10
het Ministerie van Economische Zaken. In het alge
meen geldt niet alleen voor artikel 12-gemeenten,
maar voor alle gemeenten dat die verhogingen niet
meer mogen bedragen dan 11%, enkele uitzonderingen
m.b.t. bijzondere situaties daar gelaten. Dat betekent
in feite dat er ook in de wijziging van de opbouw van
de tarieven op dit moment, zolang wij artikel 12-ge-
meente zijn, moeilijk veranderingen aan te brengen
zijn, want ga je bepaalde tarieven niet verhogen of
desnoods terugbrengen, dan zouden andere tarieven met
aanmerkelijk meer dan 11% verhoogd moeten worden
om het totaal van 11% te halen. Daar zou dan geen
goedkeuring aan worden verleend omdat wij dan in
botsing komen met de voorschriften van het Ministerie
van Economische Zaken. Het totaalbedrag dat uit de
sportsector moet komen is, meen ik, geraamd op
f 155.000,en dat moet op grond van artikel 12 in
ieder geval worden gehaald. Dat kan inderdaad bete
kenen dat wij op sommige punten als gemeente Leeu
warden met deze tarieven hoger zitten dan gemeenten
in de omgeving die niet artikel 12-gemeente zijn en
binnen het kader van een sluitende begroting tot lagere
tarieven kunnen komen. Aan de andere kant betekent
het dat wij in vergelijking met andere artikel 12-ge
meenten en dat zijn er nog vele in dat opzicht
in de pas lopen. Dit is even het algemene verhaal over
deze kwestie. Wij zijn dus gebonden aan een verhoging
van 10 a 11%. De rest van het verhaal kan weth.
Weide beter vertellen.
De heer Weide (weth.)Ik heb in wezen niet zo
erg veel toe te voegen aan hetgeen de heer Ten Brug
gezegd heeft. De heer Knol is n.l. niet zo erg op details
ingegaan. De 8 pagina's tarievenverhogingen die wij
aan de raad voorgelegd hebben, betreffen bijna alle
maal verhogingen met 10 a 11% met de nodige af
rondingen die door het Ministerie van Economische Za
ken worden geaccepteerd. Er zijn enkele tarieven
waarbij wij boven de 11% gaan; dat zijn dan m.n. de
lesgeldtarieven voor het zwemmen en de tarieven voor
de vaste standplaatsen van de camping. Daarover kun
nen wij uiteraard, als de raad dat wil, nog discussiëren.
De heer Knol heeft een aantal gemeenten genoemd
met gunstiger tarieven dan de gemeente Leeuwarden.
Hij doelt daarbij, dacht ik, m.n. op de tarieven van de
zwembaden. Ik praat maar niet over de sporthallen,
omdat praktisch alle gebruikers van sporthallen hier
onder de vergoedingsregeling vallen, waardoor zij uit
sluitend betalen voor gas, water en elektriciteit. Maar
als het over de tarieven van de zwembaden gaat, dan
kan ik ook een aantal gemeenten noemen die eerder
hoger dan lager liggen dan Leeuwarden. Hier komt
nog bij dat men niet zonder meer mag vergelijken wat
de tarieven van de zwembaden betreft, omdat wij ook
een aantal voordelen hebben t.o.v. andere gemeenten
voor het gebruik van onze zwembaden. Bij ons zijn
kinderen beneden de 4 jaar volledig vrijgesteld van be
taling; dat is in praktisch geen enkel zwembad het
geval. Verder kan men hier, als men op een mooie zo
merdag 's morgens om 7 uur naar het zwembad gaat,
tot aan sluitingstijd blijven. Dat is elders ook niet
overal het geval. Zo kan ik nog meer factoren opnoe
men die zeer zeker de zwembadtarieven rechtvaardi
gen. Wij zaten met de lesgelden in Leeuwarden ver
schrikkelijk laag. Bovendien was het een extra admi
nistratieve rompslomp omdat de begeleider van een
kind dat les kreeg ook een kaartje moest kopen. Dat
hebben wij afgeschaft; de begeleiderskaart is nu in de
leskaart inbegrepen. Vandaar de extra verhoging van
de leskaart.
De heer Knol heeft ook gesproken over de kapitaal-
lasten van het Groene Stergebied. Men mag dit niet
te algemeen stellen omdat de investeringen m.b.t. dit
gebied voor een belangrijk deel door C.R.M. zijn ge
schied, behalve t.a.v. enkele objecten binnen dit gebied
en daar gaat het hier om. Wij mogen in het kader van
het beleid van het Ministerie van C.R.M. geen tarieven
heffen in recreatiegebieden zoals het Groene Ster-
gebied. Dat mag wel t.a.v. het zwembad en de cam
ping in dat gebied waarvoor C.R.M. geen subsidie
heeft verleend; hetzelfde geldt voor de midgetgolfbaan
en de botenverhuurinrichting.
De tarieven van de tennisbanen zijn ook iets extra
verhoogd. Dat is zuiver en alleen gebeurd omdat wij
van mening zijn dat er wat de tennisbanen betreft dui
delijk g;ewerkt moet worden in de richting van self
supporting en ook omdat wij de tarieven toch wel ge
lijk willen trekken met die van de 14 particuliere ba
nen van de Bontekoe, zodat wij particulieren geen on
eerlijke concurrentie aandoen.
De heer Knol: Ik vind het een hele eer dat twee
wethouders in het spier" zijn geweest om mijn vragen
te beantwoorden.
Ik wil beginnen met hetgeen weth. Ten Brug naar
voren heeft gebracht. Hij heeft gewezen op het feit
dat in de aanbiedingsbrief bij de begroting 1975 staat
dat de diverse rechten van de Dienst voor Sport en
Recreatie f 155.000,meer moeten opbrengen. Als je
dan het briefje leest dat ter inzage heeft gelegen dan
kom je op een bedrag van f 230.000,Daar zit dus een
verschil tussen van f 75.000,Ik zou dan wel graag
willen weten waar dat verschil vandaan komt, op
grond waarvan men in plaats van op f155.000,op
f230.000,— komt.
Een volgend punt is de 11%. Dat is mij niet hele
maal duidelijk. In de raadsbrief lezen wij: ,,Op grond
van de circulaire van de staatssecretaris van Binnen
landse Zaken, dienende ter bevordering van het anti-
inflatiebeleid, dienen de tariefsverhogingen beperkt te
blijven tot 11%." Maar volgens mij is het op grond
daarvan toegestaan de tarieven met 2% te verhogen;
als de verhoging maar beperkt blijft tot 11%. Dat lees
ik uit de raadsbrief. (De Voorzitter: Maar dat komt
van een andere minister!) Dit komt, dacht ik, van
Binnenlandse Zaken. (De heer Ten Brug (weth.)Nee,
Economische Zaken.) Heeft die het anti-inflatiebeleid
(De heer Weide (weth.): Economische Zaken oefent
de controle uit.) In de raadsbrief wordt gesproken over
een circulaire van Binnenlandse Zaken. Op grond daar
van denk ik dus: 2% of 0% mag ook.
De Voorzitter: Ik zou hier even tussen willen ko
men. Er moet hierover geen enkel misverstand komen.
Wij zitten met twee problemen. Aan de ene kant zit
ten wij ik dacht dat weth. Ten Brug dat heel dui
delijk had gezegd -met de minima waaraan wij ons
hebben te houden als wij een aanvullende bijdrage vra
gen. Aan de andere kant moeten wij straks extra in
komsten zoeken om onze begroting sluitend te ma
ken en daarbij zijn ook wij als overheid gebonden aan
de spelregels die de minister van Economische Zaken
geeft ter bestrijding van de inflatie. Dat zijn twee in
wezen wel wat controversiële dingen, maar tussen die
twee polen moeten wij ons bewegen. (De heer Knol:
En welke wordt hier genoemd in deze brief?) Het
maximum dat genoemd wordt is onderdeel van het
beleid van Economische Zaken. Wij krijgen de circu
laires echter nooit rechtstreeks van Economische Za
ken, die krijgen wij van Binnenlandse Zaken, ook als
het voorschriften van Financiën betreft. Maar dat
heeft niets te maken met onze artikel 12-situatie; dat
zal u ook duidelijk zijn. (De heer Knol: Dat weet ik
wel. Maar ik heb, dacht ik, in mijn verhaal ook duide
lijk aangegeven waarmee eventueel de gaten, die zul
len vallen als wij de tariefverhogingen niet toepassen,
opgevuld kunnen worden. Ik zou b.v. nog de overhead
kosten van de Dienst voor Sport en Recreatie kunnen
noemen; zijn die niet wat aan de hoge kant? Kan
het niet efficiënter?) U vraagt dus in concreto: Hebt
u met deze stellingname niet verder gegrepen met uw
voorstellen dan u verplicht bent op grond van dat
gene wat u is meegedeeld i.v.m. de artikel 12-situatie?
De heer Knol: Ja. Verder vraag ik of wij in het
kader van de artikel 12-situatie in concurrentie met
de omliggende gemeenten toch niet tot een andere op
bouw van de tarieven kunnen komen; wij zouden om
op gelijke voet te komen met de omliggende gemeen
ten, of in de nabijheid daarvan, b.v. de tarieven voor
dit jaar kunnen bevriezen en de dekking in een andere
richting kunnen zoeken. Ik heb daartoe een aantal
punten genoemd. Ik heb de midgetgolfbaan en de bo
tenverhuurinrichting genoemd, ik heb gewezen op de
overheadkosten, ik heb de kapitaallasten van het Groe
ne Sterplan genoemd. Dat valt allemaal binnen de be
groting van de Dienst voor Sport en Recreatie. Ik
dacht dat daar genoeg elastiek in zat.
11
Weth. Weide heeft gezegd dat, een enkele uitzonde
ring daar gelaten, alle tarieven met 11% omhoog gaan.
Mijn fractiegenoot Pronk heeft een heel waslijstje ta
rieven waarbij die 11% meer dan overschreden wordt.
De wethouder heeft ook gezegd dat je in Leeuwar-
aen niet voor sluitingstijd het zwembad uit hoeft. Ik
dacht dat het in elk zwembad zo was dat je er niet
voor sluitingstijd uit hoeft. (Gelach) Het is maar net
hoe die sluitingstijd ligt. Dat argument spreekt mij
helemaal niet aan.
Wij zijn dus van mening dat er nog een groot aantal
vraagtekens recht overeind staan. Wij menen daarom
dat wij vanavond niet zo zonder meer kunnen beslissen
over de tarieven zoals ze voor ons liggen. Ik wil daar
om straks, na het antwoord van de wethouder ik
neem niet aan dat hij mijn motie zal overnemen
een motie indienen met het verzoek dit voorstel terug
te nemen, eerst met nadere gegevens te komen die
ook gevraagd zijn in de Financiële Commissie en daar
na opnieuw met deze tarieven in de raad te komen.
Ik dacht dat dat wel kon. Maar goed, ik wacht het
antwoord eerst rustig af. (De Voorzitter: Wilt u nog
even heel duidelijk zeggen wat u speciaal verlangt
Ik heb in de Financiële Commissie een aantal vragen
gesteld. Daar willen wij graag de antwoorden op we
ten. Daarna willen wij pas beslissen over de tarieven
zoals die nu moeten worden gewijzigd. Het kan zijn
dat de tarieven moeten worden verhoogd zoals u voor
stelt, maar het kan ook zijn dat ze lager of hoger
moeten worden. Maar dat zien wij dan wel.
Ik wil graag na het antwoord van de wethouder
mijn motie indienen; ik neem n.l. niet aan dat hij mijn
voorstel overneemt.
De hear Miedema: Nei oanlieding fan de forskil-
lende opmerkingen dy't oer dit punt makke binne wol
ik üt namme fan üs fraksje ek noch wol hwat sizze.
De hear Knol fynt dat wy de tariven nou net fêst-
stelle moatte, omt wy earst mear ynformaesje hawwe
moatte oer bipaelde punten. Hy mient dat der wol rek
sit yn de bigreating fan de Tsjinst foar Sport en Re-
kréaesje. Us fraksje is tige nijsgjirrich nei in even
tuele mooglikheit om op de kapitaellêsten fan it Griene
Stjerplan minder óf to skriuwen, it oer in langere tiid
üt to striken en de rinte by to boeken. Wy hawwe
dêr gjin oerdreaune forwachtings fan, hwant by de
réalisearring fan it Griene Stjerplan hawwe wy noch-
al greate subsydzjes krigen en ik tocht dat de greatste
post fan it Griene Stjerplan op 'e bigreating ünder-
hald wie. En dêrby giet it om de kosten dy't elts jier
werom komme. Mar goed, as der hwat yn sit dan
wolle wy dat wol witte. Ik soe graech witte wolle oft
de minister it tastiet it yn mear as 40 jier öf to
skriuwen. De hear Knol hat ek de „overheadkosten"
fan de tsjinst neamd. Ik bin my derfan biwust dat ik
op dit stuit net bisjen kin oft dêr tofolle foar ütjown
wurdt, mar it is goed dat dat ris bisjoen wurdt.
Wy miene lykwols 'wol dat, al soe dêr hwat üt-
komme, wy dy romte yn de bigreating hiel hurd ne-
dich hawwe sille. As wy fierder wurkje wolle mei in
slutende bigreating dan leau ik dat wy de eventuele
romte dy't der yn de bigreating sit düdlik biwarje
moatte foar gefallen hwer't wy it noch mear foar ne-
dich hawwe as foar de tariven. As it kolleezje üs joun
it foarstel docht foar de forheging fan de tariven foar
de sport- en rekréaesje-akkommodaesjes dan miene
wy dat, sjoen de ynflaesje en de priisforhegingen dy't
oan de oarder fan de dei binne, de forhegingen dy't
nou foarsteld wurde wier net sa bütenwenstich binne
dat jo sizze moatte: Dit kin net.
Wy miene net dat wy de kant üt moatte dy't de
P.v.d.A. oanjowt. Dy seit: As it mooglik is, bifries de
tariven dit jier. Hwant dat soe neffens üs ynhalde
kinne dat wy takomme jier in folie foarsere stap
dwaen moatte hwat de problemen dat jier noch folie
swierder makket. Yn in tiid fan ynflaesje moatte wy
neffens üs elts jier in lytse forheging tapasse; wy
moatte de kostenüntjowing byhalde. Ut dat eachpunt
sjoen kinne wy akkoart gean mei it foarstel dat b. en
w. dien hawwe en hawwe wy gjin bihoefte oan in moty
dy't eventueel yn tredde rounte yntsjinne wurdt.
De heer Schaafsma: Wat de tarieven betreft kun
nen wij kort zijn. Wij dachten dat wij inderdaad, zoals
u gezegd heeft, tussen twee klippen varen. Wij moeten
daar komt het in feite op neer 11% vragen; er
zijn hier en daar wat afrondingen. Wat ons betreft zijn
die tarieven akkoord. Als men tenslotte in de loonron-
de al rekening houdt met een inflatie die hoger is dan
die 11% dan dacht ik dat dit in de komende loonronde
al ingebakken zal zijn.
De heer Knol heeft m.i. een paar zinnige opmerkingen
gemaakt die echt de moeite van het overwegen waard
zijn. Is het inderdaad mogelijk om met een andere op
stelling van de cijfers te komen t.a.v. de afschrijving
in een periode langer dan 40 jaar voor het Groene
Sterplan? De botenverhuurinrichting is al een oud on
derwerp; toen dat punt in de raad aan de orde was
waren ook wij van mening dat iets dat in deze zin on
rendabel is afgestoten moet worden; de overheadkosten
zijn dat noemt u ook al erg hoog. De tekorten
moeten worden opgevangen door de tarieven en door
deze voorziening af te stoten kunnen de tarieven mis
schien iets verlaagd worden. Het kan ook zijn de
heer Miedema merkte dat terecht op dat wij die
ruimte meer dan nodig hebben. Hetzelfde geldt voor
de midgetgolfbaan. Misschien zijn de overheadkosten
van de Dienst voor Sport en Recreatie op zichzelf nog
eens aan te tasten. Dat kan allemaal waar zijn, maar
aan de andere kant menen wij dat de voorgestelde ta
riefverhogingen van 11% redelijk en aanvaardbaar
zijn.
De heer De Greef: N.a.v. de opmerkingen van
de vorige sprekers zou ik graag iets willen vra
gen. Mijn vraag is in hoeverre er bij dit voorstel
rekening is gehouden met de noodkreet van een
belangrijk deel van de georganiseerde sport in
Leeuwarden. Ik denk dan b.v. aan de amateur-voet
balclubs die door het voorgenomen subsidiebeleid van
de gemeente ernstig in hun voortbestaan bedreigd
worden en die door deze tariefwijziging nog een extra
duwtje krijgen. (De Voorzitter: De vergoedingsrege
ling is niet aan de orde.) Bovendien worden zonder
meer de sportactiviteiten van een groot deel van de
ongeorganiseerde sportbeoefenaars ik denk aan
zwemmen, het gebruik van sportvelden en de camping
zodanig belast dat deze sport in de toekomst waar
schijnlijk alleen nog maar voor de meest draagkrach-
tigen in onze samenleving is weggelegd. Het idee zo
te bezuinigen dat zwakke sectoren zoals recreatie,
ontspanning en sportbeoefening zoveel mogelijk zullen
worden ontzien zoals ik het heb begrepen uit het
beleidsvoorstel wordt op deze manier zonder een
enkele compensatie ter zijde geschoven. Het gaat lijken
op een voorbeeld van doorvoering van het profijtbegin
sel. Ik sluit mij daarom ook aan bij het voorstel van
de heer Knol deze tarieven nogmaals te bekijken, mede
in het licht van de kosten die daarmee voor een be
langrijk deel van onze bevolking gemoeid zijn.
De heer Ten Hoqve: Ik zou graag nog op twee op
merkingen willen reageren.
In de eerste plaats iets over hetgeen de wethouder
heeft gezegd. Mijn fractiegenoot Pronk heeft een uit
voerige opstelling en berekening van cijfers gemaakt
m.b.t. de tarieven waarvan de verhogingen veel meer
zijn dan 11%. Ik wil daar op dit moment niet op in
gaan.
Dan een opmerking via u, mijnheer de voorzit
ter aan het adres van de heer Miedema. Wanneer
er ruimte in dit totaal mocht zitten dan hebben wij
die, zegt hij, waarschijnlijk nodig voor andere belang
rijke dingen. Voor ons is m.n. het punt van de zwem
badtarieven een ontzettend belangrijke zaak. Wij wil
len echter, gezien alle moeilijkheden die hier i.v.m. die
11% aan vastzitten, met deze uitvoerige lijst tarief
wijzigingen voor ons, hier niet één tarief uitpikken en
zeggen: Nu moeten wij dat maar wat verlagen. Wij
willen dat heel duidelijk in het totaal zien. Vandaar
het voorstel om dit hele voorstel terug te nemen.
De heer Van der Wal: Ik ben erg nieuwsgierig naar
de cijfers van de heer Pronk. Ik zou die opstelling wel
eens willen zien.
Dan nog even iets over de opmerking: 11% behalve
enkele afrondingen. Dat gebeurt natuurlijk wel elk
jaar. Elk jaar gaan de tarieven met een bepaald per-