18
It soe it béste wêze dat wy hjir mar bislute koene
mar dat sil wierskynlik wol net kinne oer dc
fraech: Wolle wy dy basiswei yn de takomst, sjoen
de ütkomsten fan it rekkenreau, ja of né? As wy it
dêroer iens wurde koene dan koe de hiele saek direkt
ofhannele wurde.
De heer Rijpma (weth.)Eerst toch maar even dc
moties die de fractie van de P.v.d.A. heeft ingediend.
Ik dacht dat wij in principe tegen geen van deze
moties bezwaren hoefden te hebben. Ik meen dat het
niet noodzakelijk is die moties formeel in te dienen.
Voor zover het alternatieven betreft zijn ze technisch
mogelijk en wij gaan de komende drie weken bekijken
wat de financiële gevolgen zijn. (De heer Ten Hoeve:
LT neemt ze dus over?) Ja. U krijgt de financiële con
sequenties over drie weken op uw tafel. Dit wat be
treft de alternatieven voor het rekenmodel.
De eerste motie gaat over het viaduct. In principe
vinden wij dat niet onaanvaardbaar. Ik heb in mijn
antwoord in eerste instantie ook betoogd dat momen
teel al serieus in onderzoek is wat de consequenties
zijn en wij hopen dat punt ook zo snel mogelijk op de
goede wijze via de Commissie Openbare Werken
waarschijnlijk, maar ook via de Commissie Ruimtelijke
Ordening met u door te praten aan de hand van de
tekeningen die op dat moment gemaakt zullen zijn.
Dan is duidelijk wat er aan vastzit. Daarom heb ik
mij even gereserveerd opgesteld; ik ben teveel leek om
te kunnen zeggen dat het viaduct 100 meter verscho
ven kan worden zonder dat dat gevolgen heeft, want
er ligt daar o.a. een vaarwater, de Kurkemeer, en ik
weet niet of een verschuiving van het viaduct met het
oog op dat vaarwater toch geen consequenties heeft
voor de op- en afritten. Vandaar dat ik zei dat ik eerst
met de dienst die zaak wil bekijken. Maar er komen
heel snel, waarschijnlijk morgenavond al als de raads
zitting tijdig eindigt, in de Commissie Openbare Wer
ken enige gegevens op tafel over het verplaatsen van
het viaduct. Ik houd mij dus voorzichtigheidshalve een
klein beetje op de vlakte omdat ik weet dat dat vaar
water daar ligt; tot dusver wordt dat door de op- en
afritten niet beroerd, maar als wij het viaduct gaan
verschuiven zou het door die op- en afritten wel eens
beroerd kunnen worden en dat zou toch wel consequen
ties kunnen hebben. In principe is het dus wel aan
vaardbaar.
De Voorzitter: Mag ik er even tussen komen? Nu
moeten wij geen misverstanden krijgen. Ik heb de
moties even doorgelezen en vier er van betreffen alter
natieven voor het rekenmodel en dat is geen enkel
probleem. Maar in die eerste motie staat: „draagt het
college van b. en w. op de onderhandelingen met Rijks
waterstaat te voeren op basis van de mogelijkheid tot
variatie van de plaats van het viaduct tussen de door
het college voorgestelde plaats en de spoorlijn." Ik be
grijp van de wethouder dat hij zegt: Wij gaan over
leggen in de Commissie Openbare Werken en in de
Commissie Ruimtelijke Ordening, wij gaan na wat er
technisch mogelijk is en op grond van dat overleg zal
moeten blijken wij staan daar volkomen voor open
of het overleg met Rijkswaterstaat al dan niet ge
voerd moet worden. Als de P.v.d.A. met die interpre
tatie akkoord gaat dan nemen wij ook die motie met
deze kanttekening er bij over. (De heer Geerts: Ak
koord.) Goed, dan is dat opgelost.
De heer Rijpma (weth.)De heer Geerts heeft nog
gevraagd of de weg die wordt aangelegd in het ver
lengde van de weg naar Drachten en die naar Werp-
sterhoek loopt is opgenomen in het rekenmodel. Ik
heb achter mij gekeken en ik heb gehoord dat die weg
niet is opgenomen. (De heer Geerts: Dan zou ik die
weg toch wel graag alsnog opgenomen zien, want die
hoort er natuurlijk wel bij. Ik heb daar geen voorstel
over ingediend want ik ging er van uit dat die weg
in het rekenmodel zat en ik werd zopas eigenlijk ge
waarschuwd dat dat niet het geval was. De ene motie
zou vrij gemakkelijk gewijzigfd kunnen worden als'
daarin komt te staan: ,,en van Werpsterhoek naar de
Drachtsterweg".) Ik hoor net dat, als het alternatief
dat u hebt voorgesteld, n.l. de weg vanuit Bolsward
naar Werpsterhoek, uitgewerkt moet worden, ook dat
andere stuk dat u nu bedoelt er in moet zitten. Dat
tracé zit dus nu niet in het rekenmodel, maar als dat
andere alternatief er in komt, moet dat tracé er on
herroepelijk ook in zitten. (De Voorzitter: Er zijn dus
twee toevoegingen, de ene betreft de interpretatie t.a.v.
het viaduct en de andere het opnemen van dit tracé
in het rekenmodel.)
De heer Heidinga vroeg naar die alternatieven. Ik
dacht dat de voorzitter duidelijk geantwoord had. Over
drie weken krijgt u die alternatieven met de daaraan
vastzittende kosten op tafel en dan beslist de raad
definitief. De misverstanden met de heer Heidinga
over het viaduct zijn inmiddels m.i. ook opgelost.
De heer De Jong dient 7 moties in. Ik dacht dat
zijn moties, voor een deel althans, zouden gelden in
het geval wij het rekenmodel niet ter doorrekening
maar ter vaststelling hadden aangeboden. Als hij stelt
dat er viaducten over bepaalde wegen moeten komen
dan heeft dat nauwelijks invloed op de belasting van
de rondweg. Ik dacht dat die moties nauwelijks be
trekking hadden(De heer J. de Jong: De wet
houder moet 's morgens vroeg maar eens gaan kijken
in Bilgaard op welke wijze men uit die wijk moet ko
men. Ik dacht dat het de rondweg zeer zeker zal ont
lasten in de spitsuren als er een ongelijkvloersc krui
sing komt en dat het van groot belang is om te weten
wat hiervan de gevolgen zullen zijn voor het reken
model, want al dat verkeer is stadgericht.) Ik kan het
op dit moment niet goed bekijken, maar ik heb de
neiging om er van uit te gaan dat hier een te grote
detaillering wordt voorgesteld die voor het doorreke
nen van het model niet noodzakelijk is. Maar goed,
de moties zijn ingediend en die zullen straks in stem
ming gebracht worden.
De heer Van der Wal heeft gevraagd of er geld is
voor alternatieven en waar de dekking vandaan moet
komen. Over drie weken komen wij met het bedrag
dat het moet kosten en wij zullen u helpen met het
zoeken naar de mogelijkheid om er ook dekking voor
te vinden. Als de raad de extra uitgaven er voor over
heeft dan zal de post worden aangegeven waar moge
lijk dekking te vinden is. (De heer Van der Wal: En
de specificatie van de bedragen waar ik om gevraagd
heb t.a.v. de computerkosten en dergelijke?) Wij zul
len zover gaan als wij kunnen komen. Wij zullen dit
napluizen en over drie weken kunt u zien of het voor
u al dan niet voldoende is.
De heer Van der Wal heeft ook gezegd dat wij vrij
plotseling beslist hebben over een functiewijziging van
een gebied, maar dat is natuurlijk niet waar. Wij heb
ben een model aangegeven en wij meenden dat het ook
juist was om hier en daar de mogelijkheid aan te dui
den dat er bepaalde functieveranderingen zouden kun
nen optreden. (De heer Van dor Wal: Ik heb het
woord „gesuggereerd" gebruikt.) Er is geen enkele
beslissing genomen over die functiewijziging en wan
neer dit model straks tot feitelijke gegevens leidt dan
is het natuurlijk zo dat overal waar de tracé's aan
leiding geven tot duidelijke veranderingen in de om
geving de betrokkenen ruime gelegenheid moeten krij
gen om voorgelicht te worden en ook om hun op- en
aanmerkingen en bezwaren kenbaar te maken. Maar
dat is een volgende fase. (De heer Van der Wal: Dan
staan zij voor een voldongen feit.) Nee, dat is niet zo,
want op dat moment moet u de verkeersstructuur nog
vaststellen. Op basis van de uitkomsten van het reken
model krijgt u dan de mogelijkheid te discussiëren en
beslissingen te nemen.
De hear Singelsma forwyt my dat ik him net mei
deselde egards bihannele haw as de sprekkers fan de
greate fraksjes en dat ik oan syn opmerkingen mar
foarby gien bin. Ik tocht dat ik de haedbidoelingen
fan it struktuerplan noch wer ris biklemtoane haw en
dat rekket de opmerkingen dy't de hear Singelsma
makke hat oer oare dingen ek. Ik tocht dat dat yn
de antwurden dy't ik jown haw foldwaende meinom-
men wie.
De hear Singelsma: Ik haw dizze konkrete fraech
steld: Wist it kolleezje fan de swierrichheden fan it
I.B.V., ja of né
De Foarsitter: Dér kin ik ja op sizze de wet-
halder wie doe noch net lid fan it kolleezje wy
®!Br_3or7j5x3r5
19
wisten dêr fan. (De hear Singelsma: En hwerom is
dat net meidield oan de riedsleden?) Xt wiene swier
richheden fan persoanlike aerd. Wy hawwe dy saek
goed yn de gaten halden, hwant it wie foar üs fansels
wichtich to witten oft dat sadanige konsekwindjfes
hawwe soe dat wy miskien net mei dat buro troch-
gean koene. Dit is al salang lyn dat ik it bitwifelje
oft jo doe al yn de ried sieten. It bigoun dermei dat
dat buro splitst waerd. De ried hat doe sein: Nei dy
splitsing winskje wy dat de hear Van Dijk it tafor-
sjoch haldt op it wurk dat foar Ljouwert dien wurdt;
dy eask hat de ried steld. Dat hawwe wy oerlein en
dat is oanfurdige. Letter hawwe der noch bipaelde
problemen west en ik kin jo de forsekering jaen dat
wy de saek goed yn it each halden hawwe. It is fan
sels sa dat de iene de dingen hwat oars bringt as de
oare dêr gean ik net fierder op yn, jo bigripe wol
hwat ik bidoel mar dat nimt net wei dat wy stees
alle fortrouwen hawn hawwe yn it wurk dat it buro
foar üs die. Ik ünderskriuw ek folslein hwat de wet-
halder sein hat net omt de man yn de seal sit,
hwant hy forstiet gjin Frysk ntl. dat wy nochal
wiis binne mei de léste wiziging dy't der west hat.
Wy kinne it knap mei dizze man fine; hy praet ek
hwat makliker. Dat is alles. (De hear Singelsma:
Kinne jo jo foarstelle dat ik twifels haw oer de üt
komsten sjoen itjinge der yn it forline bard is?) Ja,
mar dêr kinne wy net oer fjochtsje, wy hawwe dy
twifels net en jo al. Nou, wy binne hwat machtiger
as jo en dat sil dan de trochslach wol jaen. (Laitsjen)
(De hear Singelsma: De mearderheit hat wol ris fa
ker üngelyk hawn.) (De hear Ten Brug (weth.): Dan
is der foar jo noch in hiele takomst.)
De hear Rijpma (weth.)De hear Singelsma hat
sein: Sizze wy tsjin de basiswei ja of né. Ik tocht dat
twa fraksjes düdlik ütsprutsen hawwe dat hja ja sizze
tsjin de basiswei. As dat net it gefal wie dan wie der
fêst in moty kommen oer it net yn it model opnim-
men fan de basiswei. (De hear Miedelnia: Ien fan de
moty's fan de V.V.D. giet dêroer.) Ja, it is ek sa. Dan
krijt de hear Singelsma op basis fan dy moty dus de
gelegenheit to konstatearjen hoe't de riedsleden oer
de basiswei tinke.
De Voorzitter: Er zijn nu nog acht moties. Er is
één motie van Axies; ik neem aan dat de heren Van
der Wal en De Greef hun motie niet intrekken na de
discussies. Verder zijn er zeven moties van de V.V.D.
Kunt u er mee instemmen dat wij met zitten en op
staan stemmen? (De heer Van der Wal: Bij hand
opsteken.) Nee, dat is moeilijk te tellen. Gaat u er
mee akkoord dat wij bij zitten en opstaan stemmen?
De Raad stemt hiermee in.
De Voorzitter: Allereerst breng ik dan de motie
van Axies in stemming. Die luidt:
„De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 17 fe
bruari 1975, besluit de behandeling van de structuur
schets met inbegrip van het z.g. rekenmodel als be
doeld in bijlage 27 uit te stellen tot na een uitvoerige
discussie over de uitgangspunten van het toekomstige
structuurplan voor de gehele gemeente met de raad
en de belangstellende inwoners."
De motie van de heren Van der Wal en De Greef
wordt verworpen met 35 tegen 2 stemmen.
De Voorzitter: Dan kom ik nu bij de eerste motie
van de V.V.D., ingediend door de heren De Jong en
Schaafsma. Die luidt:
„De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975,
behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en
vervoersplan, besluit: het rechtsgeldig bestemmings
plan Kalverdijkje niet te doorsnijden met wegen an
ders dan in dit plan zijn aangegeven."
De heer Geerts: Ik zou nog graag even een stem
verklaring willen geven voor alle moties die door de
V.V.D. zijn ingediend. Wij achten een aantal moties
prematuur omdat zij eigenlijk niets te maken hebben
met het rekenmodel. Dat is hetzelfde misverstand waar
wij het al eerder over gehad hebben. Een ander punt
is dat wij vinden dat een paar moties indruisen tegen
voorstellen die wij hebben gedaan. Wij hebben dus
geen behoefte aan deze moties.
De heer Heidinga: Ik wil ook graag namens mijn
fractie een stemverklaring afleggen. Er zijn elementen
in deze moties die ons wel aanspreken, maar wij vin
den dat het niet nu de tijd is om daar voor of tegen
te zijn. Wij zullen, hoe zeer het ons eigenlijk voor som
mige onderdelen ook spijt, toch unaniem tegen al deze
moties stemmen. Die horen hier vanavond niet bij.
De heer J. de Jong: Ik geloof dat er een misver
stand is. Wij hebben deze zaak ook gezien als een
alternatief; wij willen deze dingen inbrengen in het
rekenmodel, precies zoals de P.v.d.A. bepaalde dingen
aan de orde stelt die men in het rekenmodel opgeno
men wil zien. Dat ligt ook in onze moties opgesloten.
Wij hebben het niet over het vaststellen van bepaalde
wegen, wel over het inbrengen van bepaalde richtlijnen
in het rekenmodel.
De eerste motie van de heren De Jong en Schaafsma
wordt verworpen met 31 tegen 6 stemmen.
De Voorzitter: De tweede motie van de V.V.D.
luidt:
„De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975,
behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en
vervoersplan, besluit: de geprojecteerde hoofdweg oost
-west door de stad te laten vervallen en het stedelijk
verkeer te leiden langs radialen met als verdeelwe-
gen de rondweg en de binnenstadstangent."
De tweede motie van de heren De Jong en Schaafsma
wordt verworpen met 31 tegen 6 stemmen.
De Voorzitter: De derde motie van de V.V.D.
luidt:
„De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975,
behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en
vervoersplan, besluit: een ongelijkvloerse kruising aan
te brengen in de Aldlansdyk ter ontsluiting van de
wijk Aldlan-oost wanneer de Aldlansdyk in het hoofd
wegennet wordt opgenomen."
De derde motie van de heren De Jong en Schaafsma
wordt verworpen met 29 tegen 8 stemmen.
De Voorzitter: Dan zijn wij nu toe aan de vierde
motie. Die luidt:
„De raad, in vergadering bijeen op 17 februari 1975,
behandelend de wegenstructuur voor het verkeers- en
vervoersplan, besluit: de voorgestelde weg direct be
zuiden het Van Harinxmakanaal (Drachtsterbrug-in-
dustrieterrein-west) te vervangen door de route
Drachtsterweg-nieuwe provinciale weg-Werpster-
hoek en vandaar direct ten westen van de spoorlijn
Leeuwarden-Heerenveen naar industriegebied-west
met aansluiting naar de Bolswarderweg."
Wie is daar voor? (De hear Miedema: Dy moty
hawwe jimme al oernommen.) Nee, want in de motie
van de P.v.d.A. staat alleen dat die weg als alternatief
moet worden ogenomen in het rekenmodel en in deze
motie staat dat er een andere weg moet komen. Dat
is beslist niet hetzelfde. (De heer J. de Jong: Dat
vraag ik toch ook. Waar praten wij hier over? Wij
praten vanavond toch over het rekenmodel en niet
over de tracering van wegen. Wij vragen alleen om
een andere route op te nemen in het rekenmodel.)
Nee, dat is niet waar, want de wethouder heeft in zijn
verdediging bijzonder duidelijk gezegd: Pas op, als de
raad bepaalde dingen per se niet wil, nu al niet, dan
zal hij zich daarover moeten uitspreken, want anders
is het te gek die toch in het rekenmodel op te nemen.
De motie van de P.v.d.A. betreft het opnemen van
een alternatief in het rekenmodel. Er wordt geen uit
spraak gevraagd over de route op zich, maar er wordt
ook niet op voorhand gezegd dat een bepaalde route
er nooit mag komen; anders zou de motie ook irreëel
zijn geweest. U stelt in uw motie dat een bepaald
tracé gekozen moet worden in plaats van de weg ten
Zuiden van het Van Harinxmakanaal. Als u zegt dat
u wilt dat deze route ook in het rekenmodel wordt op
genomen dan is uw motie gelijk aan die van de
P.v.d.A. (De heer J. de Jong: Wij hebben toch ner
gens anders over gesproken dan over een rekenmodel