2<A0
den, zeker zo'n f 60,per maand duurder zouden zijn
wegens de hogere grondkosten en bouwkosten (i.v.m.
heien) of willen de mensen goede woningen, volwaar
dige eengezinswoningen tegen een hogere huur die door
individuele huursubsidie belangrijk kan worden geredu
ceerd Bovendien is er, zoals U weet, sinds kort de
mogelijkheid goede woningen extra gesubsidieerd te
verhuren; Leeuwarden heeft een 140-tal daarvan toe
gewezen gekregen. De leegstand in onze gemeente
doet zich hoofdzakelijk voor in de niet-volwaardige
woningen. De verhuur van de nieuwbouwwoningen
loopt tot nu toe vrij goed. Bij vergelijking van huren
dient uiteraard ook rekening te worden gehouden met
de tijd waarin wordt gebouwd, de geldende rentevoet
en het renteverlies op het complex. De woningbouw
corporaties hebben uitgebreid aandacht geschonken aan
de goedkope woningbouw, maar ze willen, m.i. terecht,
niet terug naar de woningbouw van voor 1950 en mis
schien nog wel daarna. Ze hebben ook niet mee willen
doen aan het vaststellen van een te lage huurprijs
door versluiering van de stichtingskosten en zeker niet
voor woningen waarvan verwacht kan worden dat ze
veel onderhoud zullen vragen. Ik ben van mening dat
wij ons niet moeten laten verleiden gevolg te geven aan
een kreet om goedkope woningen, maar dat wij goede,
volwaardige woningen moeten blijven bouwen, woningen
waarin ieder, ook de mensen met een laag inkomen,
moeten kunnen wonen, eventueel met individuele huur
subsidie en extra subsidiëring door de rijksoverheid.
De heer J. de Jong; Ik heb eigenlijk met stijgende
verbazing misschien heb ik het verkeerd beluisterd
van mevr. Brandenburg, maar dat kan zij dan later
wel toelichten gehoord dat mevr. Brandenburg vroeg
wat eventueel de toekomstige huren kunnen zijn van
Camminghaburen. Als dat inderdaad haar bedoeling
was dan ontgaat mij iedere logica. Ie Wat zal de
grondprijs zijn van Camminghaburen? 2e Wanneer
gaan we bouwen in Camminghaburen? en 3e Wat zal
dan de index zijn van de bouw? Daar kunnen we nog
helemaal niets over zeggen; dat weten we nog niet.
Wanneer mevr. Brandenburg hier dan stelt dat wij
op dit ogenblik in grote mate woningen bouwen met
vier of vijf slaapkamers, dan vind ik dat zij ik wil
haar echt niet aanvallen zeer slecht geïnformeerd
is over wat er op dit ogenblik in deze gemeente wordt
gebouwd. Br is een klein percentage maar dan een
heel klein percentage dat met vier, hoogstens vijf
slaapkamers wordt gebouwd voor die gezinnen die dat
heel hard nodig hebben. Wanneer zij dan het voorbeeld
van Drogeham aanstipt en daarnaast stelt woningen
met een aflopend dak met een ondergebrachte berging
en daarbij tipt naar het derde deel van Aldlan-oost,
dan moet ik toch dit zeggen. De Federatie is begonnen
met uit te kienen wat in het eerste deel van Aldlan-
oost maar enigszins mogelijk was te bouwen op grond
van de bouwverordening. Wij kunnen uiteindelijk
niet buiten de bouwverordening om bouwen. Daar is
tot en met en ik weet dat van vrij nabij gespro
ken om de huren naar beneden te krijgen, om inder
daad de stichtingskosten zo laag mogelijk te krijgen
le door de grondprijs naar beneden te krijgen ik
dacht dat ons College dit heel goed weet en 2e op
de bouwplaat te proberen met de aannemers datgene
er uit te halen wat mogelijk was. En als mevr. Bran
denburg nu voorstelt en ik neem haar dat echt kwa
lijk om nog eenvoudiger woningen te bouwen, dan
vraag ik mij af wat zij toekomstige bewoners dan wel
aan bewoning gunt. Hier wil het eerst maar bij laten.
De heer Van Haaren: Ik was eigenlijk niet van plan
hierover te spreken, maar ik ben gewoon stom ver
baasd over de reacties van de heren Eijgelaar en De
Jong. Ik dacht dat mevr. Brandenburg duidelijk heeft
gemaakt dat de Woningstichting Talma goedkope, vol
waardige woningen bouwt en dat zij de simpele vraag
stelt of ook in Leeuwarden, m.n. straks in Cammingha
buren, niet dit soort huizen zouden kunnen worden ge
bouwd. En dan hoor ik van de heer Eijgelaar dat het
eigenlijk alleen maar ondeugdelijke en goedkope hui
zen zijn en dat het allemaal maar kreten zijn. Ik dacht
dat het helemaal geen kreten zijn. De voorbeelden die
mevr. Brandenburg noemt, hebben betrekking op wo
ningen zij noemt het eenvoudige woningen met
alles er op en er aan. (De heer J. de Jong: Weet U
hoe een steen er uit ziet? Als U dat weet dan moet U
er wat logischer over spreken.) Ik begrijp die opmer
king helemaal niet. Ik weet hoe een steen er uit ziet.
Dat is voor mij een heel duidelijk ding. Ik weet ook
wat je ongeveer kunt verwachten van een woning wat
betreft ruimte, faciliteiten voor bewoners e.d. en ik
heb begrepen dat de woningen die zeer goedkoop ge
bouwd zijn, bijzonder bevredigend zijn. Alle stenen die
er aan moeten zitten, zitten er aan. Het zijn echte ste
nen; ze zijn niet van hout, ze zijn niet van strokarton
of van plastic; het zijn echte huizen van echte stenen,
van ook voor mij herkenbare, echte stenen die heel goed
te gebruiken zijn voor een goed huis, maar daarbij nog
een keer een goedkoop huis. Er zijn natuurlijk nog an
dere mogelijkheden om een huis goedkoper te maken,
m.n. het lager maken van de grondkosten door b.v.
grondkosten te verhalen op de algemene middelen. Daar
hebben wij al vaak genoeg voor gepleit. Maar dat is
op het ogenblik niet het punt. Het gaat er nu om dat
mevr. Brandenburg zegt dat het eenvoudige woningen
betreft met allea er op en er aan; die geven een stuk
woongenot aan de huurders tegen een betrekkelijk lage
huur. Nu hoor ik hier m.b.t. de leegstand zeggen dat
die alleen maar betrekking heeft op niet-volwaardige
woningen. Nu, vergeet dat maar hoor. Er is in Leeu
warden een schreeuwende vraag naar goedkope wo
ningen. De mensen die de laagste inkomens hebben,
zitten te springen om woningen. Er zijn natuurlijk wel
woningen in het Westeinde; daar kan je voor een ton
een woning kopen. Maar dat is weggelegd voor een
heel andere categorie mensen. Als je veel geld hebt
dan kan je overal in Leeuwarden en waar dan ook
een woning krijgen met alle comfort. Maar als je dat
niet hebt, als je maar een gewone arbeider bent, dan
zit je er naast. Dan kom je op veel te hoge huurprijzen
terecht. En dat vind ik een stuk schreeuwend onrecht
in deze stad. De woningnood die er is, is nog altijd de
woningnood van de laagst-betaalden. En als er dan
een mogelijkheid is mevr. Brandenburg weet heus
wel waar ze het over heeft en wat ze zegt om goed
kope woningen in deze stad te krijgen, dan zeg ik:
Laat ze er alsjeblieft komen. Ik hoop dat, wat haar
concrete vraag betreft, de mogelijkheid bestaat dat
bekeken wordt of in Camminghaburen ik weet ook
niet wanneer en wat daar zal worden gebouwd en welk
deel van dat project zal worden aangepakt een proef
kan worden genomen; ik heb begrepen dat Cammin
ghaburen inderdaad doorgaat althans een gedeelte er
van. Ik hoop maar één ding, n.l. dat daar ook woningen
komen die betaalbaar zijn voor Jan met de pet, voor
een gewone arbeider, voor mensen net uit de midden
standsklasse en niet alleen maar voor mensen die op
het ogenblik in Westeinde woningen kunnen kopen voor
een ton.
De hear Miedema: Der haw we forskillende sprek-
kers oan it wurd west en hja binne it net sa botte iens;
dat soene jo tominsten net sizze. En yn sa'n gefal is
it meast sa dat yn beide stanpunten wol hwat sit. Ik
leau dat it joun ek sa is. Dêrom freegje ik it wurd,
hwant de fraech fan mefr. Brandenburg dat bin ik
mei de hear Van Haaren iens is in reéle fraech. As
hja de gegevens krige hat, dy't hja hjir nei foaren
bringt, dan is it in normale saek dat hja mei dizze
fraech komt sa't hja der mei komt. En dan is it mis
kien goed dat ik in lytse ynformaesje jow oer hwat
ik as bistjürder fan in wenningbouforiening de léste
jierren dien haw oan hwat mefr. Brandenburg freget.
Wy wiene op in gegeven momint dwaende mei in re-
novaesje-projekt. Ik bin it mei mefr. Brandenburg
iens dat it nut fan renovaesje it doel is goedkeape
wenningen to halden lyts is. Nei de renovaesje is
de hier faek al f 150,f 160,yn 'e moanne. De ek-
stra bydrage fan de Minister moat yn tsien jier öflost
wurde. Men wit dus dat men mei in jierlikse hierfor-
heging sit fan 10 it earst jier is it 6 En dan wit
de takomstige biwenner: Ik sit yn in aide buert, ik
sit yn in opknapt hüs dat straks in hier docht fan
boppe de f 200,it is foar my net ynteressant. Ik bin
it mei mefr. Brandenburg iens dat dat gjin oplossing
is foar de man dy't hwat minder bisteegje kin foar
wenjen. Mar hwat is dan wol in oplossing? Doe't wy
as bistjürders fan wenningbouforienings deselde for-
halen troch krigen as mefr. Brandenburg hjir nou for
feit, binne wy der hinne gien; wy hawwe praet mei
de architekt en de opdrachtjower en hawwe de wen
ningen bisjoen. Wy hawwe dus yn Droegeham west.
Der hawwe ek amtners mei west, der hawwe deskun
digen mei west dy't hieren birekkenje kinne. Wy hawwe
sein: As dyselde hüzen dy't yn Droegeham twa jier
lyn f 160,— diene nou ris yn Ljouwert boud wurde, hoe
komt it dan? Yn Ljouwert moat heid wurde, jo sitte
mei hegere grounkosten, der is yndied it forskil tusken
earste klas en twadde klas gemeente. Op dat momint
kamen wy, doe't wy alles op in rige setten foar dy
hüzen yn Ljouwert boud op f 215,hier yn 'e moanne.
En dan wiene it hüzen mei in daklearbidekking. En
dan sizze jo: Dat kin net; der moat üteinliks forskil
bliuwe tusken in hüs en in hinnehok. Der moat in kappe
op fan in oare konstruksje; der moatte pannen op.
De architekt foun dat hielendal gjin probleem; dy
hüzen boude hy yn Drinte, 6 km efter Emmen. Dus,
wy nei Drinte. Dér stiene dy hüzen; yndied deselde
yndieling. allinne mei in kappe der op en pannen, in
bettere isolaesje, moaijere sliepkeamers, better biwen-
ber; hierpriis dér doe f 210,Dér moatte foar de Ljou-
werter omstannichheden fiif tsientsjes byteld wurde. As
jo dan sjogge hwat der op't heden yn Ljouwert boud
wurdt yn de hiersektor foar f 270,f 280,en jo settc
dy hüzen ris neist inoar en jo birekkenje it forskil,
dan prate wy wier oer in minimael forskil. Ik kin my
foarstelle dat der sein wurdt: opskroefde sanitaire foar-
sjennings, lükse ensfh., mar ik hechtsje der dochs oan
to sizzen dat, hwat yn dy wenningen sit en hwat hjir
opskroefde sanitaire foarsjennings neamd wurde, it mi
nimum is dat foarskreaun wurdt. Ik wol graech ta for-
leging fan de hierpriis komme, mar de winken en foar-
skriften fan it Ministery foar de wenningbou lizzc
fêst. Dér hat eltse gemeente, ek de gemeente Ljouwert,
him oan to halden. En dan binne de mooglikheden for-
draeid lyts.
De heer B. P. van der Veen: Ik wil niet iets zeggen
over het concrete geval waar mevr. Brandenburg over
sprak. Dat is nu wel voldoende belicht. Het punt waar
wij aangeland zijn in de woningbouw en niet alleen
in de woningbouw is inderdaad een zorgelijk punt.
De kosten van de woningbouw zijn hoog en er rollen
dus ook hoge huren uit. Die kosten zijn nu eenmaal
hoog omdat dat onvermijdelijke kosten zijn die voor
het grootste deel bestaan uit de arbeidslonen die direct
betaald worden aan degenen die er aan werken; het
zijn ook de kosten van de materialen die er aan besteed
worden, kosten die ook weer voor een groot deel sa
mengesteld zijn uit materialen en arbeidskosten voor
de verwerking er van. Uiteindelijk is het natuurlijk zo
dat een bijzonder groot deel van de kosten die wij in
de woningbouw besteden, loonkosten zijn. En als het
dan zo loopt dat dezelfde man wiens loon uit die hui
zen moet komen niet meer voldoende loon heeft om die
huizen te betrekken, dan zit er ergens iets scheef, dan
zitten we in een heel onbegrijpelijke en moeilijke situa
tie, dan zitten we eigenlijk in een systeem waarbij de
arbeid zichzelf zo duur gemaakt heeft dat die uit de
markt geprijsd is. Dan zien we ook weer de doe-het-
zelver optreden, omdat de vakman eenvoudig onbetaal
baar geworden is. Dat zijn zorgelijke omstandigheden
die maken dat we in de woningbouw, waar dat heel
duidelijk is omdat juist die factor arbeid zo'n groot
deel van de kosten van die woningbouw betekent, met
moeilijkheden zitten die we alleen maar met kunst
grepen kunnen oplossen en die allerlei problemen ge
ven waar de woningbouwverenigingen met alle mo
gelijke soorten van middelen proberen nog het beste
van te maken. Maar ik dacht dat dit als grondslag
voor de problemen onze aandacht wel verdiende.
De heer De Jong (weth.)Er heeft al een hele dis
cussie over en weer plaats gevonden. Mevr. Branden-
urg heeft vragen gesteld en er zijn van verschillen
de kanten tegenopmerkingen gemaakt. Van mijn kant
zou ik er dit van willen zeggen.
De roep om goedkope woningen doet de laatste tijd
nogal opgeld. Ik geloof ook dat dat begrijpelijk is. De
huren zijn vrij fors gestegen en de spanning die ook
uit het betoog van mevr. Brandenburg naar voren
komt, is reëel genoeg om de zaak eens met zijn allen
goed te bekijken. Wij voelen die spanning allemaal
wel. Het is inderdaad zo dat nog maar enkele jaren
geleden, in de tijd dat de heer Bogaers de portefeuille
van Volkshuisvesting beheerde, werd gesteld dat we
betere woningwetwoningen moesten zien te bouwen
voor de voorhoede der arbeiders; zo is het toen door
de heer Bogaers \gesteld. De ontwikkoling van 'de
bouwkosten, de B.T.W. en de rente is kennelijk de re
den dat nu het roer om moet. Wij moeten er voor
waken dat wij daar niet al te gauw aan toegeven. Wij
moeten niet terug naar het type woningen dat in de
jaren 1947/1948 werd gebouwd. Ik dacht dat wij daar
op het ogenblik in Leeuwarden duidelijk de eerste ge
volgen van ondervinden; als we eens zien hoe een buurt
als de Linnaeusstraat zich ontwikkelt, dan kunnen we
het zien. Daar zijn destijds woningen gebouwd waar
van we nu zeggen: Was het maar beter gebeurd dan
konden ze nog een tijd mee. Nu is het de vraag of we ze
moeten afbreken of dat we ze nog zodanig kunnen her
stellen de woningen staan er nog niet zo lang
dat ze nog een tijd mee kunnen. Wij moeten bijzonder
oppassen voor de herhaling van een dergelijke bouw.
Wij zullen duidelijk moeten streven, ook m.b.t. de uit
voering, naar het bouwen van goede woningen. Ik ge
loof dat dat ook wel het gevoelen is dat achter het
betoog van mevr. Brandenburg zit; zij wil dat ook.
Maar zij heeft de indruk dat het goedkoper kan dan
nu het geval is. Zij heeft dus ook het voorbeeld van
Drogeham genoemd. De heer Miedema heeft daar te
gen betoogd; hij heeft die woningen bekeken. Onze
mensen zijn er ook geweest. Het is inderdaad zo dat
die woningen, die als voorbeeld gesteld worden, zeer
sober van uitvoering zijn. Er zijn geen plafonds op de
slaapverdieping; dat is toch wel iets dat beneden de
minimum grens ligt. Er is geen vliering. Er is een
mastieken dak dat, toen het bekeken werd, al bleek
te golven. Er is geen elektriciteit in het kleine, los
staande schuurtje. De woning is niet afgeverfd, maar
voor een groot deel gebeitst. Op die manier kan men
wel iets versoberen. Maar bij de exploitatie-opzet zijn
bepaalde kosten, o.a. de meer-kosten van de kozijnen,
buiten de stichtingskosten gehouden, dit om een hoger
subsidie te krijgen en de exploitatiekosten te verlagen.
Deze kosten zijn ten laste van het onderhoudsfonds
gebracht. Er heeft eigenlijk een versluiering plaats ge
vonden; de heer Miedema heeft daar ook al op gewe
zen. Als je zo moet bouwen Daar zetten wij wel
vraagtekens bij. Wij vinden deze wijze van berekening
onjuist. Er wordt gesteld dat op het onderhoud de ko
mende jaren kan worden bespaard; velen betwijfelen
dat omdat het soort kozijnen dat gebruikt is elk jaar
verzorging vraagt. Er is bovendien geen voorziening
getroffen voor het mastieken dak. Men verschuift op
deze manier kosten naar de toekomst. En dat is onze
vrees. Toen wij er geweest waren, hebben we gezegd:
Laten wij dat niet doen, want het is een uitgangspunt
het zal daar echt met de beste bedoelingen zijn ge
probeerd waar wij huiverig voor zijn. Het voorbeeld
Drogeham is in Friesland ook niet herhaald. Men was
aanvankelijk van plan in Lemmer dergelijke woningen
te bouwen, maar de betreffende woningbouwvereniging
heeft de voorkeur gegeven aan een eigen plan. De wo
ningbouwverenigingen van Leeuwarden voelden ook
niets voor dit plan toen ze er geweest waren, juist
ook gelet op de bezwaren die ik al naar voren heb
gebracht.
Omdat wij wisten dat deze kwestie in de begrotings
vergadering aan de orde zou komen, hebben wij nog
eens geïnformeerd bij de Nationale Woningraad er
is een bijkantoor in Groningen of dit een zaak is
die de aandacht moet hebben. Men heeft ons gezegd
dat het een utopie is dat goede woningen goedkoop
kunnen zijn. En dat is het punt waar het op aankomt.
Men vertelde ook dat in Oostdongeradeel aan de woning
zoekenden was voorgelegd welke woningen men graag
zou willen hebben. Men had de keus uit verschillende
typen woningen met een onderling huurverschil van
f 50,Hoewel de woningzoekenden over het algemeen
tot de lagere inkomensgroep konden worden gerekend,
koos men unaniem voor het duurdere plan wanneer
men het verschil zag. Dat is een ervaring waar wij
heel goed rekening mee moeten houden. Wij kunnen
wel goedkope woningen willen bouwen, maar ik weet
niet ook gelet op deze ervaring van de Nationale