraech: Is de nije regeling foar
de wenweinbiwenners wol better as de aide? Ik bidoel
dit. Neffens de aide regeling soe der yn Smellingerlan
in great kamp komme mei allerhanne goede foarsjen-
ningen. Nou sil der yn Smellingerlan in folie lytser
kamp komme. Krijt dat kamp by de nije regeling ek
like goede foarsjenningen as by de aide?
De heer Weide (weth.)Het is zo, dat ik m.b.t.
enkele vragen een vaag antwoord zal moeten geven
dat moet U mij niet kwalijk nemen omdat wij nog
niet vertegenwoordigd zijn in het openbaar lichaam.
Als de Raad vanavond akkoord gaat met de principe
uitspraak, dan zal ondergetekende lid worden van het
dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, zodat dan
onze invloed m.b.t. het beleid aanzienlijk zal worden
vergroot; tenminste als U dat vertrouwen in mij stelt.
(De heer Vellenga: Sommige collega's van U aarze
len een beetje, geloof ik.) (Gelach) (De Voorzitter:
Nee, dan kan ik ontkennen.) Mocht het zo zijn, dan
vechten we er intern nog wel eens over.
Nu even de financiële kant van deze zaak. De rege
ling is tot stand gekomen in nauw overleg tussen de
betrokken gemeenten, de woonwageninspectie en
C.R.M. Het overleg met de woonwagenbewoners heeft
nog niet plaats gehad, maar daar kom ik zo nog op
terug. C.R.M. zal in fasen 90 pet. van de investeringen
subsidiëren. Dit houdt voor ons dan in tenminste
dat veronderstellen wij; wij gaan daar ook van uit
dat de kapitaalslasten van de investeringen die wij in
de afgelopen twee jaar hebben gedaan ik noem
een rond bedrag: f150.000,vanaf het moment
van toetreding in de totale regeling zullen worden
meegenomen. Binnen het openbaar lichaam is op het
ogenblik in discussie hoe de inkomsten zullen worden
geregeld; dit zal stellig naar het aantal inwoners wor
den berekend. Bovendien zullen de woonwagenbewo
ners zelf ook een bijdrage voor de gemeenschappelijke
regeling moeten geven.
Ik ben blij, dat de Raad akkoord kan gaan met het
genuanceerde woonwagenbeleid zoals dat in de ge
meenschappelijke regeling aan U wordt voorgelegd.
Wij vragen van U echter vanavond niet meer dan een
principe-uitspraak. Het is de bedoeling, dat er een co
ordinator zal worden aangesteld. Deze zal zich als
full-timer met de problematiek van de woonwagen
bewoners bezig houden en zal worden begeleid door
een commissie samengesteld uit vertegenwoordigers
van talloze maatschappelijke instanties om de proble
matiek van de woonwagenbewoners intensief te kun
nen behandelen.
Wat is nu de invloed van de Gemeenteraad? Die
invloed is conform de gemeenschappelijke regeling.
Wij hebben in het verleden al eens gediscussieerd over
de voor- en nadelen van gemeenschappelijke regelin
gen. U geeft het College toestemming zitting te ne
men in het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam
en de Raad heeft te allen tijde de bevoegdheid met
het College over deze aangelegenheid te discussiëren.
De heer Bouma heeft gevraagd waarom de Commis
sie Opbouwwerk niet is ingeschakeld. Deze commis
sie heeft zich in het verleden bijzonder intensief bezig
gehouden met de problematiek van de woonwagen
bewoners. Wij hebben ook talloze gesprekken gehad
met de Kampraad van het kamp. Daarbij ging het
omdat dat voor de bewoners het belangrijkste was
vooral om de voorzieningen in het kamp, maar er is
ook duidelijk gesproken over de oorspronkelijke ge
meenschappelijke regeling. De bewoners hebben om
dat er een duidelijke erkenning van hun kamp in zat
daartegen geen bezwaar gemaakt. De nieuwe rege
ling wijkt wat hun positie betreft, niet zoveel af van
de oude; het Leeuwarder kamp is een sub-kamp ge
worden en heeft dus een duidelijke erkenning gekregen
in het totale woonwagenbeleid. Dat is voor mij reden
geweest deze aangelegenheid niet in de Commissie Op
bouwwerk te doen behandelen. De nadere uitwerking
van het geheel die komt aan de orde als wij zijn
toegetreden; dan zijn wij direct bij het beleid betrok
ken zal ik wel met de Commissie Opbouwwerk be
spreken.
De heer Van Haaren heeft een vraagteken ge
plaatst bij de inspraakmogelijkheden van de woon
wagenbewoners. Via het dagelijks bestuur van het
openbaar lichaam, dat al functioneert, weet ik, dat
men het voornemen heeft in Friesland één hearing te
houden over het totale woonwagenbestel m.b.t. het
regionale kamp en dat men in de sub-kampen aparte
hearingen wil houden. Daarbij kan dus in nauw over
leg met de woonwagenbewoners zelf een en ander
worden doorgesproken.
De heer Van Haaren heeft ook nog even gevraagd
naar het aantal plaatsen op het kamp in Leeuwarden.
In het verleden waren er inderdaad 18 plaatsen. In
middels zijn er twee gezinnen vertrokken; de vrijge
komen ruimte is in beslag genomen door de voor
zieningen die in het kamp zijn aangebracht. Er moest
een herindeling plaats vinden in verband met het
sloopveldje; bovenden zijn er toiletgebouwen en bij
gebouwtjes geplaatst. Daardoor is het aantal plaatsen
dus terug gebracht tot 16.
Het is mij niet bekend of de vergaderingen van het
dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van het
openbaar lichaam in het openbaar zullen plaats vin
den. Ik wil dit punt graag, zodra wij in het bestuur
opgenomen zijn, aan de orde stellen.
De heer Klomp heeft nog even gevraagd naar de
consequenties van de regeling voor het Leeuwarder
kamp. De regeling brengt mee, dat het kamp de vol
ledige status van woonwagenkamp krijgt; die status
15
had het in het verleden niet. Dit betekent dus een
duidelijke erkenning binnen het totale woonwagenbe
leid, ook door het Ministerie. Dit houdt ook in, dat
vrijkomende plaatsen in dit kamp ingenomen kunnen
worden door nieuwe bewoners, maar meer dan 16
plaatsen zullen niet zijn toegestaan. Mochten zich meer
bewoners melden, dan zullen die worden doorverwe
zen naar het regionale kamp of naar een van de an
dere sub-kampen.
De heer Klomp heeft ook gevraagd naar de finan
ciële consequenties voor de kampbewoners. Er zal
een tarievenstelsel worden ingesteld; overleg daar
over met de kampbewoners zal geschieden in de vorm
van een hearing.
Ik dacht en hiermee besluit ik dat deze nieu
we regeling de woonwagenbewoners meer houvast
geeft, dan de oude.
De heer Bouma: Nog een paar kleinigheden. De
Wethouder zegt, dat er te allen tijd voor de Raad ge
legenheid is met het College te discussiëren. Een dis
cussie is altijd prettig, maar het is geen antwoord op
mijn vraag of de Raad nog invloed, inspraak of be
slissingsbevoegdheid heeft; discussie houdt dat niet in.
Als, wat de Wethouder heeft aangegeven, de enige
inspraak is van de woonwagenbewoners, stelt mij dat
teleur. Hij heeft gezegd, dat in de kampen een hearing
zal worden gehouden; dat vind ik wel mooi, maar dat
heeft met wezenlijke inspraak natuurlijk niets te ma
ken.
Dan nog een vraag die me in eerste instantie even
was ontschoten. In ,,de. Rider" van het Opbouworgaan
staat, dat Gedeputeerde Van Krevelen heeft gezegd:
,,Het woonwagenkamp bij Drachtstercompagnie zal
zeker niet groter worden dan 25 tot 30 wagens." In
de raadsbrief staat, dat er plaats zal zijn voor 32 tot
40 wagens. Misschien kan de Wethouder even op dit
verschil reageren. Willen wij het groter hebben?
De hear Klomp: Ik kin dus wol de konklüzje lüke,
dat, as wy dit prinsipe-bislüt nimme, wy öfstappe fan
it earder nommen bislüt, dat it Ljouwerter kamp in
sletten kamp wurde soe en dat frijkommende plakken
net wer ynnommen wurde soene? It bliuwt dus in
sub-kamp.
De heer Van Haaren: De heer Bouma heeft de vra
gen die ik wilde stellen, al gesteld.
De heer Weide (weth.): De heer Bouma heeft nog
even gevraagd naar de bevoegdheden van de Raad.
Ik heb al gezegd, dat dit een gemeenschappelijke rege
ling is. Wij zullen dus als Gemeente moeten handelen
volgens de voorschriften van deze regeling. Ik heb ook
gezegd, dat ik bereid ben als we in het dagelijks
bestuur zijn vertegenwoordigd om de gehele ont
wikkeling binnen de gemeenschappelijke regeling met
betrekking tot het woonwagenbeleid met de Commis
sie Opbouwwerk te bespreken. Wanneer er bepaalde
tegenstellingen naar voren komen, heeft de Raad al
tijd het recht het College ter verantwoording te roepen.
Wat de inspraak betreft, heb ik U meegedeeld wat
ik daaromtrent gehoord heb van het huidige dagelijks
bestuur van het openbaar lichaam. Zodra wij in het
bestuur vertegenwoordigd zijn, zullen wij wel ervaren
of dit de juiste wijze van handelen is of niet. Dat
moeten wij dan bekijken. Ik zal zeker rekening houden
met de wensen die hier zijn uitgesproken. (De heer
Bouma: Ik zou het jammer vinden, dat de contact
commissie een klachtenbus werd.) De ervaringen zul
len het ons moeten leren.
De heer Klomp heeft gelijk, dat het aanvankelijke
besluit, dat het Leeuwarder kamp een besloten kamp
zou worden en dat plaatsen die vrij zouden komen
niet weer zouden worden ingenomen, door dit besluit
teniet gedaan wordt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 15 (bijlage no. 92).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 103).
Mevr. Visscher-Bouwer: Wij zijn wel akkoord met
het voorstel in zijn geheel; de tarieven zijn wat pro
gressiever en genuanceerder geworden. Ik heb echter
nog wel een opmerking over de leeftijd van 19 jaar;
voor leerlingen jonger dan 19 jaar geldt het progres
sieve tarief, leerlingen van 19 jaar en ouder moeten
allemaal hetzelfde betalen. Ik vind die sprong bij 19
jaar erg groot. Als wij even uitgaan van de laagste
inkomensgroep daar speelt het probleem het meeste
dan wordt, als een leerling 19 jaar wordt, het tarief
meer dan verdubbeld. Men gaat hier kennelijk uit van
werkende jongeren. Maar er is ook een categorie die
nog studeert; ik denk niet direct aan studenten van
het wetenschappelijk onderwijs, maar vooral aan leer
lingen van atheneum, gymnasium die zijn soms ook
al 19 en h.b.o. Ook als men met een beurs of een
gedeeltelijke beurs studeert, heeft men het vaak niet
al te royaal. Het zou jammer zijn, dat jonge mensen
die soms nog niet eens zo lang aan het Muziekinsti
tuut studeren, moeten stoppen, om het simpele feit,
dat ze 19 jaar worden. Er staat in art. 13 dat er een
escape mogelijk is, maar ik zou graag willen weten
aan welke voorwaarden dan voldaan moet worden. Ik
zou bovendien graag weten of deze zaak ook in de
commissies aan de orde is geweest en zo ja, hoe men
er daar over dacht.
Mijn vraag aan de Wethouder is: Zou men in be
paalde gevallen geen onderscheid moeten maken tussen
werkende en studerende jongeren?
Mevr. Visser-van den Bos: Ik ben blij, dat er in
ieder geval een begin gemaakt is met het, wat de
hogere inkomens betreft, progressiever maken van de
tarieven van het Muziekinstituut. Ik zou aan dit voor
stel toch nog een aantal opmerkingen willen wijden,
omdat er bij bestudering van de tabel toch wel enige
vreemde wijzigingen blijken te zijn aangebracht. Ik
zal dit even toelichten.
Bij een schoolgeldmaatstaf minder dan f 1.000,
stijgt het tarief met f 5,daar kan ik vrede mee
hebben, het had van mij niet gehoefd. Voor de groep
tussen f 1.000,en f 1.500,blijft het tarief gelijk;
ook akkoord. De groep tussen f 1.500,en f 2.000,
moet ineens f 60,meer betalen. En de volgende
groep (tussen f,2.000,en f 2.5001hoeft maar
f 10,meer te betalen. Nu lijkt het me een beetje
ongelukkig, dat de ouders die een schoolgeldmaatstaf
heeft van f 1.500,tot f 2.000,in deze vrij dure tijd
f 60,verhoging krijgt, terwijl degenen die een school
geldmaatstaf van f 2.000,tot f 2.500,hebben maar
f 10,meer hoeven te betalen. Hetzelfde zien we ook
bij de volgende groepen in de tabelDe groep van
f2.500,tot f3.000,- - krijgt een verhoging van f70,
en de groep van f 3.000,tot f 3.500,een verhoging
van f20,Ik constateer dus opmerkelijke verschillen
die waarschijnlijk toch niet zo bedoeld zullen zijn. En
al is het een gevolg van het feit dat de groepen nu
gesplitst zijn, dan lijkt het me toch een niet te ver
kopen zaak tegenover de ouders. Ik zou het dan ook
op prijs stellen als U die zaak nog eens zou willen
bekijken. Door verschuiving zou de verdeling wat aan
nemelijker gemaakt kunnen worden.
Ik begrijp wel, dat U met treden de trap op wilt
en dat U niet ineens bij de hogere inkomens wilt ko
men tot een nog sterker progressief tarief, maar ik vind
het toch wel jammer, dat U bij een schoolgeldmaat
staf van f 4.000,opeens een zo grote groep neemt,
n.l. de groep tussen f 4.000,en f 6.000,Het maakt
ongetwijfeld verschil of men, bij eenzelfde gezinssa
menstelling f 20.000,of f 23.000,inkomen heeft.
Ik vind het gewoon jammer, dat U vanaf f 4.000,
niet werkt met sprongen van f 500,of f 1.000,
De hoogste groep is f 6.000,of meer. Ik zou nog
steeds willen pleiten voor een differentiatie boven
f6.000,(sprongen van f500,of f 1.000,zodat
we een grotere dekking krijgen van de enorme lasten
die het Muziekinstituut op ons legt. Ik dacht ook, dat
dat volkomen zou passen in de gedachte van deze tijd,
dat velen van ons verkondigen het luidkeels de
salarisverhogingen in procenten niet gerechtvaardigd
zijn omdat de mensen met de hogere inkomens daar
steeds beter van worden en de mensen met de lagere