4
Punt 11 (bijlage no. 166).
De heer Sterk: Over het onderhavige agendapunt
11, betreffende het Kerkepad tussen Achter de Hoven
en Huizumerlaan, zou ik namens mijn fractie een en
kele opmerking willen maken. Ook wij zijn van me
ning, dat dit pad moeilijk gemist kan worden. Wij zijn
dan ook akkoord met het voorstel zoals dat in de
raadsbrief omschreven is.
Wel zouden wij echter een paar kanttekeningen willen
maken. In de eerste plaats zouden wij graag zien, dat
bij de uitvoering van het werk de ophaalbrug vervan
gen werd door een gewoon plat bruggetje. Vroeger had
men een beweegbare brug nodig i.v.m. de doorgang
van woonschepen e.d., maar nu de Potmarge ten aan
zien daarvan geen functie meer heeft kan naar onze
mening worden volstaan met een eenvoudig plat brug
getje. Het is dan prettiger, vooral voor dames met kin
derwagens, om dit ommetje te maken. Men hoeft dan
immers niet meer die lastige hoge tree van de brug te
nemen.
Voorts zijn wij van mening, dat dit pad een bestem
ming moet hebben uitsluitend voor voetgangers en fiet
sers en dat het pad verboden moet zijn voor bromfiet
sers. Het komt ons voor, dat dit de veiligheid van wan
delen op dit pad ten goede zal komen. Bij deze opmer
kingen zou ik het willen laten.
De heer Tiekstra (weth.)Het ligt inderdaad in
de bedoeling om het ophaalbruggetje met een aantal
opstappen om te bouwen tot een plat bruggetje.
Ik mag de heer Sterk eraan herinneren ik weet
niet zeker of de brief bij de stukken heeft gelegen
dat er een brief is binnengekomen van de Chr. Peda
gogische Academie Mariënburg; die gaat over hetzelf
de onderwerp als de heer Sterk aansneed, n.l. de vraag
in hoeverre het pad gebruikt zal worden door fietsers
en bromfietsers. Hun bezwaren richten zich voorname
lijk tegen het laatste. Ik kan wel met de heer Sterk
afspreken, dat wij zullen bekijken of er een mogelijk
heid is het pad uitsluitend te bestemmen voor voetgan
gers en fietsers. Dat lijkt mij ook wel voldoende te zijn.
Wij zullen dan wel moeten nagaan of er inderdaad een
zodanige voorziening kan worden getroffen, dat bij in
voering van een inrijverbod voor bromfietsers het ook
niet door bromfietsers gebruikt wordt. Ben verbod leidt
niet altijd tot voorkomen van overtredingen van dat
verbod. Maar dat hoef ik de heer Sterk waarschijnlijk
niet te vertellen.
De Voorzitter: Weth. Tiekstra zal dus aandacht
schenken aan het punt ten aanzien waarvan hij de heer
Sterk een toezegging heeft gedaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W
Punt 12 (bijlage no. 160).
Mevr. Visser-van den B,os: Ik ben bijzonder blij
met deze raadsbrief en met de pogingen die worden
ondernomen om de Sumatrastraat zijn woonfunctie
werkelijk volledig te laten behouden. Mag ik U nog
verzoeken om ons t.z.t. natuurlijk wel zo spoedig
mogelijk mede te delen hoe de zaak opgelost is
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Ik zou graag wil
len weten hoeveel speelruimte in tijd U de Fa. Wester-
mann heeft gegeven om te verhuizen naar de overkant.
Ziet U ook moeilijkheden t.a.v. een uitrit op het Vliet
voor de Fa. Westermann
De heer Tiekstra (weth.): Ik kan natuurlijk geen
voorspelling doen over het tijdstip waarop deze zaak
in de zin van de raadsbrief zal zijn afgewikkeld. Dat
betekent, dat op dit ogenblik aan de Fa. Westermann
geen termijn is gesteld. Een termijn stellen betekent
ook reëel in staat zijn om die termijn te handhaven.
En als men die werkelijkheid niet ziet, dan is het stel
len van een termijn niet reëel.
Dan nog iets over de laatste opmerking van mevr.
Brandenburg. Wanneer de Fa. Westermann van de Ge
meente een terrein koopt aan het Zuidvliet, dan zit in
de prijs van de aankoop van dat terrein de mogelijk
heid van een uitweg op het Vliet verdisconteerd.
Mevr. Visser-van den B<>s: Mag ik dan toch nog
even terug komen op de raadsbrief De narigheid zit
natuurlijk in het feit, dat de Fa. Westermann toestem
ming heeft gekregen om dit woonpand aan de bestem
ming te onttrekken. Ik zou willen vragen of het niet
mogelijk is voortaan met groter zorgvuldigheid te werk
te gaan bij het geven van toestemming om woonruimte
aan de bestemming te onttrekken. Want dan had hele
maal niet hoeven te gebeuren wat nu aan de hand is.
De heer P. D. van der Wal: Nog even iets over de
uitweg. Ik lees in de raadsbrief van 12 april j.l. be
treffende het voeren van een rechtsgeding tegen de
Stoomketelfabriek Henny van Duuren: „De Gemeente
heeft ook zelf belang bij de afscheiding van eigendom
men op deze wijze, m.n. omdat nog niet vaststaat welke
functie het Vliet zal innemen in de toekomstige ver
keerssituatie in dat deel van de stad. Wij achten het
in dit verband daarmee ongewenst, dat thans" 12
april „uitwegen op het Vliet ontstaan." Is de situa
tie opeens zo veranderd, dat er nu niet meer onge
wenste situaties ontstaan
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Is het nu alleen
maar een geldkwestie geworden Zo van: Je calcu
leert het maar in in de prijs?
De heer Tiekstra (weth.): Ik dacht, dat ik mij bij
gelegenheid van behandeling van die kwestie in april
j.l. in de Raad aan het eind van de discussie in tweede
instantie erg duidelijk heb uitgelaten. Ik hoef daar,
dacht ik, op dit moment verder niets van te zeggen.
Ik zou vervolgens willen zeggen, dat mevr. Visser
de raadsbrief volledig moet citeren. Er staat n.l.: „Het
Technisch installatiebureau Westermann B.V., Soenda-
gtraat 6, alhier, heeft ons op 23 februari j.l. toestem
ming gevraagd om het pand Sumatrastraat 6 aan de
bestemming tot woonruimte te onttrekken, ten einde
dit pand in te richten voor de opslag van materiaal
t.b.v. haar aangrenzend bedrijf. Het pand is daartoe
aangekocht en in gebruik genomen." Er staat geen
lettel- in over een door het College verleende toestem
ming. (Mevr. Visser-van den Bos: Maar als het pand
volkomen onrechtmatig aan de woonfunctie is onttrok
ken, is daar dan niet tegen op te treden Daar zou
tegen op te treden zijn op grond van de Bouwverorde
ning. Maar ik zeg alleen, dat in de raadsbrief niet staat,
dat toestemming is verleend, integendeel. Het adres
van de bewoners van de Sumatrastraat is voor ons
aanleiding geweest om het overleg, zoals het in de
brief vermeld staat, met de Fa. Westermann te voeren
opdat bereikt kan worden, dat straks het betreffende
pand weer normaal de woonfunctie krijgt. (Mevr.
Visser-van den Bos: Het lijkt mij volkomen dwaas, dat
de overheid met overtreders van voorschriften onder
handelingen voert en dan ook nog geduldig afwacht
tot het degene die in overtreding is, gelieft weer terug
te treden. Ik ben stomverbaasd. Ik was er helemaal
van overtuigd, dat de Fa. Westermann een vergunning
had.) Ik heb gezegd, dat er geen toestemming is ver
leend. Het zou kunnen zijn geweest, dat de toestem
ming zou zijn geweigerd. Waar mevr. Visser op dit
ogenblik niet bij stil staat dat kan haar ook niet
euvel worden geduid is, dat deze kwestie steunt op
het tweede lid van art. 352 van de Bouwverordening
waarin de z.g. gebruiksbepalingen zijn opgenomen. Wel
nu, in februari j.l. is er een gerechtelijke uitspraak
gekomen die betekent, dat de juridische basis van het
tweede lid van art. 352 bijzonder zwak is. En dat be
treft juist de gebruiksbepalingen. De rechter is van
oordeel, dat gebruiksbepalingen thuis horen in de be
stemmingsregelingen die behoren bij bestemmingsplan
nen en niet in de Bouwverordening. En dat betekent
dus, dat een eventuele procedure in dit geval, wat de
rechtsgronden betreft, zeer discutabel kan worden ge
acht.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 13 (bijlage no. 165).
De heer Wiersma: Ik wil graag een paar vragen
stellen n.a.v. de raadsbrief. Uiteraard bestaat er geen
enkel bezwaar tegen de bouw van het noodlokaal t.b.v.
5
de Stedelijke Scholengemeenschap. Maar in de stukken
staat, dat er met de bouw van dit noodlokaal een be
drag gemoeid is van ruim f 60.000,Met een andere
pet op ben ik nogal eens op bezoek bij de afd. Bouw
zaken van het Ministerie van Onderwijs. Mij is daar
onlangs duidelijk gemaakt, dat een noodlokaal
f23.000,all in mag kosten (lokaal met gangen en
alles wat daar bij hoort) en dat er voor de fundering,
gezien de bodemsituatie die wij in Leeuwarden kennen,
per lokaal nog een bedrag van plm. f 5.000,bij gere
kend mag worden. Dat zou dus betekenen, dat een
noodlokaal f 28.000,zou mogen kosten. Wanneer we
de stukken nakijken, dan staat daar o.a.. in, dat het
lokaal geen f 23.000,maar f 36.000,kost. Verder is
er voor de gang een bedrag gerekend van plm.
f 4.000,en voor terreinwerkzaamheden nog eens
f 3.000,en ga zo maar door. En in totaal komt
het lokaal met alles wat er bij komt op ruim f 60.000,
Nu ben ik ervan overtuigd, dat de Wethouder wel een
uitleg zal kunnen geven hoe de vork in de steel zit;
ik zou dat graag van hem willen horen.
De heer Ten Brug (weth.): De heer Wiersma heeft,
dacht ik, vork en steel al genoemd. Ik wil nog wel
zeggen hoe het in elkaar zit, maar de zaak zit zoals
de heer Wiersma zelf al gezegd heeft. Een school-unit
kost f 36.000,de andere kosten betreffen terrein
werkzaamheden, aansluiting van waterleiding, elektri
citeit en gas, beplanting om het terrein enz. Totaal
kom je met allerlei kleine bedragen dan op f 55.000,
met B.T.W. er bij wordt het f 60.000,kapitaalslasten,
het bedrag, dat in de raadsbrief wordt genoemd. Kos
ten van schoonhouden e.d. zijn natuurlijk geen kapi
taalslasten. De enige vergelijkingsobjecten zijn de
f 23.000,die de heer Wiersma van het Ministerie
heeft gehoord m.b.t. noodbouw en de f 36.000,voor
deze school-unit. Alle andere kosten die het totaal-be
drag op f 64.000,brengen, moeten ook gemaakt wor
den bij dat goedkope gebouw van f 23.000,mis
schien zijn daarbij de bijkomende kosten zelfs wel ho
ger want het zijn gebouwen van zeer slechte kwaliteit.
Dat weet de heer Wiersma wel en dat weten ook alle
schoolbesturen die die gebouwen hebben moeten neer
zetten.
Bij het noodlokaal, dat wij nu neerzetten komen geen
heikosten, want het is een schip op het droge. Voor de
Rijksscholengemeenschap hebben we dergelijke lokalen
in het water liggen; bij de Stedelijke Scholengemeen
schap staan ze op het droge. De lokalen kunnen ge
makkelijk vervoerd worden. Wij hebben indertijd dit
type lokalen gekozen omdat deze lokalen eventueel,
hetzij in totaliteit hetzij in groepen, elders in de stad
gebruikt zouden kunnen worden; dan hebben we de
minste verplaatsingskosten. Wij hebben die zaak door
getrokken en dit ene lokaal wordt dan ook van dezelf
de firma betrokken.
Er is nog een verschil tussen die goedkope lokalen
en deze. Wij zijn ervan overtuigd, dat deze lokalen aan
merkelijk minder onderhoud en herstelwerkzaamheden
vragen, dan de lokalen van f 23.000,Dat is voor de
Gemeente belangrijker dan voor de schoolbesturen,
want de Gemeente moet de nadelen hiervan uit de
norm betalen en de schoolbesturen krijgen daarvoor
een rechtstreekse vergoeding van het Rijk.
Ik dacht, dat ik deze zaak nu voldoende heb toege
licht.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 14 (bijlage no. 146).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 15 (bijlage no. 149).
De heer Buising: In deze raadsbrief stelt U ons
voor om adhesie te betuigen met de opneming van een
respectabel aantal scholen in het deelplan voor 1976/
1978. Wij doen dat als fractie van harte gaarne en U
zou natuurlijk ook niet anders van ons verwacht heb
ben.
Aangetekend kan nog worden, dat wij intussen twee
wensen van het verlanglijstje kunnen schrappen omdat
de Agogische Akademie en de B-opleiding aan het Mu
ziekinstituut intussen ons deel zijn geworden.
Over hetgeen er nog wel op het lijstje staat, wilde
ik graag een paar opmerkinkjes kwijt. De eerste be
treft de aanvraag voor een dag-m.e.a.o.-school die zou
moeten worden opgenomen in een scholengemeenschap
met de school voor lager en middelbaar middenstands-
onderwijs, bij de niet-deskundige beter bekend als de
detailshandelsvakschool. Een gelukkige greep, omdat
het volgens mij een van de constructiefouten van ons
aller Mammoet is, dat van deze beide schooltypen die
immers elkaar voor een groot deel dekken, niet meteen
vanaf het begin één is gemaakt. Er is in Leeuwarden
een bijzondere m.e.a.o.-school, die, naar ik hoor, prima
draait; dat is haar dezerzijds van harte gegund. Deze
school wordt, naar ik ook hoor, voor ongeveer de helft
van het leerlingenaantal bezocht door leerlingen die
afkomstig zijn van het openbaar onderwijs. Daarom
vind ik het achteraf zo jammer, dat indertijd bij de
stichting ervan niet meer mogelijkheden voor overleg
waren; „mar hawar". Een punt is natuurlijk wel of
B. en W. nochtans voldoende grond aanwezig achten
voor de aanvraag voor de m.e.a.o.-school zoals die in
de raadsbrief is omschreven.
Een tweede opmerking betreft de opnieuw aan te
melden avondschool voor h.a.v.o. en avond-atheneum.
Zelfs al wordt die aanvraag gehonoreerd, dan is het
nog de vraag wanneer die school daadwerkelijk van de
grond komt. En nu had ik zo gedacht. Er is in Gro
ningen ook een avond-h.a.v.o. en -atheneum. Voor zo
ver ik weet is die nogal zwaar bezet en gaan er ook
nogal wat Friezen naar toe. Als we nu, in afwachting
van een eventuele vestiging van onze eigen avond-
h.a.v.o., eens proberen hier een dependance te krijgen
van die in Groningen Dan zouden we alvast een be
gin hebben; we zouden alvast min of meer een garan
tie creëren voor het toekomstige leerlingenaantal; we
zouden bovendien een flink aantal studerenden afhelpen
van het bezwaar steeds naar Groningen te moeten rei
zen. Ik weet natuurlijk niet of het wat is, maar het
lijkt mij in elk geval de moeite van het proberen
waard, temeer omdat ik meen, dat men er in Gronin
gen niet meteen afwijzend tegenover staat.
De heer P. D. van der Wal: Ik mis eigenlijk een
school op het lijstje. Ik ben niet zo erg deskundig op
dit gebied, hoor, maar is er geen sprake meer van de
dagschool voor opleiding van leraren van het nijver
heidsonderwijs
De heer Ten Brug (weth.): Wij moeten even on
derscheid maken tussen het aanvragen van scholen,
via het COGVO, voor het plaatsen op het scholenplan
en het betuigen van adhesie met aanvragen van der
den die wij zouden willen steunen in de procedure via
het COGVO.
Dan kom ik eerst even bij de heer Van der Wal. De
school voor de lerarenopleiding nijverheidsonderwijs,
de avondschool van het Ned. Genootschap, is geen ge
meenteschool. Er is ons niet gevraagd ten aanzien
daarvan adhesie te betuigen. Ik kan er wel bijzeggen,
dat er wel iets in de maak is en dat ons daarover ook
wel iets bekend is. Dit zijn zaken die in het kader van
de totale lerarenopleiding, leraren algemene vakken,
leraren colbo-vakken (beroepsgerichte opleidingen) en
opleidingen voor het huishoudonderwijs worden ont
wikkeld; dat is een zaak die m.n. speelt in het kader
van de Stichting Ubbo Emmius, een zaak van Leeu
warden en Groningen samen. En dat is bij het Ned.
Genootschap ook heel duidelijk. Het Ned. Genootschap
heeft indertijd een dagschool aangevraagd voor Leeu
warden of Groningen; het Genootschap is in Rotter
dam gevestigd en vond het blijkbaar wat moeilijk een
keuze te maken. Gelukkig lijkt mij de ontwikkeling
zo, wanneer het in het kader van Ubbo Emmius gaat,
dat een keuze niet nodig zal zijn.
Dan de opmerkingen van de heer Buising m.b.t. de
combinatie van de dag-m.e.a.o. en de detailhandelsvak
school. Ik ben het met de heer Buising eens het is
in de Raad wel eens eerder aan de orde geweest
dat het achteraf gezien, vermoedelijk niet zo'n geluk
kige greep is geweest, dat er zowel m.e.a.o-scholen als
scholen voor de detailhandel zijn gekomen, en dat het
heel goed zou zijn, dat deze twee scholen in elkaar ge-