geweest van het feit dat dit niet een aankoop zonder meer zou kunnen zijn, omdat bij eerdere gelegenheden al over die tracering gesproken is. B. en W. achtten zich dus verplicht om op dit onderwerp in te gaan bij de gelegenheid van deze aankoop. Dat wil niet zeggen dat dat voor de Raad in die mate bindend zou zijn dat dus de Raad met het besluiten over deze aankoop ook het tracé van de verbindingsweg tussen Cammingha- buren en het door mij genoemde binnenstadszuidtan- gent heeft vast gelegd. Ik wijs hier op omdat de plan nen die in de. Raad zijn geweest voor de nieuwe Ka- naalweg destijds ook al dezelfde discussie heeft losge maakt. Maar dan stel ik vast dat, los van de vraag of de tracering van deze verbindingsweg langs de Ka- naalweg zal gaan, de kwestie van de walmuren en de aanleggelegenheid enz. een op zichzelf staande zaak kan zijn. Ik heb deze aanloop genomen omdat de heer Janssen zegt: „maar niet met de motivering zoals die in de raadsbrief is genoemd". Dat was voor mij een min of meer formele zaak, maar het is wel een harde formele zaak. Dat is één kant van de zaak. Maar ik heb er wel bewust op zich genomen geen bezwaren tegen als de Raad zegt: Akkoord met de aankoop, maar wij achten ons daardoor niet gebonden aan het tracé over de nieu we Kanaalweg naar Camminghaburen; dat is een zaak die wij t.z.t. duidelijk en uitvoerig weer op tafel moe ten hebben. Ik geloof dus dat ik tegen de opstelling van de diverse raadsleden geen bezwaar hoef te maken. De heer Van Haaren: Dit punt had net zo goed bij punt 3 gevoegd kunnen zijn, want de motivering bij punt 3 is verschrikkelijk algemeen: „De verwer ving van deze percelen is voor de Gemeente van be lang omdat ze zijn gelegen in een te saneren stadswijk dan wel benodigd zijn voor wegenaanleg of voor reali sering van een toekomstig bestemmingsplan." Die al gemene motivering hebben we altijd gebruikt; die hadden wei dus t.a.v. deze aankoop ook kunnen ge bruiken. Nu komt er dus een stuk motivering bij waar door iedereen het gevoel heeft dat wij ons vast gaan leggen op deze motivering. De Voorzitter: Ik vind het een beetje jammer dat de heer Van Haaren hier op doorgaat. De Wethouder heeft duidelijk bevestigd wat in deze Raad doorklonk. Zo wordt het toch nog gecompliceerd. De heer Tiekstra (weth.): Ik wil nog wel iets zeg gen want er ligt bij de heer Van Haaren een duidelijk misverstand; maar het helpt na vanavond eigenlijk niet meer. Over het algemeen komen er op de verzameling aankopen alleen maar voorstellen tot verwerving van percelen die liggen binnen door de Raad in het kader- van de sanering en reconstructie aangewezen sane- ringsgebieden. Aankopen die buiten dat kader vallen komen gewoon afzonderlijk op de agenda te staan. Ik dacht dat, als de heer Van Haaren de bedragen be kijkt, hij daar zelfs alleen al een motivering in vindt voor aparte behandeling. Al met al hebben B. en W. gedacht dat wij dit voorstel maar afzonderlijk zouden moeten doen. Dan ziet de Raad precies wat er gebeurt. En de Raad heeft het gezien. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. onder voorbehoud van de tracering van de weg van Camminghaburen naar het binnenstads- zuidtangent. Punten 5 t.e.m. 9a (bijlagen nos. 246, 240, 242, 234, 241 en 259). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 10 (bijlage no. 254). Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: In onze fractie be staan twee standpunten t.a.v. het punt recreatiege bied Rengerspark. De meerderheid is het in grote lijnen eens met het plan zoals het ter inzage is ge legd. Zij willen U er alleen opmerkzaam op maken dat de in dat plan geplande boomsingels in de toekomst misschien het uitzicht op de mooie hoge bomen van het Rengerspark en de oude begraafplaats zullen be lemmeren; misschien kan die aanplant uit het plan worden geschrapt. De mening van de minderheid is dat er tegen de aan leg van de binnen- en de buitenmanege geen bezwaar bestaat omdat die is gepland aan de oostkant van de Kinderboerderij, maar dat de rest van het gebied, dus het gedeelte tussen de Kinderboerderij en het Rengers park en dat tussen de Kinderboerderij en de Jelsumer- straat, het beste zo gelaten kan worden als het nu is. In dit gebied zijn ook nu enkele wandelpaden, waar van dat langs de Oudemeer best eens een opknapbeur- tje zou kunnen gebruiken. Verder zou de afwatering zijn gediend met het opschonen van de Oudemeer in de richting van Camstraburen. De minderheid, waartoe ik zelf behoor, is van mening dat dit gebied, een stukje platteland in de stad, daar op zijn plaats is en dat de ruim 2 miljoen welke uiteindelijk met de uitvoering van dit plan gemoeid zijn daar niet moeten worden besteed. Bij uitvoering in A.C.W.-verband, met een subsidie van 95%, blijft er toch altijd nog een ton voor de Gemeente zelf te financieren plus het bedrag van het jaarlijks terugkerende onderhoud dat stellig veel hoger zal zijn dan nu het geval is. Wij ontvangen momenteel zelfs nog enige pacht van deze landerijen. Dit waren de standpunten van onze fractie. De heer Schaafsma: Ik moet U zeggen dat ik er in eerste instantie net zo over dacht als mevr. Branden burg; ik doel dus op het door haar naar voren ge brachte standpunt van de minderheid van haar fractie. Ik vind het ook een bijzonder mooi gebied. Maar het rapport lezende dat bij de raadsbrief was gevoegd ben ik toch tot de conclusie gekomen dat, als je een wijk van ca 20.000 inwoners hebt, dat gebied het qua recrea tieve mogelijkheden niet kan doen. Het aantal inwo ners dat daar in een weekeinde of op een mooie avond gebruik van kan maken is meer dan je op het ogenblik in dat gebied kwijt kunt. En dat betekent dan dat de hele concentratie komt op de Kinderboerderij en het Rengerspark. Als dit plan in A.C.W.-verband kan worden uitge voerd, dan vind ik dat we een bijzonder mooi en een voudig recreatiegebied krijgen in de binnenstad. Voor mij telt dan op dit moment dat door uitvoering van dit plan een veel groter aantal mensen een genoegen gedaan kan worden met dit gebied dan in de situatie zoals die nu is. Nogmaals, het spijt mij ook dat dat landelijk gebied met boerderijen en weilanden moet verdwijnen, maar ik zie niet dat wij dit kunnen hand haven in de binnenstad omdat er dan maar weinig mensen gebruik van kunnen maken. De heer Weid© (weth.): Mevr. Brandenburg heeft allereerst een opmerking gemaakt over de geplande boomsingel; die zou het uitzicht op het Rengerspark kunnen belemmeren. Ik dacht dat dat niet het geval was, omdat de geplande boomsingel van een dermate geringe omvang is dat het aanzicht van het Rengers park wel zo zal blijven als het is. De boomsingel van het Rengerspark bestaat uit totaal andere bomen dan de nu geplande boomsingel. De nu geplande boom singel betekent een behoorlijke afscheiding tussen een druk stuk rondweg en het recreatiegebied, waardoor men toch een beetje! rust in dit de heer Schaafsma zei het al mooie en eenvoudige plan Kan vinden. De minderheid van de P.v.d.A.-fractie is van mening dat dit stukje platteland in onze stad moet worden gehandhaafd. Dat zouden wij ook graag willen. Het oorspronkelijke plan was van een heel andere allure met midgetgolf enz. maar in de Rengerspark- commissie, waarin haast iedereen die iets met deze om geving van de stad te maken heeft vertegenwoordigd is, was men unaniem van mening dat dit stukje stad het plattelandsaanzien moest houden en dat het zo ge maakt zou moeten worden dat de mensen er wat kun nen wandelen en van het water kunnen genieten; de waterhuishouding van het gebied moet overigens dras tisch worden herzien. Men vond dat er in overleg met de Heide Mij een vrij eenvoudig plan zou moeten ko men. M.n. het cultuurtechnische deel van het werk, de herziening van de waterhuishouding, maakt het geheel nogal prijzig. Ik ben het met de heer Schaafsma eens dat de re creatiemogelijkheden m.n. voor een wijk als Bilgaard 5 met 10.000 inwoners aanzienlijk worden vergroot door de uitvoering van dit plan. De Kinderboerderij zal in de toekomst ook wel de nodige expansie krijgen en dan kunnen de mensen ook vanuit de Kinderboerderij, het zij te paard hetzij te voet, gebruik maken van dit rustige hoekje van de stad. Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Ik heb mij m.b.t. de boomsingels misschien niet zo gelukkig uitgedrukt, maar het gaat er de meerderheid van onze fractie om dat het gebied juist niet wordt afgesloten. Wie op de Dammelaan loopt moet het gezicht houden op een groot open gebied met de parken op de achtergrond. Dit is dus gewoon een verschil van mening. Ik vind dat wat de heer Weide een vrij eenvoudig plan noemt vreselijk duur. Ik zou graag de aantekening willen hebben dat ik tegen dit voorstel ben. De heer Weide (weth.): De commissie komt bin nenkort toch nog een keer bijeen en dan wil ik de kwestie van de boomsingels nog wel eens ter discussie stellen. Ik wil dat mevr. Brandenburg graag toezeggen. De Voorzitter: Dat blijft dus nog een open punt; dat brengen we weer in discussie. Verlangt iemand stemming over dit voorstel? De heer Vellenga: Ik wil ook graag de aantekening dat ik tegen dit voorstel ben. Mevr. Visscher-Bouwer: Ik sluit mij aan bij mevr. Brandenburg en de heer Vellenga. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. met inachtneming van de toezegging van weth. Weide, met aantekening dat de dames E. Bran denburg-Sjoerdsma en G. Visscher-Bouwer en de heer J. T. Vellenga wensen te worden geacht tegen te heb ben gestemd. Punten 11 t.e.m. 14 (bijlagen nos. 247, 233, 236 en 237). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 15 (bijlage no. 251). De hear Singelsma: Ik moat it even opnimme foar inkelde biwenners fan de Wergeasterdyk dy't in brief skreaun hawwe oan de Ried omt hja miene dat hja skea hawwe oan harren hüzen troch de wurksumheden dy't de Gemeente yn forban mei de riolearring ütfiere litten hat. Ik haw by de famyljes Wagenaar, Van der Woude en Hettema west. By de famylje Van der Woude binne stikjes muorre forsakke, by de famylje Wagenaar sitte skuorren yn de gongsmuorren en yn de bykeuken fan de famylje Hettema krekt gelyk. Men kin de skuorren rinnen sjen. It binne gjin dingen dy't geweldich folie reparaesjewurksumheden kostje, moat ik sizze. As in gemeentewurkman(De Foarsitter: Jo hawwe der west?) Ik haw der wol west; ik praet ut erfaring. Mar sjoch, de oerheit moat wol wiere dingen sizze. Nou is it net in spultsje dat men der nou in hiel forhael oer hoecht to halden it kin de master misse mar hjir is sprake fan in lytse fortrouwenskrisis by in protte doarpsbiwenners dy't sizze: De oerheit seit mar hwat. Ik haw harren it brief léze litten en hja sizze: Dat lige hja allë- gearre. (Nou ja, ik fortael it even yn hwat myldere termen.) Sa leit de saek eins. Ik soe graech wolle dat der even goede nota fan dizze wurden nommen waerd. De hear Tiekstra (weth.): Ien fan de dingen dy't trochstrings barre as der wurk ütfierd wurdt hwerby foründersteld wurdt dat der miskien skea üntstean kin oan oarmans eigendommen is fêststelle yn hwat steat dizze eigendommen wiene foar't it wurk bigoun. Nou binne it, bigryp ik, rinnende skuorren. Ik wol wol sizze dat dizze saek my hwat forwündert. Dizze wet halder hat twa kear itselde plak bisjoen en hat neat bisünders üntdutsen dan dat der oars by ütfiering fan soksoarte wurk bart. It giet om in sleufke troch de dyk hinne. Dat sleufke is tydlik opfolle en dér is tydlik in forhurding op lein; dy forhurding is ek noch in pear kear ophelle. Nou kin ik my hast net foar- stelle dat as gefolch dêrfan dy skuorren üntstien binne. Mar hiene wy it nou dien sa't wy it oars dogge mar der wie gjin minske dy't forwachte dat der skea üntstean soe - - dan hiene wy krekt witten hwat it momint wie hwerop de skuorren üntstien binne. Nou is it net maklik fêst to stellen mar lit de minsken mar komme mei biwiis dai de skuorren üntstien binne omt dit sleufke yn de dyk makke is en dêr auto's oérhinne riden binne dy't miskien mear as 50 km yn 'e üre riden hawwe. Dêr komt noch by dat it forkear op de Wergeasterdyk op it stuit wol in hiel oar byld hat as foar hinne. Ik moat der noch wol by sizze: Sake rydt der noch wol mei syn auto's lans, mar dy hat dan ek alles. De hear Singelsma: Ik hie der eins net iens op werom komme wollen, mar nou makket de Wethalder it der net better op. Nou bigjint hy allerhanne for- haeltsjes to fortellen yn de trant fan: wy hiene op it momint dat it wurk bigoun earst fêststelle moatten hoe't dy hüzen der üt seagen. Mar jimme geane dochs net by alle Goutumers lans foar dy sleuven groeven wurde om de hüzen to kontrolearjen As trije minsken minsken dy't to goeder trou binne my dat for- telle en ik sjoch mei eigen eagen dat in muorre twa sintimeter forsakke is, dat der skuorren sitte yn de baeikeamer en de toiletromte en dat der skuorren yn de gong sitte en yn de bykeuken, dan kin men dochs net sizze dat dy minsken mar hwat sizze. Né, de Wet halder hat it der net better op makke. Hy hie royael sizze moatten dat de Gemeente dit forhelpe sil. As safolle Goutumers dat sizze(De hear Tiekstra (weth.)Mar trije.) Der binne wol mear klachten, mar der binne trije dy't harren namme even ünder it brief set hawwe. It is net sa dat dizze dingen sa mar fansels üntstien binne. It forkear rydt lans dy dyk. De Wethalder seit dat hy it him yntinke kin dat soks barre kin as de minsken mear as 50 km yn de üre ride, mar hja moatte harren halde oan dy 50 km. In oerheit moat royael wêze en ek royael sizze: Dit sille wy forhelpe. En as dy oerheit seit dat der gjin skea is wylst der nimmen west hat to sjen, dan likot dat nearne nei. Ek it „Wettergat"-skandael bigjint lyts, mar it wurdt hwat langer hwat greater. (De hear Heidinga: Hwer slacht dat nou op?) Nou, ik wol mar sizze, it bigjint altyd mar mei lytse dinkjes. Hwerom seit men net gewoan: Wy hawwe der net west, wy hawwe it forgetten. Ik freegje konkreet: Hat der immen west to sjen? De hear Tiekstra (weth.): Ik kin yn elts gefal yn ien opsicht de hear Singelsma gerêst stelle, it wurdt hjir fansels nea in ,,Watergate"-skandael. Dizze wet halder giet al fuort. Dizze saek is lyts en bliuwt ek lyts. In oare saek is dat wy düdlik de hiele saek opnom- men hawwe. Mar dêr giet it net om. De hear Singel sma ferget dizze wethalder der sa mar op dat hy oanspraeklikheit fan de Gemeente tajowt wylst hy hjir stiet to praten. Nou, dat moat de hear Singelsma oant en mei joun net fan dizze wethalder forwachtsje; dat bart net. Hwant hwer giet it om? Fêststelle dat dy skea der is, is in kald kunstje, mar fêststelle dat dy skea foroarsake is sa't de minsken sizze dat dat bard is, is sa maklik net. De hear Singelsma kin mak lik sizze dat de Gemeente it dien hat. Mar oanspraek likheit foar de Gemeente oanfurdigje doch ik, salang ik noch wethalder bin, allinne as düdlik wier makke is dat de Gemeente skuldich is. En as dat wier makke is, bin ik wol royael. Mar salang dat biwiis net kei- hurd op tafel leit en ik üntken dat dat biwiis der op dit stuit is bin ik net royael. (De hear Singelsma: Hoe wolle Jo dat biwize?) Dat moatte de hearen üt- sykje dy't by de Gemeente komme om skeaforgoeding; dat is myn opdracht net. De Foarsitter: De hear Singelsma is net tof reden. (De hear Singettsma: Nou, né.) Wy sille hjir dochs mar ofstappe. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1974 | | pagina 3