m ■.»- X die o.a. genoemd zijn in de circulaire van de Staats secretaris d.d. 14 juli 1972. Wij menen dat het in dit stadium ongewenst is bij G.S. te komen met raadsbe- slissingen die het financiële risico van de Gemeente in ongunstige zin wijzigen. Bovendien wekt dit voorstel verwachtingen m.b.t. een continuatie van het beleid die wel eens niet waar gemaakt zouden kunnen worden. Er is ook geen enkele reden om op dit moment het voorstel t.a.v. Cambuur te behandelen, want de club heeft op dit moment een financiële basis die andere clubs in den lande haar benijden. Als ik zie naar de getallen die in de eerste jaren in die nota voorkomen dan is dat ook wel duidelijk, zowel wat het bestaande voorstel als de regeling die U nu aan ons voorstelt betreft. Wij moeten dit voorstel terzijde leggen, menen wij, tot het moment dat B. en W. met het sanerings voorstel voor onze gemeentefinanciën op tafel kunnen komen. Dan moet blijken wat wij ons kunnen permit teren. Dan moeten alle zaken open zijn. Dan moeten we niet geconfronteerd worden met een kortelings aan genomen voorstel dat misschien niet uitvoerbaar is. Het is, dacht ik, psychologisch ook niet juist om op dit moment met deze voorstellen te komen, gezien het feit dat U waarschijnlijk over drie weken komt met een voorstel voor de burgers in de Transvaalwijk, die U op een vrij harde wijze zult confronteren met de art. 12-positie. Het zou schrijnend zijn nu wel een voor stel te behandelen dat de uitgangspositie van Sport club Cambuur zou verstevigen. Onze fractie wil de beleidswijziging alleen bezien in relatie met de sane ringsnota in deze of in de volgende raadsperiode. Wij dienen daartoe het volgende voorstel in: ,,De Raad in vergadering op 28 januari 1974 bijeen, besluit het behandelen van raadsbrief no. 28 uit te stellen en het voorstel te behandelen tezamen met de voorstellen die het evenwicht in de gemeentefinanciën moeten herstellen." Dit voorstel draagt de handtekening van de heer Eijgelaar en van ondergetekende. De heer Bouina: Namens mijn fractie zou ik willen beginnen met het standpunt te vertolken dat de hui dige nota de raadsbrief die voor ons ligt vol doende inzicht geeft over het punt waarover hier van avond gediscussieerd wordt. Het is een vrij uitvoerige raadsbrief geworden, maar hij is toch weer zo ge comprimeerd dat men het overzicht niet verliest en hij geeft voldoende cijfermateriaal. U begint in deze raadsbrief met te memoreren dat de huidige regeling van 1966 is. Uiteraard is er sinds 1966 heel wat ge beurd. Dat merken wij elke dag aan allerlei dingen die we om ons heen zien gebeuren en wij horen prak tisch elke dag, elke week, elke maand het woord in flatie in steeds luidere mate klinken. Het zou heel verwonderlijk zijn wanneer dit aan instellingen als het betaalde voetbal voorbij zou gaan. Dat is niet mogelijk. Vandaar dus ook dat je nauwelijks van een vast be drag kunt gaan spreken. Dan kun je wel zeggen: Goed, dat indexeren we dan wel op een of andere manier. Maar dat is het hem nu juist; als je zo'n vast bedrag gaat indexeren, dan kom je juist door die hardnekkige inflatie toch weer in die spiraal terecht. Ik geloof niet dat dat een oplossing is. Nogmaals, U zegt, dacht ik, terecht: Sedert 1966 is er een regeling getroffen. U gaat dan verder en dan zegt U: We zien de tekorten met enige zorg stijgen. Het zal met deze tekorten dan wel net zo gaan als overal; alles gaat meer geld kos ten, het geld wordt minder waard en dus worden de tekorten groter, althans in exacte bedragen uitgedrukt. Ik dacht dat, als je dit in percentages van het totale budget uitdrukt, het een ander beeld geeft. Niettemin heeft het huidige bestuur van Cambuur ook ingezien dat er toch eens heel duidelijk gesteld moet worden wat het wil. Het heeft daartoe een meer jarenplan opgesteld en een nota dienovereenkomstig bij de Gemeente ingediend. In dat meerjarenplan kun nen we ook duidelijk zien wat daarvan de bedoeling is. Men is er van uit gegaan dat men een bepaald be zoekersaantal moet hebben om de zaken zo goed mo gelijk in de hand te houden. Daarbij zijn echter een aantal voorwaarden vereist. Het spelpeil moet omhoog. Er is ook nog een andere belangrijke factor, n.l. dat de accommodatie verbeterd zal moeten worden. Dan kom ik bij een punt dat wij, naast de inflatie, ook al weer moeilijk het betaalde voetbal kunnen verwijten. Immers, zij kunnen het niet helpen dat onze accom modatie op Cambuur zodanig is dat het niet aantrek kelijk is voor een deel van het publiek om daar naar het voetballen te gaan kijken. Voetbalstadions in onze naaste omgeving kunnen ons doen weten hoe het dan wel zou moeten zijn. Na deze eigenlijk wat algemene beschouwingen wil de ik nog even ingaan op de passieve recreatie in Leeu warden in zijn totaliteit. Mocht ik hier en daar een beetje wrang overkomen dan moet ik U bij voorbaat zeggen dat dit echt niet mijn bedoeling is. Maar ik zou toch wel graag even de dingen bij hun naam wil len noemen. Ik dacht dat Leeuwarden en dat noe men we dan vaak Frieslands kern wel heel goed moet weten wat hij wil met het betaalde voetbal. Ik moet U zeggen dat wij m.i. dan niet willen dat Leeu warden alleen maar een stad is van bars en van musea e.d. Wij hebben hier in cultureel opzicht muziek, maar we hebben geen concertzaal. Het is geen verwijt in enigerlei richting, maar het is gewoon het constateren van een feit. Wij hebben dus geen concertzaal, maar toch leveren we en ik dacht terecht een flinke bijdrage in een provinciaal Fries orkest. We hebben in Leeuwarden toneel, maar het toneel wordt uitgevoerd in een verouderde schouwburg. We betalen wel subsi die aan de Noorder Compagnie, die zijn huisvesting heeft in Drachten, en we betalen subsidie aan een Fries toneelgezelschap. Als ik dan even naar de sport overga, we hebben geen kunstijsbaan, maar alleen maar ellende met een vereniging die zijn gewone ijs baan kwijt is. We hebben geen ijshal en deswege gefen ijshockey. Heerenveen heeft wel een kunstijsbaan en een ijshal. Dat geldt dan voor de provinciale baan en daar betalen we dan weer subsidie aan. We hebben geen 50-meter bad voor internationale zwemwedstrij den. We hebben geen wielerbaan. We hebben geen paardenrenbaan. Zo zou ik nog even kunnen doorgaan. We mogen het laatste stukje dat we dan nog hebben aan passieve recreatie dat is het betaalde voetbal dan ook niet verliezen. Ik zou zeggen dat we het ook niet mogen verliezen, omdat dit betaalde voetbal evenals andere betaalde sectoren topsport is prak tisch altijd betaalde sport, hetzij betaalde amateur sport of werkelijke profsport het actieve deelnemen aan die sport bevordert als er successen worden be haald; ik denk hier b.v. ook aan wielrennen en tennis. Wij hebben dat kunnen zien bij schaatsen, we zien dat allerwegë bij voetballen en bij nog heel veel andere sporten. Ik dacht niet dat er veel veranderd was bij vroeger. Als wij vroeger voetbalden dan voetbalden we niet alleen om het voetballen, maar dan voetbalden we omdat we Abe waren, omdat we Wilkes waren of omdat we Cruyff waren. En dat is vandaag-de-dag nog precies eender. Ook in andere opzichten is het vaak zo dat de sport een gunstige invloed heeft en m.n. ook de betaalde sport. U moet maar eens het rijtje van amateurverenigingen nagaan voor wie, hetzij in de vorm van trainer, hetzij in de vorm van spelers, het betaalde voetbal een dankbare aanvulling is van de amateursport. Uit dit oogpunt zou ik willen zeggen dat we al het mogelijke moeten doen om de vereniging Cambuur te behouden. Het bestuur heeft daartoe een voorstel ge daan en het is, dacht ik, van heel reële cijfers uitge gaan. Als ik zo tussen de regels doorlees, dan is men er van uitgegaan dat, als men het in deze vijf jaar niet haalt met dit niet-halen, dacht ik, dat we moeten zien naar het ere-divisie voetbal er heel ernstig zal moeten worden overwogen om er inderdaad finaal mee te stoppen en om dan een afvloeiingsregeling toe te passen als waaraan wethouder De Jong denkt. Ik meen dat we Cambuur een reële kans moeten geven en dat het niet uit de pan zal rijzen is, dacht ik, een heel duidelijke zaak. Daar heb je ook geen plafond voor nodig, want op pag. 5 van de raadsbrief in de slotzin van punt 6 staat uitdrukkelijk dat er tijdig een begro ting van de „wedstrijdexploitatie" ter goedkeuring aan de Gemeente moet worden overgelegd en dat de sub sidiabele kosten in een voorkomend geval zonder voor af gegeven machtiging niet mogen worden overschre den. Ik dacht dat daarin een veiligheid lag die vol doende is. Hiertegen heeft het bestuur van Cambuur, dacht ik, ook geen enkel bezwaar. - 7 Dan wil ik nog graag even verwijzen naar de cijfers en ik dacht dat het ook wel aanbeveling verdiende als je ziet dat de nieuwe cijfers die hier genoemd worden over vijf jaar gerekend nauwelijks verschillen van de oude cijfers die we zouden moeten uitgeven op grond van de oude subsidieregeling. We moeten er al leen rekening mee houden dat er de eerste jaren een oplopend bedrag is en ik dacht dat dat zijn oorzaak vindt in het feit dat men in het bestuur van Cambuur zegt: We moeten nu eens een keer proberen om door te stoten en het spelpeil op te voeren. Ik dacht ook dat het alle lof verdiende dat ze een poging onderne men om de middelen die ze hebben laten we maar zeggen die ton of die anderhalve ton die ze hebben ver kregen door het verkopen van spelers; hier doelde de heer Rijpma ook al op heel zuinig te beheren dat is erg verstandig en van plan zijn om dat geld niet zomaar weg te geven, maar er een aantal goede spelers voor aan te kopen. Ik vind dat een kwestie van goed beleid, die past in de cijfers die Sportclub Cam buur hierbij heeft overgelegd. Ik zou dan ook willen eindigen met te zeggen dat mijn fractie in overgrote meerderheid zich in dit voor stel van B. en W. wel kan vinden. De heer Schaafsma: Zakelijk gezien, en dan wel vanuit de gezichtshoek van Cambuur, is Uw voorstel een verbetering. Ik kan me voorstellen dat een 77%- regeling niet veel financiële armslag heeft geboden aan de Stichting Cambuur. Nu is ons door U een regeling aangeboden die voor de Stichting Cambuur wel aan lokkelijker is zonder voor de Gemeente, vergeleken bij de oude regeling, noemenswaardige consequenties op te roepen. Maar dan moet het allemaal wel zo gaan zoals men het zich droomt. De zakelijkheid vanuit het standpunt van de subsidiegever lijkt me n.l. iets verder gezocht te moeten worden. Hij geeft aan de stichting n.l. in de eerste plaats enige garantie voor de daad werkelijke uitkering van de genoemde subsidiebedra gen. Wordt dit subsidie in oude of nieuwe vorm ik neem beide regelingen tegelijk wel als verstorende factor in de faillissementspositie van onze Gemeente aangemerkt? Tot welke hoogte zal Cambuur dan mee genomen worden in deze aanvullende uitkering? Dat lijkt mij een bedrag waar we bij de sanering van moe ten uitgaan. Een tweede punt is de garantie die we hebben over het bereiken van de doelstelling van de stichting Sportclub Cambuur, n.l. het bereiken van de ere-divisie of op zijn minst een vergroting van de aan trekkelijkheid van het spel. U noemt dan een aantal bezoekers van 60 a 70.000. Wilt U blijven denken aan voortzetting van de nieuwe door U nu genoemde re geling? Waarom noemt U dan geen voorwaarden in het besluit? Ik had me kunnen indenken dat U in het besluit als voorwaarde had gesteld dat Cambuur b.v. in het seizoen 1975/1976 de ere-divisie zou moeten heb ben bereikt, daar anders met een afbouw van het sub sidie over een volgend aantal jaren moet worden be gonnen. Waarom stelt U geen maximale bedragen die ons niet geheel en al overleveren? 90% zonder maxi mum vind ik een uiterst griezelige zaak. De heer Bouma zegt dan wel dat in de slotzin van punt 6 op blz. 5 gezegd wordt dat de begroting voor de subsidia bele kosten moet worden overgelegd, maar dat wil nog niet zeggen dat, als je dan nee zegt, je het niet hoeft te b'etalen, want in het besluit zeg je duidelijk dat je op 90%-basis wenst uit te keren. Aan dat overleggen heb je weinig garantie. Ik vraag me eerlijk gezegd af of de motieven die ge noemd worden om tot een beter spelpeil te komen alle maal wel zo waterdicht zijn. Ik kan me best voorstel len dat een accommodatie-verbetering het voor het publiek aanlokkelijker maakt. Ik kan me moeilijk voorstellen dat er op de schaarse markt van beroeps spelers, waar iedereen uiteindelijk de markt afgraast met steeds hoger wordende subsidies, zoveel aanlok kelijke spelers voor Cambuur te krijgen zijn dat we hier in het Noorden van het land ook hier zitten we weer aan de periferie zo gauw tot de ere-divisie zul len komen. Ik vind de opzet van de raadsbrief lofwaardig. Ik vind dat de bedragen zoals die genoemd worden in feite geen verandering van beleid betekenen; het is alleen een andere opzet. Maar ik vraag mij eerlijk ge zegd wel af welke garanties U kunt geven aan de stichting vanuit onze faillissementspositie en welke ga ranties U kunt geven t.a.v. het verloop zoals U dat hier geschilderd hebt. Onze fractie voelt eigenlijk wel het meest voor wat de heer Rijpma voorstelt, n.l. het kernpunt: Uitstellen tot we meer zekerheid hebben. De hear Singelsma: De lytse animo om hjir it wurd to fieren oer de Sportklub Cambuur is foar my hast al in biwiis dat de measten it net sitten sjogge. Ik moat der by sizze dat de stimming yn dizze seal ek wol in bytsje somber is t.o.f. dit punt. De situaesje fan Sportklub Cambuur is bisünder tryst, tinkt my sa. Ik krij de yndruk dat it bistjür yn in rountsje ommealt en dat it seit: As it spelpeil, it spilerspeil omheech giet, dan komme der mear minsken, dan komme der yn- komsten en dan rédde wy it miskien. Ik bin der net wis fan dat dizze redenaesje kloppet. Ik haw sa'n idé dat in protte minsken hwat wurch binne fan de fuot- ballerij en de hege yntré-grizen sille fansels ek net swak byspielje. Yn wêzen blnne wy de klub dy't ik fortsjintwurdigje eins tsjin de bitelle fuotballerij sa't dy him nou üntwikkelt. Hwannear't de oerheit hwat docht dan moat der ek fan de boargerij en fan it bi- driuwslibben hwat tsjinoer stean. Ik leau dat dizze beide it sitte litte. Nou moat ik hjir wol by sizze: Sjoch ris, de minsken dy't fan toaniel en kultuer en muzyk en al sokke dingen mear halde, dy wurde ek foar in part op harren winken bitsjinne. Hwerom soe men dizze takke fan sport dan ek net op ien of oare wize subsidiearje Dat is ek sa. Dérom is it ek net goed fansels om sa'n subsydzje samar staf-en-af yn to lüken, mar ik leau dochs dat wy üs nou wol bijowe yn in aventür, in finansieel aventür dêr't wy de ein net fan bisjen kinne. It spyt my yn wêzen dat de si tuaesje by Sportklub Cambuur him sa üntwikkelt. Ik hie dat ek graech oars sjoen. Ik wit dat it foar in protte minsken dochs in stik foiling is fan it wykein; elts folt dat op syn eigen manier, dat is ek syn eigen manier fan libjen; ik erken it rjocht dêrfan ek. Mar as jo sjogge dat it tal bisikers eins iderkear frij hwat sakket en dat der net folie perspektyf yn sit, dan freegje ik my dochs öf: Hoefier moat de oerheit yn dizze noch gean? As ik de moty fan de hear Rijpma hear en ris oertink, dan liket it my dochs goed ta, foardat wy üs bijowe yn in fierder aventür, om to sizzen: Kinne wy earst net ris wachtsje oant wy hwat mear finansiéle wissichheit hawwe oer de posysje fan dizze Gemeente? De heer Weide (weth.)Er ligt vanavond, dacht ik, een keiharde kernvraag midden in onze raadzaal. Die is: Willen wij in de toekomst betaald voetbal in Leeu warden, ja of nee? Deze vraag is in het verleden al eens meer in deze zaal behandeld en het ja is er altijd uit gekomen. Ook nu bij dit gewijzigde subsidie systeem zegt de ruime meerderheid van het College andermaal ja tegen betaald voetbal. Dat ja geldt dan voor langer dan alleen voor het volgend seizoen; het geldt voor vijf jaar. Waarom hebben wij dit voorstel in overleg met de stichting Sportclub Cambuur ge daan? Om het bestuur en om de spelers meer zeker heden, meer waarborgen te bieden t.a.v. de continu ïteit dan in het verleden het geval is geweest. Ik dacht dat, wil een bestuur goed functioneren, zekerheden en waarborgen absoluut dienen te worden ingebouwd. De meerderheid van het College vindt dan ook dat wij van avond dit voorstel - dus niet het voorstel van de heer Rijpma volgende - wel zullen moeten gaan behandelen. In het kader van de art. 12-situatie zit er natuurlijk wel een onzekerheid in. Wat gaat ons de art. 12-situatie bren gen We hebben nog geen bericht van de Minister van Binnenlandse Zaken. We weten niet of Sportclub Cam buur wordt aangemerkt als een structureel verstoren de factor. Wij weten het allemaal niet, maar het is toch een bestaande post op de begroting en wat wij nu voorstellen is slechts een wijziging van een systeem binnen een bestaande subsidiepost. De heren raadsleden hebben een aantal vragen ge steld, waarop ik nu nader zal ingaan. Er zijn natuur lijk talloze argumenten die in belangrijke mate mede bepalend zijn voor het bestaansrecht van het betaalde voetbal. Ik noem de passieve recreatie, die door enkelen van U al is genoemd, maar ook de relatie van de pas-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 4