de taak van ieder mens een ander mens zo nodig te helpen; en waarom dan niet de ene stad de andere Een andere zaak is of het mogelijk is, nu al. Ik heb de V.N.G. opgebeld en vernomen, dat er een bijeenkomst met belangstellende gemeenten is geweest, en dat de zaak nu erg moeilijk ligt. De V.N.G. is wel bezig ge gevens hierover te verzamelen. Ik zou dus B. en W. willen voorstellen om de oprichting van het betreffen de comité af te wachten en voeling te houden met de V.N.G. over eventuele mogelijkheden. Amsterdam en Rotterdam hebben contacten in resp. Hanoi en Hai phong, maar alles verloopt nog erg moeilijk. In dit stadium zou ik er voor voelen om het comité in oprich ting te berichten, dat de Gemeente zijn werkzaamhe den met belangstelling zal volgen, en dat B. en W. van Leeuwarden bereid zijn om, zodra er reële moge lijkheden voor hulpverlening zijn, overleg te plegen met het comité. Inmiddels zou het comité kunnen proberen om zelf reeds zoveel mogelijk activiteiten te ontplooien, waarbij de Gemeente vergunning zou moeten verlenen voor collectes en propaganda. De heer Vaii Haaren: Ik kan wel enig begrip op brengen voor Uw standpunt, dat de organisatie van de hulpverlening niet in de eerste plaats een taak is van het Gemeentebestuur; dat is ook wel duidelijk. Er zijn in Leeuwarden verschillende organisaties die zich bezig houden met de hulpverlening aan de be volking van Vietnam. Deze organisaties kunnen samen een comité vormen, dat zich wil gaan belasten met de hulpverlening aan een bepaalde stad of aansluiting gaat zoeken bij de hulp die bijv. door Amsterdam aan Hanoi wordt verleend. Mevr. Visscher heeft gespro ken over een comité alsof dat er al zou zijn, maar ik dacht, dat een comité, speciaal met dit doel, er nog niet was. Het moet wel mogelijk zijn, dat het Medisch Comité Nederland-Vietnam, het Comité Vietnam, poli tieke groeperingen en dergelijke n.a.v. dit voorstel van de Jeugdgemeenteraad samen gaan werken en komen tot de oprichting van een comité voor dit doel. Be langrijk is het dan echter te weten of B. en W. in prin cipe bereid zijn aan een door het op te richten comité te organiseren hulpverlening mee te werken. Amster dam en nog zes andere steden hebben Vietnamese steden geadopteerd. De collecte in Amsterdam bracht f 97.000,op. Burgemeester Samkalden heeft zich per soonlijk voor deze actie ingezet, terwijl de gemeente Amsterdam allerlei faciliteiten voor de actie heeft ver leend. Daarom vraag ik U, als U van oordeel bent, dat niet in de eerste plaats hier een taak voor de Gemeen te is weggelegd, of U dan wel en dan sluit ik me aan bij mevr. Visscher wilt erkennen, dat er in Vietnam hulp moet worden verleend. Bent U dan ook bereid om aan een hulpverleningsactie, eventueel in de vorm van adoptie van een Vietnamese stad, Uw me dewerking te verlenen Het zou bijv. kunnen in de vorm van morele steun door er als B. en W. volledig achter te gaan staan, of, zoals Amsterdam heeft ge daan, door het verlenen van allerlei faciliteiten. Mevr. Dijkstra-BethlehemIk zou ook iets willen zeggen over de brief van de Jeugdgemeenteraad. Het voorstel, dat in de brief wordt gedaan om te onder zoeken of onze gemeente eventueel een Vietnamese stad kan adopteren, vind ik, gezien de beweging die al reeds in Leeuwarden is geweest en nog doorgaat, alles zins redelijk. Ik zou willen wijzen op de vrij grote de monstratie die op 6 januari j.l. heeft plaatsgevonden, op de financiële bijdragen aan een collecte welke ook in onze gemeente onder leiding van een plaatselijk comité goed is geslaagd. Ik zou ook nog willen wijzen op de verdere activiteiten van dit Vietnamcomité. Ge bleken is wel, dat de bevolking van onze gemeente bereid en in staat is om datgene wat in de brief van de Jeugdgemeenteraad gevraagd wordt te onderschrij ven. B. en W. stellen zonder meer voor om de brief voor kennisgeving aan te nemen; de hoofdreden daar van zou zijn, dat hier niet een taak ligt voor het Ge meentebestuur. Gezien de noodzaak i.v.m. de heersende toestand in Vietnam en de activiteiten die reeds ont plooid zijn, ben ik het met het standpunt van B. en W. niet eens. Er heeft een behoorlijke activiteit rondom het vraagstuk Vietnam plaats gevonden, er zijn verder gaande activiteiten van het reeds lang bestaande Viet namcomité in onze gemeente; er zal bijv. een voorlich tingsavond plaats vinden op donderdag, 24 mei in het jongerencentrum Ruiterskwartier. Gelukkig is ook de Jeugdgemeenteraad van mening, dat een onderzoek naar de mogelijkheden van hulpverlening moet worden ingesteld. Gezien de hele siuatie ben ik van mening, dat het alleszins redelijk en juist is om in deze Raad te besluiten, dat een zodanig onderzoek serieus moet plaats vinden. Dat zou kunnen beginnen met het orga niseren van een bespreking van de Raad met de Jeugd gemeenteraad en het Vietnamcomité. Alleen op deze wijze kan je, dacht ik, het voorgestelde onderzoek in werkelijkheid doen plaats vinden. Het dooddoenertje hier is geen taak voor de Gemeente, is hier niet op zijn plaats, gezien de grote levensvraagstukken in Vietnam. De heer Van Haaren heeft er al op gewezen, dat ook in ons land een groot aantal gemeenten reeds zijn over gegaan tot het adopteren van een stad in Vietnam. De heer Heidinga: In Uw oordeel over de brief van de Jeugdgemeenteraad staat, dat de eventuele hulpver lening niet in de eerste plaats een taak is van het Ge meentebestuur. Het ligt dus een beetje anders dan mevr. Dijkstra net zei. U zegt niet, dat het geen taak kan zijn. De heer Van Haaren heeft het, geloof ik, wat beter bekeken. Wij zijn het wel eens met hetgeen B. en W. stellen, maar dat sluit niet uit. dat wij wel oog hebben voor de noodzaak, dat onze wereld hulp kan en moet verlenen aan de noodgebieden in Vietnam. Maar wij zijn het met B. en W. eens, dat het veel beter zou zijn als dit via een plaatselijk initiatief, niet speciaal door deze Raad, zou worden ontwikkeld. Over het al gemeen genomen is dat beter. Alles wat de burgerij, de gewone man laat liggen en wat noodzakelijk is, wel, daar treden wij in, want dat moet gebeuren. De over heid treedt over het algemeen in in hetgeen de burgerij laat liggen en wat per se moet en behoort te gebeuren. (De heer Ten Brug (v/eth.Dat zei Thorbecke ook al; die zei: de overheid is er voor politie en justitie. Een echte liberaal.) Nou, ik zou zo een hele lijst kun nen opnoemen, maar dat is helemaal niet aan de orde. Als hier ii> de stad -en dat is het geval reeds veel mensen zich inspannen voor deze zaak ik denk aan de grote demonstratie, de collectes, enz. dan ligt het voor de hand, dat een initiatief uit de bevolking veel beter tot zijn recht zal komen, dan een initiatief uit de Gemeente; de taak ligt ook veel meer bij de burgerij. Dat neemt niet weg, dat wij wel van mening zijn, dat, als er straks een comité is ik twijfel er niet aan, dat dat comité uit de bevolking er vlot zal komen dat comité wel een beroep moet kunnen doen op de Gemeente; de Gemeente zal via de haar ter beschikking staande kanalen mee moeten werken, stimulerend mee moeten werken. De heer B„ P. van der Veen: Wij zijn gekozen door de burgerij van Leeuwarden en uit de burgerij van Leeuwarden om geen andere functie te vervullen, dan het belang van Leeuwarden, de huishouding van Leeu warden te behartigen. Daar valt dit ongetwijfeld bui ten. Als dit er niet buiten zou vallen, dan valt er in principe niets meer buiten. Het is duidelijk, dat wij hier geen enkele taak hebben. Het advies van Uw College is bepaald goed. Dat wordt niet anders als een aantal kleinere of grotere gemeenten een verkeerd standpunt hebben ingenomen. Ik ben dus van mening, dat, on danks de verhalen van de dames en heren die hierover gesproken hebben, het voorstel van B. en W. aange nomen moet worden. Ik moet zeggen, dat het verhaal van de heer Heidinga mij niet duidelijk gemaakt heeft wat nu eigenlijk precies zijn standpunt is, maar ik dacht, dat dat ook minder belangrijk was. De Voorzitter: Allereerst zou ik willen aansluiten op een opmerking die de heer Van Haaren zeer terecht heeft gemaakt, toen hij er op attendeerde, dat het Col lege van B. en W. in de mededelingen heeft gesteld, dat het niet in de eerste plaats een taak is van het Gemeen tebestuur. Ik dacht, dat wij daarmee duidelijk hebben aangegeven, dat wij niet van mening zijn, dat hier geen taak voor de Gemeente zou kunnen liggen. Wij zijn van mening, dat het in dit stadium niet erg zinvol zou zijn om bepaalde uitspraken te doen, waarvan we de gevol gen nog niet kunnen overzien. Het gaat ook om een moeilijke materie. Het is U waarschijnlijk bekend, dat men in een aantal gemeenten heeft getracht tot een be- 3 paalde hulpverlening te komen; die is niet al te best van de grond gekomen. Het is inderdaad bekend, dat steden als bijv. Amsterdam en Rotterdam een stad in Vietnam hebben geadopteerd. Maar ook daar is daad werkelijk nog weinig van terecht gekomen. Op een ver gadering die in Den Haag heeft plaats gehad mevr. Visscher wees daar al op is gebleken, dat men tracht tot contacten te komen en iets tot stand te brengen, maar dat men nog weinig heeft kunnen ef fectueren. Wij zouden willen afwachten of er werkelijk een comité tot stand komt in Leeuwarden. Komt dat er, dan zouden wij kennis willen nemen van zijn plan nen. Als dat comité een beroep zou doen op de Ge meente om ergens behulpzaam mee te zijn, dan zouden wij daar echt wel over willen praten. Het lijkt mij echter niet direct noodzakelijk nu al een standpunt in te nemen t.a.v. de vraag of wij wel of niet zullen gaan meewerken. Als een comité iets tot stand kan brengen ten bate van de hulpverlening aan mensen in een gebied waar zo lang oorlog is gevoerd, zullen wij zeker bereid zijn overleg te plegen om na te gaan of wij ook ergens mee van dienst kunnen zijn. Ik ben het niet helemaal eens met de heer Van der Veen die meent, dat hier totaal geen taak voor de Ge meente kan liggen. Er zijn vorig jaar door de Minister bepaalde uitspraken gedaan i.v.m. dit soort contacten. Er is uitgesproken, dat een gemeente niet zonder meer kan besluiten een bedrag voor hulpverlening beschik baar te stellen. Zo'n besluit zou stellig worden afgewe zen. Maar anderzijds, wanneer men behulpzaam wil zijrj in die zin, dat dit inhoudt, dat wij ons als Leeu warder gemeenschap betrokken voelen bij een gebeuren ergens in het buitenland, dan kan daar op een bepaald moment wel degelijk een taak voor ons gezamenlijk liggen. Ik geloof, dat ik hiermee wel kan volstaan. Ik heb de verschillende opmerkingen wel beantwoord. Mevr. Dijkstra is erg scherp geweest, maar zij heeft m.i. niet begrepen wat wij geschreven hebben. Wij zijn bereid de Jeugdgemeenteraad mee te delen, dat, als het comité straks bepaalde activiteiten wil ontplooien, men met ons overleg kan komen plegen. Dat is ook prettiger, dan zonder meer mee te delen, dat wij de brief voor kennisgeving aannemen. Mevr. Dijkstra-BethlehemU heeft ook niet begre pen wat ik zei. U heeft het over een comité dat mis schien nog komt. Ik heb straks gezegd, dat er al een halfjaar een comité bestaat. Het heeft al vele activi teiten ontwikkeld. Ik heb de voorlichtingsbijeenkomst genoemd die de volgende week wordt gehouden in het Ruiterskwartier. Wanneer U de kranten goed gelezen had, had U geweten, dat er in Leeuwarden een Viet namcomité is. De Voorzitter: U kunt gerust zijn. Ik neem echt dag in dag uit kennis van hetgeen in de kranten wordt geschreven. Of inderdaad het comité, dat mevr. Dijk stra bedoelt, hetzelfde is als dat waar de Jeugdge meenteraad op doelt, betwijfel ik; en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Maar ik wil het wel ruimer stellen. Als er een comité komt, dat de hulp van het Gemeen tebestuur inroept, dan zullen wij in principe bereid zijn de helpende hand te bieden als het ligt in het patroon zoals ik zojuist heb uiteen gezet, ongeacht welk comité het is. Besloten wordt de Jeugdgemeenteraad te berichten overeenkomstig het door de Voorzitter gestelde. Sub H en I. Besloten wordt overeenkomstig het door B. en W. voorgestelde. Punten 3 t.ejn. 7 (bijlagen nos. 137, 132, 135, 140 en 136). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 7a (bijlage no. 143). De heer Knol: Wij hebben een voorstel voor ons liggen om voor f 3.780.000, bouwterreinen te verko pen aan een bedrijfspensioenfonds. Deze bouwterreinen liggen in het plan Aldlan-oost waar we als Gemeente zo'n 23 miljoen in de grond gaan stoppen t.b.v. een nieuwe woonwijk. Deze 23 miljoen moet, als het een beetje kan, weer boven water komen, reden waarom dit voorstel nu voor ons ligt als een eerste verkoop in dit gebied. Zonder inzicht in de totale kosten en de verwachte baten is het voor een raadslid moeilijk om deze transactie te kunnen beoordelen. Nu is de Com missie voor het Grondbedrijf o.a. belast met het wat dieper uitspitten van dit soort zaken waardoor een advies van deze commissie wellicht zwaar kan wegen bij zo'n beoordeling. Welnu, deze commissie heeft in september vorig jaar een gunstig advies over deze transactie uitgebracht in de veronderstelling, dat haar toen alle gegevens bekend waren gemaakt die hier mede verband hielden. Hierna is prompt een aanbie ding aan het bedrijfspensioenfonds gedaan, een aan bieding die begin mei is geaccepteerd; een aanbieding en een acceptatie waaraan achteraf moeilijk te tornen valt. Feit is evenwel, dat op dit moment de Commissie voor het Grondbedrijf nog steeds niet alle gegevens ter beschikking staan die nodig zijn om een goede be oordeling te maken van de grondprijscalculatie in het gebied Aldlan-oost. Het gaat mij te ver om hier op dit moment nader op in te gaan; wellicht kan dit bij een eerstvolgende begrotingsvergadering gebeuren. Gelet evenwel op de gevolgen die het niet doorgaan van deze transactie zou kunnen hebben, menen wij toch wel onze goedkeuring te moeten geven. De woningmarkt in de nieuwbouw zal ook in Leeu warden binnenkort met leegstandproblemen te maken krijgen, waarbij enerzijds de gepeperde huren een grote rol spelen en anderzijds het nog steeds afnemende in woneraantal van invloed is. Dat ook het bedrijfpen- sioenfonds in dit geval nog een slag om de arm houdt, komt, dacht ik, tot uitdrukking in punt 17 van de koopvoorwaarden. Hierbij wordt n.l. gesteld: „De koop overeenkomst vervalt indien zou blijken, dat de reali sering van de bouwplannen geen doorgang kan vin den." Het is mij echter onduidelijk hoe deze voorwaar de te rijmen valt met punt 4 van de koopvoorwaarden. Dat luidt n.l.: ,,De koopster is verplicht ervoor te zor gen, dat de op de verkochte grond geprojecteerde be bouwing binnen drie jaar na de datum van de eigen domsoverdracht van de grond ten genoege van B. en W. van Leeuwarden wordt voltooid." Ik zou graag van het College vernemen wat de bedoeling van deze, vol gens mij tegenstrijdige, voorwaarden is. Ik heb het punt huren net al even aangestipt. In verband daarmee zou ik graag tevens van het College willen weten welke huren bij dit woningbouwproject uit de bus komen rollen. Want ik ben zelf eens even aan het rekenen gegaan en ik kom op een huur van ten minste f 450,per maand. Ik zal proberen uit te leggen hoe ik hierop kom. Ruim drie weken geleden heb ik vragen gesteld aan het College over de huren van de woningwetwoningen in Aldlan-oost. Tot op he den heb ik op deze vragen nog steeds geen antwoord gekregen. Misschien waren het moeilijke vragen. Daar om ben ik hier maar zelf aan het rekenen geslagen. Ik kom dan voor de woningwetwoningen op huren die ongeveer 40% hoger liggen dan de gemeentelijke voor lichtingsdienst aan „de Grote Klok" hangt. Dat worden dan huren tussen de f 300,- en f 360,per maand. Hiervan uitgaande, en rekening houdende met het re- kenfoefje van Weth. De Jong, dat een stijging van f 1.000/in de stichtingskosten een huurverhoging van ongeveer f 20,per maand tot gevolg heeft, kom ik voor de woningen van het bedrijfspensioenfonds op zo'n f 450,per maand. Want alleen de grondkosten van de woningen die het bedrijfspensioenfonds gaat bouwen, liggen al f 5.000,hoger dan de grondkosten van de woningwetwoningen in Aldlan-oost. Ik heb dan verder ook helemaal geen rekening gehouden met de meerdere luxe die ongetwijfeld in de woningen van het bedrijfspensioenfonds zal worden aangebracht. Dit zijn zo een paar cijfertjes die op korte termijn werkelijk heid worden en ons zullen dwingen de gehele nieuw bouw in Aldlan-oost kritisch te blijven volgen, ten ein de te voorkomen, dat hier een woonwijk ontstaat waar vele woningen de eerste tijd leeg zullen staan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 2