10
Punt 15a (bijlage no. 11).
Voordracht
Mevrouw N. Sandijck-Stielstra te Leeuwarden.
Benoemd wordt mevr. N. Sandijck-Stielstra met 28
stemmen (1 stem blanco).
Punt 15b (bijlage no. 14).
Vakature Nipperus:
voordracht:
de heer F. J. F. Koopmans te Leeuwarden.
Benoemd wordt de heer F. J. F. Koopmans met 25
stemmen (4 stemmen blanco).
Vakature Woudstra:
voordracht
de heer D. Feenstra te Leeuwarden.
Benoemd wordt de heer D. Feenstra met alg. stem
men.
Punt 15c (bijlage no. 13).
Aanbeveling:
de heer J. Koopmans te Leeuwarden.
Benoemd wordt de heer J. Koopmans met alg. stem
men.
De heren T. H. van Haanen en P. van der Veen vorm
den met de Voorzitter het stembureau.
De Voorzitter sluit, om 21.00 uur, de vergadering.
Verslag van de informatieve raadsvergadering over het
ontwerp-Structuurplan Binnenstad Leeuwarden, gehouden op 21 januari 1974.
Aanwezig 30 leden: de dames E. Brandenburg-S joerds-
ma, G. Visscher-Bouwer en M. M. Th. Visser-van den
Bos en de heren S. Bouma, G. Buising (tot de 2e koffie
pauze), G. F. Eijgelaar, T. H. van Haaren (vanaf 19.40
uur), J. Heetla (weth.) (tot de lekoffiepauze), O. Heidinga,
W. Hemstra (tot 22.40 uur), H. Jansma, J. de Jong, K. J.
de Jong (weth.), A. Klomp, W. S. P. P. de Leeuw,
H. Meijerhof (tot de 2e koffiepauze), W. Miedema (tot de
le koffiepauze), Ir. C. L. Rijpma, J. Schaafsma, J. B.
Singelsma (vanaf 20.35 uur), K. Spoelstra, N. Sterk,
P. van der Veen, J. T. Vellenga (tot de 2e koffiepauze),
L. Visser, G. de Vries, F. van der Wal, P. D. van der
Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma (vanaf 20.30 uur);
1 vacature.
Afwezig: mevr. J. Dijkstra-Bethlehem en de heren
J. ten Brug (weth.), J. F. Janssen, J. Knol, J. Tiekstra
(weth.) en Mr. B. P. van der Veen.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig de heren H. Achterhof, directeur
Stedebouw en Bouwkunde van de Dienst Stadsontwikke
ling, Ir. J. J. Muller, directeur Openbare Werken van de
Dienst Stadsontwikkeling, Ir. G. R. de Regt, adj .directeur
van het Ingenieursbureau voor Verkeerskunde, J. van der
Wal, hoofddirecteur van de Dienst Stadsontwikkeling,
J. Wijngaarden, hoofd van de afdeling Volkshuisvesting
en Openbare Werken, H. Bakker, Ir. J. Bakker, J. Haven
en Drs. J. T. de Meyier, allen ambtenaar van de afdeling
Stedebouw en Bouwkunde van de Dienst Stadsontwikke
ling en J. Mulder, ambtenaar van de afdeling Volks
huisvesting en Openbare Werken.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij
met onze werkzaamheden aanvangen. Ik moet U, zeer
tot mijn spijt, meedelen dat iemand die eigenlijk de hoofd
persoon in deze séance had moeten zijn, het heeft laten
afweten, n.l. weth. Tiekstra. Hij is door griep geveld en
kan dus vanavond niet aan onze discussies deelnemen.
Wij wisten dit pas vanmorgen en het was dus onmogelijk
deze vergadering uit te stellen. Weth. Tiekstra is het lid
van het College dat zich het meest intensief met de detail
problemen heeft bezig gehouden en hij zou de eerst
aangewezen man zijn geweest om namens het College een
reactie te geven op de vragen die door de Raad worden
gesteld. Ik zal proberen, bijgestaan door de deskundigen
die links van mij zitten, hem zo goed mogelijk te ver
vangen.
Voordat wij beginnen met de discussie zou ik graag een
enkele opmerking willen maken over de procedure en
over het plan dat voor ons ligt. Er is nu een ontwerp-
structuurplan klaar gekomen en aan U toegezonden. Wij
zullen daar vanavond een discussie over hebben. Voor de
goede orde zou ik toch een enkel woord willen zeggen
over de wijze waarop wij het ontwerp hebben vastgesteld.
Hoofduitgangspunt vormden de standaard- en richtdoelen
die de Raad in zijn vergaderingen van september en
oktober j.l. heeft vastgesteld. Verder hebben wij zoals
met de Raad was afgesproken rekening gehouden met
de moties die in diezelfde vergaderingen door de Raad
zijn aangenomen. Voorts hebben voor B. en W. dat
heb ik meegedeeld aan het eind van onze zittingen over
de binnenstad als uitgangspunt gegolden de object
doelen die al geformuleerd waren in de nota Doeleinden
Binnenstad Leeuwarden. Wij hebben die objectdoelen
niet zonder meer kunnen overnemen; wij hebben ze moe
ten aanpassen of soms nogal radicaal moeten wijzigen op
grond van door de Raad vastgestelde standaard- en richt
doelen. Een aantal standaard- en richtdoelen zijn door U
gewijzigd. Wij zijn begonnen met het aanpassen van de
objectdoelen aan de door U vastgestelde standaard- en
richtdoelen; die waren voor ons een gegeven. De aan
gepaste objectdoelen zijn opgenomen in de stukken die
nu aan U zijn voorgelegd. Bij de stukken zijn een groot
aantal kaarten gevoegd om een zo duidelijk mogelijk beeld
van het geheel te geven. Op 14 januari j.l. is er een hearing
geweest in Zalen Schaaf. Verschillende leden van de Raad
zijn daar bij geweest, anderen zullen stellig de resultaten
van die hearing in de pers hebben gelezen.
Vanavond houden wij dus een informatieve vergadering.
Ik heb U in een raadsbrief voorgesteld daarbij dezelfde
procedure te volgen die wij vorig jaar bij een soortgelijke
zitting hebben gevolgd. Dat impliceert dat in eerste in
stantie van Uw zijde meer algemene opmerkingen worden
gemaakt en dat daarop een reactie komt van deze zijde
van de tafel; daarna kunnen in de tweede ronde alle
onderdelen van de stukken ter sprake worden gebracht,
waarvan de Raad meent dat die in deze informatieve ver
gadering aan de orde moeten komen. Ook daarop zal
dezerzijds zo goed mogelijk worden gereageerd. Ik moet
nog wel zeggen dat de reactie die van deze zijde van de
tafel wordt gegeven niet het definitieve standpunt van
B. en W. kan zijn. Op dit ogenblik is er niet anders dan
een voorlopig standpunt, neergelegd in de U toegezonden
documentatie. Het zal duidelijk zijn ook op grond
van stukken die U in het verleden hebt gekregen dat
B. en W. op heel wat punten niet unaniem zijn. Er waren
diverse meerderheids- en minderheidsstandpunten, maar
er moest een document gemaakt worden en dat is op
gebouwd uit voorlopige meerderheidsstandpunten van
B. en W. Na deze zitting gaan wij balans opmaken. Er
zijn schriftelijke reacties binnengekomen nadat deze docu
mentatie klaar is gekomen, er is een hearing geweest en
vanavond is er een informatieve raadsvergadering. Zo
spoedig mogelijk na deze vergadering zullen B. en W. een
definitief standpunt innemen over het structuurplan; wij
zullen dan eventueel wijzigingen aanbrengen in dit plan
en op een en ander nog nader ingaan in een raadsbrief
die wij U zullen moeten doen toekomen voor de ver
gadering van 25 februari a.s. Wij hopen dat in die ver
gadering gekomen kan worden tot een definitieve vast
stelling van het structuurplan door de Raad. Daarmee
hebben we dan nog geen structuurplan als zodanig vast
gesteld, maar zijn er wel duidelijk fijnen getrokken. Er
zullen dan nog formele stappen moeten worden gezet en
dat is dan ook nog weer een procedure van verschillende
maanden. Onze gedachte is dat, als de Raad op 25 februari
a.s. komt tot de vaststelling van de objectdoelen en het
beslissen over andere problemen, de verdere gang van
zaken meer een formeel karakter heeft.
Dit waren een aantal inleidende opmerkingen en ik zou
nu willen voorstellen te beginnen met de eerste ronde.
Ik neem aan dat er vanuit de verschillende fracties een
aantal algemene opmerkingen zullen worden gemaakt.
De heer Vellenga: Wij hebben in mei 1973 een nota
voor ons gekregen waarop stond Doeleinden Binnenstad
Leeuwarden. Dat betekende niet dat men toen pas begon,
want, zoals we ook in de stukken hebben kunnen lezen,
was er vanaf het voorjaar 1971 met deze hele materie
gestoeid. Maar je zou wel kunnen zeggen dat er sinds mei
1973 veel is gebeurd, tenzij de mensen gelijk hebben die
zeggen dat „gebeuren" en „praten" nog niet hetzelfde is;
maar je moest toch wel beginnen met te praten, met
gedachten uit te wisselen, met de discussiëren om te
kunnen komen tot bepaalde standpunten, tot bepaalde
beleidsvoornemens. En dat betekent dat we, wanneer het
weer mei gaat worden in dit jaar, in de buurt komen
U herinnerde daar zelf ook al aan van een structuur
plan; althans de bouwstenen daarvoor zijn dan geleverd.
Het zal dan zijn formeel en materieel karakter nog moeten
krijgen. Nu is het zo dat het College niet moe wordt in
het algemeen al niet ons te verzekeren dat zo'n structuur
plan eigenlijk geen rechtskracht heeft en vandaar dat U
ons altijd leert dat wij over dat structuurplan heen moeten
kijken naar de bestemmingsplannen, de deel-bestemmings-
plannen. U noemt dan in een van de laatst ontvangen
stukken een aantal van die deel-bestemmingsplannen (pag.
43 van het ontwerp dat gedateerd is januari 1974). Wan
neer je dat rijtje ziet, is de eerste vraag die bij je opkomt:
Waarom deze volgorde? Er staat althans in dit stuk niet
een duidelijke motivering bij. Er is een enkel deel-bestem-
mingsplan bij, waarvan je mag aannemen dat het heel
dichtbij ons is gekomen in de discussies die wij nu sinds
lange tijd achter de rug hebben. Maar wanneer ik naar dat