17
16
pen waarover deze Raad een beslissing heeft genomen.
U allen hebt aan dit alles veel tijd en energie besteed.
De meesten van U hebben meer dan een volledige dag
taak in Uw eigen betrekking, beroep of bedrijf. Daar
buiten moeten de raadsleden dan nog met volle inzet
de rol van volksvertegenwoordiger vervullen. En al
zijn de vergoedingen de laatste jaren op een meer rede
lijk niveau gebracht, het zijn en blijven zodanige be
dragen dat je daarvoor stellig geen raadslid zult wil
len worden. Men moet echt wel bezield zijn van het
idee dat het voldoening kan geven zich in te zetten
voor de gemeenschap. U hebt dat de afgelopen jaren
gedaan. Een woord van dankbaarheid en hulde daar
voor in een openbare vergadering, de laatste van deze
Raad, is stellig op zijn plaats. De vorige keer, in 1970,
hebben wij van 16 raadsleden afscheid genomen. Nu
zijn het er 10 die vandaag voor het laatst aanwezig
zijn. Hieruit blijkt wel dat in gemeenteraden in zijn
algemeenheid een flinke doorstroming plaats vindt. De
wijziging die zich nu voltrekt is wel een zeer grote,
niet zozeer door het aantal maar wel door het feit
dat er verschillende leden bij zijn die de laatste de
cennia een duidelijk stempel hebben gedrukt op het
gebeuren in deze gemeente en in deze zaal in het
bijzonder. Ik wil nu graag enkele woorden richten tot
de leden die afscheid nemen.
In de eerste plaats de heer F. van der Wal. Zowel
in de vorige als in deze zittingsperiode bent U tussen
tijds in de Raad gekomen. Men zou U als een wissel
speler kunnen aanmerken. Behalve raadslid was U
lid van de Commissie voor de Dienst Sport en Re
creatie. U bent niet iemand die veel het woord voerde
in deze Raad, maar het is bekend dat U met veel in
teresse het raadswerk hebt gedaan. Daarvoor wil ik U
graag dank zeggen.
Dan de heer Hemstra. U bent één zittingsperiode
lid van de Raad geweest. Ook U was niet één van de
genen waarvan wij veel woorden in deze Raad hebben
gehoord. U hebt Uw activiteiten als raadslid vooral
gelegd in de Commissie voor het Marktwezen en het
Slachthuis. U was één van de raadsleden die veel
aanwezig is geweest bij het overleg met de verschil
lende verenigingen van Dorpsbelang en U hebt ook
actief deelgenomen aan het overleg met het agrarisch
bedrijfsleven. Ook U wil ik bedanken voor hetgeen U
als raadslid hebt gedaan.
Ik kom dan bij mevr. Dijkstra-Bethlehem. Ook U
bent één periode lid geweest van de Raad. Verder
bent U lid geweest van de Commissie voor de Ruimte
lijke Ordening en hebt U zich vooral bezig gehouden
met sociale problemen in de Commissie voor de Ge
meentelijke Sociale Dienst. Van U viel vooral op de
rustige wijze van optreden. Dat wat U te berde bracht
was meestentijds goed voorbereid. U fietste niet met
losse handen. Ook U wil ik hartelijk danken voor het
geen U voor de gemeente als raadslid hebt gedaan.
Dan kom ik bij de heer Van Haaren, Theodorus Her-
manus. Bij Axies plegen de mensen elkaar bij de voor
naam te noemen ik doe dat ook, opdat een ieder
weet over wie wij het hebben. Van U, mijnheer Van
Haaren, kan moeilijk worden gezegd dat U een man
van weinig woorden was. U hebt Uw standpunt hier
weergegeven op een wijze die wel eens wat afweek
van hetgeen in deze Raad gebruikelijk is, maar U
had de onmiskenbare gave de zaken op een duidelijke
wijze te brengen. Ik heb groot respect voor Uw gewel
dige inzet. Verschil van inzicht mag er zijn. Dat kan
er echter niet zijn over het feit dat U een uitstekend
raadslid bent geweest. Een woord van hulde daarvoor
is zeker op zijn plaats.
Dan de heer Wiersma. U bent 7 jaar raadslid ge
weest. U was het eerste lid van de Raad dat ik heb
mogen installeren. U kwam in de Raad na het af
treden van de heer Oepke Santema. U hebt in deze 7
jaar aan heel wat commissies medewerking verleend,
commissies op het terrein van de bedrijven. In de
Commissie voor de Dienst voor Gezondheidszorg hebt
U een heel actief aandeel gehad. De laatste jaren hebt
U ook deelgenomen aan ik zou bijna willen zeggen
het scheppen van orde m.b.t. het Gemeente-Archief
en de Stedelijke Bibliotheek. U was een actief lid van
de commissie die zich bezig heeft gehouden met de
plannen tot verbouw van de Beurs die konden he
laas niet doorgaan en nadien van de commissie die
werkte aan de voorbereiding tot verbouw van de Har
monie. U hebt een heel goede staat van dienst als
raadslid. Ik vind het gewoon jammer dat U niet terug
keert in de Raad. Hartelijk dank, vooral ook voor de
sympathieke wijze waarop U in vele commissies en
contacten bent opgetreden.
Van de heer B. P. van der Veen hebben wij in de
vorige raadsvergadering reeds afscheid genomen. He
laas kon hij op deze laatste vergadering niet aanwezig
zijn. 28 jaar was hij lid van deze Raad, waarvan de
laatste jaren voorzitter van de V.V.D.-fractie. Hij was
stellig één van degenen die een stempel hebben ge
drukt op het werk van de Raad na de bevrijding.
Ik kom nu bij een raadslid dat wel een heel impo
nerende staat van dienst heeft, n.l. de heer Vellenga.
Evenals de heer Van der Veen was U, mijnheer Vel
lenga, 28 jaar lid van deze Gemeenteraad. Van sep
tember 1953 tot september 1965, dus 12 jaar, was U
tevens wethouder van deze gemeente. U hebt U daar
bij in het bijzonder bezig gehouden met sociale zaken
en personeelsaangelegenheden. Toen U lid van de
Tweede Kamer werd bedankte U als wethouder, maar
U bleef raadslid. De laatste beide periodes fungeerde
U tevens als voorzitter van de P.v.d.A.-fractie. Als
voorzitter van de grootste fractie hebt U vaak op
kritieke momenten over belangrijke onderwerpen het
woord gevoerd. Niet alleen omdat U dan namens de
grootste fractie sprak, maar vooral ook door de uit
zonderlijke en duidelijke wijze waarop U standpunten
weet te formuleren was Uw optreden heel dikwijls
sterk bepalend voor een te nemen beslissing. U hebt
de gave van het woord. Ook als men het niet met U
eens is kan het een genoegen zijn naar U te luisteren.
U kunt heel ernstig zijn in Uw betoog. Vaak weet U
ook die toon te vinden die de spanning kan breken.
De Gemeente heeft profijt gehad van Uw grote be
stuurlijke ervaring die de laatste jaren nog belangrijk
is vergroot door Uw lidmaatschap van de Tweede
Kamer. U sluit een periode af, n.l. die van gemeente
bestuurder. U diende de Gemeente daarbij in verschil
lende functies. Ik heb de stellige indruk dat U veel
voldoening in dit werk hebt kunnen vinden. Wij zijn
U erkentelijk voor al datgene wat U voor de ge
meente Leeuwarden hebt gedaan.
Ik kom nu aan deze kant van de tafel. Wij nemen
vanavond ook afscheid van drie raadsleden die tevens
wethouder zijn. In het College hebben de laatste jaren
niet veel wijzigingen plaats gehad. Vanaf 1962 zijn er
slechts twee wethouders vertrokken en kwamen er
drie bij. Vanochtend zijn wij voor de laatste keer met
het huidige team bijeen geweest. Dat heeft ons alle
maal echt wel iets gedaan, dat kan ik U verzekeren.
In de afgelopen acht jaar heeft een onvoorstelbaar
groot aantal problemen de revue gepasseerd. Ik stel
het bijzonder op prijs te kunnen verklaren dat wij het,
niettegenstaande zakelijke meningsverschillen, in het
persoonlijke vlak uitstekend met elkaar hebben kun
nen vinden.
Ik zou thans enkele woorden willen richten tot wet
houder Heetla. Hij is 12 jaar raadslid geweest, waar
van 8 jaar wethouder. Al die tijd heeft hij de porte
feuille van Sociale Zaken beheerd. De eerste 4 jaar-
beheerde hij ook Economische Zaken; hij had hier veel
interesse in. Punten die ik in het bijzonder zou willen
noemen en waar U, mijnheer Heetla, veel aandacht
aan hebt geschonken zijn o.a. het tot stand brengen
van een nieuwe sociale werkplaats. Ik herinner mij
uit de begintijd dat ik in Leeuwarden was hoe U dag-in
dag-uit aan het zwoegen en aan het sjouwen was om die
nieuwe werkplaats klaar te krijgen en het moet voor
U een hoogtijdag zijn geweest toen die werkplaats door
minister Roolvink werd geopend. Toen bent U gaan
ijveren voor de nieuwbouw voor de G.S.D. Ik herinner
mij nog dat U eens een keer tegen mij hebt gezegd:
In de tijd dat ik wethouder ben wil ik rond krijgen
dat die beide diensten een betere huisvesting krijgen.
U bent daar niet helemaal in geslaagd, maar dat heeft
zeker niet aan U gelegen. De nieuwbouw van de G.S.D.
is overigens wel degelijk tijdens Uw wethouderschap
van de grond gekomen. Wij hopen er volgend jaar in
te kunnen trekken. Ook daaraan hebt U veel tijd en
energie besteed. Verder is het bekend dat U een grote
rol hebt gespeeld bij het tot stand komen van het
Dienstencentrum Willem Sprengerstraat. Dat was voor
de tijd dat U wethouder was, maar U bent met die
problematiek ook nadien steeds bezig geweest en U
hebt er voor geijverd om meerdere andere diensten
centra in deze gemeente van de grond te krijgen. Het
bejaardenwerk had Uw bijzondere belangstelling. Het
gaan van Haniasteeg naar Triotel was een kroon op
Uw bemoeiing in die sector. U was niet een groot
spreker, althans niet gemeten in het aantal woorden
dat over Uw lippen kwam. Wel bent U een man met
uitzonderlijk veel contacten, daarin lag Uw ,,fort". Wij
merkten dat vooral in de collegevergaderingen. Met
volle inzet hebt U Uw taak als wethouder vervuld, ook
als U het persoonlijk niet gemakkelijk had, hetgeen
vooral het laatste jaar het geval was. Geen moeite
was U ooit te veel, steeds was U bereid met raad en
daad terzijde te staan en achter moeilijke zaken aan
te sjouwen. Wethouder Heetla, hartelijk dank voor
hetgeen U als raadslid en vooral als wethouder hebt
gedaan.
Dan wethouder De Jong. ,,K.J." zeggen wij altijd,
omdat wij meer De Jongen hebben. U bent 25 jaar
raadslid geweest. Daarvan bent U 13 jaar fractievoor
zitter van de A.R. geweest. U hebt nog vanmorgen
verteld dat dat misschien wel de meest fijne tijd
niet de gemakkelijkste van Uw raadslidmaatschap
is geweest. Nadien was ook U 8 jaar wethouder. Ook
U, mijnheer De Jong, behoort tot die leden van de
Raad die in de naoorlogse periode hun stempel hebben
gedrukt op het beleid dat door het Gemeentebestuur
van Leeuwarden is gevoerd. Tijdens Uw wethouder
schap hebt U 8 jaar dezelfde portefeuille beheerd
U was trouwens toch een zeer evenwichtige factor in
het College waartoe o.m. Financiën behoorde. Dat
heeft U echt wel de nodige zorgen gegeven, vooral de
laatste jaren. Het heeft beslist niet aan U gelegen
dat wij in de artikel 12-situatie terecht zijn gekomen.
U hebt een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand
komen van de intergemeentelijke samenwerking in
zake de gasvoorziening. U was ook de eerste president
commissaris van de N.V. Frigas. Een groot scala van
problemen op het terrein van de gemeentelijke be
drijven en de volkshuisvesting zijn door U behandeld.
Ook personeelszaken hebt U 8 jaar onder Uw hoede
gehad en U had daarvoor grote belangstelling. U was
iemand met grote bestuurlijke ervaring, steeds bereid
gezamenlijk naar een oplossing te zoeken. U bent
niet iemand die voor polarisatie is. Het is prettig om
met U samen te werken. Ik hoop dat U met vol
doening zult kunnen terugzien op Uw lange en uit
stekende loopbaan als bestuurder. Hartelijk dank voor
alles wat U in het belang van de gemeente Leeuwar
den hebt gedaan.
Dan wethouder Tiekstra, de laatste maar ook de
moeilijkste omdat die man zo onvoorstelbaar veel
ik wil niet zeggen op zijn geweten op zijn rekening
heeft. Ik mag rustig stellen, zonder iemand ook maar
iets tekort te doen, dat U, mijnheer Tiekstra, wel de
kroon spant in de rij van prominenten die een grote
rol hebben gespeeld als gemeentebestuurder in de na
oorlogse periode. 29 jaar zat U als raadslid in deze
zaal. U bent de laatste van de nu nog zittende raads
leden die in de noodraad van 1945/1946 zitting heeft
gehad. Vanaf 1952 bent U wethouder, dus 22 jaar.
Dat zal nog zelden in deze gemeente zijn voorgeko
men. U bent bovendien een aantal keren opgetreden
als loco-Burgemeester. U, wethouder Tiekstra, hebt
bijna alle portefeuilles gehad. Wij konden dat ook dui
delijk merken in de discussies in het College van B.
en W. en ook U, leden van de Raad, hebt kunnen
ei*varen dat, als er een invaller moest zijn van
avond hebt U het zelfs nog kunnen ervaren men
al vrij snel naar wethouder Tiekstra keek hij is
een geweldige wisselspeler want hij kon praktisch
voor iedereen invallen. Wethouder Tiekstra heeft in
een onvoorstelbaar aantal commissies gezeten. Ik heb
hier een lijst waar ze allemaal op staan, maar het is
onmogelijk om ze op te noemen, want dan zouden wij
om 12 uur misschien nog niet klaar zijn. Zowel lande
lijk, provinciaal, intergemeentelijk als gemeentelijk
heeft hij aan diverse commissies deelgenomen. De
laatste 8 jaar hebt U, wethouder Tiekstra, de zware
nortefeuille van Ruimtelijke Ordening gehad. De groot
ste bekendheid kreeg U wellicht als de sport-wethou-
der. Men was het lang niet altijd met U eens, ook in
deze Raad niet, maar ieder had lof voor de bekwame
wijze waarop U Uw zaken kende en verdedigde. Wet
houder Tiekstra, U bent een begrip in Leeuwarden.
Bijna iedereen kent U. Zelfs tegen andere wethouders
zeggen de mensen soms: Dag, wethouder Tiekstra.
Het is nauwelijks in te denken dat U geen wethouder
van Leeuwarden meer zult zijn. Velen zullen nog lang
van deze kleine, grijze baas zeggen: Dat is nou wet
houder Tiekstra. U hebt een unieke staat van dienst,
een ieder weet dat, daar is echt geen verdere expli
catie voor nodig. Wethouder Tiekstra, respect, hulde
en waardering voor hetgeen U als bestuurder van deze
gemeente hebt gedaan.
Leden van de Raad, de leden van het College die
niet aftreden dat zijn er niet zoveel hebben zich
er op beraden welke geste wij zouden kunnen doen om
uitdrukking te kunnen geven aan de waardering die
wij hebben voor degenen die thans afscheid van het
gemeentewerk nemen. Wij hebben gemeend daarbij zo
weinig mogelijk onderscheid te moeten maken. Voorts
hebben wij gemeend iets te moeten aanbieden dat een
zekere herinnering naar wij hopen een prettige
geeft aan het raadslidmaatschap. De 3 wethouders en
de raadsleden Vellenga en Van der Veen willen wij
een aantal kleurenfoto's aanbieden van Stadhuis en
Hof, alsmede van een aantal vertrekken in deze beide
gebouwen. De andere raadsleden die vertrekken krij
gen een kleurenfoto ik vind het een hele fraaie
van deze raadzaal. Ik hoop dat U daar allen een blijk
van erkentelijkheid in zult zien voor het werk dat U
hebt gedaan en ik hoop dat U in de toekomst, bij het
nog eens doorzien van deze foto's, een prettige her
innering zult hebben aan het werk dat U voor de ge
meente Leeuwarden en in het bijzonder in deze zaal
hebt gedaan. Het was veel, wij zijn U daarvoor er
kentelijk. Ik zou U thans willen vragen om in de volg
orde waarin ik U heb toegesproken naar mij toe te
komen, opdat ik U de attentie kan overhandigen en
met een handdruk de erkentelijkheid kan bezegelen die
wij tegenover U allen hebben.
De Voorzitter reikt hierna de door hem genoemde
attenties uit.
De heer Heidinga: Na de prachtige afscheidstoe
spraak die U hebt gehouden, mijnheer de Voorzitter,
zou het niet passen als ik U zou trachten te verbeteren
of nog eens lichtelijk over zou doen wat U hebt ge
zegd. Ik heb dat wat U in zo'n prachtige volgorde en
met zoveel gevoel naar voren hebt gebracht zeer be
wonderd. Ik dacht dat het mijn plicht was om, als
nestor van de Raad, U, aftredende raadsleden, en U,
aftredende wethouders, te bedanken voor de prettige
samenwerking, voor de vriendschap die wij hier met
elkaar hebben genoten. Men zegt: Scheiden doet lijden,
en dat is ook zo. Er gaat iets door je heen. Met elkaar
hebben wij ons elke 3 weken weer ingespannen voor
de taak die wij op onze schouders hebben gekregen,
hebben genomen misschien. Met elkaar hebben wij al
tijd getracht de belangen van de gemeente Leeuwar
den te bevorderen. Daar komt nu een eind aan, dat
houdt nu op. Wij zien straks Vellenga niet meer, die
van zijn schouderen en opwaarts hoger is dan al het
volk. Wij sien onze kleine krielkip niet meer. Man,
het gaat je gewoan an je hart dat dat so is. De Jong
zei altijd: „Ja, mijnheer de Voorzitter" en dan ging
hij van start. Heetla zei altijd: „Mot je es horen, jong".
Zo is het leven hè, jammer. Maar mevrouw en heren,
nogmaals, wij als raadsleden hebben ik heb dit
laatst ook in de Commissie Ruimtelijke Ordening ge
zegd genoten van U. Wij hebben genoten van de
welsprekendheid die U hebt, van het ad rem invallen
hier of daar en soms Van der Veen kon dat ook
van het vinnig ergens iets tussen gooien. Dat met
elkaar doen is iets en hoe zal ik het zeggen dat
doet je iets. Jullie hebben iets gegeven en dat worden
wij de raadsleden die dit werk voortzetten nooit
weer kwijt; wij zullen het ook nooit vergeten. Wij
zullen beslist nog vaak zeggen: Herinner je je dat
Tiekstra toen en toen dat zei, of: dat Vellenga daar
even tussen sprong. Dat is iets dat hebben wij van
jullie en dat is voor ons onvervreemdbaar. Hartelijk
dank voor de prachtige samenwerking die wij hier
hebben gehad. Hartelijk dank, want je kunt het wen-