De heer De Leeuw: Ik zou aan het adres van de heer Van Haaren willen zeggen dat het een beetje tot zijn gewoonte behoort om te beginnen met op te mer ken dat hij het ergens niet mee eens is. Ik kan mij dat best indenken, het is ook zijn goed recht. Ik vind ech ter wel dat je dat dan moet zeggen nadat je begrepen hebt waar het over gaat. Ik heb, toen het ging over de uitbreiding van het pakket, gezegd: Zorg er voor dat het geen „mer a boire" wordt, dat we niet groeien naar de situatie dat we alle onderwerpen die er moge lijkerwijs aan de orde komen middels die raad moeten kanaliseren, want dan is er nauwelijks uit te komen. Dat men zijn blik gericht houdt op de belendende per celen in het maatschappelijk leven lijkt mij voor de hand te liggen; dat heb ik ook gezegd. Ik heb van de Voorzitter begrepen dat het helemaal loskoppelen van de secretarissen een moeilijke zaak is. Ik begrijp zijn argumenten wel, maar ik dacht toch dat het goed zou zijn als we binnen het overleg met de presidia er ons nog eens nader op beraden of we toch niet tot een wat meer toegespitste opstelling kun nen komen. Het lijkt mij daarom ook wel belangrijk, omdat allerlei irritaties die in de onderscheidelijke ra den lichtjes naar voren zijn gekomen, m.i. een tikkeltje te maken hebben met een mogelijkerwijze af en toe binnen dat secretarissenoverleg of waar ook wat langs elkaar heen praten. Ik geloof niet dat dat hoeft. Ik dacht dat er met de instrumenten die er op dit moment gegeven zijn beslist wel tot een zo goed mogelijke co ördinatie te komen zou zijn. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat wij aan een extra tussenlaag, een R.O.A., geen behoefte hebben en dat wij vinden dat die positie duidelijk kan worden ingenomen door het overleg van de presidia. De Voorzitter: Ik zou nu niet weer in willen gaan op de kwesties van coördinatie en secretarissen; ik heb in eerste instantie duidelijk gezegd wat ons standpunt is. Ik ga wel volledig akkoord met de laatste opmer king van de heer De Leeuw. Ik vind die juist. Wij doen een poging om in het overleg tussen B. en W. en de presidia het functioneren van de secretariaten en de problematiek van de coördinatie nauwlettend te volgen. Ik zeg graag toe dat wij ons daarmee bezig zullen blijven houden. Hier zou ik vanavond mee wil len volstaan. Ik zou ook nog een opmerking willen maken over de werkwijze van de raden. Weth. Weide heeft gezegd dat er nuanceverschillen zijn; ik ga daar toch wel ver in mee. Ik zou nog willen zeggen dat de raden toch een grote mate van vrijheid hebben om in het kader van het instellingsbesluit datgene aan te pak ken wat zij menen dat zinvol is. Ik wijs hier alleen maar even op. De heer Weide (weth.)Nog even iets over het geen de heer Van Haaren heeft gezegd over het jeugd werk in brede zin. Het is natuurlijk waar dat het jeugdwerk veel raakvlakken heeft; ik denk daarbij o.a. aan sport, onderwijs en cultuur. Met welk facet van het maatschappelijk leven je ook te maken hebt, altijd kom je de jeugd tegen. Ik geloof dat we met het systeem dat wij op het ogenblik in Leeuwarden hanteren op de goede weg zijn. Het College zal bin nen het raam der mogelijkheden alle beleidsadviezen in het totale beleid moeten inpassen. En daarbij kun nen hier en daar wel wat verschillen blijven liggen, maar ik dacht dat dat niet zo'n bijzonder ernstige zaak was. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 27a (bijlage no. 371). De heer liuising: Ik zou willen beginnen met het plan voor de verbouwing van de Harmonie op zijn merites te bekijken. Wij hebben er lang op moeten wachten, misschien wel wat te lang, maar ik spreek er namens mijn fractie mijn vreugde over uit dat het er nu is. De opzet van het plan is zodanig dat ook daarover wel tevredenheid kan bestaan. Er is b.v. niet uitgegaan van het bedenken van allerlei avonturen op het gebied van variabele akoestieken die, zo wijst in verschillende plaatsen in ons lang de minder prettige ervaring uit, noch aan de concertfunctie noch aan de theaterfunctie recht doen wedervaren, maar de gebrui kers tot het inzicht heeft doen komen dat het fout is geweest wat ze gedaan hebben. In ieder geval wordt deze fout ons hier bespaard. In het schetsplan voor onze Harmonie wordt duidelijk uitgegaan van het zo optimaal mogelijk laten plaats vinden van de concert functie en, daarvan uitgaande, van het aanpassen van de theaterfunctie. Dat de prioriteit als ik dat woord hier nog mag gebruiken zo is en niet andersom is ook weer een gunstige omstandigheid omdat de erva ring schijnt uit te wijzen dat aanpassing van toneel aan muziek voor beide betere resultaten oplevert dan andersom. Ik zou nog meer details kunnen noemen die de goede kwaliteit van het plan an sich illustreren, maar dat doe ik in dit verband alleen nog door er op te attenderen dat de mogelijkheid bestaat het vloerop pervlak van het hele complex van Gerechtshof tot Wes terkade op één en hetzelfde niveau te brengen, zodat het ontvangen van grotere gezelschappen, b.v. van meer dan 1000 personen, mogelijk wordt. Dat eren dit toch wel even als kritiek te weinig toiletten voor lichamelijk gehandicapten zijn gepland en dat die, wel ke er wel zullen worden aangebracht, in het algemeen niet gemakkelijk genoeg bereikbaar zijn, is een omstan digheid waarover naar de mening van mijn fractie over leg mogelijk moet zijn. Ik verwacht van de Wethouder op dit punt dan ook een duidelijke toezegging. U merkt dat mijn fractie wel instemt met de cultu rele en bouwkundige kant van de zaak. Wat een ander aspect betreft, n.l. het financieel-technische, ligt dat tot mijn spijt wat anders. Om te beginnen is er het feit dat de eerste bouwfase in twee delen zal worden ge splitst. Dat de hele verbouwing in twee fasen zal moe ten plaats vinden, is op zichzelf nog wel aanvaardbaar, maar op die tweede fase kom ik nog even terug. Ik beperk mij nu even tot de eerste fase en m.n. tot het splitsen daarvan in twee gedeelten. Ten aanzien daar van schrijft U in de raadsbrief o.m. dat dit als voordeel met zich mee brengt dat dan de activiteiten min of meer kunnen doorgaan. Daar ben ik helemaal niet van onder de indruk, want als er plotseling eens 20 miljoen uit de hemel zou vallen, zouden we de hele Harmonie in een keer kunnen verbouwen en dat de hele zaak in zo'n geval op zijn minst twee jaar plat zou komen te liggen, zouden we dan graag op de koop toe nemen. Wat dat betreft is de splitsing van de eerste fase een noodsprong, waaraan volgens mij bovendien nog dui delijk het risico verbonden is dat die wel eens kan mis lukken. Want U schrijft op blz. 3 van de raadsbrief wel dat U tijdens het uitvoeren van de eerste fase nog 3 ]/2 miljoen hoopt te vinden voor het uitvoeren van het tweede gedeelte, maar U vertelt er niet bij hoe en waar U die miljoenen denkt te vinden. Als de Wethouder bij zijn beantwoording er niet in slaagt enige grond voor die hoop te verschaffen, dan zou er eigenlijk van wat natte-vinger-werk sprake zijn. Dat is natuurlijk wel het laatste dat wij in dit geval kunnen gebruiken. Ten aanzien van het splitsen van de eerste fase in twee delen heb ik nog een opmerking en wel deze. Er wordt voor dit project een totaal aan subsidie verwacht van 2,8 miljoen en ik meen uit de raadsbrief te mogen op maken dat dit bedrag in zijn geheel aan het eerste deel van de eerste fase wor dt besteed. Dat plaatst de Stich ting Culturele Centra dan voor de noodzaak om nog een lening aan te gaan van als ik mij niet vergis f 750.000,En dat, zo schrijft U, is geen probleem, omdat de uit die lening voortvloeiende lasten van f 68.000,ruimschoots kunnen worden gedekt. Afge zien van de vraag of een dergelijk lastenbedrag zich inderdaad ruimschoots laat dekken door de meer-op- brengsten van te houden filmvoorstellingen in een com plex waar nu ook al films worden gedraaid en in een stad met vier bioscopen, die een steeds groeiend as sortiment aan films vertonen, groeiend in kwaliteit en kwantiteit beide, kunt U een dergelijke stelling natuur lijk alleen verdedigen als U uitgaat van de zekerheid dat het eerste en het tweede gedeelte van de eerste fase aansluitend kunnen worden gebouwd. En uit de raadsbrief blijkt niet dat U die zekerheid hebt. Maar goed, als het inderdaad allemaal mooi met elkaar zou kloppen, hoe zou het beeld dat wij van het financieringsschema hebben er dan uit komen te zien dat denk ik dan als financieel argeloos lezer van 17 deze raadsbrief als die 2,8 miljoen aan subsidie nu eens over de hele eerste fase zou worden uitgesmeerd en de Stichting Culturele Centra in de gelegenheid zouden worden gesteld om voor het hele restbedrag een lening aan te gaan? Zouden de daaruit voort vloeiende lasten dan niet gedekt kunnen worden, even tueel zonder de kwalificatie „ruimschoots" Is dat aspect van de zaak bij het zoeken naar financiële mo gelijkheden betrokken geweest en zou het de moeite waard zijn het alsnog te doen als het niet is gebeurd? (De Voorzitter: Het woord „ruimschoots" had beter niet kunnen worden gebruikt.) (De hear Miedema: De hear Buising hat it der net ynset.) Het staat er nu eenmaal in. Als ik mij niet vergis, was het miljoen dat indertijd voor de Beurs van toegezegd een B.R.W.- subsidie en de 1,8 miljoen die G.S. aan het Ministerie van C.R.M. willen voorstellen is dat ook. Zou er en dat is dan mijn laatste opmerking over het reali seren van de eerste fase kunnen worden onderzocht in hoeverre er mogelijkheden zijn om in A.C.W.-verband nog middelen beschikbaar te krijgen? Ik wil nu nog even spreken over de tweede fase, hoofdzakelijk in samenhang met die eerste fase en de principieel financiële kant, als ik het zo mag zeggen. Ik heb zopas al even het miljoen voor de Beurs ge noemd. De bedoeling van dat bedrag was het maken van een tehuis voor het Frysk Orkest. En strikt ge nomen gebeurt dat bij de opzet van het plan voor de Harmonie nu niet. In de eerste fase en daaraan wordt dat miljoen besteed zit alleen de repetitie ruimte voor het orkest, niet dat eigen tehuis. En daar aan bestaat juist bij het orkest de grote urgente be hoefte. Wij hoeven niet een miljoen te besteden om het Frysk Orkest te laten repeteren; dat doet het in de Kurioskerk ook wel. Zelf schrijft U in de raadsbrief ook al dat het complex momenteel in een abominabele toestand verkeert. En alweer, dat manifesteert zich het allerduidelijkst in dat deel van het gebouw dat bij de verbouwing onder de tweede fase wordt „biflapt". En wat als er ook wat de tweede fase betreft eens moeilijkheden zouden ontstaan t.a.v. de financierings mogelijkheden Uit deze twee punten laat zich een regel destilleren en wel een trieste. In geval van het niet-realiseren van de tweede fase zal het aan de eerste fase bestede be drag weggegooid geld blijken te zijn. En ik hoef U niet te zeggen aan watvoor moeilijkheden dan gedacht moet worden. De art. 12-positie van onze Gemeente en de algemene economische teruggang die ons boven het hoofd hangt zijn, dacht ik, al apen en beren genoeg op de weg naar een nieuwe Harmonie. Resumerend zou ik willen zeggen dat mijn fractie de verbouw van de Harmonie niet wil laten mislukken of ook maar belemmeren door instemming aan het raads voorstel te onthouden, juist omdat het plan in totali teit goed is. Maar juist in het realiseren van die tota liteit zitten nogal wat onzekerheden ingebakken waar van ik er nu een paar heb genoemd. Vandaar dat ik de Wethouder zou willen vragen om zo duidelijk mo gelijk in te gaan op wat ik in deze eerste instantie heb geprobeerd duidelijk te maken. De heer Wiersma: De plannen die gemaakt zijn door het architectenbureau, de presentatie daarvan en de mogelijkheden die daarin zijn vastgelegd hebben de instemming van onze fractie; ze zijn o.i. bovendien een woord van waardering waard. Met het intrekken van het voorstel om tot verbou wing van het Beursgebouw over te gaan om te komen tot een concertgebouw annex congrescentrum is in het voorgelegde ontwerp duidelijk rekening gehouden. Ik ben er ook van overtuigd dat dit areitectenbureau met de akoestische specialisten tot een alleszins bruik baar geheel zal komen zowel geschikt voor concerten als voor theatergebruik, een vertrouwen dat we mogen stellen, dacht ik, gezien hetgeen al gerealiseerd is m.b.t. de kleedruimte, de artistenverblijven en de en tree van onze Harmonie. Een paar jaar geleden echter, toen er nog sprake was van de verbouw van de Harmonie en de Beurs en het realiseren van een evenementenhal, zaten we nog in een zaal waar de uitdrukking art. 12 nauwelijks werd gebezigd. Dat is nui wel enigszins anders. Het is ook daarom dat wij ons zorgen maken over het finan cieel haalbare. Ik heb een paar jaar geleden ook ge steld dat Leeuwarden wat betreft de culturele centra ten achter loopt qua accommodatie bij een groot aan tal andere, vergelijkbare steden en zelfs kleinere plaat sen. Het kwam mij toen voor dat met de nodige druk van het College de financiële middelen voor de toen voorgelegde plannen zouden worden gefourneerd. Met klem wil ik het College dan ook verzoeken alles te doen wat mogelijk is om de middelen voor dit plan te verkrijgen, fase na fase uiteraard. Wij zijn nog niet zo gerust, want Uw voorstel behelst voorlopig m.b.t. de uitvoering van de eerste fase slechts een deel daarvan. Gaarne zou ik van U willen weten of U m.b.t. het ove rige deel van de eerste fase al iets kunt zeggen over de mogelijkheden tot financiering en uitvoering. Het zou jammer zijn wanneer dit plan slechts in delen zou kunnen worden uitgevoerd; en dan nog zit Leeuwar den met een gebrekkige accommodatie voor het cul tuur-gebeuren. Dan zou ik maar uiteraard heb ik daar Uw toe stemming voor nodig, mijnheer de Voorzitter nog iets willen zeggen over een te realiseren ruimte voor evenementen in de Frieslandhal. Ik weet dat ik hier mee wat buiten de orde ga, maar ik dacht dat U tij dens afdelingsvergadering IV tegen een van onze frac tieleden hebt gezegd dat hij hierop terug zou mogen komen wanneer de verbouw van de Harmonie aan de or de zou zijn. Ik zie U instemmend knikken, dus zal ik doorgaan. M.b.t. de evenementenruimte die gedacht was in de Frieslandhal zou ik willen stellen dat, volgens de infor matie die ons heeft bereikt, het College voornemens is om de plannen, die o.a. met medewerking van de Com missie voor het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf tot stand zijn gekomen, in de ijskast te stoppen. Nog maals zou ik met nadruk willen stellen dat Leeuwar den niet veel heeft op dit gebied. Wij hebben welis waar de Frieslandhal en kunnen daarin nog een aantal mogelijkheden creëren. Het plan dat daarvoor is ge maakt behelst dat een gedeelte van deze hal geschikt wordt gemaakt voor het houden van evenementen. Wij kunnen ons voorstellen dat U angst hebt daarvoor geen financiële middelen te kunnen vinden. Maar ik dacht dat het toch wel mogelijk zou zijn om deze plannen in de Raad te brengen en in de Raad te doen behandelen. Wanneer de Raad zijn instemming aan deze plannen zou kunnen geven, dan zouden deze in de bekende com puter kunnen worden gestopt om daar t.z.t. voor rea lisering weer uit te komen. Andere gemeenten, niet op grote afstand gelegen, koesteren soortgelijke plannen. De mensen daar hebben echter niet te maken met de realisatie van datgene wat wij van plan zijn met de ver bouw van de Harmonie. Wanneer zij op dezelfde wijze zouden handelen als net door mij is voorgesteld, zou den we wel eens weer achter het net kunnen vissen. Ik dacht dat het bedrag dat met de evenementenhal gemoeid is, naast dat van de verbouw van de Harmo nie uiteraard met voorrang voor de verbouw van de Harmonie mede een rol zou moeten spelen in deze Raad. Om een en ander kracht bij te zetten, zou ik graag met een voorstel willen komen; dat luidt aldus: „De Gemeenteraad van Leeuwarden, op 10 december 1973 in vergadering bijeen, draagt het College van B. en W. op het plan m.b.t. de realisatie van de evenemen tenruimte in een deel van de Frieslandhal alsnog aan de Raad ter behandeling voor te leggen op een tijdstip gelegen tussen nu en tien weken." Het voorstel is ondertekend door de heer Miedema en door mij. De heer P. D. van der Wal: Zoals ik hier al eerder heb gezegd, is mijn fractie overtuigd van de noodzaak om de Harmonie te verbouwen tot een gebouw waarin alle hem toegedachte functies zo goed mogelijk tot hun recht kunnen komen. Ik zal mij daarom beperken tot de concrete besluiten die U in deze raadsbrief aan de orde stelt. U vraagt de Raad in de eerste plaats akkoord te gaan met het schetsplan voor de totale verbouw van de Harmonie zoals dat ter inzage lag o.a. op de lees kamer. Het eerste dat er dan, bijna letterlijk, uit springt, is de op een graansilo lijkende toneeltoren van plm. 28 meter hoog. Als ik zo voor de vuist weg even reken: 1 meter toneelhoogte, 2 maal 8 meter

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1973 | | pagina 5