I
I
i
h
1
2?J
y tAW
den kunnen vinden, dan zullen we het doen.
De heer Bouma heeft gevraagd of het aantal werk
nemers op de werkplaatsen niet vermindert. Dat kan
bij werkplaatsen van buurgemeenten misschien het ge
val zijn, maar in Leeuwarden is het aantal vrij stabiel.
Ik meen, dat wij op dit moment op ongeveer 330 zit
ten; het schommelt altijd om dit aantal.
De heer Van Haaren heeft gesproken over de maat
schappelijk werker. Wij zijn met een onderzoek hier
omtrent bezig; dat is geen losse kreet. U zult straks
in de begroting kunnen zien dat er een vakature is
opgenomen voor 1974. Wij weten nog niet of die
kracht volledig ingezet kan worden. Wij zijn echt nog
bezig deze zaak te bestuderen. Wij moeten nog bekij
ken of wij een maatschappelijk werker van de Sociale
Dienst moeten inzetten of dat we iemand van buiten
moeten aantrekken, speciaal voor deze dienst. Het zou
ook nog kunnen dat we, als er een overkoepelend or
gaan voor algemeen maatschappelijk werk komt, vra
gen of zij iemand voor dit werk willen inzetten. Per
soonlijk voel ik het meest of het te realiseren is
weet ik niet; het moet nog met de directeur en met
de W.S.W.-commissie worden besproken voor het
aantrekken van een eigen maatschappelijk werker. (De
heer Van Haaren: Maar dat was mijn punt niet. Ik
heb gesteld, dat ik het toejuich dat er een maatschap
pelijk werker komt. Maar mijn vraag was of het werk
ook kon worden uitgebreid metDaar kom ik
nog op.
Uw tweede vraag betrof wat ik maar ,,de weerstand
tegen de D.S.W." zal noemen. Ik kan daar erg kort
over zijn. Er is een plaatsingscommissie en daarin zit
het Arbeidsbureau als grootste „aandeelhouder". Die
commissie selecteert de mensen en spreekt met hen.
Als iemand niet een passende functie wil aanvaarden,
hetzij bij V. en D., hetzij bij de C.C.F., hetzij bij de
D.S.W., dan moet het woord „passend" worden uitge
sproken door een commissie van het Gewestelijk Ar
beidsbureau. En als die commissie uitspreekt dat be
paald werk passend is, dan mag ik aannemen dat dat
behoorlijk is onderzocht.
De Voorzitter: Om heel concreet te zijn, de pressie
die de heer Van Haaren bedoelt, wordt niet uitge
oefend. Als er kritiek is op het beleid dat wil ik U
wel heel duidelijk zeggen dan gaat die in een rich
ting die tegengesteld is aan die waar de heer Van Haa
ren over sprak. Op de vraag of de D.S.W. wordt ge
bruikt als pressiemiddel op mensen die eigenlijk niet
op de werkplaats passen, kan ik heel concreet „nee"
antwoorden; dat gebeurt beslist niet. Wij hebben wel
opmerkingen van heel andere zijde gekregen, in die
zin dat gevraagd werd of bepaalde mensen, waarvan
men de indruk heeft dat ze er wel zouden kunnen wer
ken, niet teveel gespaard worden en in uitkeringsrege
lingen lopen terwijl ze wel degelijk op de werkplaats
zouden kunnen worden geplaatst. Die vorm van kri
tiek is er dus wel eens, maar hetegen de heer Van
Haaren naar voren brengt, is beslist niet waar.
ALGEMENE DIENST.
Hoofdstuk IX, Sociale zorg en maatschappelijk werk.
Volgno. 566.
De heer Spoelstra: N.a.v. vraag 2 zou ik graag wil
len weten of de mensen die bijstand krijgen i.v.m. het
gebruik maken van het kinderdagverblijf, weten dat
de bijdrage die ze krijgen door de Belastingdienst be
schouwd wordt als inkomen en dat ze daar later een
aanslag voor kunnen krijgen.
De hear Klomp: Ek hwat oer fraech 2. Wurdt de
nije regeling fan de finansiering al tapast? As soks
net it gefal is, hwer wachtet dat dan op?
De heer Van Haaren: Wij hebben vorig jaar al ge
zegd dat de retributieschaal niet zo'n eenvoudige aan
gelegenheid is als toen werd gesteld. Je kunt dit niet
zonder meer gelijk trekken met de retributieschaal die
er is voor de gezinszorg. Dat is ook wel gebleken.
Er is iets heel anders uit de bus gekomen. De regeling
zal naar ik meen bepaald op bezwaren stuiten. Ik
heb nu al gehoord dat er vier kinderen per 1 januari
het kinderdagverblijf zullen verlaten omdat het inko
men van de moeder ongeveer gelijk is geworden aan
de retributie die zij moet betalen voor het verblijf van
het kind op het kinderdagverblijf. Bij de nieuwe aan
meldingen zijn ook al twee gevallen gesignaleerd waar
in de opname van het kind niet doorgaat om de reden
die ik net noemde. Vooral uit de categorie van de ge
huwde vrouwen zullen er naar mijn mening in de toe
komst nog maar weinig aanmeldingen komen, omdat
hetgeen zij moeten betalen aan retributie voor het
kinderdagverblijf ongeveer gelijk is aan hetgeen zij als
werkende vrouw kunnen verdienen; daarom zullen zij
van aanmelding afzien. Het probleem speelt niet voor
de mensen uit de laagste inkomensgroepen en ook niet
voor de mensen uit de hoogste inkomensgroepen. Maar
voor de grote tussenklasse kunnen er wel degelijk pro
blemen rijzen. Ik heb nog steeds het gevoel dat de be
slissing die we vorig jaar hebben genomen, een ver
keerde beslissing is geweest. Maar goed, het is nu
eenmaal gebeurd. Zo eenvoudig als het in dit antwoord
wordt voorgesteld, ligt het m.i. niet. De enige hoop
die we nog hebben, is eigenlijk dat wij nu allemaal
eens een beroep gaan doen op het Ministerie van
C.H.M. om de kindercentra op zo kort mogelijke ter
mijn te subsidiëren, om de subsidiëring van de kinder
centra een wettelijke basis te geven en om die wette
lijke regeling te baseren op het advies van de Werk
gemeenschap Kindercentra Nederland. Daar heb ik bij
vorige gelegenheden al het nodige over gezegd. U weet
waarschijnlijk dat op 18 december a.s. een landelijke
manifestatie zal worden gehouden, een balonnenmani-
festatie, die ook in Leeuwarden zal plaats vinden. Ik
hoop ook dat iedereen in Leeuwarden deze zaak zal
gaan ondersteunen, want met de regeling die we nu
hebben getroffen, is er juist t.a.v. de middengroepen
het probleem ontstaan dat een groot aantal ouders het
opgeven hun kind naar het kinderdagverblijf te bren
gen. Ik vind dit nog steeds een betreurenswaardige
zaak. De regeling is er; dat is jammer, maar wij moe
ten ons er bij neerleggen. Maar laat ook de Gemeente
bij C.R.M. druk uitoefenen om de drie eisen die ik
zopas noemde, gerealiseerd te krijgen.
De heer Heetla (weth.): De heer Spoelstra heeft
gevraagd of de mensen die een bijdrage krijgen i.v.m.
het kinderdagverblijf ook de kans lopen dat zij over
die bijdrage belasting moeten betalen. Dat kan inder
daad in enkele gevallen gebeuren. Maar dan moet er
ook al sprake zijn van een behoorlijk hoog inkomen.
In de gevallen dat zich dat voor kan doen, is het met
de mensen besproken. Er worden ook nog besprekin
gen gevoerd met de Inspecteur van de Belastingen om
deze bijdrage vrij te laten. De heer Spoelstra weet
waarschijnlijk wel dat iemand die bijstand krijgt, daar
over ook belasting moet betalen. Dat geeft voor de
Gemeente veel administratief werk. Ik vind het een
heel akelige zaak dat iemand die bijstand krijgt i.v.m.
het kinderdagverblijf en ook iemand die in een be
jaardenoord is opgenomen, een aanslag krijgt i.v.m. de
bijstand die hij van de Sociale Dienst krijgt. Het be
tekent in bepaalde gevallen dat de Gemeente ook nog
de belasting moet betalen. Maar er wordt op landelijk
niveau aan gewerkt om hierin verandering te brengen.
Ook wij proberen er iets aan te doen. De heer Aarts
heeft b.v. dezer dagen nog een gesprek gehad met de
Inspecteur van de Belastingen. Maar de mensen die
hiermee te maken zouden kunnen krijgen, zijn door
ons ingelicht.
De heer Klomp heeft gevraagd wanneer de regeling
ingaat. Het is de bedoeling dat die in zal gaan op
1 januari 1974.
De heer Van Haaren heeft nog eens weer de moei
lijkheden geschetst die zich bij de uitvoering van de
regeling voordoen; hij vindt het jammer dat de rege
ling is aangenomen. Ik heb getracht, in samenwerking
met de Sociale Dienst en het kinderdagverblijf ik
had dit indertijd aan de Raad beloofd een zo goed
mogelijke regeling tot stand te brengen. Voor zover
wij het op het ogenblik kunnen bekijken, zullen een
heleboel mensen het grootste gedeelte minder
betalen dan voorheen. De zaak is met alle betrokkenen
doorgenomen. Ik heb zelf met de dames van het kin
derdagverblijf gesproken en ik moet zeggen dat wij een
heel goed contact hebben gehad. Wij hebben van de
kant "van de Gemeente ook alle medewerking toege
zegd. Ik kan U wel zeggen dat mensen die onder de
nieuwe regeling meer moeten betalen dan voorheen,
meer moeten verdienen dan f 400,per week netto.
Ik vind het wel een soepele regeling.
De heer Van Haaren heeft ook nog de wens uitge
sproken dat C.R.M. nu eens afkomt met een subsidie.
Ik kan de heer Van Haaren zeggen dat daar hard aan
wordt gewerkt, ook door de V.N.G. Ik ben toevallig
niet bij de vergadering geweest die vorige week heeft
plaats gehad. Er ligt een concept-brief aan de Minister.
Als de heer Van Haaren die in wil zien dan zal ik
hem daartoe gaarne de gelegenheid geven; hij moet
dan maar even contact opnemen met de heer Koop-
mans. Ik hoop dat ook van andere zijde adhesie zal
worden betuigd met het streven naar een subsidie voor
kindercrèches in het algemeen. (De heer Van Haaren:
Ik wil dat graag doen, maar ik ben het er niet mee
eens dat deze regeling niet op bezwaren zal stuiten.
Ik heb gesteld dat al vier kinderen het kinderdagver
blijf hebben verlaten en dat er ook t.a.v. de nieuwe
aanmeldingen bezwaren naar voren komen. Ik weet
ook wel dat die bezwaren onvermijdelijk zijn omdat
wij dit besluit hebben genomen, maar U moet niet zeg
gen dat er geen bezwaren zijn; die zijn er wel degelijk.)
Ik geef ook wel toe dat er enkele bezwaren zijn.
Volgno. 568.
Mevr. Dijkstra-BethlehemEen korte vraag. Kunt
U ook zeggen hoeveel werkloze personen boven 50 jaar
er zijn in onze gemeente
De heer Spoelstra: De vraag onder dit volgnum
mer betreft de E-objecten. Naast deze E-objecten zijn
er ook A-objecten voor mensen boven de 50 jaar die
in de administratieve sector niet geplaatst kunnen wor
den. Ik hoorde zopas bij de behandeling van de D.S.W.
dat er mensen zijn die werkloos zijn en liever niet naar
de D.S.W. gaan. Misschien kunnen die op deze objecten
geplaatst worden op zodanige wijze dat ze toch weer
kunnen werken. Het zou misschien nuttig zijn als wij
eens wat meer te weten kwamen over de aantallen
werklozen en de duur van de werkloosheid.
De heer Heetla (weth.): N.a.v. de vraag van mevr.
Dijkstra kan ik U zeggen, dat het aantal op het ogen
blik 5 is; ik had deze vraag verwacht en vanmorgen
heb ik het nog even afgechecked. Dat aantal is te klein
om een E-object aan te vragen.
Over de A-objecten waar de heer Spoelstra over
sprak, is mij niets bekend.
De heer Spoelstra: Dat zijn administratieve objec
ten. Die schijnen wel te bestaan. Als er in die categorie
wel meer mensen zijn, dan kunt U daar misschien wel
een object voor maken. (De Voorzitter: Er is een
regeling, dat mensen via het Arbeidsbureau met een
hoog subsidiepercentage ingeschakeld kunnen worden
in de administratieve sector. Noemt U dat een A-ob
ject?) Nee, een A-object is hetzelfde als een E-object
maar dan in de administratieve sector.
De heer Heetla (weth.)Ja, het zijn administratieve
objecten; die kwestie wordt onderzocht door het Ge
westelijk Arbeidsbureau. Er komt een rijkssubsidie op.
Er zijn heel wat gemeenten ik geloof zelfs dat onze
Gemeente er ook van geprofiteerd heeft die enkele
van deze werknemers in dienst heeft. (De Voorzitter:
De Gemeente profiteert er niet van. U bedoelt, dat
deze mensen in de gelegenheid zijn gesteld om tijdelijk
te kunnen werken bij een gemeente.) Ja. De betref
fende gemeente profiteert er toch wel van, vind ik.
Volgno. 570.
Mevr. Visscher-BouwerIk zou willen vragen hoe
het in het algemeen staat met de schaalvergroting.
In het antwoord op vraag 4 staat: „Wij streven er naar
binnenkort ons standpunt terzake te kunnen bepalen."
Is dat inmiddels gebeurd? En in welke richting gaat
het? Verder zou ik graag willen weten hoe het parti
culier maatschappelijk werk hierover denkt. Zijn er
reeds werkafspraken gemaakt? Het schijnt op het mo
ment zo te zijn dat de Gemeente overweegt om vier
mensen deel te laten nemen aan het maatschappelijk
werk. En dan vraag ik mij af of, als deze mensen ge
delegeerd worden naar de particuliere instellingen, dat
niet veel goedkoper is. Voorts zou ik graag weten
welke keuze de cliënt heeft. Wie bepaalt waar de
cliënt heen gaat, naar de Sociale Dienst of naar een
particulier bureau? Als er nu een beschikking is ge
komen van de Sociale Dienst de cliënt is geadvi
seerd door een maatschappelijk werker van de dienst
is er dan een goede rechtsgang mogelijk? Hoe kan
de cliënt er tegen ingaan als hij het er niet mee eens
is? Is zo'n maatschappelijk werker van de dienst dan
eigenlijk wel objectief genoeg?
De hear Klomp: Myn fraech slüt wol hwat oan by
de fragen fan mefr. Visscher. Ik wol ek graech witte
hoe op dit stuit de stén fan saken is. Ik freegje dit
spesiael, omdat ik bang bin dat troch in to greate
gearwurking it libbensbiskoulikke elemint by de help-
forliening wol ris hwat yn de knipe komme kin.
De heer Van Haaren: De beantwoording van vraag
4 geeft mij niet zoveel moeilijkheden, maar ik ben
toch wel een beetje geschrokken van de vraagstelling,
waarin wordt gesteld dat er gemeenten zijn die ten
principale het uitvoerende, individuele maatschappe
lijk werk volledig overlaten aan particuliere instellin
gen en zelf slechts één of twee gespecialiseerde maat
schappelijk werkers in dienst houden die in de spreek
uursituatie de cliënten verwijzen. Dan wil ik stellen,
dat scheiding tussen materiële nood en moeilijkheden
en emotionele nood en moeilijkheden gewoon niet mo
gelijk is. Je kan een cliënt die zich bij een Sociale
Dienst meldt niet in stukjes knippen en zeggen: dat
is het stukje materiële nood waar we ons als Sociale
Dienst mee gaan bemoeien. Juist bij een goede dienst
verlening op grond van de vraag om materiële hulp
komen er allerhande emotionele aspecten en allerhan
de aspecten van disfunctioneren van de cliënt aan de
orde. Ik geloof dat het wenselijk en noodzakelijk is
dat de Sociale Dienst hier zelf op ingaat en dat die
in eerste instantie probeert hulp te verlenen en zelf
probeert ook op de maatschappelijk werk-aspecten van
de materiële hulpvraag een antwoord te vinden. Het
daarvoor verwijzen naar een andere instantie vind ik
krankzinnig, want een verwijzing is alleen maar mo
gelijk als een cliënt, die om hulp vraagt, hier zelf
voor gemotiveerd is en als de instelling waarnaar ver
wezen wordt, bereid en in staat is om de zaak in be
handeling te nemen en hulp te verlenen. Onze fractie
zou ervoor willen pleiten dat juist binnen de Sociale
Dienst in Leeuwarden de afdeling maatschappelijk
werk versterkt wordt en meer mogelijkheden en meer
speelruimte krijgt; wij gaan er niet van uit dat men
sen in stukjes te knippen zijn: materiële hulpvragen
en achterliggende maatschappelijk werk-problemen.
De heer Wiersma: Ik kan mij wel aansluiten bij
hetgeen hier al te berde is gebracht. Maar ik zou nog
graag willen weten wie de initiatiefnemers zijn m.b.t.
deze schaalvergroting; welke mensen, stichtingen, ver
enigingen zijn daarmee bezig? Verder ben ik geïnte
resseerd in het antwoord op vraag 3: „Is er reeds over
leg geweest omtrent een toekomstige taakverdeling
van de taken van het particulier initiatief en de Ge
meentelijke Sociale Dienst?" Hoe ziet U dat? Ik ge
loof niet dat dat al helemaal uit de verf kwam; dat
kan misschien ook nog niet. U schrijft ook in Uw ant
woord dat degenen die het initiatief hebben genomen,
nog niet helemaal klaar zijn met hun organisatie. Ik
zou echter wel graag willen weten hoe U zich dit denkt
als zij wel klaar zijn.
De heer Spoelstra: Ik heb aan de Sociale Dienst
gevraagd naar de financiële gevolgen als het maat
schappelijk werk wordt overgebracht naar het parti
culier initiatief. Daar zou een overzicht van worden
gemaakt. Ik zou willen vragen of het mogelijk is dat
wij dit overzicht krijgen voor de begrotingszitting; ik
zou dit punt dan willen claimen voor de begrotings
zitting. (De Voorzitter: Op grond waarvan doet U
dat? De Wethouder heeft nog niet geantwoord.) Als