3* t&tfu&sa •gift*
m
1 ^tflMKG
welke kosten dan gelijk zouden moeten zijn aan de
kosten vermeld in de ter inzage gelegde stukken. Bij
opname van de situatie ter plaatse lijkt het of op de
percelen van de heer Boersma minder zand is gestort
dan op de percelen in eigendom van de Gemeente. Het
is echter een moeilijke zaak om aan de hand van de
gegevens van de situatietekening de zaak ter plaatse
te verifiëren, althans voor leken. Dit is de eerste on
volledigheid. De tweede onvolledigheid en dat is vol
gens mij een kwalijke zaak is, dat in Uw voorstel
met geen woord wordt gerept over de bestemming
welke deze Raad aan het stukje woestenij heeft ge
geven. In het bestemmingsplan voor het buitengebied
is dit terrein als natuurgebied van bijzondere waarde
gekenschetst. Ik wil graag even citeren; dit is dus een
citaat uit een stuk dat indertijd bij het bestemmings
plan voor het buitengebied was gevoegd: „In de na
bijheid van de Murk treffen wij ter hoogte van de
Bullepolder een gebied aan, dat als broedplaats voor
vele vogels dienst doet. Het bestaat voornamelijk uit
drijfzand waarop een veelsoortige beplanting voor
komt. Het geheel is omgeven door een dijk, waardoor
het zich duidelijk onderscheidt van het aangrenzende
agrarische gebied. Bestemming „natuurgebied" lijkt
het meest geschikt. Een dergelijke aanwijzing geeft
een optimale bescherming, hetgeen vanwege de bijzon
dere waarde van de gronden toch wel gewenst is."
Einde citaat. Een waarde die met één gulden kan wor
den uitgedrukt. De optimale bescherming waarover
geschreven wordt, zal vanavond door het nemen van
een besluit op zijn waarde worden getoetst. In Uw
voorstel maakt U melding van het feit, dat het advies
van de Commissie Grondbedrijf ter inzage ligt. Is de
Commissie Ruimtelijke Ordening in deze zaak ook ge
hoord, zo nee, waarom niet en zo ja, wat is haar ad
vies
Een ander punt, dat tot vragen aanleiding geeft, is
punt 10 van het besluit waarin staat, dat de kosten
van de adviseur van de koper a f 4.845,voor reke
ning van de Gemeente komen. In het voorstel van 1
maart, dat in de vergadering van 12 maart behan
deld had moeten worden, komt zo'n clausule niet voor.
Is het gebruikelijk dat dergelijke kosten voor de Ge
meente zijn?
Resumerend zou ik de volgende vragen willen stel
len: le Is het bekend wat de kosten zijn van het in
cultuur brengen van de percelen in eigendom bij de
heer Boersma? 2e Is het bestemmingsplan voor het
buitengebied een farce zodat voorstellen als deze ter
tafel kunnen komen zonder enige nadere toelichting
omtrent gegeven bestemming? 3e Is het gebruikelijk,
dat de kosten van de adviseur van de tegenpartij voor
rekening van de Gemeente komen
De heer Tiekstra (weth.): In de vergadering van
maart is door B. en W. het voorstel gedaan om de ter
reinen van de heer Boersma aan te kopen met een ver
goeding voor schade geleden als gevolg van inkom
stenderving die weer veroorzaakt werd door de om
standigheid, dat deze terreinen als grondberging voor
een aantal jaren terug in gebruik zijn genomen het
geen toen berustte op een voorlopige overeenkomst
tussen de toenmalige eigenaar van deze boerderij en
de Gemeente; de voorlopige koopovereenkomst en het
raadsbesluit zijn niet geëfectueerd omdat, zoals de
Raad bekend is, dit raadsbesluit niet door G.S. is goed
gekeurd. De toenmalige eigenaar is buiten zijn schuld
in deze situatie m.b.t. gronden komen te verkeren. De
huidige eigenaar heeft met deze lust en deze last deze
boerderij overgenomen en treedt dus terzake van een
schadevergoeding gewoon in de rechten van zijn voor
ganger.
Inmiddels is het plan buitengebied door de Raad
vastgesteld; het is nog niet goedgekeurd door G.S.,
het is door G.S. aangehouden. De onderhandelingen
met de heer Boersma lopen evenwel al een reeks van
jaren. Het is de heer Boersma en ook zijn adviseur be
kend, welke bestemming op deze terreinen ligt. Dat
kan dus betekenen, dat, wanneer deze transactie tot
stand komt, in deze situatie Boersma volledig gerech
tigd is deze terreinen opnieuw in cultuur te brengen,
zoals ze vroeger ook agrarisch waren. Op dit moment
heeft deze bestemming nog geen rechtskracht. Ik zeg
dit natdrukkelijk omdat het voortdurend de bedoeling
is geweest ze langs de weg van terugbrengen in de
oude staat weer de agrarische bestemming terug te
geven. Ik erken volledig, dat daarmee niet tegemoet
gekomen wordt aan de beslissing die de Raad heeft
genomen m.b.t deze bestemming. Alleen, wij zullen
daarbij de onderhandelingspositie zowel van betrok
kene als van de Gemeente in het oog hebben te hou
den. Het oorspronkelijke voorstel was een voorstel in
een volkomen andere richting, n.l. dat de Gemeente de
terreinen overnam; in die situatie had de Gemeente de
bestemming van de terreinen kunnen laten wat die
was; het grootste deel is eigendom van de Gemeente.
Deze situatie is niet toevallig ontstaan. Dit punt heeft
nogal wat overleg in de Commissie Grondbedrijf uit
gemaakt, waarbij ik nadrukkelijk zeg, dat deze Com
missie niet betrokken is geweest bij de kwestie van de
bestemming. In het overleg met de Commissie Grond
bedrijf is, over deze zaken sprekende, tenslotte de con
clusie getrokken, dat het in deze situatie beter zou
zijn, dat de Gemeente zich van deze terreinen, die de
Gemeente voor stadsuitbreiding niet nodig heeft, toch
maar ging bevrijden. Dat is in het kort even de ge
schiedenis.
De heer Meijerhof zou in de stukken gevonden kun
nen hebben welk bedrag ongeveer gemoeid is met het
in cultuur brengen van de oppervlakte die nu bij de
Gemeente in eigendom is. Daar staat n.l. dat de totale
kosten van het in cultuur brengen van deze terreinen
op f 150.000,worden geraamd. Deze investering zou
door Boersma moeten worden gedaan. Omgerekend
het maakt bar weinig uit of op het ene perceel 10 cm
meer grond zit als op het andere zouden dus in deze
situatie de kosten van de percelen van de Gemeente
8/14 en die van de percelen van Boersma 6/14 van dat
bedrag kunnen zijn. Dat is een vrij eenvoudig reken
sommetje.
Een andere zaak is ik zeg dat nadrukkelijk
dat het in deze situatie de Raad vrij staat om tegen
dit voorstel nee te zeggen en terug te vallen op
het andere voorstel. Maar dan moet ik er wel bij zeg
gen, dat het uiteraard een beetje een merkwaardig
beleid zou zijn; dat verwijt treft niet de Raad, maar wel
de Gemeente.
Ik kom dan op de kosten van de deskundige. De
post van de adviseur die in de eerste overeenkomst
niet voor kwam, komt wel voor in deze overeenkomst,
omdat deze kosten van de adviseur van Boersma ver
oorzaakt zijn door de Gemeente. In maart was er over
eenstemming tussen de Gemeente en Boersma over de
eerste transactie. Het is niet aan Boersma te wijten,
dat door wijziging van de transactie meer werk is ver
oorzaakt. Dat is aan de Gemeente te wijten en dan is
het, dacht ik, logisch dat deze kosten dan ook ten laste
van de Gemeente worden genomen.
De Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is ter
zake niet gehoord. Deze zaak is, zijnde een grond-
transactie, gebleven binnen de behandeling van de Com
missie Grondbedrijf.
De heer Meijerhof: Om met de kosten van de advi
seur te beginnen, ik zal daar verder niet op ingaan;
de Wethouder heeft duidelijk uiteen gezet, dat de oor
zaak, dat Boersma een adviseur moest inschakelen, bij
de Gemeente ligt.
Wat de bestemming betreft, de Wethouder heeft ge
zegd, dat de Commissie Ruimtelijke Ordening niet is
gehoord omdat het een grondtransactie betreft en dus
bij de Commissie Grondbedrijf hoort. Maar het is wel
zo, dat de bestemming die door deze transactie aan de
grond wordt gegeven, een andere is dan het bestem
mingsplan aangeeft. En als de Wethouder dan stelt,
dat deze onderhandelingen al van een veel vroegere
datum zijn dan het moment waarop wij het bestem
mingsplan voor het buitengebied hebben aangenomen,
dan mogen we toch ook veronderstellen, dat dat be
stemmingsplan voor het buitengebied niet op één dag
in elkaar is gezet, maar dat daar ook een flinke perio
de over verlopen is voordat het zover was. Dus men
had met deze dingen rekening kunnen houden.
Wat ik trouwens het meest belangrijke vind, is de
kwestie van de kosten. De Wethouder zegt, dat de
kosten van het in cultuur brengen van de grond van
ruim 14 ha f 150.000,bedragen en dat het voor 6 ha
verhoudingsgewijs dan wel 6/14 van dat bedrag, dus
3
plm. f 65.000,a f 67.000,zal bedragen. Als dat
het geval zou zijn, dan krijgen we natuurlijk wel een
heel andere verhouding. Want waar het hier in feite
om gaat is de keus tussen het aankopen van grond
ter grootte van 6 ha voor een prijs van f 167.000,
(het voorstel van 12 maart) en het voorstel dat U nu
doet; dan geven we minder geld uit, n.l. f107.000,
maar dan geven we ook nog een stuk grond weg van
ruim 8 ha. Deze twee dingen moet je dan tegenover
elkaar stellen. Als je natuurlijk ten koste van alles
deze bezittingen van de Gemeente kwijt wilt, dan is
dit de enige manier. Maar om een meest juiste, zake
lijke transactie te krijgen, moet men toch, dacht ik,
nog gaan uitzoeken wat de kosten van het in cultuur
brengen van die 6 ha precies bedragen. Dan kan een
keus gemaakt worden tussen de drie mogelijkheden
die dan ontstaan het voorstel van 12 maart, het
voorstel van vanavond en de eventuele uitkomst die
ik U heb voorgelegd. Ik heb van de Wethouder begre
pen, dat hij daar verder niet op ingaat. Hij zegt: de
Raad moet het maar uitmaken; het getuigt wat van
slecht bestuur als we nu anders zouden beslissen dan
het College voorstelt. Hij zegt er gelukkig bij, dat de
Raad zich daar niet aan gehouden hoeft te voelen.
Daarom heb ik ook de vrijheid om een motie in te
dienen; die luidt als volgt:
„De Raad van de gemeente Leeuwarden, in vergade
ring bijeen op 27 augustus 1973, verzoekt het College
van B. en W. zijn voorstel inzake verkoop van grond
gelegen in de Bullepolder aan P. Boersma (bijlage no.
230) terug te nemen, te onderzoeken wat de kosten
zijn van het in cultuur brengen van de percelen, ka
dastraal bekend sectie H nos. 593 en 1312 en n.a.v.
de uitkomsten in deze opnieuw een voorstel aan de
Raad te doen."
Ik wil graag nog even een medestander zoeken die
mede wil ondertekenen. Ik neem aan, dat mevr. Vis-
seher dat wel wil doen.
De Voorzitter: De motie kan mede onderwerp van
de discussie uitmaken.
De heer Heidinga: Ik wilde graag één vraag stellen.
Ik heb in principe tegen de motie geen bezwaar. Het
lijkt mij wel nuttig, dat wij komen te weten wat in de
motie gevraagd wordt. Ik zou nu nog graag van de
Wethouder willen weten: Is het mogelijk dat alleen
die 6 ha in cultuur wordt gebracht en dat die 8 ha
wild blijft liggen? Heeft dat invloed op elkaar, is er
een bepaalde samenhang? Ik ben geen landbouwman,
helemaal niet. Maar ik zou mij kunnen voorstellen,
dat daar stompen onkruid groeien. Op die wilde lan
den groeit van alles en dan waait het zaad over. Ik
wil dus graag weten of die 6 ha apart in cultuur kan
worden gebracht, dus dat het ene stuk blijft zoals het
is en dat het andere stuk in cultuur wordt gebracht.
(Mevr. Vïsscher-BouwerEr groeien riet en wilgen.)
De heer Knol: Ik heb één vraagje. Ik wilde graag
van de Wethouder weten of het waar is, dat de grond
die we nu voor f 1,aan de heer Boersma aanbieden,
in de boeken van de Gemeente voorkomt ter waarde
van f 53.000,
Mevr. Visscher-Bouwer: Ik ben gisteren even wezen
kijken. De kavel 1312 valt helemaal buiten de bedij
king daar is nooit wat aan gebeurd, daar is ook hele
maal niets op gespoten. Het meest westelijke stukje
van kavel 593 valt er ook buiten. Dit even om ons te
bepalen tot het stukje van Boersma dat opgespoten is
en in cultuur zou moeten worden gebracht. De eigen
dom van de Gemeente ligt aan de Murk. Die andere
percelen liggen daar zo omheen, dat je daar op alle
mogelijke manieren kunt komen. Als de terreinen van
de Gemeente wild blijven, dan heeft dat, wat de ligging
betreft, geen invloed. Dat zou eventueel zo kunnen zijn,
maar dat is niet zo. De gemeente-eigendom ligt hele
maal apart.
De heer Dc Vries: Ik dacht, dat het onjuist was, dat
we, zonder dat we een uitspraak doen over de kwestie
van de bestemming van het buitengebied, deze zaak
zo maar accepteren. De heer Meijerhof heeft zopas ge
vraagd of de Commissie Ruimtelijke Ordening hierin
gekend is en de Wethouder heeft gezegd, dat dat niet
gebeurd is. Ik dacht, dat dat toch wel nodig is. Wat
is anders onze beslissing van een aantal maanden ge
leden waard, omtrent het buitengebied, als we nu zeg
gen: Nu ja, het is nog niet goedgekeurd door G.S. en
zolang dat niet het geval is, kunnen we er mee doen
wat we willen. Ik dacht, dat we onze eigen besluiten
toch op zijn minst moesten respecteren.
In de tweede plaats nog een andere opmerking. Ik
heb van een agrariër uit Lekkum gehoord, dat het
land dat hier in het geding is, m.n. de 6 ha van de
heer Boersma, bijzonder slecht land is, dat erg laag
gelegen is. Wanneer het een ietwat natte zomer is,
dan is het land onbewerkbaar. Ik dacht, dat we ook
bij de prijsbepaling van wat de Gemeente hier even
tueel voor over heeft, met dit punt rekening hebben te
houden.
De heer Tiekstra (weth.)Ik laat de beslissing met
betrekking tot de motie van de heer Meijerhof graag
aan de Raad over. Ik herhaal dan eenvoudig wat ik
reeds eerder heb gezegd. De Raad heeft wat dat be
treft de volle vrijheid. In maart is het voorstel op ad
vies van B. en W., gegeven het overleg met de Com
missie Grondbedrijf, van de agenda afgevoerd. Ik
dacht, dat het nuttig was, dat ik dit zo openhartig
zeg om te voorkomen, dat er op deze wijze legende
vorming ontstaat. Van de zijde van het College is ge
tracht om deze moeilijke zaak met de heer Boersma
op een zo goed mogelijke manier de wereld uit te hel
pen. Maar het blijft onder alle omstandigheden zo, dat
een akkoord met B. en W. nog geen akkoord met de
Raad inhoudt. Ik laat de beslissing over de motie dus
graag over aan de Raad.
Ik kan de vraag van de heer Heidinga op dit mo
ment moeilijk beoordelen. Ik dacht, dat we goed moe
ten weten, dat deze volledige 14 ha op het ogenblik
in deze situatie ligt in een gebied, dat als ik het
goed weet; ik ben daar zelf verschillende malen ge
weest deel uitmaakt van een stuk laag gelegen
land; dat was het oorspronkelijk ook al. Wij hebben
destijds 2 of 3 percelen gekocht van een andere eige
naar en de nu aan de orde zijnde percelen, die 6 ha,
behoorden oorspronkelijk bij de boerderij van Berg-
sma. Ik zeg dit, omdat, dacht ik, wel algemeen bekend
is, dat de landerijen, gelegen aan weerszijden van de
Murk, agrarisch gezien niet de hoogste kwaliteit heb
ben. Maar dat is, dacht ik, niet het punt in deze hele
transactie; het punt is, dat op deze wijze gepoogd
wordt de oorspronkelijke bestemming, die nu nog op
deze percelen ligt, en waarop de heer Boersma dus
ook terecht een beroep kan doen, n.l. de agrarische
bestemming, weer te herstellen. De positie van de heer
Boersma is een positie die op het ogenblik gebaseerd
is op het geldende bestemmingsplan en de geldende
bestemming is op het ogenblik agrarisch. Dat zal de
Raad goed voor ogen moeten houden.
Het antwoord aan de heer Knol is, dat de boekwaar
de van de betreffende percelen ongeveer f 52.000,
per heden is.
Ik heb, dacht ik, mevr. Visscher al zo goed moge
lijk beantwoord. Zij zal mij ten goede moeten houden,
dat ik ook niet helemaal en gedetailleerd op de hoogte
ben, afgezien nog van de vraag of ik deskundig ben.
Ik heb gepoogd een antwoord te formuleren. Overi
gens verwijs ik naar mijn antwoord in eerste instan
tie.
De Commissie Ruimtelijke Ordening is niet gehoord
omdat de onderhandelingen met de heer Boersma al
een reeks van jaren lopen. Ik geef toe, dat de bestem
mingsplanprocedure door die onderhandelingsprocedure
heen loopt. En ik geef ook toe, dat, als inmiddels dat
bestemmingsplan rechtskracht zou hebben gekregen,
de onderhandelingspositie met de heer Boersma een
andere zou kunnen zijn geworden. De heer Boersma
zou in ieder geval dan behoren te weten, dat hij op
dat ogenblik niet in staat zal zijn, zonder veel moei
lijkheden, de agrarische bestemming terug te brengen.
Ik kan mij, wat de vraag van de heer Heidinga be
treft, voorstellen, dat een gebied, dat in de afgelopen
6 of 7 jaar op deze wijze op de opgespoten grond is
ontstaan, voor het agrarisch gebruik daar omheen
zekere complicaties kan veroorzaken; dat lijkt mij niet
onwaarschijnlijk. Maar daarop kan ik geen uitgedra
gen antwoord geven.