fvMM 10 in. Het punt was toen de naar mijn mening te hoge raming. Dat is uiteindelijk ook wel gebleken; er res teert nog een bedrag van ongeveer f 27.000,Nu is mijn vraag: Is dat krediet inmiddels afgevoerd? Dat is mij niet bekend. Of heeft U andere plannen met dit krediet? Ik had verwacht, dat het in dit voorstel zou zijn meegenomen. De hear P. van der Veen: Ut de tiid, dat de elek- tryske stream bititele waerd mei ,,it nije ljocht", is noch de bitriedding foar de streamfoarsjenning fan de forljochting fan it toniel fan Sealen Skaef. It is dlid lik, ek üt it eachpunt fan br&nprevinsje, dat materiael dat primair gefaer opleverje kin foar bran, sa gau mooglik fornijd wurde moat. Dat tagelyk ek de by- kommende saken as nije forljochting en gerdinen for nijd wurde, is net allinne praktysk mar ek needsaek- lik. Praktysk omdat sawol forljochting as gerdinen op binne, mar ek praktysk omdat mei de mooglike forbou fan de Harmony mooglik ek in birop dien wur de sil op it gebrük fan üs twadde skouboarchseal. Dat alles oan dizze tiid ta noch sa'n bytsje funktionearre hat, is foar in great part to tankjen oan it bihearders- echtpear Van der Meer dy't hanen folslein ynsette foar Sealen Skaef. Dizze dielforbouwing üntstiet üt in needsituaesje. Der stiet foar Sealen Skaef mear op priemmen. Mar nou't it kréativiteitssintrum him yn it aide Kadaster ta wenjen set hat, sil dizze fierdere forbou wol op 'e lange baen skoud wurde. Dochs binne der in pear saken dy't ek urgint binne foar de feilichheit, ü.o. de minne houten flier fan de taep yn de efterseal. As wy joun dit foar üs lizzend ütstel oannimme en üs fraksje is dêr folslein foar dan hoopje wy dêrmei rampen to foarkommen. Ik hoopje, dat der ek omtinken jown wurdt oan myn fraech, dy't hwat büten de oarder is, oangeande de urginsje fan ü.o. de flierren. Dêrmei kinne wy faeks in lytsere ramp, it meimekoar troch de flier sakjen, foarkomme. Noch twa lytse fraechjes. As dit ütstel oannommen wurdt hwat kin de Wethalder dan dwaen om it wurk sa gau mooglik ütfiere to litten? En twad: Hokker konsekwinsjes jowt it fornijingswurk yn forban mei it brüken fan seal en toniel? De heer Weide (weth.): Ik zal eerst even ingaan op de vraag van de heer Visser. Het is inderdaad zo, dat er van het vorige krediet, bestemd voor het meu bilair, een bedrag van f25.000,-— is overgebleven. Het College is van mening, dat wij dit bedrag bij eindwij- ziging dienen mee te nemen in het totaal van alle eind- wijzigingen. Dit is dan een meevaller, maar er zullen andere posten zijn die tegenvallers kunnen opleveren. Het zou niet verstandig zijn nu de meevallers te ver rekenen en straks alleen maar rekening te houden met de tegenvallers, want dat zou nog wel eens vervelende consequenties kunnen hebben. Nu de vragen van de heer Van der Veen. Hij heeft lof uitgesproken voor het beheerdersechtpaar. Ik ge loof, dat ook het College bijzonder veel lof heeft voor de familie die Zalen Schaaf beheert; zij doen dat wer kelijk op voortreffelijke wijze. Ik zou aan deze lof ook lof willen toevoegen voor het bestuur; ik heb wel eens de indruk, dat de voorzitter van het bestuur niet alleen voorzitter van het bestuur maar tevens directeur is dit complex, zo intensief is hij met die zaak bezig. Wat de tap in de achterzaal betreft, dit is een onder deel van de totale verbouwing aan de Breedstraat, maar dat is ook i.v.m. de fietsenstalling e.d. een dermate grote ingreep, dat wij er op dit moment financieel nog niet aan kunnen denken, alhoewel de plannen wel op papier staan. Het is inderdaad zo, dat de tapzaal niet up to date is. De heer Van der Veen heeft gevraagd of het werk zo spoedig mogelijk uitgevoerd kan worden. Omdat dit een onrendabele investering is, zal die uit de post ka- pitaalslasten nieuwe investeringen moeten komen; de post is wel in de begroting voor 1973 opgenomen, maar wij moeten nog wel goedkeuring van G.S. hebben. Wij zullen van onze kant alles ondernemen om dit werk gerealiseerd te krijgen. Wij zullen bij G.S. aandringen op zo snel mogelijke goedkeuring, opdat dit werk tijdig kan worden gerealiseerd. Hoe zullen de zaken tijdens de verbouwing worden opgelost? Ik dacht, dat deze kwestie in goed overleg met huurder en verhuurder wel te regelen zal zijn. Wij zullen er stellig bij de stichting op aandringen, dat de werkzaamheden zo weinig mogelijk nadelige invloed zal moeten uitoefenen op de uitvoeringen die er plaats vinden en dat zijn er nog steeds vele. De hear P. van der Veen: De Wethalder hat krekt even praet oer de hiele situaesje yn de Breedstrjitte, ek yn forban mei de fietsestalling en sa, en ik kin my foarstelle, dat dat in hiel greate yngreep is. Mar ik soe der dochs op oanstean wolle, dat binammen de flier hwer't ik op doelde ris troch immen fan Iepen- biere Wurken bisjoen wurdt, hwant it soe wêze kinne, dat men dêr in kear trochhinne giet en dat soe for- felende konsekwinsjes jaen. It is in lyts ünderdiel fan it hiele plan, mar dochs mar ris even nei fornimme. En dan kin ik my foarstelle, dat ek dat hiele front oan de Breedstrjitte opnommen wurdt yn it hiele greate plan. De Voorzitter: Aan dat punt zal de nodige aan dacht worden geschonken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 9 (bijlage no. 260). De heer Knol: Het woord huurharmonisatie is in deze zaal een ietwat beladen woord. Ik zal het daar vanavond niet over hebben. Wat mij nog wel even van het hart moet, is een toelichting op het standpunt van de Commissie van het Woningbedrijf. Er staat in de raadsbrief, dat deze commissie het wenselijk acht om de bezwaren van deze bewoners door te spelen naar de Minister en via de Minister naar de Huuradviescommissie. Nu is het zo, dat de Commissie van het Woningbedrijf in ja nuari een gesprek heeft gehad met een aantal ver tegenwoordigers van deze buurt en in dat gesprek zijn een aantal bezwaren naar voren gekomen die ons zeer reëel in de oren klonken. Ik denk b.v. aan het toe kennen van 5 punten voor een douche die helemaal niet werkte. De commissie ging dan ook van de ver onderstelling uit, dat deze klachten in redelijk overleg met de mensen van het Woningbedrijf wel opgelost konden worden. Achteraf bleek dus, dat de mensen van het Woningbedrijf het niet nodig vonden om de oor spronkelijke puntenwaardering te herzien, zodat de Commissie van het Woningbedrijf niets anders over bleef dan dit te adviseren. Ilc vind dit wel jammer, want ik dacht, dat hier gewoon een kans is gemist om een goed vertrouwen of een goed contact met de huurders in deze buurt te kweken. Als men in redelijk overleg de bezwaren van deze mensen had kunnen op lossen door bijv. de kwestie van de douche wat reëler te bekijken, dan was deze formele gang van zaken helemaal niet nodig geweest. Want ik geloof, dat bin nen niet al te lange tijd alle woningbouwcorporaties gewoon him houding t.o.v. de huurder moeten wijzigen in die zin, dat zij de huurders wat in de watten moeten gaan leggen om de huizen vol te krijgen. De heer Van Haaren: Ik wil mij graag in grote lijnen aansluiten bij hetgeen de heer Knol heeft ge zegd. Heel wat mensen hebben moeite met de huur harmonisatie, maar zeker ook de 747 gezinnen waar het hier om gaat. Ze zeggen: We hebben onvoldoende woongenot en wij kunnen daarom niet aangeslagen worden voor dergelijke verhogingen; dat vinden we onrechtvaardig. En dan zegt Ude bezwaren zijn voorgelegd en zo is de procedure. Akkoord. Dan zegt U echter: We moeten de beslissing dan maar verder afwachten. Ik vind dit een ook weer veel te passief standpunt. De heer Knol zegt dit ook al. Waarom kun nen we als Gemeente niet vast iets doen aan de be zwaren die naar voren gebracht zijn. De bezwaren zijn duidelijk geformuleerd en reëel aantoonbaar. Ik heb net gezegd, dat ik, iedere keer als de vliegtuig- hinder ter sprake kan komen, niet na zal laten daar over te praten. Ik mag opmerken, dat klacht no. 1 op het hele rijtje klachten dat hier naar voren is ge bracht het lawaai van de vliegbasis is. De mensen hebben er werkelijk bijzonder veel last van. Je zou ze alleen daarom al niet voor huurverhoging in aanmer king kunnen laten komen. 11 Mevr. Dijkstra-BethlehemT.a.v. dit preadvies zou ik in de eerste plaats een algemene opmerking willen maken. Uitgaande van het feit, dat het hier aange haalde adres van de huurdersvereniging „Het Westen" bedoeld is tegen de voorgenomen huurharmonisatie per 1 april 1973 en dat de Raad een conclusie moet trek ken of een besluit moet nemen, het volgende. Op 12 maart 1973 is het adres door de Raad voor preadvies in handen gesteld van het College van B. en W. Het is voor mij onbegrijpelijk, dat dit preadvies op het adres van de huurdervereniging pas na zes maanden in deze Raad verschijnt. Was het nu nog zo, dat het preadvies als zodanig en het onderzoek veel tijd zou vergen, dan was dit nog begrijpelijk, maar als ik het voor mij lig gende preadvies bekijk, dan zou ik willen opmerken, dat iedere huurder van genoemde woningen datgene wat nu in het preadvies gesteld wordt al reeds op 1 april 1973 wist. Op die datum was ieder al in het bezit van de voorgestelde huurverhoging in het raam van de har monisatie, dus kon het door U in het pi'eadvies gegeven lijstje best achterwege blijven. Het enige nieuwe dat in het preadvies staat, is het overzicht van de maximaal toelaatbare huur volgens de puntenwaardering. En ook hierbij is voor mij duidelijk, dat bij een eventuele nieu we huurharmonisatie die hopelijk niet meer komt deze maximaal toelaatbare huur ook onverantwoor delijk omhoog zou gaan, gezien het feit, dat dan ook de in het afgelopen jaar nieuw gebouwde woningen die weer behoorlijk duurder zijn, een rol zullen spelen. Wan neer U aan het slot van dit preadvies stelt, dat de be zwaren van de bewoners inmiddels ter kennis van de bewindsman zijn gebracht, is dit een goedkoop argu ment gezien het feit, dat U hiertoe verplicht bent. Kortom, in dit gehele preadvies staat niets maar dan ook totaal niets t.a.v. datgene waarvoor de huurders vereniging „Het Westen" het adres heeft opgestuurd. Ook het College weet, dat juist op dit moment een enorme beweging bezig is, zowel in de Tweede Kamer als overal elders, met het doel de huurharmonisatie 1973 ongedaan te maken. Zelf stelt U in de begroting 1974, dat de harmonisatie per 1 april 1973 met veel meer strubbelingen is verlopen dan in voorgaande ja ren. Is het nu niet reëel om aan de hand van de ont wikkeling rondom de huurharmonisatie en in het bij zonder m.b.t. het adres van de huurdersvereniging „Het Westen" een meer positief preadvies van het College te verwachten? In ieder geval staat het voor mij vast, dat met een preadvies als dit de betrokken huurders die het adres hebben gestuurd niets te verwachten hebben. Mijn mening is, dacht ik, in deze Raad wel bekend; die zal in dit verband zonder meer zijn: Dring er bij de Regering op aan, dat zelfs de huurharmoni satie van 1973 ongedaan wordt gemaakt en kom te gemoet aan de bezwaren die er bij de huurders van de betreffende huizen leven. De heer Eijgelaar: In het algemeen kunnen wij ons wel verenigen met het voorstel zoals dat voor ons ligt. Ik ben het met de heer Knol eens, dat in deze Raad al bij herhaling over de huurharmonisatie is gesproken en dat daarover vanavond niet teveel meer gezegd be hoeft te worden. Ik ben met U van mening, dat het een goede gang van zaken is, dat deze kwestie thans daar is waar die moet zijn, n.l. bij de Huuradviescom missie. Als twee partijen, door welke omstandigheid dan ook, het niet eens kunnen worden, dan is het een goede zaak, dat er een onafhankelijke commissie is die de zaak beoordeelt. Ik geloof, dat dit voor de be treffende huurders de beste waarborg is, dat zij niet teveel zullen gaan betalen. Wij hoeven ons geen enkele illusie te maken, dat er nog een mogelijkheid is om de huurharmonisatie 1973 terug te daaaien. Als ik goed geïnformeerd ben, dan heeft de Tweede Kamer net besloten dat niet te doen. Het schijnt, dat het met de moeilijkheden, zoals de Staatssecretaris heeft laten weten, nog wel wat mee valt. Ik neem aan, dat het in 1974 met de harmonisatie wel anders zal gaan; misschien zal die achterwege blijven. Maar hoe het ook zij, dit geval van deze huurders vereniging is waar die moet zijn. Wat mij wel opgevallen is dat ben ik met mevr. Dijkstra eens is, dat er een enorm lange tijd ligt tussen 21 februari en heden. Ik zou ervoor willen plei ten, en ik zou ook wel de toezegging van de Wethou der willen hebben, dat in voorkomende gevallen deze zaak sneller afgehandeld wordt. Ik begrijp wel, dat door ziekte van de directeur van het Woningbedrijf en ook door de vakantieperiode die daar op volgde alles wat is blijven liggen, maar mogelijk dat in het vervolg bij soortgelijke gevallen de vervanger van de directeur of iemand anders zo'n zaak verder zou kunnen afhan delen. De heer De Jong (weth.)Het lijkt mij niet nodig om op het principe van de huurharmonisatie diep in te gaan; dat is hier wel eerder gebeurd. Wanneer de heer Knol stelt, dat we hier eigenlijk een kans hebben gemist dat was eigenlijk de kern van zijn betoog dan kan ik dat met hem meevoelen. Het spijt mij ook, dat de mensen die deze puntenwaar dering in eerste instantie hebben opgesteld en die wij gevraagd hebben om de bezwaren van de huurders vereniging echt serieus te bekijken en te bezien of aan de bezwaren tegemoet gekomen zou kunnen wor den, op hun standpunt zijn blijven staan. Als wij aan de bezwaren tegemoet hadden kunnen komen dan had den wij dat ben ik met de heer Knol eens daar mee een stuk goodwill kunnen kopen. Als die bezwaren terecht waren, dan zouden ze ook eerlijk bekeken moe ten worden. Ik heb daar van mijn kant ook sterk op aangedrongen zowel bij de directeur van het Woning bedrijf als bij de mensen die de bezwaren moesten bekijken. Dat zij uiteindelijk na een onderzoek van de ruim 700 adressen gezegd hebben: En toch persisteren wij bij de beslissing die we hebben genomen, was voor mij wel wat teleurstellend. Maar zij zijn tot die beslis sing gekomen. En daar volgt dan uit, dat de zaak moet worden voorgelegd aan de Huuradviescommissie. Die is er voor dergelijke gevallen. Het is ook beter, dat mensen die niet direct bij de zaak betrokken zijn ge weest die nog eens bekijken. Ik had er echter wel wat voor over gehad, dat men er een beetje soepeler tegen over gestaan had in eerste instantie. Dan hadden wij hiermee minder moeilijkheden gehad. Ik ben dat be slist met de heer Knol eens. Wij zullen proberen een volgende keer de hele procedure van de huurharmoni satie, mocht die dit najaar weer aan de orde komen, een beetje anders te regelen. Wij zullen het in ieder geval zo doen, dat het van de kant van het Woning bedrijf niet aan een of twee mensen overgelaten wordt, maar dat ook de Commissie van het Woningbedrijf daarbij ingeschakeld wordt, zodat we het idee hebben, dat de zaak zoveel mogelijk met waarborgen wordt om ringd Wat de huurders betreft. Het is ook de eerste keer geweest, dat we in zo grote mate met dit pro bleem te maken hadden. Dus ik zou zeggen: We moe ten eens zien hoe we het de volgende keer beter kun nen doen. Dat was ook de kern van het betoog van de heer Knol. Ik kan mij daar van harte bij aansluiten. Wanneer de heer Van Haaren zegt, dat we hier wat aan de puntenwaardering moeten doen, dan wijs ik hem erop, dat de instantie die deze zaak bekijken moest na een breedvoerig onderzoek toch tot de con clusie is gekomen, dat zij het goed hebben gedaan wat de puntenwaardering betreft. En dan ben ik blij, dat er een Huuradviescommissie is die de zaak nog eens nagaat. De voorstellen zijn al ingediend. Mocht die commissie, die onafhankelijk is, tot andere conclusies komen, dan brengt die advies uit aan de Minister; de Minister stelt dan uiteindelijk de huren vast. Ik ben dus wel blij, dat de Huuradviescommissie de zaak nog eens bekijkt. Ik geloof, dat ik mag zeggen, dat wij wel open staan voor de bezwaren van de huurders, maar dat wij geen andere weg zien dan de weg die we nu bewandelen; die weg is er ook voor. Wij zullen ons best doen de bezwaren die er zijn zo serieus mogelijk te nemen. Mevr. Dijkstra heeft na haar algemene beschouwing over de huurharmonisatie als zodanig, nog gesproken over de lange tijd die verlopen is voordat dit preadvies in de Raad is gekomen. Ik ben dat wel met haar eens. Maar de heer Eijgelaar heeft daar ook al iets over gezegd er is ziekte tussen gekomen, de Commissie van het Woningbedrijf moest gehoord worden die komt ook niet elke week bijelkaar, maar die hebben we in juli nog bijelkaar kunnen roepen vlak na de vakan tie en daarna kon de zaak pas verder doorgespeeld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 6