by de tomme heind, sa't dat hyt. As it stjalpieh reint
yn Hoüan talie der miskien in pear fette büterdrippen
yn Bjouwert, mar dér bliuwt it dan ek by. Wy binne
en bliuwe minsken oan de bütenkant fan de sintralis-
tyske steat Neüerlan en wy sille de konsekwinsjes iüke
nioatte fan ay lizzing en tan de opstelling fan bipaelde
partijen, ft aocbt my goed as ik de hear Buising sa
praten hear. Xk koe my it stanpunt fan it Kolleezje
eins wol yntinke. Dat tocht: Wy hawwe nou in pro-
gressyf regear en nou sil it wol hwat better wurde.
Mar de algemiene lijn sa't dy foarhinne lutsen wie,
wurdt gewoan trochlutsen. Wy kinne net folie oars
dwaen as it eardere foarstel ynlüke en us mar wer
hiriede op it nije foarstel dat hjir nou leit. Dat haldt
yn wezen yn: in bytsje reparaesje fan de bisteande
akkommodaesje. En dér bliuwt it by en sa sil it ek
wol bliuwe. (De hear Heidinga: Jo binne net fan
bügjen frjemd; Jo büge wol.) (De hear Ten Brug
(weth.)De Friezen büge de knibbels del.)
De Voorzitter: Ik hoop dat er van deze zijde wat
optimistischer geluiden zullen klinken dan uit de zaal
zijn gekomen.
De heer Weide (weth.)Evenals de Raad betreurt
ook het College het dat het program van wensen, dat
door de Commissie Verbouw Harmonie was vastge
steld en door de Raad op 10 december in een concreet
plan was overgenomen, niet ten volle kan worden ge
realiseerd. Ik dacht dat wy deze teleurstelling van net
College hier ook wel mogen laten blijken.
Er is, dacht ik, bij de Raad enige aarzeling m.b.t. de
activiteiten die het College ontplooid heeft om meer
binnen te krijgen dan deze 5 miljoen. Ik moet ten stel
ligste ontkennen dat wij niet genoeg activiteiten heb
ben ontplooid. Ik zal U zeggen wat wij hebben gedaan;
ik dacht dat het goed was dat nog even te vertellen
voor zover de raadsbrief hier niet in voorziet. De Bur
gemeester en ik hebben op 30 november een gesprek
gehad met C.S. over het plan. De heer Van Krevelen
heeft zich toen bijzonder positief opgesteld m.b.t. dit
plan, maar heeft, ondanks aandringen onzerzijds, geen
enkele toezegging kunnen doen. Op 10 december heeft
de Raad het plan aanvaard. Het vastgestelde plan en
het daarbij behorende pakket papieren en tekeningen
zijn direct verzonden naar het Ministerie. Op 10 januari
heeft er op het Ministerie een gesprek plaats gehad
de Burgemeester en ik hebben daaraan deelgenomen
- met de plaatsvervangend directeur-generaal die deze
zaken behandelt. Er waren drie concrete vragen: le
Kan het miljoen dat ons voor de Beurs is toegezegd
worden overgeheveld naar de verbouw van de Harmo
nie Het antwoord was ja. 2e Kan het Ministerie al
het mogelijke doen om de eerste fase van 6 miljoen
gerealiseerd te krijgen? Het Ministerie heeft ons toe
gezegd dat al het mogelijke zou worden gedaan om
het te proberen. 3e In hoeverre kunnen wij in de toe
komst rekenen op medewerking van het Ministerie
m.b.t. de 17miljoen? Het antwoord was dat in de
toekomst waarschijnlijk een ontkennend antwoord was
te verwachten. Op 21 januari was er op de Griffie een
vergadering van de Provinciale Commissie voor de
Werkgelegenheid. Tijdens deze vergadering werden wij
benaderd met het bericht dat door het centraal over
leg in Den Haag het overleg van de drie ministeries,
n.l. Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken en C.R.M.
de Harmonie was ingebracht bij de commissie voor de
verdeling van de miljoenen. Wij kregen het verzoek zo
snel mogelijk dezelfde week nog een bespreking
te arrangeren om over herziene plannen te praten. Dat
gesprek heeft plaats gehad drie dagen later. Daarbij
waren aanwezig: een vertegenwoordigster van Den
Haag zij sprak namens drie ministeries de heer
Sutherland als secretaris van de rijksadviescommissie
die was op verzoek van het Ministerie van C.R.M.
aanwezig -, het hoofd van het bureau van het Mi
nisterie van C.R.M. in Friesland, de secretaris van de
Plancommissie Friesland en uiteraard de architect en
de heer Ter Horst, de directeur van de Harmonie. Tij
dens deze bespreking is al het mogelijke geprobeerd
om meer toezeggingen te krijgen. De vertegenwoor
digster van het Ministerie had duidelijk de opdracht:
het miljoen van de Beurs mag naar de Harmonie
Leeuwarden kan 1,8 miljoen krijgen in het gesprek
met de heer Van Krevelen was dat bedrag gesteld op
om en nabij 2 miljoen als B.R.W.-subsidie; Leeu
warden kan uit de werkgelegenheidspot 2 miljoen krij
gen, maar dan moet in mei worden begonnen en dan
moet dit geld besteed worden aan het schouwburgge
deelte. Verder kwam van het Ministerie van Binnen
landse Zaken de opdracht dat de gemeente Leeuwarden
geen extra lasten op zich mocht nemen; er mocht geen
duurder plan in uitvoering worden genomen door extra
gelden aan te trekken waardoor de kapitaalslasten op
de Gemeente zouden drukken. Dat was ons in het ka
der van onze art. 12-positie niet toegestaan. Wij kre
gen dus een duidelijk nee te horen. Wij wisten op dat
moment dat we de architect voor enorme moeilijkhe
den zouden plaatsen. Hij moest tenslotte in zeer korte
tijd trachten een herzien plan te maken. Direct na deze
vergadering hebben B. en W. zich hierop beraden. Op
1 en 8 februari is de Commissie Verbouw Harmonie
bijeen geweest om te zien wat er met deze 5 miljoen
exact zou kunnen worden gedaan. Nu zijn er een aan
tal vragen gesteld over wat er nu gaat gebeuren. De
beide vergaderingen van de Commissie Verbouw Har
monie zijn niet meer geweest dan een filosoferen over
de vraag wat we met dit bedrag in het gebouw kun
nen doen; op welke manier kunnen we de akoestiek
voor muziek en gesproken woord toch nog gunstiger
maken met deze 5 miljoen. In de eerste vergadering
was men niet zo erg positief. Maar dank zij de voor
treffelijke activiteiten van de architect was er een
week later toch wat positiefs in het plan te zien. Het
waren nog maar ruwe schetstekeningen zonder dat daar
bij concrete bedragen konden worden genoemd. Wat
zou er nu kunnen gebeuren? Ik zal het heel voorzichtig
zeggen want het heeft naar mijn gevoel veel te con
creet in de krant gestaan. Wij proberen het volume in
de grote zaal te vergroten om zowel voor muziek als
voor gesproken woord nog het een en ander te kunnen
bereiken; het toneel zal worden vergroot; het meubi
lair zal worden vernieuwd; de elektrische installaties
zullen worden aangepakt. De plannen daarvoor zullen
op een rijtje worden gezet en dan zullen we zien hoe
de stand van zaken is m.b.t. de 5 miljoen. Ik dacht
dat ik zo in grote lijnen de raadsleden wel had beant
woord.
De heer Van der Wal vraagt om drie weken uitstel.
Maar ik dacht dat dat in dit geval niet verstandig zou
zijn. Wij kunnen de zaak alleen maar dienen door zo
snel mogelijk te handelen door vanavond een besluit
te nemen en de architect opdracht te geven een plan
te maken tot een maximaal bedrag van 5 miljoen. Wij
moeten die opdracht snel geven, want wij zullen op 1
mei a.s. met de verbouw moeten beginnen.
Er is ook nog gesproken over de verwarming. Wij
zullen proberen of er binnen het kader van de 5 mil
joen ook nog iets aan de verwarming kan worden ge
daan. Maar een duidelijk antwoord is hierover op dit
moment nog niet te geven.
Ik kan U nog meedelen dat de architect regelmatig
contact heeft met onze akoestische adviseur, het bu
reau Van Dorsser in Arnhem; binnenkort zullen zij
overleg voeren met de rijksadviescommissie; dat over
leg zal misschien nog deze week plaats vinden. Daarna
zal de Commissie Verbouw Harmonie wat meer con
crete plannen voor zich krijgen. De plannen zullen
daarna aan de Raad worden voorgelegd.
De Voorzitter: Ik zou van mijn kant nog een en
kele opmerking willen maken. Die betreft de vraag
ik kan me die levendig indenken waarom wij eerst
met een plan van 17 miljoen in de Raad zijn gekomen
en zo snel daarna met een plan van een belangrijk
lager bedrag. Dit is in feite de vicieuze cirkel waarin
je dikwijls zit. Als je bij instanties om geld komt dan
is het eerste wat ons voor de voeten wordt gegooid:
Wat wilt U nu precies En na alles wat hier de afgelo
pen jaren in Leeuwarden is gebeurd, is dat misschien
ook te begrijpen. Eerst is er gesproken over het stich
ten van een gebouw buiten de stad, toen kwam de
problematiek met de Beurs en daarna is uitvoerig en
intensief met vele belanghebbenden overleg gepleegd
over het laatste plan dat is ingediend. Ik kan U de
verzekering geven dat er van het begin af aan bij
het College sterke aarzeling is geweest of dit ooit ge
realiseerd zou kunnen worden. Ik herinner mij dat in
15
december aan het College de vraag gesteld is door
enxele raaasieaen: Kunt LJ enige toezegging doen dat
dit realiseerbaar is? Ik heb daar woordelijk op geant
woord: Geen enkele. Want wij wisten het met. Wij
heboen gezegd dat wij zo snel mogelijk op pad zouden
gaan en dat wij zouden nagaan bij de bevoegde instan
ties of wij aan de nand van het concrete plan voor
.Leeuwarden het geld konden krijgen. Die miljoen
moest zonder meer rond, want anders was het niet
verantwoord zelfs met het eerste gedeelte te beginnen.
Bovendien moesten we een redelijke toezegging heb
ben dat wij in de toekomst dat hoefde niet binnen
een jaar op die 11 miljoen zouden mogen rekenen;
anders zou het onverantwoord zijn de eerste 6 miljoen
te investeren. Dat was de hele gedachte waarmee wij
de besprekingen hebben gevoerd. Ik meen dat de snel
heid waarmee nu een beslissing is gevallen ook moet
worden gezien in het kader van de werkgelegenheids-
objecten. Want het gesprek dat wij hebben gehad met
ae heer Van Ommen was heel duidelijk ter voorberei
ding van een gesprek met de Minister. Wij hebben met
de neer Van Ommen overleg gepleegd dat is de man
die in eerste instantie deze problemen behandelt om
te zien hoe de kaarten lagen; wij hadden de plannen al
ingestuurd na de behandeling in de Raad. Wij zouden
daarna met de Minister gaan praten; dat was althans
onze gedachte. En wat is er gebeurd? Men is ik
geloot dat we dat bijzonder positief moeten beoordelen;
wij doen dat stellig wel degelijk overtuigd geraakt
dat er in Leeuwarden iets moet gebeuren. Er was op
dat moment maar 1,8 miljoen beschikbaar plus de 1
miljoen van de Beurs. De heer Van Ommen heeft ge
zegd al in dat eerste gesprek: De enige bron binnen
redelijk korte termijn om een bedrag van ca 6 miljoen
rond te krijgen is het werkgelegenheidsgeld. Daarover
zouden op korte termijn besprekingen worden gevoerd.
Er is ons uit de latere gesprekken gebleken dat men
direct ons probleem in die discussies heeft ingebracht.
En daarmee worden we nu een beetje klem gezet. Wij
moeten zeer snel handelen anders staan we er naast.
Het gaat hier gewoon om werkgelegenheidsgeldendie
gelden moeten op korte termijn verdeeld worden. Als
wij niet heel snel kunnen beslissen dan ik wil niet
zeggen dat we dan later niets krijgen staan we er
op dit moment naast. Men heeft in Den Haag, onder
indruk gekomen van de urgentie dat hier iets moet
gebeuren, een besluit genomen en wij hebben de mede
deling gekregen: U kunt boven de reeds gereserveerde
gelden ook nog een bedrag krijgen van 2 miljoen. Wan
neer wij geen art. 12-gemeente waren geweest de
Wethouder heeft daar ook al op gewezen dan had
den wij zelf ook nog iets in onze begroting kunnen op
nemen. Maar wij kunnen alleen iets opnemen in de be
groting met toestemming van de staatssecretarissen
van Binnenlandse Zaken en Financiën. Er is interde
partementaal overleg geweest en wij hebben of wij
dat vervelend vinden of niet de keiharde mededeling
gekregen: U mag in Leeuwarden, wat de Harmonie
betreft, geen enkele beslissing nemen die extra lasten
voor de Gemeente met zich brengt; die zal zonder
meer worden afgewezen. Leeuwarden heeft een groot
tekort en alle nieuwe verplichtingen moeten door de
Minister worden goedgekeurd. Wij hebben de medede
ling gekregen dat wij in dit opzicht geen goedkeuring
zullen krijgen. De 5 miljoen zal geen lasten met zich
brengen; die kan in één keer worden afgeschreven.
Men is in Den Haag van mening of dat al dan niet
klopt doet niet ter zake, want het is hun visie en niet
de onze dat, ook vergeleken met andere gemeen
ten, met een bedrag van nog eens 5 miljoen er is
al het een en ander aan de Harmonie gedaan een
zodanige voorziening tot stand moet kunnen worden
gebracht, dat Leeuwarden een heel eind verder kan
komen. Ik deel U dus alleen de visie van Den Haag
mee; ik zeg niet dat het onze mening is. Deze harde
mededeling hebben wij dus gekregen. En laten wij
het eerlijk zeggen wij staan met de rug tegen de
muur, zowel het College als de Raad. Ik geloof dat het
toch een goede zaak is dat wij met het plan van 17
miljoen naar Den Haag zijn gegaan en dat wij echt
gepoogd hebben dat gerealiseerd te krijgen. Wij hadden
deze accommodatie dan een heel andere functie kunnen
geven. Dat wordt dus op dit moment niet geaccepteerd;
punt uit. Dit is de harde en vervelende werkelijkheid
waar we voor staan.
De heer Buising: Uit de opmerkingen van de zijde
van het College blijkt nu toch wel dat U nooit verder
bent gekomen dat tot overleg op ambtelijk niveau. U
hebt zelf nog gezegd dat U, nadat U met de heer Van
Ommen had gepraat en na de vergadering op de Grif
fie waar de Wethouder het over had die, als ik het
goed bekijk, heeft plaats gevonden op 24 januari
van plan was om met de Minister te spreken. Daar
voor was het plan belangrijk genoeg. Maar het is er
dus nooit van gekomen.
Ik moet zeggen dat ik op de vragen die ik in eerste
instantie aan de Wethouder heb gesteld niet zo gek
veel antwoorden heb gekregen. Wordt de 1,8 miljoen
die als B.R.W.-subsidie beschikbaar is gesteld nu wel
of niet verhoogd tot 2 miljoen? Klopt het dat de plan
nen zoals die er nu zijn niet 5 maar 5,4 miljoen moeten
kosten? Nogmaals, waar moet dan die laatste 4 ton
vandaan komen? De Wethouder heeft gezegd dat tij
dens het gesprek met G.S. op 30 november G.S. zich
wel positief betoonden, maar geen enkele toezegging
hebben gedaan. Hebt U hen gevraagd ik vroeg dat
in eerste instantie ook al of ze uit hun eigen midde
len niet die 2 miljoen beschikbaar zouden kunnen stel
len?
De heer Heidinga: Ik heb er geen behoefte aan op
het betoog van de Wethouder in te gaan, want ik ge
loof niet dat we daar veel mee opscnieten. We nemen
dit voorstel, dacht ik, aan, want het is de enige mo
gelijkheid die de Raad heeft. We kunnen toch niet zeg
gen dat we het geld niet willen hebben.
Maar ik zie nog wel een moeilijkheid om tot uit
voering van de plannen te geraken. Daar wilde ik nog
dit van zeggen. Als dit allemaal tijdig rond gemaakt
moet worden en de plannen moeten aanbesteed wor
den dan lijkt het mij toe dat dat er niet in zit. Het
gaat niet, tenminste als ik goed ben ingelicht dat de
datum van 1 mei een vaste datum is. Dan zou ik in
ieder geval willen voorstellen dat wij vanavond het
College machtigen met de architect en een eventuele
aannemer ik blijf er verder helemaal buiten wie
dat zal zijn met een open begroting te werken, dat
de aannemer een begroting maakt die volledig wordt
overgelegd aan de architect de architect maakt
uiteraard een begroting en dat men zo tot een
vergelijk koont betreffende de aannemingssom. Dat
is een heel redelijke manier van werken en die geeft
eigenlijk de grootste kans dat wij er toch in zullen
slagen om de zaak op tijd op gang te brengen. Dit is
voor Leeuwarden een belangrijke zaak; en de door mij
aangegeven methode geeft de meeste kans van slagen.
U hebt wat mij betreft" toestemming die methode te
volgen.
De heer P. D. van der Wal: Het staat natuurlijk als
een paal boven water dat wij die 5 miljoen moeten
pakken. Wij staan met de kloten voor het blok of, zo
als de Burgemeester het uitdrukt, met de rug tegen
de muur. Ik begrijp ook wel dat we de zaak niet drie
weken kunnen uitstellen omdat de architect nu aan het
werk moet. De heer Heidinga zegt al dat het dan nog
moeilijk genoeg zal worden. Ik heb nog wel deze
vraag: Krijgen wij de plannen nog ter beoordeling in
de Raad of wordt er een plan gemaakt dat er dan
maar door moet? Ik vraag mij af of wij nog de tijd
krijgen om nog wat aan dat plan te veranderen. Er
zal misschien alleen tijd zijn voor kennisneming van
de plannen. Ik wil nog wel benadrukken dat wij geen
scheiding moeten maken voor onafzienbare tijd tus
sen de uitvoerende kunstenaar en het publiek door
het aanbrengen van een vaste vloer en vaste stoelen.
Dan gaan we jaren in de tijd terug. Ook voor de ex
ploitatie van het gebouw wordt het dan moeilijker om
dat er dan veel minder activiteiten in kunnen plaats
vinden.
De heer J. de Jong: Ik heb nog een vraag. Er is
een bedrag genoemd dat wordt verstrekt in het kader
van de aanvullende werken. Gezien het feit dat de
toestand in de bouwnijverheid zorgelijk is en de Raad
voor de Arbeidsmarkt alles doet om mogelijkheden te
scheppen, zou ik graag willen weten of er nog meer
mogelijkheden in zitten. Er is ons nu een bepaald be
drag toegewezen; dit werk moet beginnen op 1 mei.
Het aantal mandagen dat voor Friesland wordt ge
geven op grond van de gelden die door het rijk be-