4
van die terreinen als voetbalveld, volleyballveld of
wat ook zullen zorgen(De heer Heidinga: Park!)
Desnoods een park. Zij stellen dus voor die terreinen
in te richten en in overleg met de Plantsoenendienst
wat aan de beplanting te doen; kijk, daar is het park
al. De Wethouder zei daarop dat hij nog steeds niet
alleen kan beslissen en dat hij het de dag erop vori
ge week dinsdag dus in het College zou brengen
voor een beslissing en dat het resultaat nog dezelfde
week aan de bewoners zou worden meegedeeld. Tot
nu toe hebben zij echter nog niets gehoord. Ik wil dus
nu vragen wat er hieromtrent in het College is beslist
en waarom de bewoners nog geen bericht hebben ge
had.
De Wethouder heeft ook toegezegd dat hij het huis
vestingsbeleid in de Landbuurt in het College zou be
spreken voor de periode dat nog niet de hele Land
buurt kan worden afgebroken. Het gaat om de vraag
welke huizen of blokken huizen bewoond blijven en
welke niet. Een ambtelijke werkgroep heeft bepaald
welke blokken onbewoond blijven. De bewoners zijn
het hier niet zonder meer mee eens en om een goed
en open overleg mogelijk te maken, moeten ook die
beslissingen worden teruggedraaid tot de resultaten
van het overleg bekend zijn. Ook die beslissing kon de
Wethouder die avond niet alleen nemen en hij moest
die in het College van B. en W. bespreken. Mijn on
vermijdelijke vraag: Wat is daarvan het resultaat
Dan kwamen er nog een paar wensen naar voren
voor de verbeteringen op korte termijn die niet op een
overleg met de bewoners hoeven te wachten, wensen
als: het repareren van straatverlichting, schoonmaken
en hier en daar vernieuwen van de bestrating en het
grondig opruimen van het afval en grof vuil dat op de
braakliggende terreinen ligt te stinken. Kunt U mee
delen wat aan die problemen is gedaan De buurt heeft
nog geen bijzondere activiteiten van gemeentewege ont
dekt. Het gaat er de bewoners van de Landbuurt om
te weten hoelang zij daar nog kunnen wonen en te
bezien wat er in die tijd nog aan de omgeving kan
worden gedaan. Dat is niet alleen in het belang van
de bewoners van de Landbuurt maar ook in het belang
van de Gemeente. Lang slepende saneringsellende, zo
als we die in Werkmanslust en andere gebieden hebben
meegemaakt, kan dan misschien worden voorkomen of
in ieder geval worden verzacht. En dat is in ons aller
belang. Laat het Gemeentebestuur hier loyaal aan mee
werken. Als we in de toekomst de ellende van de sa
nering, van verpaupering van een stadswijk willen voor
komen, zullen we m.i. die kant uit moeten werken, dus
naar het overleg met de bewoners.
Ik vertel U waarschijnlijk geen nieuws als ik zeg dat
op het ogenblik het wantrouwen bij de bewoners van
de Landbuurt m.b.t. de Gemeente enorm is. Dat heeft
de Wethouder de vorige week ook wel gemerkt. Daar
om heb ik de vragen gesteld over het uitblijven van de
toegezegde informatie over de beslissing van B. en W.
Ik wil graag die informatie nu hebben.
De hear Klomp: Us fraksje giet wol akkoart mei
dit foarstel. Wy hoopje dat nou yndied in aktyf oan-
keapbilied fierd wurde sil om to foarkommen dat
de hear Van der Wal hat it al neamd -wy in twadde
Werkmanslust krije; dêr hat it oankeapbilied fierstento
lang duorre en dat moatte wy yn de Lanbuert net
wer op 'e nij bilibje. En seis moat der om tocht wurde
oft der oer in bipaelde tiid ek noch oare maetregels
nommen wurde moatte om eventueel de léste perselen
flugger yn bisit to krijen om it sanearringsplan sa gau
mooglik ütfiere to kinnen sadat nije plannen ek üt-
fierd wurde kinne.
De heer Tiekstra (weth.): Als uitvloeisel van de
destijds in deze Gemeenteraad behandelde nota m.b.t.
het aankoopbeleid is toenmaals door deze Raad beslo
ten dat de Landbuurt zou worden bestemd tot
saneringsgebied en dat, zolang er nog onvoldoende
zekerheid en grond was voor het voeren van
een actief aankoopbeleid, er een doelgericht passief
aankoopbeleid zou worden gevoerd. Inmiddels is de
voorbereiding van een klein bestemmingsplan voor dit
gebied zover gevorderd dat aangenomen mag worden
dat het voor-overleg daarover zeer binnenkort kan
plaats vinden en dat hopelijk ook dit ontwerp-bestem-
mingsplan vrij snel in procedure kan komen.
Wat de instelling betreft die van doel is daar te bou
wen, kan ik de Raad meedelen dat de initiator daar
van a.s. donderdagmorgen bij mij langs komt om over
de ontwerp-opzet van dat plan te spreken; een andere
afspraak zal ik de Raad straks nog meedelen.
Ik kom dan even op de léste opmerking fan de
hear Klomp. Sa gau wy in rjochtsjildich bistimmings
pian hawwe, kinne wy ek de prosedure fan ünteige-
ning bigjinne sa't dy normael is. Wy kinne fansels ek
de ünteigeningsprosedure hantearje dy't wy ek han-
tearre hawwe by Werkmanslust, ntl. ünteigenje op
basis fan in bouplan. Foar hokker prosedure wy kieze,
hinget öf fan de fierdere gong fan saken. Doel is om
ta sanearring to kommen en sanearje bitsjut: keal-
slach yn dat gebiet.
Dan kom ik terug op mijn beantwoording van de
heer Van der Wal. Ik dacht dat de heer Van der Wal,
misschien terecht, een zeker gevoel van wantrouwen
van de bewoners van de Landbuurt overbrengt. Ik wil
hem niet onthouden dat ik ook niet altijd helemaal
van vertrouwen bezield ben als ik met hen spreek.
Ik zal dit proberen duidelijk te maken. Uit de woorden
die de heer Van der Wal spreekt, blijkt al dat er aan
datgene wat ik gezegd heb consequenties worden
verbonden die ik de Raad op dit moment niet wil ont
houden, maar waaromtrent de Wethouder, als hij dat
daar zegt, bijzonder grote voorzichtigheid in acht heeft
te nemen. Op de vraag of de Wethouder in staat was
een termijn te noemen waarbinnen alle woningen van
de Landbuurt moesten zijn opgeruimd, heeft deze Wet
houder na enige overpeinzing, in acht nemende het
geen ik zoéven heb gezegd, nadrukkelijk gesteld: één
a anderhalf jaar. Ik dacht dat dat een duidelijke zaak
was en ik meen dat, als wij zeggen één a anderhalf
jaar, wij dat ook aan de mensen moeten overbrengen.
(De heer 1'. D. van der Wal: Ja, dat is wel nodig.)
Ik kan U wel zeggen dat het College zich ook met
deze termijn heeft verenigd in die zin dat, op het uit
eindelijke doel gericht, zal worden getracht om dit in
derdaad in één a anderhalf jaar te bewerkstelligen,
daarbij in aanmerking nemende dat dit kan betekenen
dat de herhuisvestingsbehoefte vanuit dit gebied in an
dere gebieden gedekt moet worden; de heer Van dei-
Wal zal zich stellig herinneren dat dit door een amb
tenaar die bij deze vergadering aanwezig was ook ge
zegd is. Dat betekent tegelijkertijd ik sta in het
overleg dat straks gehouden wordt voor allerhande
suggesties open dat het hele beleid m.b.t. de Land
buurt zich richt op afbraak van de aanwezige bebou
wing en dat in de tussentijd in een goed functionerend
overleg moet worden getracht waar mogelijk herhuis
vesting binnen het gebied te regelen en w aa r het niet
mogelijk is zal buiten het gebied herhuisvesting moe
ten worden geregeld. Ik zeg dit omdat nu al wel vast
staat dat de bewoning van de Landbuurt zoals die er
nu uitziet nogal vlottend is en ik dacht dat dat juist
de mogelijkheid geeft om tot die snelle ontruiming en
afbraak te komen. Dat betekent dat ik nu duidelijk
stel wat ook in het College is besproken, n.l. dat de
woningen die nu leeg staan niet opnieuw zullen worden
uitgegeven en wel zo spoedig mogelijk voor afbraak
zullen worden doorgegeven. Verder betekent het dat,
waar afbraak door bewoning in de weg wordt gestaan,
getracht zal worden in goed overleg tot herhuisvesting
binnen het gebied te komen en dan de afbraak van
blokjes mogelijk te maken juist om te voorkomen
dat voerde de heer Van der Wal aan dat door res
ten van bewoning er toch nog geen mogelijkheid komt
om af te breken. Ik heb bij eerdere gelegenheden ook
al gezegd dat afbreken nu eenmaal geen knipselwerk
is; het is vrij ruig en smerig werk en er moet nogal
wat opgeruimd worden. Als dat is gebeurd dan ben
ik best bereid om na te gaan wat na egalisatie nog
met de terreinen kan worden gedaan zolang die geen
definitieve bestemming hebben gekregen.
Wat de straatverlichting en het opschonen van de
terreinen betreft, wil ik de Raad wel enige informatie
geven. Als ik zoveel klachten krijg dan geef ik ze
door of laat ik ze doorgeven. Gebleken is dat m.b.t.
de straatverlichting het afgelopen halfjaar geen enkele
klacht bij de N.V. Frigas is binnengekomen. Ik raad
een ieder die klachten over de straatverlichting heeft
aan die bij de N.V. Frigas te deponeren. Uit eigen
waarneming is mij duidelijk geworden dat die klaeh-
5
ten over de straatverlichting echt niet zo ernstig hoe
ven te zijn. Er staan in Leeuwarden meer verlichtings
palen scheef; dat is niet alleen in de Landbuurt het
geval. (De heer P. D. van der Wal: Maar ze branden
niet; daar gaat het om.) De palen branden uiteraard
niet, maar als er lampen niet branden, zult U de N.V.
Frigas moeten bellen.
Uit informatie bij de Dienst voor Reiniging en Brand
weer is mij gebleken dat minstens één keer in de veer
tien dagen de zaak volledig geschoond wordt en het is
mij uit eigen waarneming gebleken dat men op het
ogenblik echt niet kan zeggen dat het er een grote
rotzooi is, zoals kennelijk de volksmond pleegt te zeg
gen. Maar ik blijf er bij dat het een saneringsterrein
is met alle gebreken die daaraan kleven en een sane
ringsterrein is geen biljartlaken.
Ik geloof dat het versnellen van het hele sanerings
proces in de Landbuurt bereikt kan worden wanneer
de Raad bereid is dit voorstel van B. en W. aan te
nemen. Dit voorstel ligt in het verlengde van de be
slissingen die de Raad een aantal jaren geleden al
genomen heeft m.b.t. dit gebied.
De hear Miedema: It bitooch fan de Wethalder
sprekt my eins wol oan, mar der bliuwt foar my ien
fraech oer. Hy hat sein dat de eventuele gadingmakker
ankomme wike by him lans komt. Nou, dat is goed.
Mar ik woe wol ris witte oft it Kolleezje der ienich
sicht op hat oft it bistimmingspian mei alles hwat dêr
oan fêst sit oerliz mei dizze en mei dy ensfh.
yndied oer oardeljier roun wêze kin. As jimme it idé
hawwe dat it noch wol trije jier duorret dan is it net
nedich sa hastich to wêzen en wurdt de basis hwerop
de Wethalder praet nochal smei. Ik wol dus graech
witte hoe't it leit mei it bistimmingspian. Hat dat al
yn it foar-oerliz west? Yn hokker stadium is it? Kin
ne wy der op rekkenje dat it sin hat hjir hastich mei
to wêzen?
De heer P. I>. van der Wal: De Wethouder is de
beantwoording van mijn vragen begonnen met te zeg
gen dat hij ook niet al te veel vertrouwen had in de
bewoners van de Landbuurt; en dat zou hij duidelijk
maken. Nu is het mij niet duidelijk geworden waar hij
dat duidelijk heeft gemaakt. M.i. heeft hij dat hele
maal niet gedaan. Juist het vertrouwen dat de bewo
ners in hem gesteld hebben lijkt niet terecht. In de
betreffende vergadering is duidelijk afgesproken dat er
een overleg zou komen met een deputatie van de be
woners. Het eerste punt zou overleg over de termijn
betreffen. De Wethouder heeft toegezegd dat hij in
een notaatje duidelijk zou maken hoe aan die termijn
was gekomen. (De heer Tiekstra (weth.): Ik heb geen
nota toegezegd.) U hebt beloofd een soort planning op
papier te zullen zetten. Daar zou dan over gediscussi
eerd worden; daarna zou een datum worden vastge
steld. Dat kan best anderhalf jaar worden, maar het
kan ook twee jaar worden. Het gaat er om dat de
bewoners van de Landbuurt precies weten waar ze
aan toe zijn. Dat is niet alleen in het belang van
de bewoners maar ook in het belang van de
Gemeente; je kan dan op die datum werken, je kan
op die datum je onteigeningsprocedure plannen en je
kan ook je investeringen op die datum plannen. Die
termijn is nog volledig open. Dat het een beetje te
strak in de krant is gekomen, is dan een interpretatie
van de betreffende journalist; ik neem hem dat ook
helemaal niet kwalijk. Maar die termijn is niet afge
sproken. Als de Wethouder zegt dat in het College die
termijn al is vastgesteld dan vind ik dat dat alleen
maar meer grond geeft voor het wantrouwen van de
bewoners van de Landbuurt, want er is duidelijk toe
gezegd dat die termijn in overleg zou worden bepaald.
De Wethouder zegt dat de leegstaande panden niet
weer verhuurd moeten worden. Dat druist volledig in
tegen wat hij heeft toegezegd en tegen de hele teneur
van de vergadering(De heer Tiekstra (weth.): Ik
heb dat niet toegezegd.) Als de leegkomende huizen
niet verhuurd worden dan zijn ze in de kortst moge
lijke tijd naar hun grootje. Dan worden ze in de fik
gestoken of ze worden kapot gemaakt. En dan heeft
het hele overleg geen enkele zin; dan kunt U er net
zo goed mee ophouden. Ik vraag van U een loyaal
overleg met de bewoners. Misschien kunnen we hier
uit zoveel leren dat wij in het vervolg bij sanerings-
gebieden niet opnieuw die grote rotzooi krijgen. Maar
uit de hele beantwoording van mijn vragen we zul
len wel gaan praten en zo blijkt dat er geen sprake
is van wezenlijk mee-beslissen, ook niet van wezenlijk
overleg.
Wat de straatverlichting betreft, dat er palen scheef
staan is niet zo erg; er staat daar wel meer scheef;
dat is het punt niet. De verlichting brandt niet. Er
zijn minstens tien lantaarns die niet branden en dan
ook nog juist op punten waar de bestrating niet eens
meer te zien is, waar er een dikke dreklaag overheen
ligt. (De heer li. P. van der Veen: Het kan ook geen
bezien lijden.) Misschien is de Wethouder door de
Roekstraat gelopen; dat is nog wel een knappe straat.
De Wethouder zegt dat de Landbuurt één keer in
de twee weken grondig wordt schoongemaakt; gron
dig nog wel. Nu, dan zou U dat voor de aardigheid
eens moeten gaan zien. Er komen mensen van de Rei
nigingsdienst met een grote auto met een grote grijper
er op. En dan is het „habbes", ze pakken met de grij
per wat van die rommel en de helft valt weer op de
grond. Dat zou je dan met een vork of een schop op
moeten ruimen maar dat gebeurt niet. Dan rijden ze
weer verder. De volgende keer ligt er weer grof vuil.
(De heer J. de Jong: Hoe komt dat daar?) Dat komt
uit de wijde omgeving. U weet ook wel dat wij het
wegbrengen van grof vuil naar de Reiniging zo duur
gemaakt hebben dat het veel goedkoper is het in de
Landbuurt te deponeren. Het vuil komt niet alleen uit
de Landbuurt; het kan ook nog wel eens uit de Peli
kaanstraat en achterliggende straten komen. (Gelach)
En dan zegt de Wethouder ook nog dat er geen rot
zooi is. Ik zou iedereen willen uitnodigen eens te gaan
kijken om de mededeling van de Wethouder te con
troleren. Hij zegt: Och, het is een saneringsgebied
daar is altijd wat rotzooi, dat is geen biljartlaken. Nu,
zelfs Nijlan is geen biljartlaken, dus wat dat betreft
is het helemaal geen vergelijking. Het is natuurlijk
wel een grote troep in de Landbuurt. Je kunt dat ver
schillend beoordelen, maar het is wel heel duidelijk
dat het zo is. Ik kan het nu niet laten zien, maar mis
schien kan ik de volgende keer wat rotzooi meenemen.
De heer J. de Jong: Er wordt wel eens wat laconiek
geluisterd naar hetgeen de heer Van der Wal hier naar
voren brengt. Toch ik geloof dat we het daar wel
over eens zijn meen ik dat wij het met wat meer
ernst moeten bekijken. Ik ben echt van mening dat,
als wij zo eens in de saneringsgebieden in de stad
rondkijken de Raad heeft daar al meerdere malen
op geattendeerd wij met wat meer zorg te werk
moeten gaan. Er wordt hier afgebroken, gedeeltelijk,
en dan laten we het liggen. Enfin, ik zou er een hele
boel meer van kunnen zeggen, maar de heer Van der
Wal heeft er al het een en ander over gezegd. Die woont
er middenin en je zult er maai' middenin wonen (De
Voorzitter Hij woonde er middenin) Goed, hij woonde
er middenin. Hij is er in ieder geval wel goed bekend
en hij heeft de ellende er ook van gezien.
Maar ik heb eigenlijk een andere vraag. Ik verwon
der mij erg over het volgende. In 1972 ben ik eens
benaderd door de architect die dit plannetje in bewer
king had. Er waren toen wat vragen over andere be
bouwingszaken in deze zelfde wijk. Nu zijn we bijna
anderhalf jaar verder en nog steeds praten we er over
wat het daar moet worden en hoe het daar komt.
Heeft het College helemaal geen termijn waarin iets
binnen moet komen? Ik vind het voor de hierbij be
trokken burgers een jammerlijke zaak dat wij hier
niet meer acte de présence geven. Er wordt hier Raad
op Raad gesproken over de verschillende gebieden, ook
over de Landbuurt. En het is steeds maar weer het
zelfde gejammer over do rommel. Het is waar. De be
woners worden er mee geconfronteerd maar ook de
buurten er omheen vinden het niet zo plezierig. Waar
om kan hier niet meer aandacht aan worden besteed,
waarom kan dit niet wat sneller? Wat is de reden dat
dergelijke bestemmingsplannetjes zolang in de molen
moeten zitten voor wij ze als Raad op tafel krijgen?
Dat wil ik graag weten.
De hear Singelsma: Nou't de diskusje oer de sa-
nearringsgebieten him ütwreidet fan de Lanbuert nei