Om nu even tot de zaak te komen we hebben nog meer te doen ik dacht dat deze verkeerslichtenin stallaties in verhouding verschrikkelijk duur zijn. Als we er een heel simpele installatie neerzetten die om de 50 of 60 seconden ik weet de tijden niet precies vast omgaat, kost het geloof ik ik weet het niet precies meer maar 20% van wat het nu kost. De Wethouder weet het wel precies. Wij hadden er uit voerige gegevens van in de Commissie Openbare Wer ken. Gezien hetgeen ik zonet gezegd heb over de eco nomie, die wij dacht ik veel te zwaar rekenen in deze zaak, hel ik echt nog over tot de overtuiging: Laten we maar heel domweg verkeerslichten neerzetten die op vaste tijden wisselen. Wie er dan voor wil wachten, doet dat maar. Dan gaat het leven net zo goed verder. Er is nog iets. Als ik goed ben ingelicht dan is dit soort verkeerslichten veel en veel kwetsbaarder dan de domme, simpele dingen die een vaste afstelling heb ben. Dat vind ik ook nog belangrijk. (De heer Ten Brug (weth.): Dat hewwe je altyt!) Mevr. lSrandenburg-Sjoerdsma: Nog even een paar opmerkingen. In het rapport van het I.B.V. worden drie categorieën genoemd. De eerste categorie betreft het kruispunt Harlingersingel-Harlingerstraatweg en het kruispunt Harlingersingel-Pier Panderstraat. De tweede categorie betreft vijf kruispunten op de rond weg en het kruispunt Schrans-Raadhuisstraat. In de raadsbrief staat dat de volgorde alfabetisch is, dus we hoeven, er niet over te praten wat als no. 1 of no. 2 aan de orde komt. De derde categorie betreft 12 kruispun ten. De verdeling in deze drie groepen is gebaseerd op de gemiddelde wachttijden op de zijwegen en op de kruispunten zelf, staat er in het rapport. Onze mening is dat het ongevallencijfer per kruispunt een grotere rol moet spelen bij de vaststelling van de urgentie. In categorie 3 komt het kruispunt Gerbrandyweg-Damme- laan-Goudenregenstraat voor, een voor fietsers en voet gangers moeilijk te nemen hindernis; buiten de rond weg ligt een groot woongebied dat via dit punt zijn verbinding heeft met de binnenstad, n.l. Lekkumerend- west, een gedeelte van Lekkumerend-oost en Bilgaard. Wij zouden dit kruispunt graag verplaatst willen zien naar de tweede categorie. In het rapport van de Dienst Stadsontwikkeling wordt bij dit kruispunt opgemerkt dat men eerst een voorlopige reconstructie zou willen. Wanneer U ons toezegt dat voor iedere uitvoerings fase de Raad de urgentie van de kruispunten weer mee kan bepalen en daarin ook de kruispunten van de der de categorie worden betrokken, dan gaan wij met dit voorstel akkoord. Tot slot wil ik van de gelegenheid gebruik maken te vragen hoe ver het is met het kruispunt Verzets- straat-Azaleastraat. Wij hebben hier laatst over ge sproken en toen is op verzoek van de Raad besloten tot overleg met de winkeliers die meenden dat zij van een verkeerslichteninstallatie ter plaatse schade zou den hebben. Ik zou graag van de Wethouder willen weten hoe ver het daarmee is. De heer Van Haaren: U begint in de raadsbrief te zeggen dat door een aantal factoren het verkeer in Leeuwarden voortdurend toeneemt; dat is een consta tering. Dat zal zo door blijven gaan. Bij het verkeer gaat het vooral om autoverkeer. Het autoverkeer neemt de stad steeds verder in zijn wurgende greep en m.i. moet er getracht worden daar belemmeringen voor in te bouwen. Als je een belemmering in kunt bouwen met verkeerslichten die 80% goedkoper zijn zoals de heer Heidinga ons net vertelde dan ben ik er in het bijzonder voorstander van om de auto's te laten wachten en het goedkoper te doen. U zegt dat er bijzondere aandacht geschonken is aan de positie van de voetgangers en fietsers. Waaruit blijkt dat? Ik moet U zeggen dat ik de stukken niet helemaal uitvoerig heb kunnen bestuderen. (De heer De Vries: Daar heb je het al.) Een raadslid kan niet alles bijhouden als hij deel uitmaakt van zo'n klei ne fractie als wij hebben. Ik zou graag willen weten omdat ik hier weinig gegevens over vond waar uit deze bijzondere aandacht zou bestaan. De heer B. P. van der Veen: Als het mij niet meer dan tien seconden per dag scheelt dan wil ik mij wel bij de heer Heidinga aansluiten. De heer Tiekstra (weth.)Ik zal het niet te lang maken, want dan staat de heer Van der Veen te lang voor het stoplicht. Tien seconden is wel verduveld wei nig. (De Voorzitter: Die zijn nu al om.) Ik dacht dat de conditie van de heer Van der Veen voor de heer Heidinga wel wat mager is. De beschouwing van de heer Heidinga betreft ver- keersafhankelijke systemen of starre systemen. Ik be gin met de vraag of nog ergens in Nederland vaste, dus starre systemen worden gebruikt respectievelijk worden geleverd. Ik dacht dat het ook wel erg duide lijk is dat er in de hele ontwikkeling van de verkeers regeling die heeft een aantal oogmerken waaronder de verkeersveiligheid uiteraard een grote rol speelt zoetjesaan apparaturen zijn ontstaan die de bedoeling hebben om de bewegingen die zich op een kruispunt voordoen allemaal op tijd hun plaats te geven. Dat be tekent dat we bij een goed ingericht haaks kruispunt te maken krijgen met een aantal verkeersbewegingen, n.l. degenen die recht het kruispunt oversteken, dege nen die zich linksaf opstellen en zich linksom op het kruispunt gaan begeven en degenen dit zijn uiter aard altijd de laatsten die de rechtsom gaande be weging maken. Dit heeft betrekking op een aantal ver- keerscategorieën, zowel op automobilisten daar is de regeling inderdaad voor, mijnheer Van Haaren als op fietsers daar is de regeling ook voor als op voetgangers. Iedere beweging moet in het schema zijn eigen plaats krijgen. Dat betekent eenvoudig dat een star systeem niet meer geschikt is. Ik hoop dat de heer Heidinga dit van mij wil aanvaarden. Wij hebben met het raadsvoorstel niet meer beoogd de Raad kan dit ook zien want het begrotingsgevolg is nog niet geregeld dan dat de Raad in principe een uitspraak zou doen over het regelen van deze kruis punten en dat de Raad er zich van bewust zou zijn tot weike kredieten dit aanleiding zou geven. De Raad volstaat op het ogenblik met het uittrekken van een krediet en regelt niet de begrotingsgevolgen. Ik zou dus willen zeggen dat deze procedure mogelijk maakt dat de Raad zich telkenmale, als via een begrotings wijziging de begrotingsgevolgen geregeld worden, over dat programma en de urgentievolgorde van dat pro gramma kan uitspreken. Ik ben best bereid om de sug gestie van mevr. Brandenburg te volgen, n.l. om het kruispunt Goudenregenstraat-Gerbrandyweg nog in het programma op te nemen en dan te zien op welke plaats het precies zou moeten komen. Mevr. Brandenburg heeft ook nog gevraagd naar de juiste indicatie waarop de plaatsing van de verkeers lichten zal moeten plaats vinden. Het is inderdaad juist dat over het algemeen, wat betreft de belasting van de kruispunten, de wachttijden in aanmerking wor den genomen. Wachttijden op kruispunten hebben na tuurlijk iets te maken met belasting van de kruispun ten en belasting van de kruispunten heeft terdege iets te maken met veiligheid op de kruispunten en dat heeft, anders gezegd, te maken met gevarenfactoren. Dit zal over het algemeen overeenstemmen met de on gevallenfrequentie. Ik geef mevr. Brandenburg toe dat het uitsluitend hanteren van de wachttijden niet vol doende is en dat men daar stellig ook de ongevallen frequentie bij heeft te betrekken. Wat het kruispunt Verzetsstraat-Azaleastraat be treft, dit is kortgeleden nog in de Verkeerscommissie aan de orde geweest. Deze situatie is nog niet helemaal uitgewerkt op grond van de veronderstelling dat het met de beschikbare installatie mogelijk zou kunnen zijn om toch nog op een redelijke wijze het kruispunt Verzetsstraat-Azaleastraat te handhaven. Mevr. Bran denburg weet dat wij daarmee toch terug moeten ko men in de Commissie Openbare Werken. Een andere zaak is dat die regeling vermoedelijk wel meer geld kan komen te kosten. Ik zeg dit niet om de heer Hei dinga bij voorbaat al de schrik op het lijf te jagen, maar ik zeg het wel om te voorkomen dat de Raad bij die gelegenheid tegen de Wethouder zal zeggen: Toen tertijd was het zoveel goedkoper, waarom moet het nu weer zoveel duurder? Dit is een geluid dat wel vaker uit de Raad komt. Het is mij wel vertrouwd, maar dat is een heel andere zaak. Het lijkt mij nuttig om dit van te voren te zeggen. Ik zou met de heer Heidinga de afspraak willen maken dat wij dit krediet wel aanvaarden en dat wij 9 voorshands uitgaan van een verkeersafhankelijk sys teem, tenzij mocht blijken dat het starre systeem in derdaad in de verkeersstructuur van Leeuwarden bruik baar zou zijn. Ik zeg het voorzichtig, omdat ik de bruikbaarheid niet verwacht. (De heer Heidinga: Weet U nog wat die starre systemen kosten?) Uit mijn blote hoofd niet, maar het prijsverschil kan wel ongeveer hetzelfde zijn dan wat U zei. Bij het starre systeem hebben we een vaste automaat nodig en hebben we niet het hele besturingsmechanisme nodig dat je bij het andere systeem moet hebben. Eén ding is wel heel erg duidelijk, n.l. dat starre kruispuntregelingen niet te koppelen zijn met andere kruispunten. Een verkeers afhankelijk systeem is ook centraal te regelen op zo danige wijze dat de verkeersbeweging regelmatig op een bepaald traject opgevangen kan worden, gevolgd kan worden en weer doorgestuurd kan worden. Ook dat punt speelt hierbij. Centraal geregelde verkeers systemen worden in den lande heel veel gebruikt en vooral in kleinere steden, zoals Amersfoort e.d. De heer J. de Jong: Ik wil niet ingaan op de on derdelen van dit geval. De heer Heidinga heeft er al het een en ander van gezegd en het zou te veel in finesses voeren op dit moment. Ik zou wel het volgende aan de Wethouder willen vragen. Het is in de regel niet de gewoonte dat wij in de Commissie Openbare Werken de stukken vooraf krijgen. We krijgen de agenda we hebben hier laatst ook al eens over gesproken en de aard van dit werk brengt nu een maal mee dat ter plaatse tekeningen enz. naar voren worden gehaald en worden besproken. Ik zou het op prijs stellen wanneer de Commissie Openbare Werken, als dit weer aan de orde komt, ruim van te voren een gespecificeerde begroting krijgt zowel van de civiel technische als van de elektro-technische onderdelen Dan kunnen wij dit eens rustig bekijken en worden wij niet in een vergadering geconfronteerd met een aantal cijfers en materialen die we op dat moment op geen enkele wijze terecht kunnen brengen. Ik hoop dat hier aan voldaan kan worden. Het is misschien een beetje een afwijking van hetgeen wij normaal in de Commis sie Openbare Werken gewend zijn, maar het zou toch wel prettig zijn. De Voorzitter: Ik stel wel voor dit punt in eerste instantie in de Commissie Openbare Werken aan de orde te stellen. Ik begrijp Uw verzoek, maar dat lijkt mij beter. (De heer J. de Jong: Als dit eerst in de Commissie Openbare Werken aan de orde moet wor den gesteld, is het te laat.) (De heer Vellenga: Dat hadden ze 3 jaar geleden al moeten vragen.) De heer Heidinga: Misschien staat U mij toe dat ik even inga op hetgeen de heer De Jong heeft ge zegd. Ik ben het n.l. in dit speciale geval wel met hem eens. In het algemeen ontmoet de werkwijze die in dQ Commissie Openbare Werken wordt toegepast geen be zwaren. In dit geval betreft het een aantal speciali teiten. Als je daar plotseling voor komt te staan is het inderdaad van belang dat je dat even eerder krijgt. Zo bedoelt de heer De Jong het ook, dacht ik. (De Voorzitter: Ik hoef hier niets meer over te zeggen, mijnheer Heidinga, het lijkt me zinvol dat de Wet houder hier straks nog even op ingaat.) Ik weifel eigenlijk of ik een voorstel zal indienen om starre installaties aan te schaffen, maar ik ben geen elektro-technicus. (De heer B. P. van der Veen: Maar wel star.) (Gelach) Ik ben eerlijk als ik zeg dat ik de verantwoordelijkheid niet aan durf, omdat ik het niet kan overzien. Toch sta ik zeer sceptisch tegenover deze verkeerslichteninstallaties, maar ik dien het voor stel niet in. Na al deze besprekingen, vooral ook na hetgeen mevr. Brandenburg gezegd heeft, komt er bij mij nog veel meer een gevoel van onbehagen boven. De Raad heeft zich n.l. al enige malen uitgesproken voor voet gangers- en fietstunnels onder de hele rondweg door. In de Raad is met meerderheid van stemmen aange nomen dat dit onderzocht zou worden, maar het wordt niet gedaan. Of U het -niet gedaan kunt krijgen van de Dienst Openbare Werken of dat U het niet wilt, ik weet het niet. In ieder geval, U doet het niet. U komt gewoon met een voorstel om langs de hele rondweg verkeerslichteninstallaties te maken en hetgeen door de Raad is besloten legt U naast U neer. (De heer VeLlenga: Hebt U die kwestie van de tunnels ook in de Commissie Openbare Werken besproken met de Wethouder, ter voorbereiding van onze discussie hier?) We hebben er meerdere malen over gesproken in de Commissie Openbare Werken. (De heer Vellenga: Ook bij dit concrete voorstel?) Dat weet ik zo niet, dan zou ik de notulen moeten nazien. (De heer Vellenga: Dan weet ik het wel.) Misschien bent U helderziende. Overigens heb ik, al zou ik dat niet in de Commissie Openbare Werken gezegd hebben, nog de volle vrij heid om het hier in de openbare raadsvergadering te zeggen. Het is niet de eerste maal dat het gezegd wordt; zowel door Uw fractie als door onze fractie is het meerdere malen naar voren gebracht. (De heer Vellenga: Dat ontken ik ook niet.) Dan zijn we het daarover wel eens. Nog niet zo erg lang geleden schreef de Leeuwarder Courant n.a.v. de ongelukken op het Drachtsterplein: Wil de gemeente Leeuwarden geen voetgangers- en fietstunnels? Als men het niet wil, laat men het dan zeggen. (De heer Ten Brug (weth.): Wie is eigenlijk de Gemeente?) De Raad staat aan het hoofd van de Gemeente en die heeft hierover een beslissing genomen. De Raad heeft ge zegd: Er moet worden bekeken of er voetgangers- en fietstunnels kunnen komen in de rondweg. Dat heeft deze Raad besloten. Als U het niet gelooft, zal ik de notulen wel opzoeken. (De heer Ten Brug (weth.): Dat is niet de vraag. U zegt: men, de Gemeente wil niet, maar de Raad is de Gemeente.) De Raad wil dus wel, die heeft daartoe besloten. (De heer Ten Brug (weth.): Dan moet je dat afdwingen.) Nou, daar ben ik mee bezig. Ik stel het hier aan de orde, omdat er nu op een ander voorstel dat ook al lang door B. en W. gelanceerd is een groene golf rond de hele stad maken wordt voortgeborduurd. Op het ogenblik wordt er een beslissing van de Raad gevraagd over dit voorstel. Als we dit beslissen, kunnen we niet meer terug. Neem nu b.v. het kruispunt bij het Lek- kumerend. Eén van de moeilijkheden is het fiets- en voetgangersverkeer. Ik heb al vaker gezegd: Als men het om wat voor reden dan ook niet wil, zeg het dan duidelijk; dan weten we het. De heer Vellenga: Ik kan mij voorstellen dat men bij dit punt een aantal aspecten die hier veel mee te maken hebben ter sprake brengt. Maar ik zou het op prijs gesteld hebben daar sloeg mijn interruptie in de richting van de heer Heidinga op dat dan in de Commissie Openbare Werken die zaak eens grondig was uitgepraat. Dan zou de Raad de raadsstukken lezende, kennis hebben kunnen nemen van de opvat tingen van de Commissie Openbare Werken, hetzij van een meerderheid, hetzij van een minderheid, hetzij van de commissie unaniem. Dat is nu niet het geval en dat is mijn bezwaar tegen datgene wat de heer Heidin ga nu zegt. Dat hij het hier brengt, akkoord, dat is zijn volste recht. Alleen, het is zo'n belangrijke dis cussie dat ik zeg: Als je daar nou zo in leeft en je neemt het B. en W. zo kwalijk dat ze met die tunnels maar aan donderen en aan rotzooien en toch met deze verkeerslichteninstallatie-voorstellen komen, dan moet je dat geprepareerd brengen. Dan had in de Commis sie Openbare Werken die zaak grondig voorbereid kunnen worden. Dat is mijn eerste opmerking. De tweede is deze. De heer Ten Brug interrumpeert en zegt: Wat wilt U nu? De Raad staat aan het hoofd van de Gemeente, wilt U iets afdwingen De heer Heidinga antwoordt: Daar ben ik nu mee bezig. Maar er wordt niets afgedwongen. De heer Heidinga spuit zijn gal en gaat weer zitten. Ik zou in zo'n geval zeg gen: Er zijn een paar mogelijkheden. Ik dien een motie in om alsnog naar die tunnels te kijken. Of ik zeg: Voorlopig moet U dat voorstel maar terugnemen en eens wat alternatieven versieren. Misschien zijn er nog wel een aantal modaliteiten te vinden. Ik heb er gewoon bezwaar tegen dat men a. ongeprepareerd dit soort dingen in de gemeenteraadsvergadering klapt en b. geweldige stukken vuurwerk afsteekt en dan weer gaat zitten. Dat leidt tot niets. Daar koop ik niks voor. Wat dat betreft ben ik teleurgesteld dat de heer Hei dinga tot nu toe op dit punt niets heeft vertoond, want hij had misschien op enige steun uit bepaalde hoeken van de Raad kuknnen rekenen. (De heer Heidinga: Altijd.) Juist.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 5