■Éfi
1
RAAD S VERGADERING
Verslag van de informatieve raadsvergadering over de nota
Doeleinden Binnenstad Leeuwarden, gehouden op 24 september 1973.
van maandag 24 september 1973
Aanwezig 35 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerd-
sma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer en
M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren S. Bouma,
J. ten Brug (weth.), G. Buising, G. F. Eijgelaar, T. H. van
Haaren, J. Heetla (weth.), O. Heidinga, W. Hemstra (tot
de tweede koffiepauze), H. Jansma, J. F. Janssen, J. de
Jong, K. J. de Jong (weth.), A. Klomp, J. Knol, W. S. P. P.
de Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma,
J. Schaafsma, J. B. Singelsma, K. Spoelstra, J. Tiekstra
(weth.), Mr. B. P. van der Veen (tot de tweede koffie
pauze), P. van der Veen, J. T. Vellenga, L. Visser, G. de
Vries, F. van der Wal, P. D. van der Wal, K. Weide
(weth.) en J. Wiersma; 1 vakature.
Afwezig: de heer N. Sterk.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig de heren Mr. W. J. G. Reumer,
loco-secretaris, Ir. E. van der Ree, stedebouwkundig
adviseur, J. Mulder en J. Wijngaarden van de afd. V.O.W.
en H. Bakker, Ir. J. Bakker, J. Haven,Drs. J. T. de Meyier,
Ir. J. J. Muller en J. van der Wal van de Dienst Stads
ontwikkeling.
Te behandelen: De doeleindennota voor de binnenstad.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor, dat wij
met onze werkzaamheden beginnen. Ik heet U allereerst
van harte welkom op deze voor onze gemeente stellig zeer
belangrijke vergadering.
Voordat ik de discussies open, zou ik graag een enkele
opmerking willen maken over de te volgen procedure.
Ik zou U willen voorstellen om in de eerste plaats de
algemene beschouwingen te houden in één instantie.
Daarbij kunnen de verschillende fracties hun zienswijze
geven voor zover zij daar behoefte aan hebben over
algemene facetten van de voorstellen die aan Uw Raad zijn
voorgelegd en waarover wij destijds op de informatieve
vergadering in de Harmonie reeds een discussie hebben
gehad. Ik dacht, dat het niet nodig zou zijn bij de algemene
beschouwingen al direct te komen met concrete voorstellen,
amendementen of moties. Ik dacht, dat we die zouden
kunnen bewaren voor de daarop volgende ronde. Na de
algemene beschouwingen zou ik de hoofdstukken van de
doeleindennota U vindt een indeling in hoofdstukken
op de eerste pagina van de nota; er zijn er 18 in twee
instanties door willen nemen, hoofdstuk voor hoofdstuk
dus. Bij die discussies zouden, voor zover U daar behoefte
aan hebt, amendementen kunnen worden ingediend op de
standaard- en richtdoelen en eventueel moties m.b.t. de
objectdoelen en taakstellingen zoals die reeds in deze nota
zijn vermeld. Waarom maak ik dit onderscheid tussen
amendementen en moties? Het is n.l. de bedoeling, dat wij
straks op basis en dan bedoel ik het komende halfjaar
van de standaard- en richtdoelen het structuurplan gaan
uitwerken. Dat zal dan gebeuren met als definitief uit
gangspunt en als positieve richtlijn de door Uw Raad vast
gestelde standaard- en richtdoelen. In dat kader zullen we
het structuurplan moeten gaan uitwerken. Daarbij is het
de intentie van het College om verder gestalte te geven aan
de objectdoelen en taakstellingen zoals die voor een belang
rijk deel ook al reeds nog niet uitputtend in deze
nota zijn genoemd. U bent als Raad aan die objectdoelen
en taakstellingen niet gebonden; op zich hebt U de handen
nog volkomen vrij daarover ieder standpunt in te nemen
wanneer straks de structuurnota in behandeling komt.
Maar, wanneer de Raad van mening is, dat het College van
B. en W. bij bepaalde objectdoelen en taakstellingen, die
hier omschreven zijn, andere intenties moet hebben, dan
lijkt het gewenst, dat U daarover een motie indient. Als die
dan de meerderheid van de Raad haalt, dan zal die mede
een uitgangspunt moeten vormen voor de verdere uitwer
king van het binnenstadsplan. Dit is de procedure die wij
voorstellen. Ik zou daarbij buiten beschouwing willen
laten ik ben mij ervan bewust, dat dat principieel niet
helemaal juist is maar ik stel het voor om de besprekingen
niet onnodig verwarrend te maken of bepaalde moties
die eventueel door de Raad zouden worden aangenomen
strijdig zijn dat kan natuurlijk best met standaard
en/of richtdoelen. Ik dacht, dat wij in eerste instantie die
moties als een gegeven van de Raad moeten aanvaarden;
zij zijn een uitgangspunt bij het uitwerken van het struc
tuurplan voor de binnenstad. Als wij daarbij dan botsen
op het feit, dat zo'n aangenomen motie strijdig is met
overigens door de Raad vastgestelde standaard- en/of richt
doelen, dan koppelen we later terug; daar komen wij dan
wel mee in de Raad bij het voorleggen van het structuur
plan. Want dan zullen wij of motiveren waarom uitvoering
van de motie niet mogelijk was de Raad kan dan nog
altijd besluiten dat het wel moet gebeuren öf de motie
verder uitwerken en inpassen in de plannen en achteraf
aan U voorstellen een reeds aangenomen standaard- en/of
richtdoel alsnog te wijzigen. De Raad zal dan ook bereid
moeten zijn later alsnog een standaard- en/of richtdoel te
wijzigen. Met dat alternatief komen wij dan wel in de
vergadering tegelijk met het uitgewerkte structuurplan.
Dan heb je het op papier en dan kunnen de plussen en
minnen naast elkaar worden gezet. Ik dacht, dat het voor
de Raad gemakkelijker was ook voor ons om in eerste
instantie te besluiten, dat aangenomen moties uitgangspunt
zullen vormen bij de verdere uitwerking van het binnen
stadsplan. Als U ik zeg dit nogmaals voor de goede
orde standaard- of richtdoelen veranderd zou willen
hebben, dan zult U daarvoor complete wijzigingsvoor
stellen moeten indienen, want t.a.v. de standaard- en richt
doelen zullen we proberen vandaag tot een standpunt
bepaling te komen. Ik geloof, dat ik hiermee wel kan
volstaan t.a.v. de voorgestelde gang van zaken. Ik hoop,
dat het U duidelijk is. Zo niet, dan geef ik U dadelijk graag
de gelegenheid om daarover het woord te voeren.
Nog twee puntjes van huishoudelijke aard. Ik heb enige
twijfel of wij vanavond klaar komen. Het is de bedoeling,
dat wij dan morgenavond om half 8 onze discussies voort
zetten in de hoop, dat wij dan morgenavond echt tot
beslissingen zullen kunnen komen. Zouden we vanavond
klaar komen, des te beter.
Wij hebben vandaag nogal wat gasten, niet alleen hier
op de publieke tribune, maar ook aan de overkant in de
gele zaal zit een vrij groot aantal mensen om de bespre
kingen te volgen. Zij kunnen niet alleen via een geluids
installatie de besprekingen volgen, maar er zijn ook een
tweetal t.v.-toestellen opgesteld; men kan via een interne
communicatie ook zien zo goed als mogelijk is met de
ter beschikking staande apparatuur; en ik heb vanmiddag
gezien, dat je er heel ver mee kunt komen wat wij in
deze zaal doen. Er zal tijdens de pauzes koffie worden
geserveerd voor de gasten die op de publieke tribune
zitten, zowel beneden in de hal als in de gele zaal aan de
overkant. Ik meende dit voor de goede orde even te
moeten zeggen.
Dan open ik nu de discussies en geef het woord aan de
heer Vellenga.
De heer Vellenga: Aannemend, dat Uw voorstellen
over de behandeling onze stilzwijgende instemming zullen
hebben; ik neem aan, dat(De heer B. P. van
der Veen: Dat is niet het geval.)
De Voorzitter: Dan geef ik de heer Van der Veen het
woord over de orde van de vergadering.
De heer B. P. van der Veen: Ik heb uiteraard met
belangstelling naar Uw uiteenzetting geluisterd, maar ik
hoor waarschijnlijk tot dat stompzinnige deel van de bevol
king dat niet in staat is om uit de abstracte begrippen die
U hanteert een voldoende concreet gezicht te krijgen op
wat wij gaan doen; als wij het over richtdoelen hebben
dan denk ik eerder aan schietoefeningen dan aan de
topografie van Leeuwarden. (De Voorzitter: Dat is dan
niet juist.) Dat begrijp ik wel. Ik dacht echter, dat meer