De heer Van Haaren: Het zou volkomen onjuist
zijn als dat parkeerterrein gebruikt zou worden voor
het woon-werk-verkeer, dus voor mensen die de hele
dag hun auto daar laten staan en dan naar een kan
toor gaan. Ik ben het met de heer Miedema eens dat
kort-parkeren, in de zin van een halfuur, daar niet ge
schikt is. Parkeren voor een wat langere tijd kan wel,
maar niet zo lang dat de mensen van het woon-werk-
verkeer daar kunnen parkeren.
De heer Tiekstra (weth.)Ik heb er geen bezwaar
tegen het woord kort-parkeren te vervangen door lang-
parkeren, als we het er maar over eens zijn dat het
betaald parkeren wordt.
De Voorzitter: Ik zou nog graag even een aanvul
ling willen geven op hetgeen Wethouder Tiekstra heeft
gezegd. In het College is besloten om hier een parkeer
automaat te plaatsen met een parkeermogelijkheid van
24 uur. Dat is precies wat U wilt, dus dat is geen
enkel probleem.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 357).
Mevr. Dijkstra-BethlehemIk kan me wel verenigen
met het voorstel betreffende het verbeteren en ver
fraaien van de woonomgeving Balistraat e.o., ook wat
betreft het laten vervallen van parkeerhavens. Zou dit
dan ook betekenen dat, net zoals in het Rode Dorp,
het autoverkeer uit deze straten wordt geweerd, te
meer omdat hier het meest bejaarden gaan wonen
Dan heb ik nog een vraag. De tuinen worden ver
anderd in perken en voorzien van nieuwe beplanting.
Betekent dit dat deze perken in onderhoud blijven bij
de Gemeente Zo ja, worden de bewoners hier dan voor
aangeslagen? Als dat zo is, dan acht ik het beter deze
perken door de bewoners, voor eigen rekening, te laten
verzorgen.
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Ik zou graag wil
len weten hoe hoog het bedrag van de reserve woning-
wetbouw (rentereserve) is en welke gelden in dat
fonds worden gestort.
Verder zou ik graag, net als mevr. Dijkstra, willen
weten of het de bedoeling is dat de tuinen zullen wor
den onderhouden door de bewoners zelf of door de
Plantsoenendienst
De hear Singelsma: De fraech oer it tününderhald
is wol tige nijsgjirrich. Ik tocht dat dit in goede gele-
genheit is om ris in proef to nimmen en de minsken
seis oan it wurk to setten en harren seis de tün ünder-
halde to litten ünder tasicht fan de stêdstünlju. As
wy dêr ris yn it lyts mei bigjinne wolle dan is dit in
geskikte proefeker om hjir ütfiering oan to jaen.
De heer De Jong (weth.)In overleg met de be
woners is getracht het autoverkeer daar zo beperkt
mogelijk te houden. Vandaar dat er ook gesteld is dat
hier met eenrichtingsverkeer gewerkt wordt. Daardoor
was het nodig dat men in dit straatje dat toch al
niet zo breed is de auto's niet regelmatig aan beide
kanten voor de ramen heeft. Er is ook een deel dat
helemaal autovrij is; dat zijn de zijstraatjes. Er is dus
zo goed mogelijk rekening gehouden met de verlangens
van de mensen; ook de trottoirs zijn zo aangebracht
als zij dat gevraagd hebben.
Wat de tuinen betreft, er was aanvankelijk over ge
dacht om een grotere parkeerruimte in de tegenwoor
dige tuinen aan te brengen. Het is dus nu zo gemaakt
dat de tuinen zo veel mogelijk behouden zijn gebleven
en de parkeerruimte iets beperkt is. Het onderhoud van
de openbare tuinen is normaliter voor rekening van de
Gemeente die dit onderhoud uitbesteedt aan Openbare
Werken. Misschien zou dit ook anders kunnen. We heb
ben op het ogenblik m.b.t. tal van woningbouwcom
plexen in de Commissie voor het Gemeentelijk Woning
bedrijf in bespreking in hoeverre wij dit moeten conti
nueren. U weet dat wij met 800 a 1000 woningen vorig
jaar al een proef hebben genomen om het onderhoud
uit te besteden aan een particulier bedrijf. Ik zou graag
in de Commissie voor het Woningbedrijf in onderzoek
willen houden of wij al dan niet moeten overgaan van
Openbare Werken naar particulieren, eventueel met
inschakeling van de betreffende bewoners. Het lijkt mij
niet juist hier staande deze vergadering over te be
slissen het lijkt mij beter dat de Commissie voor het
Woningbedrijf in dit opzicht goed de vinger aan de
pols houdt.
Mevr. Brandenburg heeft gevraagd naar de kosten.
Die worden in dit geval gedekt uit de rentereserves.
Misschien kan de heer Tiekstra hier beter even op ant
woorden.
De heer Tiekstra (weth.)Deze rentereserve is al
van jaren terug, toen in de exploitatie van de com
plexen een renteniveab kon worden verrekend dat
hoger lag dan de gemiddelde rente van de Gemeente
zelf. Het voordelig verschil is dus gereserveerd en dit
betekent dat de opbrengsten, afkomstig van deze com
plexen, in die reserve gestort zijn en ook ten bate van
de woningwetbouw weer worden aangewend.
De heer De Jong (weth.): Op de vraag of de men
sen hier zelf bij aan het werk gezet kunnen worden,
moet ik antwoorden dat dit in dit geval niet direct de
bedoeling is. Of de bewoners hier meer bij betrokken
kunnen worden, zou in de Commissie voor het Woning
bedrijf bekeken kunnen worden, maar wij zijn hier erg
voorzichtig mee. Het zou niet verantwoord zijn inci
denteel een ingreep te doen, want we moeten de risi
co's die hieraan verbonden zijn ook terdege van te
voren bekijken. (De heer Vellenga: Hebt U enig idee
hoe de mensen zelf zouden reageren Hebt U het ge
vraagd?) Dit is een punt dat we wel eens zouden
kunnen bespreken. Wij hebben de proef genomen met
een aantal woningen; de mensen hadden dat zelf ge
vraagd; dit was in de Valeriusstraat. Wij hebben daar
toen een proef mee genomen en die is goed geslaagd.
Wij zijn nu wel van plan die te herhalen, maar dan
liefst collectief. Het moet wel een geordend geheel
worden, want als het helemaal aan de mensen zelf
overgelaten wordt, betekent dit een veel forsere in
greep. Ik zou nog wel eens willen bekijken of dit de
bedoeling is, maar we zullen dit punt bespreken. (De
heer Vellenga: Er wonen nogal wat bejaarde mensen
natuurlijk, maar ik zou ze er wel eens in kennen.)
We zullen het bekijken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De heer Klomp is inmiddels ter vergadering geko
men.
Punt 17 (bijlage no. 373).
De heer Bouma: De Stichting Transvaalwijk ver
heugt zich dat de penibele financiële situatie wordt ver
licht door dit voorstel. Wat dat betreft hebben we de
raadsbrief met vreugde ontvangen. Maar aan het slot
van de raadsbrief zegt U: „Bij de indiening van de
definitieve plannen tot verbetering van de woonom
geving" enz. Dit is de reden dat wij de vraag stellen:
Wanneer komen deze plannen De verbetering van
de woonomgeving zou een extra stimulans zijn voor
de bewoners om met dit werk door te gaan. Er is
momenteel voor ongeveer driekwart miljoen aan wo
ningverbeteringsplannen ingediend en dit werk moet
een snelle voortgang hebben. De stichting heeft boven
dien destijds een krediet gevraagd en de Raad heeft
dat ook verleend waardoor de stichting in staat
werd gesteld twee studenten-ontwerpers te bekostigen
die, in overleg met de wijkbevolking, allerlei straatver
beteringsplannen hebben opgesteld en bij de betreffen
de diensten hebben ingediend. Nu zou ik in de eerste
plaats willen vragen Mag men op een snelle afwik
keling van deze plannen, die de bewoners dus zelf mee
opgesteld hebben, rekenen? In de tweede plaats zou
ik graag willen weten of, nu deze studenten inmiddels
zijn vertrokken i.v.m. het feit dat ze afstuderen, men
kan rekenen op een continuering van deze inspraak
procedure; indien mogelijk op dezelfde manier, zodat
de bevolking dus ook inspraak heeft in de plannen
m.b.t. deze woonomgeving.
5
De heer B,. P. van der Veen: Ik ben eigenlijk teleur
gesteld door het voorstel in deze raadsbrief. Het plan
tot rehabilitatie dat een grote steun heeft kunnen
krijgen, zowel van rijksoverheid als gemeentelijke over
heid, heeft een minimaal bedrag overgelaten voor re
kening van de eigenaren in deze buurt. De eigenaren
moeten nog ongeveer een zesde deel van de werkelijke
kosten betalen. Als er dan gezegd wordt dat dat kleine
deel nog niet opweegt tegen het genot dat de bewoners
zich van de verbeteringen voorstellen, dan vraag ik
wat wij eigenlijk doen. Als het zo weinig gewaardeerd
wordt dat men niet bereid is daar zelf iets aan bij te
dragen, dan vraag ik mij af waarom wij dit doen. Als
het zo is dat dit alleen maar een kwestie is van de
financiering, dan ligt de kaart uiteraard anders. Maar
dan zou ik verwachten dat het niet zo is dat, op reke
ning van de belastingbetalers, toevallige eigenaren van
deze buurt een cadeautje krijgen, maar dat ze het ge
not en ook de waardevermeerdering van hun goed te
rug zullen vinden in het heffen van een baatbelasting
die de Gemeente zou kunnen opleggen. Ik zou graag
willen weten of daar bij het College het voornemen toe
bestaat.
De heer F. van der Wal is inmiddels ter vergadering
gekomen.
De heer Tiekstra (weth.): Wat de opmerking van
de heer Bouma betreft, kan ik de Raad meedelen dat
het overleg met het stichtingsbestuur en het Projekt-
bureau over de plannen voor verbetering van de woon
omgeving nog loopt. Ik kan het zelfs concreter zeggen,
n.l. dat woensdagmiddag a.s. om half vijf daaromtrent
weer overleg wordt gepleegd, op basis van de uitwer
king van de plannen die na het eerste overleg over de
woonomgeving door een bepaalde werkgroep tot stand
zijn gebracht. De heer Bouma wil mij wel ten goede
houden dat ik daar op dit moment niet verder op in ga.
Ik wil wel proberen ik dacht dat er een goed
functionerend overleg was tussen de dienst Stadsont
wikkeling, het Projectbureau en het stichtingsbestuur
en ook wat mijn aandeel betreft, dacht ik, dat er een
goed functionerend overleg was om dat overleg zo
goed mogelijk te laten functioneren. Maar de heer Bou
ma heeft gelijk als hij zegt dat het werk van de twee
studenten werkelijk op zijn laatste benen loopt; deze
jongens gaan afstuderen en zijn dan niet meer beschik
baar. De middelen die daarvoor beschikbaar waren,
zijn opgebruikt en er is op het ogenblik nog geen op
lossing gevonden voor de wijze waarop het werk van
uit het Projectbureau kan worden vervolgd. Dit bete
kent, dacht ik, dat men met de beschikbare krachten
moet proberen dit zo optimaal mogelijk te doen ver
lopen.
Ik heb de hoop dat in de eerste maanden van 1974
de kredietaanvragen wel bij de Raad zouden kunnen
komen. Dan weten we ook - dit n.a.v. hetgeen de heer
Van der Veen heeft gezegd - waarover we in financieel
opzicht praten. Overigens verwijs ik de heer Van der
Veen naar de voorlaatste zin van de raadsbrief, waarin
staat dat wij ons omtrent de dekking van de ten laste
van de overheid blijvende investeringen nog beraden en
dat, als er geen andere oplossing voor komt, wij daarbij
dan toch denken aan het invoeren van een baatbelas
ting. Ik wil wel opmerken dat het niet waar is dat de
betreffende bewoners/eigenaren/gebruikers er geen be
dragen aan besteden. Ik dacht dat het heel erg duide
lijk is dat zij -de heer Van der Veen heeft gelijk als
hij zegt dat het hun eigendom is op het ogenblik op
basis van het rehabilitatieplan aanmerkelijke sommen
investeren in de woningen die inderdaad hun eigen
dom zijn. Het overgrote deel van deze lasten wordt
door de bewoner/eigenaar/gebruiker gedragen. Maar
het is inderdaad mogelijk dat wij straks met een on
gedekt tekort blijven zitten op de exploitatie van het
rehabilitatieplan. Dit ongedekt tekort zal dan terug
gevonden moeten worden via een baatbelasting.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 18 (bijlage no. 368).
De Voorzitter: Dit punt is al eens eerder in de
Raad aan de orde geweest. De Raad heeft toen be
sloten om vooralsnog geen beslissing te nemen, om
dat hij dit graag wilde doen nadat hij kennis had kun
nen nemen van de richting waarin het binnenstadsplan
zou worden uitgewerkt. Er is toen afgesproken dat
wij daarna dit punt opnieuw aan de orde zouden stel
len en dat is hiermee gebeurd.
De heer Vellenga: Aanhakend aan Uw laatste woor
den, mijnheer de Voorzitter, zou mijn fractie de vraag
willen stellen, met name in Uw richting, of de conditie
van toen de reden waarom wij toen de behandeling
hebben uitgesteld nu niet meer zou bestaan. Wij
hebben een aantal voorlopige beslissingen genomen
over de binnenstadsplannen, maar èn in januari èn in
februari zullen wij nauwlettend nagaan hoe dat in een
aantal sectoren uitwerkt. Wij hebben het gevoel dat
dat in een aantal sectoren toch wel heel duidelijk èn ver
bindingen letterlijk en figuurlijk èn consequen
ties heeft met en voor de rest van de stad met dit
grote structuurplan. Dat is een reden waarom wij in
overweging zouden willen geven om toch gedachtig
aan wat toen is afgesproken voorlopig dit punt niet
te behandelen. Een tweede reden is dat, hoewel wij
meer dan een keer over deze stukken hebben kunnen
denken, wij de laatste raadsbrief van Uw kant nog
niet zo lang in ons bezit hebben. Wij moeten stuk voor
stuk dan ook de gelegenheid hebben om nog eens na te
gaan in de dikkere nota's wat U precies bedoelt, wat
daarvan de uitwerking is en wat daarvan de conse
quenties zijn. Dit is dan voor ons een tweede reden om
U met nadruk te vragen: Zou het geen zin hebben om
de behandeling en de vaststelling van dit structuurplan
uit te stellen tot na februari 1974? U merkt dat ik me
op dit moment beperk tot de orde en dat ik niet op het
punt als zodanig inga.
De Voorzitter: Het lijkt mij het beste dat wij pro
beren eerst dit punt van orde af te handelen en dat
niemand zich op dit moment bezig houdt met de pro
blematiek als zodanig. We zullen ons eerst bezig hou
den met datgene wat de heer Vellenga heeft gezegd
en daar eerst een uitspraak over doen.
De heer J. de Jong: Ik zou mij graag zonder meer
willen aansluiten bij het voorstel van de heer Vellenga.
Ook de heren Van Haaren en Singelsma sluiten zich
bij het voorstel van de heer Vellenga aan.
De heer De Leeuw: Wij hebben op zich geen be
zwaar tegen uitstel. Wij waren uiteraard wel klaar om
nu een beslissing te nemen. We dachten dat er ook nog
een ander argument voor uitstel was, n.l. dat we van
avond nogal wat ingewikkelde zaken hebben door te
praten. Om niet in het gevaar te geraken dat we alle
zaken wat moeten gaan inknijpen en als er van Uw
kant geen dringende redenen zijn aan te wijzen waar
om we dit per se nu moeten doen, dan zouden we graag
het voorstel van de heer Vellenga willen volgen.
De Voorzitter: Betekent dit ik tracht zoveel mo
gelijk duidelijkheid te krijgen dat de suggestie van
de heer Vellenga, die door praktisch alle fracties in
meer of minder sterke mate wordt onderschreven,
wordt opgevolgd en dat dit punt later opnieuw aan
de orde wordt gesteld Als het programma van de
binnenstadsplannen goed verloopt, zullen we daarover in
februari tot een beslissing komen, zodat we dit punt
dan in maart opnieuw aan de orde kunnen stellen.
Betekent het voorstel dit in concreto? (De heer Vel
lenga: Zoals ik er tegenaan kijk wel.) (De heer
Tiekstra (weth.): Of op dezelfde agenda.) In ieder
geval laten we het heel concreet en zo kort moge
lijk stellen nadat in februari het binnenstadsplan
is behandeld, komt dit punt weer aan de orde.
De heer De Leeuw: Kunnen we er voor zorgen dat,
indien besloten wordt om uit te stellen, de adressanten
hier alvast mededeling van krijgen?
De Voorzitter: Ik zou eerst het punt van wel of
niet uitstellen willen bespreken. Als de Raad algemeen
van mening is dat dit punt moet worden uitgesteld,
dan heeft het geen zin hier verder over te discussiëren.