16'51
speciale parkeergelegenheid hebben. Er is alleen speciale
parkeergelegenheid voor in de binnenstad werkende in
validen. Ik heb zelf kortgeleden meegemaakt dat een
invalide vrouw die graag boodschappen in de binnenstad
wilde doen geen toestemming kreeg op die parkeerplaatsen
voor mindervaliden te gaan staan. Door haar handicap
kan ze niet op het Wilheiminaplein parkeren, want ze kan
domweg geen muntjes in de automaat doen. Dit is dan een
voorstel om dat in de toekomst wel mogelijk te maken
door het maken van een speciaal ingericht parkeerplaatsje
voor mindervaliden die de binnenstad bezoeken.
De heer Tiekstra (weth.)Wat mij persoonlijk betreft,
ik kan niet het minste bezwaar aanvoeren tegen deze
motie, integendeel. Ik moet er wel bij zeggen dat dit dan
wel een wettelijke basis moet krijgen.
De motie van Axies wordt aangenomen met algemene
stemmen.
De Voorzitter: We hebben nu de objectdoelen m.b.t.
kort en middellang parkeren afgehandeld en komen nu
bij de objectdoelen m.b.t. lang parkeren. P.v.d.A. en
Axies hebben allebei voorgesteld een objectdoel 2.4-5 toe
te voegen. Axies stelt voor: „Terrein Frigas en omgeving
Kortimarkt." De P.v.d.A. stelt voor: „Terrein Frigas en
omgeving begin Cambuursterpad." Ik ga er van uit dat
die amendementen gelijk zijn.
De heer Tiekstra (weth.)Ik heb er zoeven al iets over
gezegd. Dit blijft, als het opgenomen wordt, een volstrekt
papieren zaak. Ik vind het ook niet een goed alternatief
voor de noodzaak om tot parkeeraccommodatie te komen.
Ik ontraad de aanneming van het amendement.
De Voorzitter: Handhaven de indieners het amende
ment? Ja? Dan gaan we er over stemmen.
Het amendement van P.v.d.A. en Axies betreffende
objectdoel 2.4-5 wordt verworpen met 16 tegen 14 stem
men.
De Voorzitter: Er ligt nog een motie die is ingediend
door de C.C.P. Die hoort bij dit hoofdstuk. Eigenlijk had
ik die eerder in discussie moeten brengen maar het was
me even ontschoten. De motie hoort bij objectdoel 2.3-1
en luidt: „Geen afsluiting van de St. Jacobsstraat voordat
de Minnemagarage is geopend".
De heer Rijpma: In de raadsbrief stelt U voor om
alvast te beginnen met de afsluiting van bepaalde straten
rondom het Stadhuis. Wij dachten dat dat geen goede
zaak was omdat het alleen maar leidt tot opstoppingen;
de mensen lopen in een fuik. Dat betekent dat de mensen
die in deze omgeving hun bedrijf uitoefenen, de mensen
die hier moeten wonen en de mensen die hier moeten zijn,
te maken krijgen met verkeersopstoppingen die er niet zijn
als wij de toestand laten zoals die is. Wanneer de parkeer
garage aan de Minnemastraat eenmaal gerealiseerd is, is
er een duidelijke reden om hier naar toe te rijden en je
auto tijdelijk op te bergen.
De heer Tiekstra (weth.): Ik heb enige vrees dat, als
deze motie wordt aangenomen, het wel eens lang kan
duren voordat ook inderdaad onderdelen van dit struc
tuurplan worden gerealiseerd. Daarom maak ik toch wel
bezwaar tegen deze motie. Ergens zullen we een startpunt
moeten maken. Ik zie niet in welke invloed de afsluiting
van de St. Jacobsstraat zou hebben op de behoefte aan
parkeren, mits wij maar zorgen dat de aanwezige parkeer
accommodatie zo doelmatig mogelijk gebruikt wordt. Dat
betekent dus dat voortdurend het systeem van betaald
parkeren moet worden uitgebreid. De Raad behandelt a.s.
maandag al weer een voorstel daaromtrent. Ik ben dus
niet voor deze motie.
De heer J. de Jong: Ik begrijp dit niet helemaal; mis
schien komt dat doordat het al zo laat is. Als je de kaart
bekijkt dan is de St. Jacobsstraat op dit moment afgesloten.
Alleen de bussen kunnen er nog door. We zitten met de
aangenomen lussen, met de fuiken. En alles wat daar
omheen is de St. Jacobsstraat, het Herenwaltje, de
Weerd is onbereikbaar. Ik begrijp niet hoe de bedrijven
daar nog moeten bestaan. Ik snap niet hoe men dit ziet.
Ik zie het niet en ik begrijp het ook niet. Ik begrijp dit
voorstel niet, want ik dacht dat de C.C.P. de St Jacobs
straat open wilde houden.
De heer Rijpma: Wij willen dat de St. Jacobsstraat
niet wordt afgesloten voordat de parkeergarage aan de
Minnemastraat gerealiseerd is. (De heer J. de Jong: Dan
heb ik het verkeerd begrepen.) Ik dacht dat onze motie
in overeenstemming is met een indertijd door de Raad
aangenomen motie die inhield dat we niet tot veranderin
gen in het binnenstadspatroon overgaan voordat er vol
doende parkeeraccommodatie is. (De Voorzitter: Deze
motie zou een verscherping betekenen van een destijds
aangenomen motie.) Ja.
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: De fracties die mo
ties hebben ingediend om van het lussensysteem in de city
af te komen en er éénrichtingsverkeer voor in de plaats
te krijgen, hebben hun zin niet gekregen want hun moties
zijn afgestemd. Dus dat lussensysteem is aangenomen. Er
is dus geen éénrichtingsverkeer door de St. Jacobsstraat.
(De heer Rijpma: Die straat is niet afgesloten.) Nu het
lussensysteem is aangenomen is er geen éénrichtings
verkeer meer in de St. Jacobsstraat. Nu kunt U niet voor
stellen met afsluiting te wachten want hij is al afgesloten.
(De heer Rijpma: Dat ben ik niet met U eens.)
De Voorzitter: Mag ik er even tussen komen. Er moeten
geen misverstanden komen. Dit voorstel kan natuurlijk
wel. Er zijn besluiten genomen waar wij op moeten koer
sen. Ik ben geen voorstander van hetgeen in de motie
staat; ik geef alleen een verduidelijking. De heer Rijpma
heeft gezegd daar ben ik het mee eens dat de motie
een verscherping inhoudt van een onderdeel van de meer
algemene motie die door de Raad destijds is aangenomen.
Als deze motie wordt aangenomen zou dat betekenen dat
we een onderdeel van het plan niet zullen mogen ver
wezenlijken voordat de parkeergarage aan de Minnema
straat klaar is. Dat kan wel. (Mevr. Brandenburg-
Sjoerdsma: Dan zou je over elke beslissing een veto
kunnen uitspreken.) Nee, dat is niet waar. Het gaat hier
om uitstel. Pas als de parkeergarage klaar is, wordt het
plan op dit punt uitgevoerd. (Mevr. Visscher-Bouwer:
Dat is niet reëel.) Volgens mij wel. B. en W. bepleiten
dit niet; ik licht de zaak alleen maar toe.
De heer Heidinga: Op 24 en 25 september en 15 okto
ber 1973 heeft de Raad over deze materie vergaderd en
toen heeft de Raad een motie aangenomen die luidt„De
Raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
15 oktober 1973, besluit dat geen afsluitingen in de bin
nenstad zullen worden gerealiseerd noch tot het lussen
systeem zal worden overgegaan dan nadat alternatieve
parkeervoorzieningen zullen zijn gerealiseerd."
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Maar er gaan aan
de St. Jacobsstraat helemaal geen parkeerplaatsen ver
loren. Dus waarom zouden er alternatieven moeten
komen? (De heer Heidinga: Er staat duidelijk: „geen
afsluitingen dan nadat" enz.) Wij hadden destijds een
discussie over de Nieuwestad en over de proef die wij
daar voorstelden. Toen ging het ook al over alternatieve
parkeerplaatsen, terwijl er ook op de Nieuwestad geen
enkele parkeerplaats verloren ging. In de St. Jacobsstraat
gaat ook geen enkele parkeerplaats verloren. In de eerste
motie staat dat er niet mag worden overgegaan tot het
lussensysteem dan nadat er alternatieve parkeerplaatsen
zijn gerealiseerd. Maar een alternatief komt ergens voor
in de plaats; dat heeft hiermee niets te maken want hier
vervalt niets.
De Voorzitter: Wij kunnen hiermee de discussie wel
afsluiten. De motie komt in stemming.
De motie van de C.C.P. betreffende objectdoel 2.3-1
wordt verworpen met 16 tegen 14 stemmen.
VIII, Openbaar vervoer.
De Voorzitter: Allereerst komen we bij objectdoel
1.1-1 betreffende lokale busroutes. Er zijn amendementen
van vier fracties, n.l. Axies, C.C.P., P.v.d.A. en V.V.D.
Ik stel voor dit aan te houden, want dit hangt direct samen
met de punten die wij straks hebben aangehouden m.b.t.
de lussen en insteken west en zuid. Het is verstandiger
eerst de besprekingen over de lussen en insteken af te
ronden alvorens over de busroutes te spreken. Anders
zouden we nu misschien beslissingen nemen die botsen
met besluiten die we de volgende week gaan nemen. Wij
komen hier dus maandag op terug.
Wat de interlokale busroutes betreft, hiervoor geldt
eigenlijk hetzelfde. Dat stellen we dus ook uit.
Van het onderdeel Vrije busbanen moeten we 1.2-1 en
1.2-2 ook uitstellen, want die hangen ook samen met de
problematiek van de lussen en insteken west en zuid.
Objectdoel 1.2-3 betreft de vrije busbaan Vrouwen-
poortsbrug. Dat staat los van de problematiek waar ik net
over sprak. Ik neem aan dat dit objectdoel moet vervallen;
dat is een logische consequentie van een beslissing die
gisteravond is genomen. De Vrouwenpoortsbrug kan geen
vrije busbaan worden als die onderdeel van een tangent
vormt. P.v.d.A. en Axies hebben een amendement in
gediend om objectdoel 1.2-3 te laten vervallen, maar daar
hoeven we m.i. niet meer over te stemmen. Dat objectdoel
is dus vervallen.
M.b.t. objectdoel 1.2-4 is geen amendement ingediend
dus dat kan als afgehandeld worden beschouwd.
Wat de bushaltes betreft, zijn er voorstellen van P.v.d.A.
en C.C.P. De bespreking van het voorstel van de P.v.d.A.
de bushalte van het Ruiterskwartier te verplaatsen naar
het Zaailand moet worden uitgesteld tot maandag. Ook
het amendement van de C.C.P. m.b.t. de bushaltes kunnen
beter maandag worden behandeld.
Dan komen we bij de wachtmogelijkheden. Axies heeft
bij objectdoel 2.2-2 een amendement ingediend om
„Stadhuis" te vervangen door „Brol".
De heer P. D. van der Wal: Dit amendement hangt
helemaal samen met het amendement dat wij hebben
ingediend op objectdoel 1.1-1; de bespreking daarvan is
uitgesteld. Het heeft te maken met het bezwaar dat wij
hebben tegen een tweerichtingsroute voor bussen door de
St. Jacobsstraat. Het lijkt mij beter dit ook aan te houden.
De Voorzitter: Dat is inderdaad beter. Dat voorstel
nemen we dus ook mee volgende week maandag.
Dan is er nog een motie van de V.V.D. behorende bij
objectdoel 2.4-1. Die luidt: „Niet eerder het oostelijk deel
der Oude Veemarkt aan te wijzen als toekomstig bussen-
station dan nadat over het plan „Leeuwarden-laag" een
principe-besluit is genomen." Dat kunnen we nu wel
afhandelen.
De heer Schaafsma: Ik dacht dat ik met een kleine
toelichting kon volstaan. De motie spreekt eigenüjk wel
voor zichzelf. Als wij het plan Leeuwarden-laag straks in
behandeling krijgen, gaan we over een in principe groot
middenterrein beschikken voor een eventueel nieuw sta
tion. Dan zou je op dat terrein de zaak kunnen gaan her
groeperen. Het lijkt onze fractie voorbarig in het structuur
plan nu al de helft van een uitermate geschikt parkeer
terrein op te offeren aan een nieuw bussenstation terwijl
het nog een open vraag is of dat bussenstation niet beter
ergens anders geplaatst kan worden. Er wordt straks
natuurlijk aangevoerd dat er geen parkeerplaatsen ver
loren gaan omdat we van terrein ruilen, maar ik zeg op
mijn beurt dat het niet wenselijk is om eventueel in het
structuurplan al een bussenstation te gaan plannen aan
de oostzijde van de Oude Veemarkt terwijl we misschien
over een paar weken een principe-besluit nemen dat de
hele zaak weer overhoop gooit en waarbij we dan een
totaal andere conceptie m.b.t. de hele situatie kunnen
verwachten.
De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof dat de heer
Schaafsma gelijk heeft. (De heer Vellenga: Behalve dan
wat die paar weken betreft!) Och, wat is een paar weken.
De Voorzitter: We kunnen nu wel over deze motie
gaan stemmen.
De motie van de V.V.D. betreffende objectdoel 2.4-1
wordt aangenomen met algemene stemmen.
De Voorzitter: We hebben hiermee dit onderdeel af
gehandeld en kunnen (De heer P. D. van der Wal:
V]S8
Er ligt m.b.t. dit onderdeel nog een voorstel van Axies.)
U hebt gelijk. Dat voorstel betreft objectdoel 2.5-1.
De heer P. D. van der Wal: In Uw filosofie zal dit
voorstel wel een motie moeten worden. Het hoort bij
richtdoel 2-5: „Zo hoog mogelijke ritfrequentie en regel
maat op routes door de binnenstad." Onze motie luidt:
„Om hoge ritfrequentie mogelijk te maken en de overlast
(stank en gedender) te beperken dienen de huidige stads-
dieselbussen te worden vervangen door kleinere, minder
milieu-belastende en gemakkelijk te betreden bussen
zodra de (financiële) mogelijkheid zich voordoet." Wij
zien graag dat de Raad zich uitspreekt voor kleinere bussen,
vooral in de binnenstad. Dat is de motivering van ons
voorstel.
De heer De Jong (weth.): Dit punt is al vaker in de
Raad ter sprake geweest. Ik dacht dat de bezwaren tegen
dit voorstel vooral in het financiële vlak liggen. Wanneer
wij bussen zouden nemen die de helft kleiner zijn dan de
bussen die we nu hebben dan hebben we tweemaal zoveel
bussen nodig. Het type bus dat we nu gebruiken is juist
het type dat na veel experimenteren in praktisch alle
soortgelijke gemeenten als aanvaardbaar is geaccepteerd.
Bij kleinere bussen is de kostprijs ongeveer driemaal zo
hoog. Ik zou deze motie dan ook ten zeerste willen ont
raden.
De Voorzitter: Ook als dit voorstel wordt aangenomen,
is het niet reëel. Wij zullen binnen afzienbare tijd daar
mogen we op rekenen volledige vergoeding van het rijk
krijgen van de tekorten op de stadsbussen. Dan worden
we, of we het leuk vinden of niet, aan zeer stringente
bepalingen gebonden. Vast staat dat we beslist geen toe
stemming zullen krijgen om een maatregel als deze te
nemen om de simpele reden dat dit aanzienlijk duurder is.
Het zou dus een motie zijn die nooit enige waarde zou
kunnen hebben.
De heer B. P. van der Veen heeft inmiddels de ver
gadering verlaten.
De heer P. D. van der Wal: Ik betwijfel dit. Wij heb
ben dit gevaar al onderkend en daarom hebben wij in de
motie ook „zodra de (financiële) mogelijkheid zich voor
doet" gezet. Die grote bussen zijn verschrikkelijk. Een
vriend van mij heeft in de Korfmakersstraat gewoond en
ik herinner mij dat je daar elke keer als de bus langs
kwam iedere 20 minuten de naald van de pick-up
moest halen omdat anders het hele spul stuk ging. Dat
komt van dit soort bussen. Ik moet er toch echt op aan
dringen dat de Raad toe werkt naar die kleinere bussen,
zodra zich een mogelijkheid daartoe voordoet.
De Voorzitter: U handhaaft dus de motie? (De heer
P. D. van der Wal: Ja.) Goed, dan gaan we er over
stemmen.
De motie van Axies betreffende objectdoel 2.5-1 wordt
verworpen met 19 tegen 10 stemmen.
IX, Vrachtvervoer.
De Voorzitter: Dit onderdeel is al afgehandeld. Wij
hebben al een beslissing genomen over de lus Monnike-
muurstraat-Bij de Put-Breedstraat.
X, Fietsverkeer.
De Voorzitter: Bij dit onderdeel zijn een groot aantal
amendementen van Axies en twee amendementen van de
P.v.d.A. We beginnen met het amendement van Axies op
objectdoel 1.1-1.
De heer P. D. van der Wal: Onder richtdoel 1-1 staat:
„Alle rijverhardingen in 2 richtingen door (brom)fietsers
berijdbaar." Nu ben ik daar vlak voor; het is een prachtig
richtdoel. Ik fiets zelf veel door de binnenstad en dan
merk je elke keer weer dat er hele brede straten zijn waar
wel zeven fietsen naast elkaar kunnen rijden terwijl je er
toch niet door mag (in één richting dan). Mijn vraag is